Barmhartigheid: bron en reikwijdte (Lucas 6,36)

Wat is barmhartigheid? Hoe kunnen wij barmhartig zijn? Waar halen we dat vandaan? En hoever gaat barmhartigheid? Jezus zegt in Lucas 6 iets over de bron en de reikwijdte ervan. Hij geeft de opdracht om barmhartig te zijn in het kader van zijn opdracht ‘Heb je vijanden lief.’ Jezus zégt dat niet alleen. Hij heeft dat zelf met heel zijn leven laten zien…

Preek over Lucas 6,36:

Wat is barmhartigheid? Gaat het over mensenliefde? Maar hoe ver gaat barmhartigheid? Jezus zegt in Lucas 6 iets over de reikwijdte ervan. Hij geeft de opdracht om barmhartig te zijn in het kader van zijn opdracht ‘Heb je vijanden lief.’ Jezus zegt dat niet alleen. Hij heeft dat zelf met heel zijn leven laten zien…

Preek over Lucas 6,36:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Het boek Quo Vadis bevat een verhaal uit de tijd van het Romeinse Rijk onder keizer Nero. Onder die keizer brak er een hevige vervolging uit: christenen werden opgepakt en vermoord. Er zijn christenen die onderduiken om aan het geweld te ontkomen. Eén van de christenen wordt verraden. Hij heet Glaucus. Hij wordt aan een kruis gehangen en in brand gestoken. De man die hem verraden heeft loopt vol wroeging rond. Hij gaat naar hem toe, en vraagt de man die aan het kruis hangt om vergiffenis. “Ik vergeef”, zegt de man die daar hangt te sterven.

Waar hebben we dat eerder gehoord? Natuurlijk: bij Jezus. Toen Jezus onschuldig aan het kruis hing bad Hij voor wie Hem hadden gekruisigd. Hij zei: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.” Dat Glaucus kan vergeven, dat kan omdat Jezus dat in hem doet.

Jezus komt van Vader. Hij is Gods Zoon. God de Vader is goed voor slechte mensen. Met zijn onverdiende goedheid komt Hij ook naar ons toe en naar jou. Hij stuurt wie Hem aannemen de wereld in. Met zijn onverdiende goedheid.

Een ander woord voor die onverdiende goedheid van God is Gods barmhartigheid. Daar gaat de preek over.
Onderwerp: WEES BARMHARTIG, ZOALS JULLIE VADER BARMHARTIG IS.

Het onderwerp barmhartigheid sluit mooi aan bij het jaar van barmhartigheid dat paus Franciscus kort geleden heeft uitgeroepen. Dat is ingegaan op 8 december.

Jezus geeft zijn leerlingen de opdracht: “Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is.” Voordat we kijken naar Gods opdracht voor óns om barmhartig te zijn, kijken we eerst naar Gods eígen barmhartigheid.

Jezus zegt: Jullie Vader is barmhartig.
Het is mooi dat Jezus van zichzelf afwijst. Hij wijst ons op zijn Vader. Echte barmhartigheid draait nooit om ons of hoe goed wij zijn. Ze wijst altijd heen naar God de Vader. Niemand is goed, behalve God. Hij is barmhartig en Hij is de bron van alle barmhartigheid.

Jezus zegt: God de Vader is de Allerhoogste. Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is.

Als je dat tot je laat doordringen en je kijkt in de spiegel, dan besef je: dat gaat ook over mij. Juist mensen die Jezus volgen vertrouwen op Gods onverdiende goedheid voor hen. In Jezus, in zijn leven en zijn sterven hebben ze het gezien. Denk aan onze voorgeschiedenis en dan aan God die Jezus Christus stuurt. Vader komt niet naar ons toe met wat wij verdiend hebben, oordeel en straf om ons weglopen als mensheid bij God vandaan. Vader komt juist naar ons toe met zijn onverdiende cadeaus van vergeving en heel veel goede gaven. Ik was vijandig naar God en toch vergeeft Hij mij en geeft Hij mij zijn vrede. Romeinen 5 zegt het zo: “Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven. Er is bijna niemand die voor een rechtvaardig mens wil sterven; slechts een enkeling durft voor een goed mens zijn leven te geven. Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.” (Romeinen 5,6-8)

God de Heer laat zijn barmhartigheid zien door Jezus. Paus Franciscus zegt: Jezus Christus is het gezicht van Gods barmhartigheid. Juist in Jezus zie je God die innerlijk bewogen is. In het Hebreeuwse woord voor barmhartigheid zit ook het woord moederschoot. God komt vol ontferming naar ons toe in Jezus. Barmhartigheid begint met: Wat is ons, wat is mij veel barmhartigheid bewezen!

