verkwisting? (Marcus 14,3-5)

verkwisting?
Marcus 14,3-5
Toen hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanwezig was bij een feestmaal, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten flesje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het flesje en goot de olie uit over zijn hoofd. Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit.

Een gemiddeld jaarloon in Nederland is als ik dit schrijf rond 36.000 euro bruto. Daar kun je van alles voor kopen. Veel goedkope dingen. Een paar dure dingen. Of één duur ding. Zo heb je dure parfums van honderden of zelfs duizenden euro’s. De vrouw die bij Jezus komt heeft een fles nardusmirre uit India bij zich ter waarde van 300 denarie. Een denarie was een dagloon in die tijd. Zo’n fles kost omgerekend algauw een slordige 36.000 euro. Bijna een heel jaarloon.

Als je zulke dure olie hebt, dan zou je denken dat je daar zuinig mee doet. Een paar druppels zijn genoeg voor een sterke geur. Via de smalle hals laat je voorzichtig een paar druppels tevoorschijn komen. De rest bewaar je voor later. Alleen voor kostbare momenten. Dan kun je er wel je leven lang mee doen.

Deze vrouw doet iets anders. Ze breekt de hals van de fles. Als je dat doet, dan wil je de hele inhoud in één keer opmaken. Ze zalft Jezus in één keer voor zeg maar 36.000 euro. Het hele huis ruikt er naar. Had dat niet iets minder gekund? Sommige genodigden reageren snuivend van woede tegen de vrouw. Wat een verspilling! Voor dat geld hadden de arme mensen veel hulp kunnen krijgen. Hoe durft die vrouw zoveel dure olie te verspillen?

Deze mensen hebben gelijk dat Jezus oog heeft voor de arme mensen. Voor weduwen en wezen. Jezus heeft zelfs doden opgewekt om hen verder te helpen. Toch hebben deze mensen ook ongelijk. Dat hebben ze als je kijkt naar wanneer deze vrouw haar zalving uitvoert en aan wie ze het doet.