Raaf en duif en een vers olijfblad (Genesis 8,6-12)

Genesis 8,6-12
Raaf en duif en een vers olijfblad
6 Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open 7 en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. 8 Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water op het land verder gedaald was. 9 Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. 10 Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. 11 Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. 12 Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug.

Raaf en duif zijn de eerste vogels in de Bijbel die met hun naam genoemd worden. Noach zet ze in als verkenners. Om te kijken: Hoe is het met de aarde?

De raaf is een aaseter. Voor de raaf is er voedsel genoeg. Hij pikt dat uit het water op en neemt het mee. Blijkbaar vliegt hij elke dag vanaf de ark over het water om zijn eten bij elkaar te scharrelen. Als straks de aarde droog is, dan hoeft hij niet meer terug naar de ark.

De duif is geen aaseter. Ze kan niet eten van wat op het water drijft. Ze kan nergens rusten. Ze komt bij Noach terug. Noach geeft haar graan en water. Na zeven dagen laat Noach de duif weer los. Tegen de avond komt de duif bij Noach terug. Blijkbaar kon ze overdag wel plekken vinden om te rusten. Als de duif ‘s avonds bij Noach komt dan heeft ze een vers olijfblad in haar snavel. Alsof ze weet dat Noach wacht op een teken van nieuw leven.

Stel je voor: een vers olijfblad. Heb je dat wel eens gezien, gevoeld, geroken? Als je bomen, planten en struiken een jaar gemist hebt, wat zal zo’n vers olijfblad dan een feest zijn. Een teken van hoop. De aarde geeft nieuw leven. God zorgt daarvoor.

Waar zie jij nieuw leven in Gods schepping? Leer daarvan te genieten! Dat is echt een feest.
Of laten wij als mensheid Gods schepping opnieuw de ondergang tegemoet gaan? Wat maken we veel kapot. Laten we onze verantwoordelijkheid nemen en er aan meewerken dat ook de volgende generaties kunnen genieten van elk seizoen nieuw groen, nieuw leven.

Gedenken (Genesis 8,1-5)

Genesis 8,1-5
Gedenken
1 Maar God dacht aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2 De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3 Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4 Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5 Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar.

God dacht aan Noach en de dieren in de ark. Dat deed God al die tijd al. Hier staat eigenlijk: “God gedacht Noach.” Gedenken in de Bijbel is meer dan denken aan. Gedenken betekent: denken aan én ingrijpen. Dat gedenken is kenmerkend voor God.

God gedenkt. De toestroom van water stopt. Er komt geen water meer van beneden en van boven. Het water begint te zakken. Door een sterke wind stuurt God de wateren terug naar hun eigen plek. God maakt weer scheiding tussen water en land. Precies zoals het was bij de schepping. De aarde moet weer bewoonbaar worden voor mens en dier.

God gedenkt. Water kan letterlijk over ons heen spoelen. Ook figuurlijk kunnen we ons kopje onder voelen gaan door dingen die we meemaken. Maar Gods doel voor ons is niet de ondergang. God wil dat we op zijn aarde leven, met Hem.

God gedenkt. De wateren zakken. Ze zakken niet in één dag. Zoals het water eerst centimeter voor centimeter steeg, hoger en hoger en nog hoger, zo zakt het water nu ook centimeter voor centimeter. Noach en zijn gezin moesten geduldig wachten in de ark. In totaal waren ze ruim een jaar in de ark.

God gedenkt. Als wij in nood zijn mogen we God bidden om redding. Soms redt God in één keer. Vaak ook niet. Soms geeft God tijdens ons leven op deze aarde uitredding. God kan ook redding geven na dit leven, op de nieuwe aarde. Ook wij moeten vaak geduldig wachten. Dat kan ons zwaar vallen. Maar we zijn niet zonder hoop. Gods nieuwe aarde komt.

De grote watervloed (Genesis 7,17-24)

Genesis 7,17-24
De grote watervloed
17 De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. 18 Het water op aarde nam steeds maar toe, hoger en hoger steeg het, en de ark dreef op het water. 19 Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan. 20 Tot vijftien el daarboven reikte het water, de bergen stonden helemaal onder. 21 Alles wat op aarde leefde, kwam om: de kruipende en de krioelende dieren, de vogels, het vee, de wilde dieren, en ook alle mensen. 22 Alles wat op het land leefde en waarin levensadem was vond de dood. 23 Alles wat op aarde bestond werd weggevaagd: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels, ze werden van de aarde weggevaagd. Alleen Noach bleef over, met alles wat bij hem in de ark was. 24 Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt.

Ons klimaat warmt op. Daardoor stijgt de zeespiegel. In de 20e eeuw was dat met 20 centimeter. In deze eeuw gaat de stijging gewoon door. Wat betekent dat voor Nederland? Uiteindelijk worden dijken kwetsbaarder. Ze zullen eerder doorbreken. Uiterwaarden zullen onderlopen. Hoe bewoonbaar zal ons land in de toekomst zijn?

Bij de zondvloed stegen de wateren ongekend hoog. Veertig dagen en achten lang stroomde het water uit alle bronnen van beneden, en kwam het water met bakken uit de lucht. Stap voor stap worden we meegenomen in deze geschiedenis: het water steeg, het water steeg sterk, het water steeg enorm, het water steeg tot ongeveer 7 meter boven de bergen. Wat een water. Wat een waterdruk. Geen wonder dat alles wat op aarde leefde omkwam. Alle dieren, alle mensen, alles met levensadem, alles.

Tegelijk is daar de ark. Het stijgende water heeft gevolgen voor de ark: het water tilde de ark op: de ark kwam los van de aarde. Zien Noach en zijn gezin dat? In elk geval hebben ze het gevoeld. Het water steeg hoger en hoger, de ark dreef op het water. Ik lees niets van een roer en van zeilen. Dreef de ark stuurlos rond? God stond aan het roer! God beschermde de ark. God had redding beloofd door de ark. Daarom hoefde ze niet bang te zijn: We zijn los. We drijven. Er is geen lek. Er komt geen water binnen. De ark houdt het.

De mensen en de dieren in de ark zijn volledig afhankelijk van God. Dat waren ze altijd al. Maar midden in de woeste golven van het water kunnen ze er echt niet om heen: onze hoop en onze hulp is alleen in de Naam van de Heer.