Jezus zegt: De stijl van Vader moet ook jullie stijl zijn.
Als in de Bijbel in het woord barmhartigheid het woord ‘moederschoot’ zit, dan denk je bij barmhartigheid misschien aan de innerlijke bewogenheid van een moeder voor haar kind. Dat zit er ook in, maar het gaat nog verder.
Jezus’ uitspraak “Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is” staat in het kader van Jezus’ uitspraak: “Heb je vijanden lief.” Barmhartigheid die God voor ogen staat is ontferming zelfs naar hen.

Jezus zegt: “Heb je vijanden lief. Wees goed voor wie jullie haten. Zegen wie jullie vervloeken. Bid voor wie jullie slecht behandelen.” Dat gaat erg ver. Het zit ons mensen in het bloed om alleen goed te doen als we goed terug ontvangen. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil jou wel iets geven, maar dan verwacht ik ook iets terug. Anders word ik boos, of neem ik afstand van je.’ Of: ‘Zolang je aardig tegen me doet doe ik het ook naar jou. Maar bij die mensen kom ik niet meer, die hebben het helemaal verbruid.’… God verwacht van ons méér. Hij komt vol onverdiende ontferming naar ons toe. Het kenmerk van barmhartigheid is dat het onverdiend is, gratis, zonder dat je ook maar iets terug verwacht. Die onverdiende ontferming wil God ook ons leren.

Jezus zegt: Oordeel niet en veroordeel niet, maar vergeef en geef. Denk maar aan een rechtszitting: Het is als bij een rechter die je niet schuldig verklaart, die geen straf over je uitspreekt, maar die je vrijspraak verleent en die je juist allemaal geschenken geeft. Je was schuldig, en dan ontvang je zo’n behandeling. Zo gaat God met ons om. Jezus zegt: Ga zo ook met je naasten om, tot en met je vijanden.

Let er op dat Jezus dat niet zegt tegen rechters. Alsof alle rechtbanken moeten sluiten en die geen recht meer mogen spreken. Nee, Jezus zegt dat tegen zijn leerlingen: “Jullie die naar Mij luisteren.” De overheid behoudt haar taak. Maar voor jullie geldt: Ga vol ontferming, dus barmhartig de wereld in, vergevingsgezind en met vrede. Ga zo naar allen die in nood zijn. Zonder onderscheid van de persoon. Zelfs naar wie je vijandig gezind zijn en wie je kwaad doen.

Jezus zegt: De stijl van Vader moet ook jullie stijl zijn.
In vers 36 komt Jezus met zijn uitspraak: “Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is.” In die woorden van Jezus zit een bepaalde orde. Eerst is Gód er met zijn barmhartigheid, in Jezus welteverstaan, daarna stuurt Jezus zijn léérlingen uit met barmhartigheid. Die orde is belangrijk. Het is niet alleen een volgorde: eerst God, en dan wij. Het is ook een vorm van afhankelijkheid: alleen God met zijn barmhartigheid kan ons barmhartig maken!

Als ik niet wil dat God barmhartig is naar mij, dan kan ik ook niet echte barmhartigheid leren naar mijn naaste. Ik kan pas barmhartig voor jou zijn als ik eerst en ook Gods barmhartigheid aanneem voor mijzelf!

Dat is echt een klus. In die zin is ontvangen moeilijker dan geven. Misschien herken je dat. Ja, uit onszélf geven, dat lukt ons wel. Maar eerst echt tijd en ruimte nemen om te ontvángen, en dan vanuit wat we kregen gaan geven, dat vraagt nederigheid en zelfverloochening.

De barmhartigheid die Jezus vraagt is niet om iets terug te doen in de richting van God of om daarmee iets te verdienen. Vader is het onverdiend naar mensen. Dan ook wij. Dat is wat Jezus vraagt. Als je barmhartigheid bewijst om iets te verdienen of er beter van te worden, dan zit er geen genade in. Dan haal je het hart uit barmhartigheid.

De barmhartigheid die Jezus vraagt is wel dat je nederig Gods barmhartigheid voor jou zo werkelijk ontvangt en je eigen maakt, dat je daarvan overstroomt. Door de barmhartigheid die God ons geeft verandert God ons van binnenuit, zodat wij ook barmhartig worden naar buiten. Jezus zelf gaat dat in ons uitwerken door de heilige Geest.

Jezus zegt: Als je zo leeft, dan zul je niet veroordeeld worden.
Hoe hoor je dat en lees je dat? Als bevrijdend nieuws of als bedreiging? Misschien denk je meteen: ‘Maar ik leef vaak nog zo onbarmhartig. Ik ben vaak heel kritisch. Ik neem anderen vaak wel de maat.’ En je hoort meteen de ándere kant van Jezus’ woorden: Als je níet zo leeft, dan zul je wél veroordeeld worden. Onlangs boog ik me met een groepje collega’s over dit Bijbelwoord en ik zat meteen ook aan die andere kant.

