Dankdag: God danken voor vluchtelingen die hier naar toe komen. (Psalm 67)

Woensdag 4 november 2015 is het Dankdag. We danken de Heer voor gewas en arbeid. Dat we kunnen eten van wat de aarde opbrengt. Voor Gods zegen over ons werk. Maar nu stromen er allemaal vluchtelingen Europa binnen. Gaan wij er dan niet op achteruit? Wat zullen we nu doen: klagen of danken? Kijk mee naar het verrassende antwoord van Psalm 67.

Gemeenten waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Bij mijn ouders thuis hebben ze een handbediende pomp die is aangesloten op een diepe put. Die put hoorde bij een oude boerderij die daar vroeger stond. Op een dag vonden wij die put met in die put het houten onderstuk van een pomp. Dat pompgedeelte was nog goed. Mijn vader kocht er een zwengelpomp voor en wij konden naar hartelust water omhoog pompen.

Alleen: als het zomer is kan het gebeuren dat je wel zwengelt, maar dat er geen water uit komt. Een put kan droog komen staan. Maar de put bij mijn ouders had daar geen last van. Die put was aangesloten op een wel. Er zat een bron in de grond waar water uit opwelde. Ook ’s zomers leverde die put altijd water.

Vandaag, op Dankdag, gaan we met Psalm 67 kijken naar Gods zegen en de bedoeling daarvan. Gods zegen is onuitputtelijk. Dat biedt enorme perspectieven. Dat zien we terug in Psalm 67.

Onderwerp: GOD ZEGENT ZIJN VOLK OM ALLE VOLKEN TE ZEGENEN.

Op 11 maart van dit jaar hebben we Biddag gehouden. We hebben gebeden om Gods zegen over gewas en arbeid. Vandaag is het 4 november. Vandaag houden we Dankdag. We danken God voor de oogst. Dat we konden eten en drinken. Wij mogen leven van wat de aarde opbrengt. We danken God ook voor het werk dat we mochten doen. Voor mooie resultaten.
Als we dat overzien, dan zeggen we: Wat zorgt God goed voor ons. Wij zijn helemaal afhankelijk van Hem. Dat we van Hem afhankelijk zijn is fijn. Bij Hem is leven en geluk.

Psalm 67 heeft dezelfde structuur als wat ik net vertelde. Aan het begin van de psalm is het zeg maar Biddag. We lezen van een wens of een gebed: God, wees ons genadig, zegen ons en laat het licht van uw gelaat over ons schijnen. Aan het einde van de psalm is het zeg maar Dankdag: De aarde heeft een rijke oogst gegeven. Deze hele psalm ademt vertrouwen: Wat zorgt God goed voor ons. Wij zijn helemaal afhankelijk van Hem. Dat we van Hem afhankelijk zijn is fijn. Bij Hem is leven en geluk.

Misschien kom jij hier wel voor het eerst. Of heb je toevallig op de radio op deze kerkdienst afgestemd. En je denkt: Dankdag voor gewas en arbeid, zijn er nog kerken die daar aan doen dan? En: God bidden en danken, dat is leuk voor de kerk, maar wat hebben anderen daar aan? Er zijn toch meer mensen en volken op aarde? Wat hebben die aan God bidden en danken?

Dat levert een belangrijke vraag op. Is Biddag en Dankdag alleen iets voor de kerk? Of is dat goed voor alle mensen en volken? Psalm 67 zegt: Gods bedoeling is dat niet alleen de kerk Hem looft, bidt en dankt, maar dat alle volken dat doen.

Met Psalm 67 zingen wij: “Dat alle volken U loven, God.” Waarom zouden de volken God loven? Psalm 67 geeft daar een aantal redenen voor.

1 De eerste reden is deze: God bestuurt alle volken en leidt hen. (67,5)
God is niet alleen God van zijn volk, maar Hij is de God van hemel en aarde. Denk ook aan Gods Zoon Jezus en wat de Bijbel over Hem zegt. Jezus is niet alleen Hoofd van zijn kerk, maar ook Heer van de kosmos. Als God en Jezus over de hele kosmos regeren vanaf hun hemelse troon, dan hebben alle krachten en machten, vorsten en volken te buigen voor Hem.

