In Irak en Syrië worden christenen met geweld verjaagd. Eeuwenlang hebben christenen en moslims in vrede naast elkaar geleefd. Nu worden de christenen door een kleine groep radicale moslims verdreven. Ook andere bevolkingsgroepen zijn hun leven niet veilig. Wat kunnen wij als christenen hier doen voor onze vervolgde geloofsgenoten en voor de andere onderdrukte groepen?
Preek over Handelingen 11,19-26
Gemeente waarvan Jezus zoveel houdt, gasten, luisteraars,
Jongens en meisjes, soms heb je bomen waar met verf een stip op is gezet of een kruis. Vaak worden bomen die ziek zijn of die ruimte moeten maken voor iets anders gemerkt. Later komt er dan een zaagploeg en die zaagt die bomen om.
Soms heb je huizen die gemerkt zijn met het teken dat op het scherm van de beamer staat. Misschien heb je dat wel eens gezien op de televisie of in de krant. In Irak en Syrië is een groep mensen die een nieuwe staat heeft opgericht en die alle christenen verjaagt. Op de huizen van christenen schilderen ze dat teken.
Misschien weet je ook wat het betekent. Anders zal ik het je nu vertellen. Het is in het Arabisch de letter N. Dat is de letter van het woord Nazarener. Dat is Arabisch voor christen. Als je daar christen bent, dan ben je je leven niet zeker. Christenen moeten verplicht moslim worden. Of ze moeten vertrekken en mogen daarbij niks meenemen. Of ze worden doodgemaakt. Ook andere groepen krijgen daarmee te maken.
In meerdere landen zijn geheime gelovigen. Mensen die christen zijn, maar daar niet openlijk voor durven uitkomen. Als anderen het te weten komen, dan worden ze gepest of weggejaagd of gedood.
Hoe geheim voor anderen is het dat jij gelooft? Als jij op een sportclub zit bijvoorbeeld, misschien kun je dan eens nadenken over deze vragen: Weten dan de andere kinderen en de leiders van die sportclub dat jij van Jezus bent? En hoe weten ze dat? Vind je het fijn dat ze het weten? Hoezo? …
Mensen zullen maar weten dat je christen bent. Dat valt lang niet overal goed. Toch maakt God de Heer dat de kerk van Jezus Christus groeit. Ook dwars door alle verdrukkingen heen. Daar gaat de preek over. Ga maar zitten en luister maar.
CHRISTUS VESTIGT ZIJN NAAM OOK ONDER DE HEIDENEN.
1 Jezus zendt zijn leerlingen.
2 God maakt zijn genade zichtbaar.
3 Aan Christus groeien christenen.
4 Houd vol!
–
Christus vestigt zijn Naam ook onder de heidenen.
1 JEZUS ZENDT ZIJN LEERLINGEN.
Niet alle mensen zijn hetzelfde. Je hebt bv. vredelievende mensen en haatdragende mensen.
Niet alle christenen zijn hetzelfde. Je hebt bv. milde christenen en christenen vol wrok.
Niet alle moslims zijn hetzelfde. Je hebt bv. verdraagzame moslims en onverdraagzame.
In de stad Mosul in Irak hebben moslims en christenen eeuwenlang in vrede naast elkaar geleefd. Maar nu is er een kleine groep radicale moslims die de christenen verjagen. Alles moet volgens hun regels en hun uitleg van de Koran gebeuren. Anders moet je vertrekken met achterlaten van alles, of zware belasting betalen, of je wordt doodgemaakt. Op internet laten ze trots filmpjes zien van hoe gruwelijk ze met mensen omgaan. Of ze doodmaken.
Als Jezus naar de hemel gaat geeft Hij aan zijn leerlingen de opdracht om over de hele wereld van Hem te vertellen en mensen zijn leerlingen te maken. Maar zij mogen dat niet doen met het zwaard. Jezus stuurt hen er op uit met het Woord van God, de Bijbel. Met het evangelie, Gods goede nieuws van Jezus Christus, Gods Zoon, als Redder en Heer van God voor de mensen. Als er dan mensen hun vertrouwen op Jezus gaan stellen, dan is dat geen prestatie van de volgelingen van Jezus. Zij kunnen aan mensen geen geloof geven. Hun taak is het goede nieuws van God doorgeven. Góds werk is maken dat mensen op Jezus gaan vertrouwen.
