Bidden is jezelf bekend maken bij God. (Filippenzen 4,4-7)

God wil graag door ons gebeden worden! Maar wat is bidden? Waar gaat het om in bidden? Wat verwacht jij van bidden? Paulus leert ons de route van het gebed en wat God ons daardoor wil geven.

Preek over Filippenzen 4,4-7:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Ik begin met de jongens en meisjes van groep 5 t/m 8 van de basisschool.

Jongens en meisjes, wat heb ik bij me? [een rugzak]
Zou die zwaar zijn? […] Voel maar [Ja, hij is zwaar]
Wie wil hem even op en er een stukje mee lopen? [een of twee kiezen]
Kun je dat lang volhouden? [nee, daarvoor is hij te zwaar]

Je mag nu je rugzak meenemen en bij het kruis brengen en daar afdoen. Ik leg zo meteen uit waar we dat voor doen. […]
Wat verandert er? [Weer rechtop lopen. Nu kan ik het volhouden.]

Stel je voor dat je dat vaker mag. Als je dan weer een zware last te dragen hebt, dan weet je waar je naar toe kan daarmee: naar het kruis.
Dat zou ik nog uitleggen. Waar mag je aan denken bij dat kruis? [Symbool voor het lijden en sterven van Jezus. Hij droeg onze ziekten en moeilijkheden. Hij wil altijd bij ons zijn.]
En waar mag je aan denken bij gáán naar het kruis? [aan: bidden]

Dus dat je rechterop kunt lopen en het vol kunt houden, dat is omdat je bij Jezus bent geweest. Je komt biddend bij Hem en legt alles wat op jou drukt bij Hem neer. Daarover gaat de preek.

Onderwerp: BIDDEN IS JEZELF BEKEND MAKEN BIJ GOD.

Wees blij. Wees vriendelijk. Wees niet bezorgd.
Die drie opdrachten geeft Paulus.

Mensen kunnen om allerlei redenen blij zijn. Als er sneeuw ligt kunnen kinderen blij zijn dat ze in de sneeuw kunnen spelen. Als de zon schijnt kunnen mensen heel blij worden. Of als ze met goede vrienden samen zijn.
Er kunnen ook redenen zijn dat mensen niet blij zijn. Als je slecht ter been bent en je wilt de deur uit, dan kan het zijn dat je niet blij bent met sneeuw. Als je daarom binnen moet blijven. Ook als mensen bv. geen vrienden hebben of niet weten hoe je vrienden kunt krijgen of maken, daar kunnen ze verdrietig en ongelukkig over zijn.
Jij zult vast ook allerlei redenen kennen om blij te zijn of juist verdrietig.

Vriendelijkheid is ook zo’n thema dat je vast wel kent. Er zijn mensen naar wie we het makkelijk vinden om vriendelijk te zijn. Maar er ook mensen naar wie we dat best moeilijk vinden. Of die we zelfs liever zouden aanvliegen.

En dan heeft Paulus het nog over bezorgdheid. Er zullen echt dingen zijn waar je niet bezorgd over bent. De een maakt zich ook sneller zorgen dan de ander. Maar iedereen heeft op zijn tijd toch wel dingen waarover hij zich zorgen maakt? Anders heb je wel een heel opgeruimd karakter zou je denken.

Paulus geeft drie opdrachten. Zonet gaf ik die opdrachten heel kort aan. Maar als je Bijbel leest is het goed om te kijken wat er precies staat. Precies gezegd geeft Paulus deze opdrachten:
*Wees altijd blij. -Met ‘altijd’ bedoelt Paulus: onder alle omstandigheden.
*Laat uw vriendelijkheid aan alle mensen bekend zijn. -Dus ook aan wie jou niet mogen.
*Wees in niets bezorgd. -‘In niets’ is: in geen enkel ding.
Dit gaat een stap verder dan daarnet. Zijn deze opdrachten niet extreem? Het staat er zo onbegrensd: altijd, naar alle mensen, in niets!

Als je deze opdrachten leest, dan kun je denken: Weet Paulus wel hoe hard het leven is en hoe zwaar het kan zijn? Hij moest eens weten hoe zwaar wij het soms hebben.
-Denk aan de gemeente van Filippi. Volgens hoofdstuk 1,28-30 hebben zij te maken met tegenstanders die hen angst aanjagen. Met lijden omwille van Christus. En met strijd om de Naam van Jezus. Hoe kan Paulus dan juist aan hen deze alomvattende opdrachten geven?
-Of denk aan jouzelf: misschien zit jij er nu midden in: beseft Paulus wel hoe zwaar ik het nu heb?

