onbedwingbaar (Marcus 5,3b-5)

onbedwingbaar
Marcus 5,3b-5
Zelfs als hij vastgebonden was met een ketting kon niemand hem in bedwang houden. Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen.

Hier loopt de sterkste mens. Niemand kan hem binden en dan gebonden houden. Zelfs de zwaarste boeien slaat hij stuk. Net als Simson. Alleen werd Simson geleid door de Geest van God. Deze man wordt geleid door een slechte geest.

Dag en nacht loopt hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen. Als de mensen een dode moeten begraven dan komen ze bij de grafspelonken. Maar elke keer is daar die stoorzender die dwars door hun verdriet en rouw heen schreeuwt.

Deze man slaat ook zichzelf met stenen. Hij beschadigt zichzelf. Hier loopt het leven stuk en dood. Een persoonlijk drama. En ook een ramp voor deze regio. Als een typisch streekproduct: welkom in het land van woestheid en leegte, van vernieling en dood. Partnergemeente van het rijk van de duivel. Wil je geen mens meer zijn? Wil je al het menselijke verliezen? Dan ben je hier op de goede plek.

Dit is de sterkste man. De hele regio siddert onder de uitbarstingen van deze man. Ze moeten allemaal hem als hun meerdere erkennen. In die zin is niet alleen die man bezeten. Er heerst ook een soort bezetting over deze streek. Niemand kan die vloek verbreken.

Waarom willen ze hem binden? Omdat hij hun zelfbeeld verstoort? Omdat hij de streek een slechte naam bezorgt? Omdat hij zichzelf beschadigt? Maar zijn zij zelf wel heel dan? Kunnen zij zichzelf wel in bedwang houden dan? Misschien op heel andere niveaus, maar toch. Wat zijn ónze bindingen? En waar vind je heelheid, bestemming en genezing?