overmacht (Marcus 4,35-41)

overmacht
Marcus 4,35-41
Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ Ze stuurden de menigte weg en namen hem mee in de boot waarin hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan?’ Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?’

Als de dijken breken dan loopt een groot deel van Nederland onder water. Op de website ‘Overstroom ik’ kun je zien of je in een risicogebied woont. Je voert je postcode in en je ziet hoe hoog het water bij jou komt. Je krijgt tips om een veilige schuilplaats te vinden.

Als mensen kunnen we veel. Dat hebben we van God gekregen. We kunnen dijken aanleggen en dammen opwerpen. Maar het weer is grillig. Er kunnen zulke extreme omstandigheden komen dat de dijken breken. Tegen zoveel natuurgeweld staan wij in veel opzichten machteloos. Moeten we daar bang van worden? Dat niet. Wel alert. En de dijken sterk houden.

Maar denk nu eens aan de stormen in jouw léven. De erge dingen die je hebt meegemaakt. Waar je midden in zit. Of wat er nog over je heen kan komen. Jezus’ leerlingen zijn ervaren vissers en schippers. Toch zijn ze doodsbang. Ze weten het zeker: Wij vergaan. Maar Jezus is bij hen. Gods Zoon. Hun Heer. Verbazingwekkend blijkt niet het rustige slapen van Jezus midden in de storm, maar de wanhoop van Jezus’ leerlingen. Jezus spreekt en de wind legt zich neer en de zee kalmeert. Hij is Heer over de schepping. Met overmacht!

Wat kunnen wij veel verliezen in ons leven. Ons huis, onze spullen, gezinsleden, ons eigen leven hier. Wat een pijn. Maar midden in de pijn geldt: als we op Jezus vertrouwen, dan zijn we dwars door alles heen veilig. Jezus bewaart mij zo, dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen, ja zelfs zo, dat alles dienen moet tot mijn heil.