Biddende mannen en vrouwen in de kerk (1 Timoteüs 2,8-10)

Een kerkgemeenschap bestaat uit mannen en vrouwen. Vroeger zaten de mannen en de vrouwen apart. In sommige landen en kerken is dat nog zo. Maar de mannen en de vrouwen van de kerk krijgen samen de taak om te bidden voor alle mensen. Daarbij moeten ze niet letten op elkaar, maar de volle aandacht geven aan God.

Preek over 1 Timoteüs 2,8-10:
(Dit is de tweede preek in een serie over de verhouding man/vrouw in de Bijbel.)

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Hoe verkoop je een auto aan een man? Door er een plaatje van een mooie vrouw bij te zetten. Hoe verkoop je een dure parfum aan een vrouw? Door er een stoere man bij te zetten die op die geur valt.
Je zou denken dat mannen vallen op vrouwen met een mooi uiterlijk. En dat vrouwen vallen op mannen met sterke woorden en daden. Maar als je vraagt wát dan mooi is of stoer, dan geeft iedereen daar weer een ander antwoord op.
Kracht is een mooie eigenschap. Mooie kleding of een mooi uiterlijk daar is niks mis mee. Maar blijkbaar kunnen wij met zulke dingen ook eerzuchtig gaan pronken. Paulus heeft het over het laatste.

Paulus schrijft over de gemeente van Christus. Hij schrijft een brief aan Timoteüs. Dat is een helper van Paulus. Timoteüs werkt als leidinggevende in de gemeente van Efeze. Waarschijnlijk waren er in die stad meerdere huisgemeenschappen. Timoteüs had daar de leiding over.

Paulus schrijft aan Timoteüs over zijn werk in de gemeente en waarvoor de gemeente er is. 1 Timoteüs 2: Een gemeente van Christus is een biddende gemeente. Zij gaat naar God met smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen. Dat zijn verschillende woorden voor gebeden. De betekenissen overlappen elkaar voor een deel.
De gemeente heeft ook te danken en te bidden voor overheidspersonen. Als zij wettig aangesteld zijn, dan krijgen zij hun gezag van God. De gemeente moet voor hen bidden: Dank en bid voor de stad. Draag jouw stad en regering op aan God de Heer.

Bidden voor allen. Dat kan thuis. In het gezin. Denk er maar eens over na voor wie je bidt als je een gezin hebt: Bidden jullie ook voor de stad of het dorp waar je woont? Voor je buren? Probeer daar regelmatig plek voor te maken in jullie gebeden.

Bidden voor allen is niet alleen iets voor thuis. Het is met nadruk ook een taak van de kerkelijke gemeente. Paulus schrijft aan Timoteus, kerkelijk werker in Efeze. Hier in hoofdstuk 2 schrijft Paulus over bidden als je als gemeente samenkomt. 2,8-10.

Bid bij iedere samenkomst. Letterlijk zegt Paulus: Bid op iedere plaats. Het gaat hier over mannen en vrouwen die bij elkaar gekomen zijn. Op iedere plaats betekent dan: op elke plek waar broeders en zusters samenkomen. Niet alleen in Efeze waar Timoteüs werkt, maar ook in de andere huisgemeenten in andere plaatsen. De vraag in vers 8-10 is: Als je als gemeente samenkomt, hoe heb je dan te bidden? Daar gaan we in de preek naar kijken.

Onderwerp: ALS JE SAMEN BIDT, GEEF DAN JE VOLLE AANDACHT AAN GOD!

De gemeente van Christus is een biddende gemeente. Ook als ze samenkomen dan vormen ze samen die biddende gemeente. Dat bidden doen ze niet passief. De gemeenteleden zijn daar actief bij betrokken. In onze kerkdiensten vandaag zijn wij dat niet gewend. Als wij samenkomen in de kerkdienst, dan is er vaak één persoon die voorgaat in gebed. In de vroeg christelijke kerk was dat anders. Die kerk bestond uit kleine huisgemeenten. Als zij een eredienst hadden, dan mochten alle gemeenteleden mee bidden. De mannen en de vrouwen.

