Bij God komen? (Exodus 3,1-6)

Kom jij wel eens bij God? Kunnen wij als mensen wel bij God komen? God is Schepper. God is heilig. Wij zijn schepsel. Wij missen door onze opstand tegen God zo vaak ons doel. Hoeveel godsdiensten hebben niet manieren bedacht waarop je bij de god die ze vereren kunt komen? Bij de God van de Bijbel kun je dat vergeten. Toch is er een weg: Hij komt zelf dichtbij…

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Als je hier in de kerkzaal naar voren kijkt, dan zie je tafels met witte tafellakens er op. In het midden ligt een kleiner laken op de tafel met iets er onder. Wie hier vaker komt weet dat daaronder een schaal staat met brood, en bekers met wijn. Vanmorgen vieren we het heilig avondmaal.

Die tafels zijn gewone tafels. De lakens kun je ook gebruiken bij een gewone maaltijd. Brood is brood en wijn is wijn. Toch is er iets bijzonders. Dat wij samen het brood eten en de wijn drinken dat doen we in opdracht van iemand. Van Jezus, de Zoon van God. Hij heeft het avondmaal ingesteld. En wat het meest bijzonder is: Hij zelf is hier ook. Door de heilige Geest. Ons samenzijn is bijzonder, omdat we komen bij Hem die zo bijzonder is.

We gaan in de preek kijken naar Mozes en naar ons. Naar God de Heer die komt bij Mozes en bij ons. Het onderwerp van de preek is: DE HEILIGE GOD KOMT DICHTBIJ.

God verschijnt aan Mozes in een vuurvlam in een doornstruik. God is heilig. Waar Hij komt wordt zelfs de grond heilig. God de Heer zegt tegen Mozes: “Trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat is heilig.” Die grond was niet heilig van zichzelf. God de Heer is niet gebonden aan een paar plekken heilige grond. Alsof Hij alleen daar mag verschijnen. Nee, God zelf is heilig. Waar Hij komt daar is het heilig. Zijn heiligheid straalt uit.

God is zo bijzonder. Hij is uniek. Hij is de Allerhoogste. Hij is zonder fouten en gebreken. Hij is met niemand te vergelijken. Wij kunnen Hem niet vangen in ons beperkte denken.

Die God, de Ene, die verschijnt aan Mozes. Als dat maar goed gaat. Mozes is een mens als wij. God is Schepper, wij zijn schepsel. God is zuiver en puur, wij zijn, in de woorden van de profeet Jesaja, onrein. Wij allemaal. Hoe kunnen we ooit God onder ogen komen?

Er is een gewone berg, de berg Horeb. Er is een gewone doornstruik, een braamstruik. Er is een ongewoon verschijnsel: de braamstruik staat in brand, maar verteert niet. Gód is daar!
God de Heer zegt tegen Mozes: “Kom niet dichterbij!” Wij, mensen kunnen niet zomaar bij God komen en bij God binnenlopen. Er is afstand. Waar we in het oude testament lezen van God die aan mensen verschijnt lezen we bij mensen die God kennen van eerbied en ontzag. Mensen schrikken. Mensen roepen het uit: “Ik kán God toch helemaal niet zien?” “Hoe kan ik ooit bij Hem komen?”

God zegt tegen Mozes: “Kom niet dichterbij!” Daar zit afstand in. Maar behalve afstand is er ook nabijheid. God is zélf dichterbij gekomen. Hij zoekt Mozes op, daar op die plek. Dat is de plek waar Mozes later het hele volk van God naar toe zal brengen. Waar God de Heer naar hen allemáál toe zal komen. De beweging gaat van Gód uit. God komt bij Mozes. Straks komt God ónder zijn volk wonen.

God houdt Mozes ook niet buiten de heilige grond, maar God is daar en Mozes stáát op heilige grond. Mozes mag niet dichterbij God zelf komen. Maar hij is wel in de nabijheid van God.

In die bijzondere ontmoeting bedekt Mozes zijn gezicht. Misschien met zijn mantel. Of zijn handen. Of dat hij knielt. Hij durft niet naar God te kijken. Logisch: daar is God veel te bijzonder voor. Zelfs de engelen voor de troon van God bedekken hun gezicht met hun vleugels!

En vandaag vieren wij het heilig avondmaal. Hier voor in de kerk staan gewone tafels met gewone witte lakens. Er is brood en wijn. In de tijd van Jezus hoorden brood en wijn bij het eten en drinken van elke dag. Maar het avondmaal is heilig. Het is van zichzelf niet heilig. Net als die berg Horeb niet. Het wordt heilig, omdat Jezus hier is.

Jezus Christus is hier. Hij zelf persoonlijk door de heilige Geest. Jezus is God! Gods Zoon. Dat deze plek en deze maaltijd heilig is, dat ligt niet aan brood en wijn, maar aan zijn aanwezigheid.

Jezus, de Zoon van God, is in ons midden. Als dat maar goed gaat! Wij zijn mensen, net zo als Mozes dat was. God is Schepper, wij zijn schepsel. God is zuiver en puur, wij zijn uit onszelf, in de woorden van de profeet Jesaja, onrein. Wij allemaal. Hoe kunnen we ooit Gods eigen Zoon onder ogen komen? En zo God zelf? Want wie de Zoon heeft gezien, die heeft de Vader gezien.

Maar kijk, er is iets veranderd. Er is iets veranderd en er is iets gelijk gebleven!