Jezus is naar de hemel gegaan, het is Pinksteren geweest en Jezus heeft met zijn Vader de heilige Geest uitgestort op zijn leerlingen. Daarna is de groep volgelingen van Jezus Christus in korte tijd enorm gegroeid. Voornamelijk met Joden die Jezus erkenden als de beloofde Messias. Ze ontvangen gratie, vrede bij God en de heilige Geest.
Maar God wil dat het daar niet bij blijft. Jezus heeft gezegd: “Wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.” Op de Pinksterdag zei Petrus vol van de Geest: “De beloofde heilige Geest is voor jullie Joden die in Jeruzalem wonen en voor jullie kinderen, en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.”
God wil dat zijn goede nieuws van Jezus die mensen redt ook naar de heidenen gaat.
Het lijkt er op dat Jezus’ leerlingen daar aanvankelijk niet mee aan de slag gingen. Ze bleven in Jeruzalem. Maar na de dood van Stefanus breekt er een heftige vervolging los. De christenen zijn in Jeruzalem hun leven niet meer zeker. Velen vluchten in de richting van het noorden. Er arriveren christenen in Fenicië, Cyprus en Antiochië. Antiochië is de derde stad in het Romeinse Rijk, hoofdstad van de Romeinse provincie Syrië.
Weet je wat bijzonder is? De verdreven leerlingen hebben een schat en die schat houden ze niet voor zichzelf alleen! Zij hebben van God gratie gekregen, en vrede bij God en de heilige Geest, allemaal dankzij Jezus. Als ze dan in hun nieuwe woon- en leefgebied aankomen, dan verstoppen ze zichzelf niet, maar ze komen er openlijk voor uit dat ze van Jezus zijn en bij Jezus horen.
De meeste christenen uit de Joden vertellen het evangelie alleen aan de Joden. Maar er zijn ook Joden die oorspronkelijk van het eiland Cyprus en uit de landstreek Cyrene komen. Zij bewegen zich makkelijk onder de Grieks-sprekende heidenen in Antiochië. Zij vertellen ook aan hen het evangelie. Dat is precies wat God en Jezus willen.
Stel dat jij verhuist. Mogen je nieuwe buren dan ook weten dat je christen bent?
Of als je om je geloof in Jezus weggejaagd bent, hoe vrijmoedig ben je dan nog over Hem?
Maar het goede nieuws van God is zo goed, ook dwars door veel verdrukking heen blijft het klinken! De vervolging van de leerlingen van Jezus sinds de dood van Stefanus maakt de stroom volgelingen van Jezus niet kleiner, maar groter. Daar zie je God aan het werk. En Jezus die vanuit de hemel zijn leerlingen de aarde over stuurt. Gods goede nieuws moet verder. Alle mensen moeten van Jezus horen.
God wil bij het verspreiden van zijn goede nieuws mensen gebruiken. De leerlingen van Jezus. Ben jij ook een leerling van Jezus? Welke plek neem jij in bij het verder gaan van het evangelie? Vraag God dat Hij ook jou gebruikt om de mensen om je heen bekend te maken met het evangelie van Jezus.
–
Christus vestigt zijn Naam ook onder de heidenen.
2 GOD MAAKT ZIJN GENADE ZICHTBAAR.
De moedergemeente in Jeruzalem hoort wat er gebeurt in Antiochië. Dat ook aan de heidenen, de niet-Joden, het goede nieuws van God is verteld. Dat velen van hen hun vertrouwen op Jezus zijn gaan stellen.
Dat Gods nieuws ook naar de heidenen gaat is niet nieuw voor hen. God had eerst Petrus al duidelijk gemaakt dat hij naar een Romeinse hoofdman moest met het evangelie. Voor Joden was dat ondenkbaar. Ze zagen een kloof tussen zichzelf en de niet-joden. God zelf had hen toch uit de andere volken gehaald en apart gezet als zijn eigen volk? Maar God had dat gedaan om door hen heen zichzelf ook aan de andere volken te laten zien. In de tijd van het oude testament lees je daar al van en zie je al mensen uit de heidenen overkomen naar God de Heer.
Maar nu is het Pinksteren geweest. God heeft zijn Geest gegeven aan de leerlingen van Jezus. Zij moeten alle mensen van Jezus vertellen. Ook de heidenen. De hoofdman Cornelius komt tot geloof in Jezus, samen met zijn gezin. En het blijft niet bij één gezin. God zorgt dat er een hele gemeente komt van christenen uit de heidenen. Dat gebeurt in Antiochië.