De manier waarop God regeert is bijzonder. Psalm 67 zegt: “U bestuurt de volken rechtvaardig.” Er zijn allerlei soorten koningen en regeringsleiders. Niemand van hen is volmaakt, zuiver en goed. Het zijn allemaal mensen. Mensen zijn kwetsbaar als ze macht ontvangen. Hoge dames en heren laten zich zomaar omkopen met grof geld. God de Heer heeft alle macht over hemel en aarde. God de Heer alleen is helemaal rechtvaardig. Als wij, mensen, aan iemand lof en eer verschuldigd zijn dan is dat aan God de Heer.

2 Waarom zouden de volken God loven? De tweede reden is: God geeft zijn zegen aan zijn volk. (67,7) Gods zegen aan zijn eigen volk is ook een reden voor de andere volken om God te loven! Door hoe God zijn volk zegent wil God de andere volken ook brengen tot het loven van Hem!

Dat zie je bijvoorbeeld in Psalm 126. Die Psalm zingt hoe de Heer zijn volk redde uit de nood en in de ruimte zette. Toen zeiden alle volken: “De Heer heeft voor hen iets groots verricht.”

Een volgende vraag is: Waarvoor wil God dat alle volken Hem loven? Wat wil God bereiken?

Dit is wat God wil: God wil zichzelf aan de volken laten zien. God wil dat alle volken Hem zien én erkennen. Dat ze Hem vertrouwen en ontzag voor Hem hebben. En nu komt het: God wil vooral dat de volken langs die weg van ontzag en vertrouwen zelf ook delen in zijn zegen!! Gods zegen is niet maar mooi voor zijn kérk, maar is van levensbelang voor álle volken!

-Al in het paradijs lees je van Gods zegen en Gods bedoeling met de mens. God zegent de mens, man en vrouw, opdat de mens tot een zegen is voor Gods schepping.
-Als God zich verbindt aan Abraham en zijn nageslacht dan lezen we weer van Gods zegen. God zegt tegen Abraham: “Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn!” (Genesis 12,2)
-Gods zegen wil stromen. Dat is het eigene van Gods zegen. Psalm 67 sluit daar bij aan: God zegent zijn volk om alle volken te zegenen.

God is een onuitputtelijke bron van al het goede. Hij wil zich geven aan mensen en volken. Met zijn rijke zegen. Door Jezus maakt God dat waar. Jezus droeg de vloek weg die wij over ons gehaald hadden. Jezus verdiende voor ons Gods zegen. God deed de hemelsluizen open: Hij stortte zijn Geest uit op al Jezus’ leerlingen. Jezus’ stuurde zijn leerlingen de aarde over. Zij moesten met Gods goede nieuws van genade, zegen en leven in Gods Tegenwoordigheid naar alle volken. Met de bedoeling dat uit al die volken mensen zouden komen die God erkennen, die Hem loven, en die delen in zijn zegen.

Nu gaan we naar ons. Voor dat grote doel van God wil God zijn volk gebruiken. Zijn kerk. We gaan nu zien hoe God óns daarbij wil gebruiken.

Waarmee zegent God ons?
Psalm 67 laat het zien. Wij mogen daarom bidden: “God, wees ons genadig en zegen ons, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.”
*Gods genade dat gaat over al Gods onverdiende cadeaus. Dat is God zelf, Gods nabijheid, Gods vergeving en nieuw leven.
*Gods zegen dat gaat over geluk, vrede, vruchtbaarheid , en ook Gods nabijheid.
*Gods aangezicht betekent leven. Psalm 104 zegt: “Verberg uw gelaat en allen bezwijken van angst.” Als God zijn gezicht van ons afwendt, dan betekent dat ons einde. Maar als God zijn gezicht laat oplichten bij ons, dan komt Hij naar ons toe. Hij wendt zijn gezicht ons toe. Dat is zijn stralende gezicht dat schittert van majesteit, luister en liefde.

Met Psalm 67 bidt Gods kerk: “God, wees ons genadig, zegen ons, wend uw gezicht niet van ons af, maar naar ons toe!”

In Psalm 67 wordt van die zegen van God als concreet voorbeeld de opbrengst van het land genoemd. De oogst. Elke keer mogen wij bidden om een goede oogst. En elke keer als wij de oogst binnenhalen danken we God daarvoor.