Maar Gods barmhartigheid is juist dat je vrij bent van het oordeel. Misschien niet van oordelen van mensen. Maar wel van Gods oordeel. Jezus kwam dat oordeel van ons overnemen en dragen. Als je daarop vertrouwt, dan ben je echt vrij.

Waarom komt Jezus dan met het oordeel aanzetten? Als je niet barmhartig bent of niet barmhartig genoeg, verspeel je dan Gods barmhartigheid?…

Bedenk dan dit: De spits van Jezus’ woorden ligt niet op het oordeel, maar op níet geoordeeld worden. Eén persoon wordt bij de naam genoemd en dat is Vader. Jezus richt alle aandacht op Hem. God wil niet dat je barmhartig bent, omdat je bang bent voor zijn oordeel. God wil dat je barmhartig bent, omdat je zijn barmhartigheid voor jou hebt geproefd. Kijk niet eenzíjdig naar zijn oordeel, maar zie hoe Hij je juist verlóst van dat oordeel door Jezus. Echt ook voor jou en mij. Laat je opnemen en schiet wortel in zijn barmhartigheid. Word daarmee doordrenkt en stroom daarvan over.

Als Jezus zegt: “Je zult niet veroordeeld worden”, word dan niet bang of je misschien toch nog wél veroordeeld zult worden. Maar ontvang Gods barmhartigheid voor jou. Vertrouw daarop. Ook in al jouw struikelen op het pad van barmhartigheid! En blijf steeds terugvallen op Gods barmhartigheid! Dan zal God je vasthouden voor altijd, want Hij wil nu precies dat wij van zijn onverdiende goedheid in Jezus leven.

Het lastige bij barmhartigheid is dat wij er ook iets heel onbarmhartigs van kunnen maken. Misschien worden we wel in de war gebracht door de slotzin die Jezus gebruikt: “Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.”

Ik weet niet of dat typisch West-Europees is, maar ik heb de indruk dat wij bij het woord ‘de maat’ gauw denken aan een meetlat en ‘elkaar de maat nemen’. Alsof Jezus zegt: “Jullie moeten barmhartig zijn. En let er goed op bij elkaar of je dat ook echt bent. Neem elkaar de maat of je dat wel voldoende bent.”…

Maar elkaar de maat nemen heeft niets te maken met barmhartigheid, maar staat daar juist lijnrecht tegenover. Als we op die manier met elkaar omgaan, dan wordt het jaar van barmhartigheid juist één groot jaar van onbarmhartigheid. Barmhartigheid heeft niets te maken met agressie, frustratie en ontevredenheid. Niet richting onszelf en ook niet richting elkaar. Barmhartigheid vraagt juist je helemaal laten vullen met Gods onmetelijke onverdiende goedheid voor ons. Die je ook van die dingen bevrijdt.

Laat je niet in de war brengen door verkeerde associaties bij Jezus’ opmerking: “Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.” Denk bij die maat niet vanuit óns en hoe beperkt wij vaak leven en hoe wij elkaar de maat kunnen nemen. Denk vanuit Jézus. En denk aan degene op wie Jezus ons wijst: op Vader.
Ga steeds terug naar de maat van Vader! Dát wil Jezus ons hier leren! De maat waarmee Vader ons het goede toebedeelt is onverdiend en enorm groot en royaal. Die maat is Jezus. Gods onverdiende goedheid in Hem voor zondaren als u en jij en ik. Zijn barmhartigheid waarmee Vader nog veel meer mensen wil bereiken. Die liefde is met geen meetlat te meten, zo onmetelijk groot is die. Die maat van Vader, daar stá je toch in, daar lééf je uit, en in Vaders onmetelijke goedheid vínd je toch je geluk? Sla de maat van Gods maat aan en je zult nog meer daarvan overstromen.

God neemt ons niet de maat, maar spreekt ons vrij. Dan moeten we ook elkaar niet de maat nemen, maar laten zien hoe diep Gods vrijheid gaat. En voor ons persoonlijk geldt: Leg niet steeds een meetlat op jouw leven. Stop met jezelf steeds meten of je goed genoeg bent voor Gods gaven. – De werkelijkheid is: Je bent slecht… en toch geeft God je zijn gaven. Onverdiend. Onmetelijk. – En omdat God zo barmhartig voor je is, dáárdoor gaat God jou veranderen, en maakt Hij je ook barmhartig naar jezelf en je naaste. God maakt je geen maatopnemer, maar een spiegel van zijn liefde.

De vraag is dus niet hoeveel je doet en waar je overal komt en hoe hard je loopt, maar de vraag is of je met lege handen bij God wilt komen en wilt leven van zijn barmhartigheid. Niet van jouw barmhartigheid, maar van die van Hem. Of je dat echt wilt ontvangen… Schiet je tekort in barmhartigheid? Kijk dan niet wat je allemaal meer kunt géven, maar kijk of je wel echt hebt ontvángen. Als je dat laatste doet, dan kan het niet anders of God laat zijn barmhartigheid wortel schieten in jou en naar buiten komen.