De gemeente van Jeruzalem zendt Barnabas naar Antiochië. Als hij daar aankomt ziet hij de genade van God. De onverdiende goedheid van God. Wat zijn er veel heidenen die hun vertrouwen op Jezus zijn gaan stellen. Zij horen door Jezus nu ook bij God. Zij delen in de gratie en de vrede en de heilige Geest van God. Wat een wonder! Zo goed is God!
Barnabas is heel blij als hij ziet wat God in Antiochië gedaan heeft. Hij had ook anders kunnen reageren. Hoe reageer jij als er mensen waar jij op neerkijkt tot geloof in Jezus komen? Als er mensen bij de gemeente komen waarover jij je achter je oren krabt, omdat ze anders gekleed gaan of andere gewoonten hebben dan jij, wat denk je dan en wat zeg je dan? Of stel je voor dat er asielzoekers uit het buitenland lid worden van jouw gemeente? Wil je hen echt een plekje geven?
Of denk aan mensen die bekend staan omdat ze slechte dingen gedaan hebben. Toen Jezus Joden die slecht bekend stonden in het volk ontving en zich door hen liet uitnodigen, reageerden de Joodse leiders niet blij, maar kwaad en jaloers. Om echt blij te zijn met nieuwkomers heb je geloof nodig en de heilige Geest. Om niet te blijven staan bij jouw grenzen en gewoonten, maar om echt open te staan voor waar God aan het werk is. Ook al gaat dat dwars tegen jouw gedachtenpatroon in. Barnabas heeft die openheid en wordt echt blij. Dat begrijp je als je leest dat jij vol is van geloof en van de heilige Geest.
Mag God ons ook zo vol maken met zijn Geest en met geloofsvertrouwen. Dat wij ook blij zijn met nieuwkomers in het geloof. Ook als ze uit een milieu komen waar wij niet thuis in zijn. Of als ze uit een ander land komen. Of als het bekeerde moslims zijn. Veel moslims getuigen van dromen en visioenen waarin Jezus aan hen verschijnt. Uit andere landen lezen we van mensen die christen worden nadat Jezus daar wonderbaarlijke genezingen heeft verricht. Laten we niet afwerend zijn of wrokkig of jaloers als wij zulke dingen horen. Maar laten we net als Barnabas de Heer prijzen om zijn machtige daden.
–
Christus vestigt zijn Naam ook onder de heidenen.
3 AAN CHRISTUS GROEIEN CHRISTENEN.
Barnabas en Saulus werken een vol jaar in de gemeente. Met de gemeente komen ze samen rondom God en zijn Woord. Ze geven de jonge christenen onderwijs. Die verdieping had Jezus zijn leerlingen ook opgedragen. Ze onderwijzen niet alleen de gemeente, maar ook een aanzienlijke menigte toehoorders.
De schrijver Lucas heeft in het boek Handelingen meerdere keren melding gemaakt van een groei in aantal van de volgelingen van Jezus. Op de Pinksterdag kwamen veel Joden uit Jeruzalem tot geloof. Ook de dagen erna breidde hun aantal uit. In Antiochië vindt een ongekende groei plaats van het aantal heidenen dat zijn vertrouwen op Jezus gaat stellen.
Maar daarna lezen we van een andere soort groei. Barnabas zoekt Saulus en samen gaan ze de gemeente van Antiochië onderwijzen. Dat geeft groei in de diepte. In die setting worden de leerlingen van Jezus voor het eerst christenen genoemd! Het zijn de heidenen uit Antiochië die hen die naam geven. Zij komen tot de ontdekking dat deze groep anders is dan de Joden. Het punt van onderscheiding is: Christus. Is Jezus de Christus of niet? Dit zijn christenen, zij die van Christus zijn.
De naam christen is een erenaam. Ik ben van Christus. Die naam laat ook de verantwoordelijkheid van christenen zien: leef je ook als iemand die van Jezus Christus is? Ben jij van jezelf en doe jij wat jij maar wilt, of wat in jouw samenleving in is, of ben je van Christus en heb je je werkelijk gekeerd tot Hem?… Oriënteer je jouw leven op wat jouw omgeving op nummer één zet, of op Jezus Christus als jouw Heer?… De jonge gelovigen in Antiochië groeien in geloof. Het wordt zichtbaar dat ze van Christus zijn. Ze maken andere keuzes dan eerst. Ze doen niet meer automatisch met alles mee wat de stad te bieden heeft. Ze wegen af wat bij Jezus past. Ze voeren in wat van Christus is. Dat doen ze niet dwingend. Ze roepen geen christelijke staat uit in Antiochië. Dat kan helemaal niet. Ze zijn immers vol van de genade en de liefde van God en Jezus? Het laatste wat daarbij past is dwang en geweld. Helaas kunnen christenen daar ook wat van, maar als je vol bent van Christus, dan stroom je juist over van liefde, vergevingsgezindheid en goedheid zonder onderscheid aan allen.
