Barmhartigheid: onderlinge liefde (Hebreeën 1,1-3)

Barmhartigheid strekt zich niet alleen uit tot mensen verder weg en zelfs tot je vijanden, het begint heel dicht bij huis, in je eigen gezin, en ook in het gezin van de concrete kerk waar je je bij hebt aangesloten. Dat is de eerste plek om de liefde van God te oefenen. Wat je daar leert, dat gaat God gebruiken om je in te zetten naar buiten toe.

Preek over Hebreeën 13,1-3:

We beginnen met een filmpje van Open Doors.
[Zie de website van Open Doors/ Vervolgde christenen/video’s.
Deze video: Ranglijst Christenvervolging 2016 Trends. 14-01-2016]

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Als er een geloofsvervolging uitbreekt, dan heeft dat diepe impact op een kerkgemeenschap. Stel je voor dat elke zondag het gevaar bestaat van een inval. Dat gewapende mannen de leiders meenemen. Dat ze hen doodschieten of voor jaren in de gevangenis stoppen. Dat jeugdleiders het gevaar lopen opgepakt te worden en ook in de gevangenis te belanden.

Wat zou jij dan doen? Zou je nog naar de kerkdiensten gaan? Dat is toch veel te gevaarlijk? Straks gaat er een bom af als ík daar zit.

Mensen komen niet meer opdagen. Misschien durven ze niet meer.
Mensen staan onder grote druk. Het is net of ieder op zichzelf teruggeworpen wordt. Mensen gaan meer ieder voor zich. Logisch als je denkt aan alle angst die er heerst.

Kun je nog openlijk christen zijn? Durf je het nog? Kun je elkaar nog vertrouwen? Welke ruimte en vrijmoedigheid heb je nog om elkaar te ondersteunen?

Onderwerp: MET GOD ALS HELPER KAN EEN VERVOLGDE KERK BLIJVEN LIEFHEBBEN.

De brief aan de Hebreeën is gericht aan een concrete christelijke gemeente. In de brief worden veel lijnen gelegd naar het oude testament. De gemeenteleden zijn Joden of proselieten die christen geworden zijn. Proselieten waren heidenen die sympathiseerden met het joodse geloof en die respect hadden voor God de Heer.

Deze christenen hebben een aantal jaren geleden te maken gehad met lijden om hun geloof in Jezus Christus. Volgens Hebreeën 10 bestond dat lijden uit smaad en beproevingen, gevangenschap, en dat er bezittingen werden afgepakt. Onder de druk die er toen was hielden ze vol. Ze bleven vertrouwen op God en Jezus.

Maar in de tijd dat deze brief geschreven wordt is er een nieuwe golf van druk en vervolging losgebroken. Hun geloof wordt erg op de proef gesteld. Deze keer zijn er signalen dat ze hun vertrouwen op Jezus gaan loslaten. De hele brief is één grote waarschuwing: “Zorg dat je je niet tegen God gaat keren en zo afvallig wordt van de levende God!” En één grote aansporing: “Blijf je richten op Jezus Christus bij wie je als enige houvast en redding vindt!”

Geloofsvervolging kan een kerkgemeenschap verwoesten. Niet alleen op deze manier dat kerkleden gevangengezet of vermoord worden. Het kan ook zó dat de onderlinge gemeenschap van binnenuit gaat scheuren en barsten onder de druk van de vervolging. Er is dreiging van buitenaf, maar door de enorme druk kan de gemeenschap ook van binnenuit verbrokkelen.

