kleren aanraken (Marcus 5,30-31)

kleren aanraken
Marcus 5,30-31
Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Zijn leerlingen zeiden tegen hem: ‘U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: “Wie heeft mij aangeraakt?”’

Ik was een keer bij een congres in Amsterdam. Toen het pauze was stroomde de zaal leeg. Door nauwe gangpaden naar de koffie. Opeens voelde ik kracht uit me stromen naar iemand achter mij. Het overviel me. Ik moest denken aan de geschiedenis waar we net van hebben gelezen. Ik geloof dat ik even omkeek, en toen liep ik verwonderd verder. Ik ben Jezus niet. Maar Hij kan als Hij dat wil zijn kracht natuurlijk ook door ons heen naar anderen laten stromen.

Midden in de drukke mensenmenigte vraagt Jezus wie zijn kleren heeft aangeraakt. Jezus’ leerlingen reageren verbaasd, maar ze missen de clou. In hun reactie laten ze die kleren weg. Kijk als iemand jou aanraakt, dan kun je dat merken, zeker als je sensitief bent. Maar je kunt toch niet voelen dat iemand je kleren aanraakt? Maar Jezus voelde dat er krácht uit Hem stroomde. Dat is iets anders. Alleen, als Hij zich omdraait, dan heeft Hij het over zijn kléren. Dat is apart. Het is zo absurd dat zijn leerlingen er overheen luisteren. Maar Jezus noemt expres zijn kleren.

Blijkbaar weet Jezus wat die vrouw dacht toen ze naar Jezus toeging. Zij dacht: “Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, dan zal ik gered worden.” Als Jezus nu juist zijn kleren noemt, dan weet die vrouw: Hij heeft het over mij.

Later zullen allemaal mensen naar Jezus toe komen. De zieken smeken Hem of ze alleen al de zoom van zijn kleed mogen aanraken. En iedereen die Hem aanraakte werd genezen (Marcus 6,56). Zou deze bescheiden vrouw in haar geloof een voorbeeld geworden zijn voor al die anderen na haar?