Aan Christus groeien christenen. En wij dan? Ben jij in de afgelopen jaren ook gegroeid in je geloof? Nee, niet dat je niet meer struikelt. Maar wel dat je steeds meer ervaring hebt met je oriënteren op Hem?… Wat is voor jou het belangrijkste in jouw leven? Zoek je Hem? Maak je al je keuzes met Hem?… Wordt Gods genade ook een beetje meer zichtbaar in jou?… Heb je God en Jezus en de heilige Geest beter leren kennen? Geldt ook voor jou: ik moet wel vertellen van wat ik gehoord en gezien heb van Hem?…
–
Christus vestigt zijn Naam ook onder de heidenen.
4 HOUD VOL!
Barnabas spoorde allen aan om de Heer trouw te blijven.
Ze hadden met hun hart een keus gemaakt voor de Heer. Maar dat blijft na één keer niet automatisch zo. Die keus vraagt elke keer bevestiging. Steeds weer naar de Heer toegaan. Hem in de ogen kijken. Jezus erkennen als de Zoon van God en de beloofde gezalfde Redder. Vertrouwen dat Hij ook jou gratie verleent. Van Hem leren zo ook te doen naar anderen. Steeds weer erkennen dat je bij Hem hoort en zijn eigendom bent. Er open over zijn dat Hij de belangrijkste voor je is.
Je zult maar christen genoemd worden. In het zogenaamde Kalifaat dat door ISIS (of IS) is uitgeroepen in Irak en Syrië ben je als christen je leven niet zeker. In de stad Mosul is geen christen meer te vinden. Welke steden volgen? Je houdt je hart vast.
Wat kunnen wij doen?
Voor de christenen daar die verdreven zijn?
In ons eigen land voor de mensen om ons heen?
Over wat er gebeurt in Irak en Syrië kunnen we terecht heel verontwaardigd zijn. Dat christenen van huis en haard verdreven worden, geen bestaan meer mogen hebben, en hun leven niet meer zeker zijn. Hoewel dat ook bij andere groepen gebeurt. Verontwaardiging is begrijpelijk en goed, want zo hoor je als mensen die door God gemaakt zijn niet met elkaar om te gaan.
Tegelijk maken wij met verontwaardiging geen betere wereld. Wat wij wel voor hen kunnen doen dat is bidden. Dat is niet iets kleins, maar iets groots. Het is echt belangrijk. Als kleine mensen wenden wij ons tot de almachtige God. Tot de Heer Jezus in de hemel! Van Hem is de hele aarde! Hij heeft alle macht. Ook al lijkt dat niet zo, het zijn wel de feiten. En we vragen Hem of Hij zijn leerlingen ook in die gebieden en wie daaruit verdreven zijn moed en kracht wil geven. Of Hij ze wil vasthouden en beschermen. En dat Hij de macht van Isis breekt. Het liefst door de mensen van ISIS of IS zelf te bekeren tot vertrouwen in Jezus. Of anders op een andere manier die Hij kiest. Zodat de christenen én de gematigde moslims én alle mensen in Irak en Syrië weer kunnen ademhalen en leven in rust en vrede en recht.
En wij in ons land? Hier is geen kalifaat. Alleen denk ik wel eens dat wij als christenen hier leven alsof dat wel het geval is. Zo bang kunnen we zijn voor de Naam van Jezus.
Als God ons door Jezus heeft gewonnen voor Hem, laten wij dan doen wat we niet laten kunnen: wij moeten wel spreken van wat we van Hem gehoord en gezien hebben.
Amen
Handelingen 11,19-26 Dokkum, 2014-08-10 ochtend
Thema:
Christus vestigt zijn Naam ook onder de heidenen.
Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Ps.80: 1.2.3.4
Lezen: Handelingen 8,1b-3
Zingen: Ps.80: 8.9
Wet
Lezen: Matteus 5,10-16
Zingen: Ps.80: 10
Gebed
Lezen en tekst: Handelingen 11,19-26
Preek
Zingen: Lied 404: 1.2.3
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Opwekking 585 (er is een dag) of: Gez.167: 1.2.3
Zegen