Het is goed om dat eerst duidelijk te hebben. Paulus praat in zijn brief niet makkelijk en op afstand. Paulus zit op het moment dat hij deze brief schrijft zelf gevangen om de Naam van Jezus. (1,7). De kans bestaat dat hij om zijn geloof in Jezus gedood zal worden. (1,20).
Denk aan de drie opdrachten die Paulus geeft:
*Paulus weet alles van redenen om niet blij te zijn: hij is zijn vrijheid kwijt, hij zit in een nare gevangenis.
*Je zou denken dat Paulus zelf alle reden heeft om nu even niet vriendelijk te zijn naar alle mensen. In elk geval niet naar de mensen door wie hij nu gevangen zit. Dan lijkt het logischer als Paulus zegt: jullie sluiten mij ten onrechte op, ik haat jullie.
*Paulus heeft alle reden om wel bezorgd te zijn: straks gaan ze me doodmaken, hoe moet dat nou? Met mij? Met de kerken? Met het doorgeven van het goede nieuws van God?

Uit zijn brief blijkt dat Paulus in zware omstandigheden zit. Toch heet juist deze brief van Paulus de brief van de blijdschap! Als je de brief leest dan ontdek je: Het gaat hier niet over blijdschap van ‘keep smiling’ terwijl je intussen vol haat en nijd zit. Je ontdekt als je de brief leest wel dit: Paulus kijkt verder dan wat hem overkomt en wat hem aangedaan wordt. En daarin neemt hij zijn lezers mee.

Sta eens stil bij hoe Paulus met zijn moeilijke omstandigheden omgaat.
-Wat zou jij zeggen als je om je geloof in de gevangenis zat? Paulus zit gevangen, maar hij kijkt naar de genade die hij ontvangen heeft. (1,7)
-Wat zeg jij als je leven gevaar loopt? Paulus zegt: “Misschien maken ze me dood, maar wat voor mij het belangrijkste is, dat is dit: als Christus maar geëerd wordt, en dat zál gebeuren.” (1,20-21)
Zo zie je: Paulus weet alles van moeilijke omstandigheden, maar hij geeft zijn omstandigheden niet zoveel gewicht dat hij daardoor verpletterd wordt.

Als je kijkt naar Paulus’ eigen situatie en hoe hij ermee omgaat, dan mag je concluderen dat de blijdschap van Paulus niet nep is, maar echt. De drie dingen waartoe hij de gelovigen in Filippi oproept, dat doet hij zelf ook.
*Hij is blij in de Heer, terwijl hij in de gevangenis zit. Denk ook aan de keer dat Paulus gevangen wordt gehouden in de stad Filippi. Samen met Silas. Dan gaan ze in de gevangenis bidden en dan gaan ze vanuit hun cel lofliederen voor God zingen.
*Paulus blijft vriendelijk: zijn brief ademt geen wrok, maar liefde!
*Paulus is vol vertrouwen in God.

Door zijn apostel Paulus onderwijst Jezus niet alleen de gemeente van Filippi, maar ook ons.
Paulus geeft drie opdrachten: Wees onder alle omstandigheden blij. Wees naar iedereen vriendelijk. Wees in niets bezorgd.

We kijken nu naar het geheim daarvan.
*Iedereen van ons kent dingen waar hij of zij blij om is. Maar ook dingen waar we verdrietig om zijn.
*Bij sommige mensen is het makkelijk om vriendelijk te zijn. Bij anderen moeten we eerst heel wat in onszelf overwinnen.
*Je hebt van die dagen dat je onbezorgd door het leven gaat. Veel mensen kennen ook dagen waarin ze zich juist wel zorgen maken.

Let er eerst eens op wat Paulus niet zegt.
-Paulus zegt niet dat je net moet doen alsof er geen verdriet en geen reden tot verdriet is. Paulus is juist eerlijk over het lijden dat de Filippenzen treft.
-Hij zegt niet dat er geen mensen zijn die hen naar het leven staan. Er zijn echt geduchte tegenstanders.
-Paulus zegt ook niet dat er geen redenen zijn om bezorgd te zijn. Er is strijd.