Sommige christenen zeggen dat vrouwen niet hardop mochten bidden in de kerkdienst. Dat klopt niet. Paulus schrijft over de mannen én de vrouwen in hun bidden in de samenkomst. Paulus zegt: “Ik wil dat mannen op elke plaats (waar jullie samenkomen) bidden op een bepaalde manier… Op gelijke wijze geef ik de vrouwen een voorschrift.” Dat laatste voorschrift gaat over kleding. Maar het is niet zo, dat de mannen een gebedsvoorschrift krijgen en de vrouwen een kledingvoorschrift. Nee, Paulus geeft de mannen en de vrouwen allebei een gebedsvoorschrift. Bij de mannen spitst hij dat toe op hun hánden en handelen, bij de vrouwen op hun kléding en leefwijze.

Hoe moet je bidden als je als gemeente bij elkaar bent?
1 Eerst kijken we naar HET VOORSCHRIFT VOOR DE MANNEN.
“Bid met het opheffen van heilige handen, zonder wrok en onenigheid.”

Met je handen kun je heel verschillende dingen doen. Je kunt ermee werken, schrijven, anderen helpen. Met je handen kun je ook iets van iemand afpakken, iemand een klap geven, of op de vuist gaan. De Bijbel zegt: God heeft schone handen. God vraagt van ons ook reine handen. Denk aan Psalm 24: “Wie mag de berg van de HEER bestijgen, wie mag staan op zijn heilige plaats? Wie reine handen heeft en een zuiver hart.” (Psalm 24,3-4a)
Alleen Jezus heeft van zichzelf een zuiver hart en reine handen. Die reine handen wil God ons geven door Jezus.

De gelovigen in de eerste gemeente baden vaak met de handen geheven. Dat is een teken van afhankelijkheid: wij heffen onze handen op naar de almachtige God in de hemel, we erkennen dat we afhankelijk zijn van Hem. Stel dat je bidt met vuile handen. Vuil omdat er onrecht aan kleeft. Dan hef je je handen in afhankelijkheid op naar God, maar intussen maak je je onafhankelijk van Hem in jouw leven. Dat botst.

Bidden vraagt heilige handen. Heilig betekent dat je jouw handen apart zet voor God. Ik gebruik mijn handen niet langer in dienst van alles dat tegen God ingaat. Maar ik gebruik mijn handen in dienst van God en van mijn naaste.
God, wilt U mij dát leren.
Als je zo bidt, daar past niet bij dat je met elkaar op de vuist gaat. Met woorden of met daden. Oké, soms moet je iemand krachtig tegenspreken, maar hier ontbreekt de liefde. Stel dat je verschil van mening hebt. Daar is niks mis mee. Maar als je dat oplost door op de vuist te gaan, dan belemmer je het bidden.

Mannenbroeders, wij zijn een biddende gemeente. Los meningsverschillen niet op door verbaal of non-verbaal geweld. Als je samenkomt als gemeente en je denkt ergens verschillend over, luister dan eens naar de taal van je lijf. Voel je jezelf hard worden van binnen, span je al je spieren aan en zet je jezelf schrap? Wordt je stem schel en hard? Sta je op het punt om te gaan slaan met je woorden of je handen? …
Ken je dat gevoel? Dat kan heel sterk voelen, maar het is een teken van zwakte. Zwakte in het geloof. Verzwakking van het gebed. Laat die hardheid los, kom tot jezelf, laat Jezus die in je woont het roer weer overnemen.

God vraagt heilige handen. Toewijding. Dat is heel bevrijdend. Dan hoef ik niet de baas te zijn of de baas te spelen. Dan is mijn wil niet wet. Ook die van jou niet. Maar dan gaan we samen buigen voor Christus.

Als mannen zich willen laten gelden, waar hebben ze dat voor nodig? Zou dat ook met de vróuwen te maken hebben die er bij zijn? In de samenleving gaan mannen graag voor sterk en stoer door ook voor de vrouwen. Om indruk op hen te maken. Kijk maar eens op het schoolplein. Welke jongens favoriet zijn bij meiden die op jongens gericht zijn. Of op de werkvloer. Blijkbaar is er vráág naar mannen met spierballenvertoon in woorden en daden. Anders waren daar niet zoveel van geweest.

