Schaam je niet voor Jezus. (Marcus 8,38)

Schaam je niet voor Jezus.
Marcus 8,38
Wie zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader.’

Zijn er ook mensen voor wie jij je schaamt? Misschien denk je soms bij bepaald gedrag van familieleden of vrienden: hier hoor ik niet bij. En je doet een stap achteruit.

Maar waarom zou je je schamen voor Jezus? Hij is de Zoon van God. Hij spreekt de woorden van God. Hij doet de daden van God. Wie zou niet zijn volger willen zijn?

Toch zegt Petrus: “Een Messias die lijdt, daar moet U niet over beginnen.” Je schamen voor Jezus en zijn woorden is in dit verband: je schamen voor Jezus als de lijdende Knecht van God, voor zijn woorden uit de lijdensaankondiging.

Wie wil er nu iemand volgen die er onderdoor gaat? Iemand die in de ogen van veel mensen een verliezer is? Iedereen wil toch horen bij de winnende partij?
Maar het is nog erger. Waarom moest Jezus zijn leven verliezen? Omdat Hij alleen op die manier aan ons het leven terug kan geven. Wil je dát wel? Als je Hem volgt, dan erken je dat je jezelf niet kunt redden. Dat je alleen leeft bij de gratie van God en zijn Zoon Jezus.

Jezus’ generatiegenoten voelen zich ver boven zo’n Messias verheven. Daarmee blijven ze afstand houden van God. Ze geven hun ontrouw niet op bij het zien van Gods trouw.
Voor Jezus’ leerlingen is nu de vraag welke keus zíj maken. Als mensen zichzelf willen redden, durf jij dan uitkomen voor Jézus als jouw Redder en Heer? Als iedereen om je heen Jezus de gekruisigde bespot, probeer jij dan maar in niets te laten merken dat je christen bent?

Schaam je niet voor deze Heer, zodat Hij zich niet hoeft te schamen voor jou.