Wat veranderd is dat is dit: Wij mogen wél dichterbij komen! Wij mogen allemaal naderen tot de Zoon, en tot zijn Vader. Samen met God de Geest de ene heilige God. God zegt niet tegen ons: “Blijf allemaal op je stoel zitten en kom geen stap dichterbij!” God zegt wel: “Kom, neem, eet, gedenk en geloof.” De aarde is van God. Wij leven op heilige grond. En wij mogen komen bij de heilige God. De Bijbel zegt zelfs: “Laat God niet wáchten, maar als Hij je roept kóm dan ook!”

Er is ook iets dat gelijk gebleven is. Mozes kon uit zichzelf God helemaal niet onder ogen komen. En voor God bestaan. Dat geldt voor alle mensen. Ook voor ons.

Hoe kan het dan dat wij toch dichterbij mogen komen? Dat ligt niet aan ons. Wij zijn van onszelf niet betere mensen geworden. Het kan alleen dankzij God. Weet je nog dat Mozes niet dichterbij mocht komen, maar dat God zelf wel dichtbij was gekomen? Hij daalde af naar de aarde, naar die plek, om Mozes te ontmoeten.
En nu zegt de Bijbel dit: God is nóg dichterbij gekomen. In Jezus. Hij is hoogstpersoonlijk op deze aarde gekomen. In de Persoon van zijn eigen Zoon. Gods Zoon is zelfs een mens geworden, net als wij. Hij stierf aan het kruis. En door Jézus’ bloed mogen wij naderen tot God.
Hebreeën 10 zegt het zo: “Dankzij het bloed van Jezus Christus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom, omdat Hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen. We hebben en hogepriester die dienst doet in het huis van God; laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen. Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want Hij die de belofte gedaan heeft is trouw.” (10,19-23)

Jezus is hier. De eigen Zoon van God. Hij roept jou om te leven van wat God jou onverdiend geeft. Leven met God dankzij zijn sterven. Leven in de nabijheid van de heilige God.

Wat een verschil met Exodus 3. Wij zijn bevoorrecht dat we zo duidelijk Gods onverdiende goedheid hebben mogen leren kennen. Wij mogen wél naar voren komen. Bij God aan tafel zelfs. Dat is een verschil. Tegelijk is er nog iets dat niet veranderd is. Dat wij mogen komen betekent niet dat God minder heilig is! God is vandaag nog steeds de heilige God.

In Exodus 3 kwam God de Heer in een vuurvlam. Het bijzondere was daar dat de braamstruik niet werd verteerd. De heilige God kwam niet om zijn volk te vernietigen, maar om het onverdiend te sparen. Maar God bleef wel de heilige God. Als Mozes met Gods volk bij de berg Horeb komt verschijnt God in vuur en met donderslagen. God zegt door Mozes in Deuteronomium 4: “Zorg er dan voor dat u het verbond dat de HEER, uw God, met u heeft gesloten niet vergeet door tegen zijn gebod in iets af te beelden en een godenbeeld te maken. Want de HEER, uw God, is een verterend vuur, hij duldt geen andere goden naast zich.” (4,23-24) Dat is in de tijd van het nieuwe testament niet veranderd. In Hebreeën 12 hebben we het gelezen. Ook daar staat: “Onze God is een verterend vuur.”

Dat zegt iets over hoe wij het avondmaal hebben te vieren. Wij mogen vrijmoedig komen! En tegelijk blijft God de heilige God! En daarom: Kom bij Hem met diep respect.

Maar onderzoek dan wel waar jouw respect op gebaseerd is. Is jouw respect gebaseerd op angst of op liefde? God kan verschijnen in vuur. Waarom verteert het vuur die struik niet? En Gods volk? God stuurt zijn Zoon. Zijn vuur verteert Hém. Als Jezus de tempel reinigt moeten zijn leerlingen denken aan het Bijbelwoord dat zegt: “De ijver voor uw huis zal mij verteren.” Dat is de weg die Jézus gaat. God laat Hem die weg gaan om ons te sparen.

Kijk, je kunt vol ontzag voor God zijn uit angst. Maar je kunt ook vol ontzag voor God zijn, omdat je zijn onverdiende liefde voor jou hebt gezien: ‘Dat Hij zo diep voor mij wilde gaan. Voor ons. Dat brengt mij tot diep ontzag.’ Dán heb je ontzag uit liefde. Die liefde en dat ontzag, die hebben we niet van onszelf, maar die wil Jezus ons leren: “U bent heilig. De heiligheid heeft U verteerd. Daarom nader ik tot U met heilig ontzag. Ik geef me ook aan U die heilig is. Hier ben ik. Zuiver mij. In mij zijn dingen die niet bij U passen. Dat zijn dingen die niet bij mij horen. U mag al die dingen aanpakken. Ik doe er afstand van. Ik geef ze aan U. Zuiver mij en laat mij U weerspiegelen. Door uw Geest.”
Amen

Liturgie:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.65: 1
Wet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.65: 2.3
Gebed
Lezen: Exodus 3,1-6 God de Heer verschijnt aan Mozes bij de berg Horeb.
Lezen: Exodus 19,16-25 God de Heer verschijnt aan zijn volk bij de berg Horeb.
Lezen: Hebreeën 12,25-29 Nader tot God met diep ontzag.
Zingen: Liedboek voor de kerken Gez.457: 1.2.3.4 [Heilig, heilig, heilig]
Tekst: Exodus 3,1-6
Preek
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.69 [U, heilig Godslam, loven wij]
Dankgebed en voorbede
Lezen formulier 3: instelling, Christus gedenken, één zijn
Collecte
Lezen formulier 3: verwachten
Gebed
Viering
1e tafel: Opwekking en nodiging brood en beker zingen: Ps.86: 4
2e tafel: brood en beker zingen: Ps.25: 7
Zingen: Opw.355 [U die mij geschapen hebt.]
Zegen