De gemeente van Christus bestaat uit gewone mannen en vrouwen. Zij zijn voor het gedrag dat ik noemde niet immuun. Maar zulke patronen zijn in de geméénte helemaal niet nodig.
Paulus zegt: Als je samen bidt, geef dan je volle aandacht aan Gód! Bidden is in Gods Tegenwoordigheid komen. Wat gebeurt er als je met Jezus meegaat naar God? En als je bij God komt met een open hart en lege handen? Dan kom je bij Hem die de volle aandacht heeft voor jou! Bij God ben je ten diepste geliefd, gezien en gehoord. Dan hóef je helemaal geen aandacht van ménsen te vragen. Je bént al gezien. En jij hebt de handen vrij om voor alle mensen uit je stad te danken en te bidden. Daar ging het in het verband over.

Hoe moet je bidden als je als gemeente bij elkaar bent?
2 We kijken nu naar HET VOORSCHRIFT VOOR DE VROUWEN.
“Als jullie samenkomen als gemeente en je gaat bidden, vrouwen zorg dan daarbij dat jullie je waardig, sober en ingetogen kleden. Niet met een opzichtige haardracht, dure kleding, goud en parels, maar met goede daden.”

Er is niks mis met een mooi uiterlijk. Ook niet met een uiterlijk dat volgens de modemaatstaven niet mooi is! In de Bijbel staat het boek Hooglied. Dat gaat over de liefde tussen een jongeman en een jonge vrouw. Zij zingen over hoe mooi ze elkaar vinden. Gewoon zoals ze zijn.
Er is ook niks mis met mooie kleding. Als je naar de kerk gaat voor de kerkdienst, dan verschijn je als gemeente voor God. God beoordeelt je niet op je kleding. Maar in mooie feestelijke kleding kun je ook respect en dankbaarheid kwijt als je bij God komt.
Paulus schrijft ook over de haardracht van vrouwen. Een opzichtige haardracht, zegt de Nieuwe Bijbelvertaling. Haarvlechten, zegt de vertaling van 1951. Paulus zegt niet dat haarvlechten verboden zijn. Op een andere plaats noemt hij lang haar een sieraad voor vrouwen.

We moeten goed kijken waar het hier over gaat. Hier gaat het over vrouwen die hun kleding gebruiken om op te vallen. Ze pronken ermee en ze willen de aandacht van allen op zichzelf vestigen. Zij doen dat ook met hun háár. Het gaat over vrouwen die hun haar hoog opsteken en die dan in dat opgestoken haar allerlei sieraden verwerken. Ze hebben een opvallend kapsel vol met goud en parels. Bij een koningin past dat. Maar niet iedere vrouw kan koningin zijn.

Dus je komt als gemeente bij elkaar en dan lopen daar vrouwen rond als wandelende juwelen. Ze vallen meteen op door hun sjieke kleding en hoog opgevlochten haar met goud en parels. Dat opvallen kan natuurlijk ook door gebrek aan kleding. Je komt samen om God de Heer te ontmoeten. Je komt samen om te bidden voor alle mensen. De bedoeling is dat de aandacht gaat naar God en jouw stad en overheid. Maar dát wordt hier doorbroken. Deze vrouwen vestigen de aandacht op zichzelf.
Dáár gaat het om. Dáárvan zegt Paulus: Zo hoort het niet. Vrouwen, zorg dat jullie in de samenkomsten niet opvallen door kleding, luxe en uiterlijk vertoon, maar kleed je waardig, sober en ingetogen.

Vrouwenzusters, wij zijn een biddende gemeente. Kleed je niet zo dat alle aandacht naar jou gaat. Naar wat voor dure kleding jij je kunt veroorloven. Of wat voor kostbare sieraden. Trek geen aandacht door jouw decolleté. Probeer niet zelf in het middelpunt van de belangstelling te staan. … Ken je dat gevoel dat alle mannen onder de indruk naar je kijken? Denk je: eindelijk, ik word gezien? Voel je je dan sterk? Maar zulk optreden is een teken van zwakte. Zwakte in het geloof. Verzwakking van het gebed. Laat het aandacht vragen los, kom tot jezelf, laat Jezus die in je woont het roer weer overnemen.