God geeft ons prachtige gaven. In één woord samengevat: God geeft ons zijn zegen. Waarvoor krijgen wij die zegen?

Dat hebben we gezien in deze psalm: God zegent ons daarmee om alle volken te zegenen. Alles wat we van Hem krijgen is om door te geven aan de volken! Dus ook Gods genade, Gods zegen, Gods gezicht dat leven brengt. Weet je hoe wij dat door kunnen geven? Dat kan op deze manier: Als wij zelf ook genadig zijn, als wij de ander zegenen, als wij Gods schittering ook via óns gezicht laten afstralen naar de mensen om ons heen!

Kun jij je daar iets bij voorstellen?
*Denk er eens aan als jij genadig bent voor jou zelf. Wat straal je daarmee uit naar anderen? Dan kom je heel anders op andere mensen over dan wanneer je voortdurend jezelf veroordeelt. Als je zelf Gods genade aanneemt kun je genadig leren zijn naar jezelf en naar je medemensen.
*Denk er eens aan als jij andere mensen zegent in je woorden, je houding en je daden. Als je dat doet vanuit Gods zegen voor jou, wat geef je dan veel van God door. Heel anders dan wanneer je alleen maar op andere mensen kunt mopperen en afgeven.
*Denk eens aan jouw gezicht: Wat straalt jouw gezicht uit naar de mensen om je heen? Jouw gezin? Jouw familie? Jouw broeders en zusters? De mensen op jouw school of op jouw werk? De mensen in jouw straat? En ook de vluchtelingen die hier naar toe komen? God wil door jouw gezicht heen zijn gezicht laten zien aan al die mensen.

Mocht je denken ‘dat lukt mij nooit’, daar heb je gelijk in. Maar denk dan aan Jézus. Zo leefde de Here Jezus wel. Hij liet precies zien wie God was. God was zelf vol genade, zegen en met een gezicht waar dat van af straalde. Jezus was dat ook. En Jezus wil door u en jou en mij heen dat ook zijn voor de mensen om ons heen.

Het praktische voorbeeld van Psalm 67 kunnen we daarbij ook gebruiken: Wij geven Gods zegen door ook als wij met anderen delen van de oogst die we krijgen.

Waarom hebben wij bidden en danken nodig?
Weet je nog van die put en die pomp bij mijn ouders in de tuin? De put was aangesloten op een wel en daarom droogde hij niet op. Bij God geldt dat nog heel veel meer. Zelfs al zou zo’n put toch nog droogvallen omdat de wel het begeeft, God raakt nooit uitgeput. Een brood, een bloem en een jas raken op. Zelfs deze aarde. Maar Gods zegen raakt nooit op.

Hoe anders zijn wij. Als wij aan mensen eten en drinken moeten geven, dan hebben we nooit genoeg. Als wij mensen liefde en aandacht moeten geven, dat houdt altijd ergens op. Zolang we uit onszelf putten raken we altijd ooit uitgeput. Van onszelf kúnnen wij geen genade en zegen en leven geven. Willen wij iets betekenen in zulke mooie dingen doorgeven, dat kan alleen als we God er om vragen. Daarom staat Psalm 67 vol van smeekbeden. En elke keer als we zien dat God ons leven geeft, genade en zegen, dan danken we Hem. We krijgen nog meer vertrouwen in God om afhankelijk van Hem te leven. Met nog meer vrijmoedigheid vragen we: “Moge God ons blijven zegenen.”

Het mooie is: echt bidden en danken is niet voor onszelf alleen, maar voor de volken! Het doel blijft: alle volken. Psalm 67 is een psalm over Gods zegen en de oogst. We danken God voor de oogst. We vertrouwen op meer oogst. Die oogst is niet alleen de oogst van gewas en arbeid. Het is in Psalm 67 ook de oogst van alle volken die komen! Psalm 67 zegt: “De volken van de aarde komen om God te loven. Tot aan de einden van de aarde moeten ze God kennen. Om Hem te loven. En vooral: Om ook te delen in zijn zegen!”

God heeft een volk op aarde. Gods doel met zijn volk op aarde is alle volken. Jezus’ zendingsbevel sluit daar bij aan. