nog minder dan een slaaf voor de hoogste Heer (Marcus 1,7)

nog minder dan een slaaf voor de hoogste Heer
Marcus 1,7
Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken.

Ik kom uit een groot gezin. Huishoudelijke taken hadden we verdeeld. Tafel dekken en afruimen, afwassen. Op zaterdagavond was het tijd voor schoenenpoetsen. Dat heb ik een poos samen met een van mijn broers gedaan. We hadden plezier en maakten er een vrolijk moment van.

Wij poetsten losse schoenen. Heel anders wordt het als je de schoenen poetst van iemand die zijn schoenen nog aan heeft. Diegene staat of hij zit op een stoel. Of hij zet zijn voet voor jou op een kruk. Jij bukt voorover, je moet echt door je knieën, en dan kun je schoenen poetsen. Op die manier schoenen poetsen, dat is vernederend werk. Het is slavenwerk.

In Johannes’ tijd droegen mensen vaak sandalen. Met een riem maakten ze de sandaal aan de voet vast. De riem van een bezoekende gast losknopen, dat was slavenwerk. Maar Johannes zegt dat hij te min is om zelfs maar de slaaf van Jezus te zijn.

Maar kijk eens wat Jezus is komen doen. Hij hield niet vast aan zijn gelijkheid bij God, maar vernederde zich en werd gehoorzaam als een slaaf, tot in de dood (Filippenzen 2,6-8). De hoogste Heer werd slaaf. Wij zijn te min om zijn slaven te zijn, maar Hij kwam óns dienen. Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Ik noem jullie geen slaven meer, maar vrienden, omdat Ik jullie alles van Vader heb verteld.” (Johannes 15,15) Je weet wel, Vader die uit liefde die zijn Zoon gaf voor ons.

Onze klus is Jezus voor ons te laten bukken en zijn offer aanvaarden.