God vraagt dat we niet opvallen door uiterlijk, luxe of kleding, maar dat we bekend staan als eenvoudige gelovigen die trouw ons werk doen. Alle goede werken die God door Jezus voor ons heeft klaargelegd. Dat wij die aanpakken en uitpakken en daaruit leven.

Paulus schrijft over vrouwen die graag de aandacht trekken. Waar hebben zij dat voor nodig? Zou dat ook te maken hebben met de mánnen die daar zijn?
Blijkbaar is er vráág naar vrouwen die opvallen door hun uiterlijk, kleding en sieraden. Kijk maar naar reclame, naar de televisie en in modebladen. Als de vraag er niet was, dan was daar niet zoveel aandacht voor geweest.

De gemeente van Christus bestaat uit gewone mannen en vrouwen. Zij zijn voor het gedrag dat ik noemde niet immuun. Maar zulke patronen zijn in de geméénte helemaal niet nodig.
Paulus zegt: Als je samen bidt, geef dan je volle aandacht aan Gód! Bidden is in Gods Tegenwoordigheid komen. Wat gebeurt er als je met Jezus meegaat naar God? En als je bij God komt met een open hart en lege handen? Dan kom je bij Hem die de volle aandacht heeft voor jou! Je hebt geen parels nodig om een parel in Gods hand te zijn. Bij God ben je ten diepste geliefd, gezien en gehoord. Dan hóef je helemaal geen aandacht van ménsen te vragen.
Je bént al gezien. En jij hebt de handen vrij om voor alle mensen uit je stad of dorp te danken en te bidden.

Tegenover de stoere taal van mannen zet Paulus het opheffen van heilige handen. Ga met je woorden en met je handen niet met anderen op de vuist. Laat er geen onheilige dingen aan je handen kleven. Zorg dat je handen heilig zijn. Die toewijding krijg je van God. Door Christus. Hoe heb je heilige handen? Als je ze door Hem laat vullen!

Tegenover pronken met het uiterlijk van vrouwen zet Paulus letterlijk smaakvolle sobere kleding en figuurlijk goede werken. Blink uit in goede werken. Goede werken krijg je van God. Die heeft Christus voor je verdiend. Hoe blink je uit in goede werken? Als je je bekleedt met Christus!

Maar dan vraagt Paulus van mannen en van vrouwen precies hetzelfde! Bij allebei gaat het om de juiste toewijding. Aan wie wijd jij jou toe? Aan Christus? Of wil je de focus op jezélf en de aandacht van ménsen? Paulus zegt: Zorg dat je als gemeentelid je leven wijdt aan God en Jezus Christus! Ook als jullie samenkomen en als je in de samenkomsten bidt, wat een kerntaak is in jullie samenzijn. Geef in jullie samenzijn en bij het bidden de volle aandacht aan God! Laat ook het bidden zelf geen vorm worden om aandacht te trekken. Dat is nergens voor nodig. Geef Gód alle eer.

Als we zo leven als gemeente dat is enorm bevrijdend. Dan staat in ons gemeente zijn God de Heer centraal. En Jezus. Het woord kerk is afgeleid van kurios. Dat betekent Heer. De kerk is van de Heer en wij zijn van Hem.

Heb je aandacht nodig? Dat hebben wij toch allemaal? Bij God sta je in de volle aandacht. Hij kent ons van eeuwigheid af in Christus. Daarin kent Hij ons in liefde. Ga elke dag als gemeente in die ruimte staan. Laat die werkelijkheid steeds meer tot je doordringen. Daardoor groeit de ruimte om samen te groeien in het bidden voor elkaar en voor de mensen om je heen.
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.24: 1.2
Wet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.24: 3.4.5
Gebed
Lezen: Psalm 24,1-6 Wie mag bij God komen? Wie reine handen heeft en een zuiver hart.
Lezen: 1 Timoteüs 2,1-7 Paulus schrijft over de biddende gemeente. Hij schrijft ook over reine handen en goede daden.
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.141: 1.2.3
Tekst: 1 Timoteüs 2,8-10
Preek
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.95: 1.2.3 [Nu bidden wij met ootmoed en ontzag]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.167: 1.2.3 [Samen in de Naam van Jezus]
Zegen