Dat is belangrijk: de blijdschap, de vriendelijkheid en de onbezorgdheid waar Paulus het over heeft zijn geen verdovende middelen. Zoiets als drugs. Drugs maken dat je even de ellende niet voelt. Maar daarna komt die dubbel zo hard terug en heb je nog meer drugs nodig. Maar God wil niet dat wij verstoppertje spelen voor de pijn.

Nu kijken we naar wat Paulus wel zegt.
Paulus ontkent de moeiten niet. Hij is wel heel eerlijk over oorzaken tot verdriet en onvriendelijk zijn en bezorgdheid. En hij wijst ons de weg! God geeft het gebed als route om te kunnen leven op de manier van: onder alle omstandigheden blij zijn, naar allen vriendelijk zijn en in niets bezorgd zijn! Erken die zorgen, kijk ze eerlijk onder ogen, deel ze met elkaar, pak ze op en geef ze aan God! Dat is de route!

God weet wat je nodig hebt. God wil het graag van je horen!
In jouw gebeden. In het brengen van je zorgen naar God erken je dat je Hem vertrouwt en dat je van Hém hulp verwacht. Als je niks zegt omdat Hij het toch al weet, dan toon je geen vertrouwen. Maar als je het oppakt en ermee naar Hém gaat, dan toon je wel vertrouwen.
Met dankzegging: Als je God hebt leren kennen met zijn liefde voor jou en Hem erkent, dan weet je zijn route voor jou. Dan is er altijd een weg om te gaan. Via Jezus. Naar God. Je bent welkom met alles. Als je dat gelooft dan kom je toch dankbaar? Juist dat benijden veel mensen christenen: dat ze een adres hebben waar ze met alles naar toe kunnen gaan. Als je beseft naar wie je dan gaat dan heb je helemaal reden om dat ook te willen. Door Jezus mag je bij zijn Vader komen! Zijn hemelse Vader die door Hem ook jouw Vader wil zijn.

Bidden is: jezelf bekend maken bij God! Gewoon met alles wat in je zit! God weet het al. Dan heb je juist nog meer reden om het ook maar gewoon te vertellen. Je overvalt Hem er niet mee. Je mag je er wel mee in zijn armen laten vallen.

Maak het bekend: Niet alleen bij God, maar ook bij vertrouwde broeders en zusters in de Heer. -Vraag elkaar om gebed! Wij kunnen niet zonder elkaars gebed. -Vertel elkaar dat je voor elkaar bidt! Veel mensen ervaren dat als een bemoediging. -Neem elkaar mee in het bidden. -Als je aan iemand denkt bid dan voor hem of haar. Doe het ook als je bij elkaar bent. Het is geweldig een ander voor jou te horen bidden. -En als je niet kunt bidden vraag dan of een ander voor je bidt.

Wat gebeurt er als je de route volgt die God ons door Paulus wijst? De vrede van God zal jullie harten en jullie gedachten bewaren in Christus Jezus.

Wat gebeurt er als je bidt? Als ik aan mijzelf denk: Soms word ik rustig, maar ik kan ook onrustig worden. Soms ervaar ik vrede. Ik kan ook strijd ervaren. Na het bidden heb ik lang niet altijd een vredig gevoel. Ook als ik me wel gedragen weet. -Misschien herken je dat.

Het is goed om te kijken wát God ons wil geven als wij de route gaan van het gebed. Kijk goed wat er staat. Paulus is eerlijk over redenen om verdrietig te zijn, of dat er mensen kunnen zijn die je aanvallen, of dat er redenen zijn tot zorgen. Paulus zegt: Pak die op en maak je ermee bekend bij God.

Maar Paulus zegt niet dat als je dat doet, je met al die moeilijke dingen vrede zult krijgen. In deze betekenis dat wij moeilijke dingen niet meer erg vinden. Of dat we er voortaan luchtig over doen.
Paulus zegt ook niet dat we een vredig gevoel krijgen als we bidden, en dat we nooit meer angst zullen kennen.
Paulus zegt zelfs niet dat we vrede bij God krijgen als we bidden. Die hadden we in Christus Jezus al gekregen.

Paulus zegt wel dit: “Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.” (4,7)

Zo’n zin moet je echt even van alle kanten bekijken en laten bezakken.
Gods vrede is hier geen doel, maar een middel. Paulus tekent Gods vrede hier als je persoonlijke wachter. Als iemand die jou bewaart en bewaakt. Net als een herder dat bij zijn schapen doet. Gods vrede wil je ergens brengen. Het doel van bidden is dat je Jezus Christus vindt! Telkens weer.

God wil ons steeds meer aan Jézus vastmaken. Daarvoor geeft Hij ons het gebed midden in al onze omstandigheden. Het is belangrijk om dat te weten. Dat heeft namelijk alles te maken met wat je verwacht van je bidden. Als je bidt, verwacht dan de goede dingen!

God belooft je niet een leven zonder oorzaken tot bezorgdheid, of zonder zorgen zelf. God belooft je ook geen leven met alleen maar vredige gevoelens, waarbij je jezelf blind houdt voor alle problemen. God belooft wel je steviger vast te zetten in Jezus.

Misschien bid jij jouw hele leven heel intens. Misschien ervaar je nog steeds weinig vrede. Sla je zelf dan niet de hersens in, dat je het helemaal verkeerd doet. Alsof je het pas goed doet, of pas bij God mag komen als je vrede ervaart. Gods vrede is wel een middel in Gods hand, maar ons doel is Jezus! Dat je meer wortelt in Hem. *Ervaar je onvrede? Veroordeel jezelf dan niet, maar pak die onvrede op en maak jezelf ermee bekend bij God en Jezus! *Ken je verdriet? Geef jezelf daarmee aan Hem. *Heb je veel zorgen? Leg jezelf daarmee bij Hem neer. -Dat is de route.

Als je die route niet gaat dan blijf je alleen! Dan blijf je ermee rondsjouwen. Denk aan die zware rugzak als je hem nergens kwijt kunt. Dan geef je makkelijk af op jezelf dat je het fout doet. En op anderen. Dan word je eerder onvriendelijk, kortaf of jaloers, of wrokkig.
Gewoon, omdat je die dingen buiten het bereik van Jezus houdt!
Ken je dat?…

Maar als je die route wel gaat, dan ga je naar God die groter is dan al jouw en onze moeiten en zorgen, en groter dan alle haat die er op je af kan komen. Dat geldt ook voor de Filippenzen die ervaring hebben met haat van mensen naar hen toe omdat ze geloven in Jezus. En met de strijd waar zij in zitten.

Als we moeilijkheden ervaren in ons leven dan kan de schrik ons om het hart slaan. Bij zorgen kan ons hart week worden en smelten. De moed zakt je in de schoenen. -Maar God zorgt door zijn vrede dat je hart niet bezwijkt. Dat je blijft vertrouwen op Jezus.

Bij zorgen kunnen wij met ons denken enorm aan de haal gaan. We kunnen ons van alles in ons hoofd halen: Hoe moet het nou? Komt het ooit nog goed? Waar gaat het heen… met mijn gezondheid, mijn kinderen, de kerk, deze wereld?… en wat je maar bedenkt…
-Maar God zorgt er door zijn vrede voor dat je niet verdwaalt in je denken. God houdt je door zijn vrede bij Christus. Dat je Hem in het vizier houdt, steeds de blik op Hem gericht.
Ken je dat óók?…

Als je biddend met alles naar God gaat houdt Gods vrede je binnen het bereik van Jezus.

Bidden is jezelf met alles bekend maken bij God. Als je dat doet dan ontdek je Jezus. Hoe Hij bij ons, als zijn leerlingen samen, is. En bij jou persoonlijk als volgeling van Hem.
De Heer is nabij! Hoe meer je vastzit aan Hem, hoe meer fundament en anker en houvast je vindt in je leven. Dan kun je zelfs in moeilijke omstandigheden toch groeien in ‘met vertrouwen in het leven staan’. Want je hebt ontdekt: Hij houdt mij vast.

Bidden is niet jouw krachtige prestatie dat jij zo goed God vasthoudt.
Bidden is wel jezelf met alles bij God bekend maken, en je daarin door Hem laten vasthouden! In Jezus.
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.34: 1.2.3
Wet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.34: 4.6
Gebed
Lezen: Filippenzen 1,3-7
Lezen: Filippenzen 1,27-30
Lezen: Filippenzen 4,1-9
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.39 (Als je bidt zal Hij je geven)
Tekst: Filippenzen 4,4-7
Preek
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.110: 1-5 (Alles, alles is gelegen)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.174: 1.2.3 (Zo vriendelijk en veilig als het licht.)
Zegen