Geloofsvervolging kan altijd twee uitwerkingen hebben:
Door vervolging heen kan God je geloof sterker maken. In Eritrea heeft Helen Birhane 2,5 jaar gevangen gezeten in een zeecontainer. Helen schrijft Bijbelteksten die ze zich herinnert op briefjes. Ze deelt die uit aan medegevangenen. De bewakers vragen waar ze een Bijbel heeft. Zij zegt dat ze er geen heeft. Ze vragen: “Heb je het in je hoofd?” Zij zegt: “Ja, ik heb ze in mijn hoofd.” “Dan sláán we ze er wel uit”, zeggen ze… Helen wordt naar een plein gebracht en daar gaan ze haar aan één stuk door met een stok slaan. Als ze even pauzeren zegt Helen tegen de man die haar slaat: “Ik haat jou niet. Jij handelt in opdracht van een ander. Ik handel ook in opdracht van een ander. Mijn opdracht is Jezus niet verloochenen. Daar houd ik me aan. Dus ga maar door.”… God kan je geloof sterker maken. Hij gebruikt Helen om haar broers en zussen in de Heer te bemoedigen. Niet alleen daar in die zeecontainer en in haar land, maar ook ons.

Er is ook een andere kant. Wij kunnen onder de druk van lijden ook Jezus gaan loslaten. En dat we onder hoge druk alleen nog maar aan onszelf kunnen denken en de gemeenschap verwaarlozen. Sommige van de Hebreeën trokken zich mee daardoor terug en kwamen niet meer opdagen in de samenkomsten. Het probleem was eigenlijk dat de onderlinge liefde begon te verzwakken.

Maar vroeger konden ze wel volhouden. Hoe konden ze dat vroeger wel? Als we dat weten, dan worden we toegerust om het vandaag ook vol te houden. De schrijver herinnert zijn lezers daaraan in hoofdstuk 10.

Hebreeën 10 zegt: Jullie kwamen door het lijden dat over jullie kwam echt in een moeizame worsteling terecht. Er is geen enkele reden om de druk en het lijden minder zwaar voor te stellen dan ze waren. Maar midden in dat lijden werden jullie steeds door het licht beschenen. Dat licht is het licht van Gods goede nieuws. Dat is Jezus Christus. De gelovigen bleven Gods Licht Jezus opzoeken. Ze bleven bij elkaar komen om samen te luisteren naar Gods evangelie. Daardoor gaf God hen kracht om vol te houden.

In die tijd van vervolging werden er ook bezittingen van hen in beslag genomen. Maar zij beseften vanuit het Woord van God: Wij bezitten iets beters, God heeft ons een blijvend bezit gegeven dat niemand van ons kan afpakken. Jezus heeft ons gekocht met zijn bloed. Daardoor mogen wij voor altijd bij God horen. Zelfs dwars door alle berovingen, geweld en moordpartijen heen houdt God ons vast. -Dat is hun uitzicht.

Dat uitzicht zien we ook terug in Hebreeën 11 en 12.
Hebreeën 11 zegt dit: In de praktijk werden kinderen van God steeds van huis en haard verdreven. Toch hielden ze vol. Omdat God hen leerde verlangen naar een beter, een hemels vaderland. Ons huis hier kun je afpakken, en ons land en al onze bezittingen, maar dat hemelse vaderland dat God ons heeft beloofd dat kan niemand ons afnemen.
Hebreeën 12 noemt Gods Zoon Jezus als voorbeeld. Hebreeën 12 zegt: “Jezus hield vol door de blik te richten op de vreugde die vóór Hem lag. De blijdschap van het altijd bij Vader zijn.”

Zie je hoe de schrijver een fundament legt onder de aansporing om te blijven vertrouwen ook onder druk? Of het nu gaat om de Hebreeën tijdens de vorige periode van onderdrukking, of de gelovigen uit de tijd van het oude testament, of de eigen Zoon van God: allemaal vonden ze steun in het uitzicht dat ze hadden: Als God zich aan ons verbindt dan doet Hij dat omdat Hij er voor altijd voor ons wil zijn. Hij werkt aan een veilige plek voor ons, bij zich thuis, voor eeuwig.

In Hebreeën 13 wijst de schrijver in iets andere woorden ook op een fundament om het vol te houden. Er is een nieuwe situatie van druk en vervolging aan het ontstaan. Wat is de reden om ook in die nieuwe druk toch vol te houden? Hebreeën 13,5-6 zegt: “God is onze Helper, Hij zal ons nooit verlaten. Ik heb niets te vrezen. Wat zal een mens mij doen?”