In het verband van Jezus’ woorden betekent dat praktisch ook dit: Heb je een hekel aan je vijanden? Ben jij slecht voor wie jou kwaad doen? Verwens je wie jou vervloekt en wie je slecht behandelen? Leef je onbarmhartig? Ben je verbitterd, gefrustreerd en ontevreden?… Stort jezelf dan niet in daden van barmhartigheid naar anderen toe. -Een valkuil voor elke christen.- Plan niet je hele week en leven daarmee vol… Stop daarmee… De valkuil was immers dat wij volop bezig kunnen zijn met daden van barmhartigheid -net als bij veel mensen in de tijd toen Jezus als mens op aarde was- en intussen toch de kern missen: dat we Gods barmhartigheid voor onszelf aanvaarden…
En daarom: Ga naar Vader… Sta stil bij God… En ontvang zijn barmhartigheid voor jóu. Door Jezus… Wanneer je die Weg gaat, dan zal Gód jou in beweging zetten. Dwars door wat Hij jou leert in zijn onverdiende goedheid voor jou.

Worden mensen daar niet makkelijk van? Nee, als je uit Gods barmhartigheid put kun je veel meer voor mensen betekenen, dan wanneer je het uit jezelf moet halen.

Is het niet eng, als je uit Gods goedheid leeft in plaats van uit je eigen kracht? Misschien voelt het in het begin als op dun ijs staan. Maar Gods barmhartigheid geeft echt bodem onder je voeten. Als wij op ons eigen geloof moeten staan, daar zakken we altijd doorheen.

Jezus zegt: Als je zo leeft, dan ontvang je overvloed. Een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat. Letterlijk zegt Jezus van die overvolle maat: “die zal jullie in de schoot gegeven worden”. Dat beeld van ‘je krijgt het gratis in de schoot geworpen’ dat is een beeld van arme mensen. Zij komen met niets, ze houden een stuk van hun kleed op als zak om te laten vullen, en dan gaan ze rijk bedeeld weer naar huis.

Denk aan Ruth. Ze is straatarm. Ze gaat als arme vrouw aren lezen op een akker. Ze komt op de akker van Boaz terecht. Boaz komt met Gods barmhartigheid naar haar toe: met een enorme hoeveelheid gerst komt Ruth weer thuis.

Zo komt God naar ons. Vol met gaven. Alles is van Hem. Alles blijft van Hem. Van wat Hij ons gratis geeft laat Hij ons overstromen.

Maar Jezus zegt: “Je zúlt een overvolle maat krijgen.” Dat is in de toekomst. Maar we hádden toch al Gods barmhartigheid ontvangen? Dat klopt helemaal. God was er eerst met zijn barmhartigheid. Die volle maat is niet dat wij eerst te weinig hadden gekregen van God. Gods goede nieuws is juist: Wat hebben wij veel ontvangen! En wat hebben wij veel te geven! Die volle maat is: Als we dat geschenk van God aannemen en steeds weer daarop terugvallen en daaruit putten, dan gaat God steeds meer in ons uitkomen.

Jezus zegt: “Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is.” Letterlijk zegt Hij: “Wórd barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is.” Wat God al lang is en altijd zal zijn, dat ontvangen wij, en dat hebben wij als kinderen van Hem steeds meer te worden. Het is een groeiproces: God bewijst ons steeds opnieuw zijn barmhartigheid en op die manier laat God die barmhartigheid steeds meer ons hele leven doortrékken. We genieten nog meer van Hem, zijn liefde, zijn barmhartigheid voor ons én voor de mensen om ons heen. Ons hele gezicht en ons hele leven gaan steeds opnieuw en steeds meer stralen van zijn barmhartigheid.
Amen

Liturgie middagdienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.111: 1.2.6
Gebed
Lezen: Ruth 2,1-3 en 2,14-19 Door Boaz komt God met zijn barmhartigheid naar Ruth toe.
Lezen: Lucas 6,27-38 Jezus leert zijn leerlingen: Heb je vijanden lief.
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 103a: 1.2.4 [Loof nu mijn ziel de Here]
Tekst: Lucas 6,36
Preek
Zingen: Liedboek voor de kerken Gez.120: 1.2.3.4 [Hef op uw hoofden, poorten wijd]
Geloof: Liedboek voor de kerken Gez.258: 1.2.3.4 [Halleluja, lof zij de Heer]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.15: 1.2.3.4.5 (op de melodie van Psalm 91!) Beurtzang: 1A 2M 3A 4V 5A
Zegen