Als je beseft en vertrouwt dat God de Vader, de Schepper van hemel en aarde, jouw Helper is, dan ontvang je kracht om vol te houden ook onder toenemende druk. God is onze Helper. Door zijn Zoon Jezus en door de heilige Geest. Als God onze Helper is, dan vinden we ook in de zwaarste omstandigheden toch houvast en uitzicht. Romeinen 8 zegt dat zo: “Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?… Niets zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.” (Romeinen 8,35.39)

Er zijn heel veel krachten en machten die ons kapot kunnen maken. Letterlijk en figuurlijk. Lichamelijk en geestelijk. Maar als je naar Jezus toe gaat en via Jezus naar God de Vader, dan zal Hij je vasthouden en bij Hem bewaren.

Geloofsvervolging kan je leven als broers en zussen in de Heer beschadigen. We kunnen onder die hoge druk de onderlinge liefde ons tussen de vingers door laten glippen. Dat is heel menselijk. Om onder zulke hoge druk toch elkaar te kunnen blijven liefhebben is er maar één remedie: Blijf je steeds richten op Jezus Christus. Als we dat doen, dat raakt ons leven als gemeente pósitief. Dat werkt helend.

In het begin van Hebreeën 13 lezen we voorbeelden hóe vertrouwen op God en Jezus positief doorwerkt in het samen gemeente zijn. Zelfs onder de hoge druk van bijvoorbeeld geloofsvervolging. We gaan nu kijken naar een paar van de voorbeelden die de schrijver noemt.

1] Het eerste voorbeeld dat de schrijver noemt is heel basaal: “Houd de onderlinge liefde in stand.” Onderlinge liefde is een basis onder de gemeente van Jezus Christus. Jezus zelf zegt: “Vader, laat de liefde waarmee U mij liefhad ook in mijn leerlingen zijn.” Omdat God ons liefhad in Jezus, daarom kunnen wij elkaar liefhebben. Gods liefde is ontzaglijk sterk. Als Gods liefde onze basis is, dan kunnen we die blijven doorgeven ook onder grote druk.
Ga niet alleen vriendschappelijk en met genegenheid met elkaar om als alles voor de wind gaat, maar ook als je als gemeente onder druk komt te staan. *In de Hebreeënbrief is dat de druk van geloofsvervolging. *Die liefde kan ook blijven bij andere redenen van druk. Bijvoorbeeld als je als gemeente van Christus sterk krimpt en alle druk die dát op een gemeenschap legt. *Of als er geldzorgen zijn. *Of andere aanvechtingen.

Hoe hoog de druk ook is, Gods liefde is er niet minder om. Hoe kerken ook lijden onder aanvallen en aanvechtingen, de liefde van de Heer is een constante factor.

Als eerste vrucht van vertrouwen op God en vluchten naar Jezus noemt de schrijver de onderlinge liefde. We danken God waar die zichtbaar wordt in de gemeente. Waar we samen komen rondom zijn Woord en in gebed. Waar we elkaar troosten, terechtwijzen en bemoedigen. Waar we vergeving en heelheid van de Heer ontvangen. En die dan ook aan elkaar geven en bij elkaar vinden.

Wil je liefhebben in deze wereld? De concrete gemeente van Jezus Christus waar je bij aangesloten bent is de eerste plek om dat te oefenen. Om van daaruit te leren met de liefde van Christus de wereld in te gaan. Hier ontvangen we Gods Woord en ook brood en wijn, om dat vervolgens uit te delen.]

2] De onderlinge liefde die God geeft blijkt ook in gastvrijheid. “Houd de gastvrijheid in ere.” Letterlijk staat voor gastvrijheid: liefde voor de vreemdeling.

Denk in het verband van de brief aan de Hebreeën aan geloofsvervolging. Christenen worden gevangen gezet, aangevallen, of vermoord. Wat zou jij doen in zo’n situatie? Veel christenen slaan op de vlucht. De taak van de andere christengemeenschappen is dan om hen gastvrij te ontvangen. Je laat ze toch niet buiten staan? In de kou of de regen, met gevaar van diefstal of beroving met geweld, van aanranding of verkrachting?

Of denk aan rondreizende predikers met het evangelie. Jezus zond zijn leerlingen een keer uit met het goede nieuws van God als Koning. Hij zei toen tegen hen: “Neem niks mee voor onderweg. Kijk waar je gastvrij wordt ontvangen. Zegen dat huis. Schud anders het stof van je voeten en vertrek.”

Gastvrijheid werd in die tijd vaak bewezen in natura. Bijvoorbeeld door aan mensen eten te geven, of hen aan jouw tafel te nodigen, of door gasten te ontvangen alsof jij een soort bed & breakfast hebt, alleen dan zonder er geld voor te vragen.
De Hebreeënbrief spreekt geen veroordeling uit over gevluchte christenen. De schrijver zegt gewoon heel helder: ontvang hen gastvrij!

Sommigen hebben in het verleden zelfs engelen ontvangen. Zonder dat ze zich er bewust van waren. Denk aan Lot die twee vreemdelingen gastvrij in huis nam. Dat wist hij eerst niet, maar later bleken dat twee boodschappers van God te zijn. Of denk aan Abraham die gastvrij drie mannen een maaltijd voorzette. En daar was de Heer zelf bij.

Je weet nooit wie je gast is. Behandel hen alsof je engelen ontvangt.
Maar het zijn toch geen engelen? Nee het zijn mensen als jij en ik. Als je denkt aan de druk van geloofsvervolging dan besef je: Juist zij zijn getraumatiseerd en gewond. Als christenen zijn ze gestigmatiseerd. Mensen die eerst een andere godsdienst aanhingen en toen christen geworden zijn hebben het vaak extra moeilijk. Veel van hen zijn ook door hun eigen familie en volksgenoten lastig gevallen of aangevallen. Zelfs als ze na hun vlucht hier in Nederland aangekomen zijn krijgen ze daarmee te maken. Denk maar aan de meldingen van christenen die onder druk gezet worden in asielzoekerscentra.

Moet je zulke broeders en zusters uit het buitenland die hier naar toe komen wantrouwen? In Hebreeën 13 gaat het in eerste instantie om hen. Moet je hen de deur wijzen? Nee, zeker bij broeders en zusters geldt: ontvang hen. Je bent toch samen kinderen van de ene God? Je hebt toch samen één Heer: Jezus Christus? Je bent toch allen aan het leren om naar Hem te luisteren en Hem te dienen?

Bewijs hen liefde. Ook wie geen christen zijn! ‘Liefde voor de vreemdeling.’ Bewijs hen liefde met de liefde die God jou bewijst. Wat zeg je over asielzoekers? Hoe praat je over buitenlanders die om hun geloof gevlucht zijn? Hoe kijk je erbij? Onze liefde naar hen komt uit in onze houding, onze taal en onze toon.
We kunnen ook onze liefde bewijzen door hen waar dat gepast is te bezoeken, door hen wegwijs te maken in onze woonplaats, onze cultuur en gewoonten. Door met hen te praten, zodat ze onze taal horen en beter kunnen leren. Er zijn veel praktische mogelijkheden om hen gastvrij te ontvangen.

Lijdt onze kerkgemeenschap daaronder? Bijvoorbeeld als allemaal asielzoekers naar de gemeente toe zouden komen? Nee, het is juist een verrijking!

3] Bewijs elkaar liefde. Dat blijkt ook op deze manier: “Bekommer je om gevangenen en mishandelden.”

Denk aan de apostel Paulus. Hij heeft meermalen gevangen gezeten. Sommige christenen gingen hem toen mijden. Stel je maar eens voor dat jouw geloofsgenoten gevangen worden gezet om de Naam van Jezus. Drie keer raden wat er dan gebeurt als jij daar jouw neus laat zien. … Dan zetten ze jou ook gevangen. … Veel te gevaarlijk allemaal.

Er zitten nogal wat risico’s aan als je in een tijd van geloofsvervolging gevangen christenen concreet gaat helpen. Maar de Hebreeërs deden dat in de vorige periode van onderdrukking wel. Hebreeën 10 zegt: “Vroeger zagen jullie naar de gevangenen om.”
Nu er een nieuwe periode van vervolging uitbreekt zegt de schrijver: “Bekommer u om de gevangenen en om de mishandelden.” Er zit iets duurzaams in: “Blijf u de gevangenen en mishandelden herinneren.” Geef het niet op. Doe het juist zo intensief alsof jullie zelf daar met hen gevangen zaten en alsof ze jouw lichaam afranselden… Ik moet denken aan wat Jezus zei: “Behandel anderen, zoals jullie willen dat ze jullie behandelen.”

Hoe kun je dan geloofsgenoten die om de Naam van Jezus gevangen zitten of mishandeld worden helpen? In vers 3 gaat het over je hen blijven herinneren. Oftewel: je hen steeds voor de geest halen. Alsof jullie daar ook zaten. Dat kan door je in hen in hun situatie in te leven. Door voor hen te bidden. Bijvoorbeeld om geloofsvertrouwen, kracht en gezondheid. En voor hun familie.

Hebreeën 13 noemt geen praktische hulp. Páulus kreeg wel praktische hulp van de gemeente van Filippi. Ze stuurden iemand naar Paulus in de gevangenis toe met gaven namens de gemeente.

Wij kunnen gevangen en mishandelde geloofsgenoten helpen door steun te geven aan organisaties als bijvoorbeeld Open Doors, Stichting De Ondergrondse Kerk, of stichting Hulp Vervolgde Christenen. Zij reiken gebedspunten aan, beeldmateriaal, ze hebben kaartenacties, ze gaan ook naar vervolgde christenen toe om hen te bemoedigen. In Nederland hoef je nog niet naar de gevangenis om je geloof in de Naam van Jezus. Maar wij zijn met onze broeders en zusters wereldwijd verbonden. Als één lid lijdt, dan lijden alle leden mee. Dat betekent ook voor ons een roeping om hen te blijven gedenken.

Het gaat in Hebreeën 13,1-6 om de onderlinge liefde. Liefde tussen broers en zussen in de Heer. Een laatste vraag is deze. Vraagt God alleen liefde onderling?…

Het antwoord is: Nee!… Luister maar mee naar wat de apostel Petrus zegt in 2 Petrus 1: “Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.” [2 Petrus 1,5-7]

Zie je de opbouw van dat stukje? Het één verrijkt het ander. De liefde onderling verrijkt de liefde voor allen. Juist daarin onderscheiden volgelingen van Jezus Christus zich in positieve zin van vele anderen. Zij beperken zich in hun liefde en barmhartigheid niet tot hun eigen groep alleen.

Wat moet je dan met Hebreeën 13 waar wel op de eigen geloofsgenoten gefocust wordt? De Bijbel is één geheel. Het één sluit het ander niet uit.
Als je je vertrouwen op Jezus stelt, dan geeft God je een plek in een concrete groep van geloofsgenoten. In die groep, gewoon heel dichtbij huis, kun je oefenen met het in de praktijk brengen van de liefde van God. Hier in de gemeente, met alle vallen en opstaan.
Wat je hier leert, dát gaat God gebruiken om ons ook in te zetten naar buiten toe. “U verrijkt uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen!”
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Nieuw Liedboek 146c: 1.3.5.6 [Alles wat adem heeft love de Here] {=Liedboek voor de kerken Gez.21: 1.3.5.6}
Wet
Zingen: Ps.133: 1.2 (berijming David Heek en René Barkema: levensliederen.net)
Gebed
Lezen: Psalm 146 God de Heer ziet om naar de verdrukte, de vreemdeling, de wees en de weduwe.
Lezen: Hebreeën 10,32-39 God leert zijn kerk in geloofsvervolging omzien naar vervolgden en gevangenen.
Zingen: Opw.194 [U maakt ons één, U bracht ons tezamen]
Tekst: Hebreeën 13,1-3 [lezen: 13,1-6]
Preek
Zingen: Opw.378 [Ik wil jou van harte dienen]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.167: 1.2.3 [Samen in de Naam van Jezus]
Zegen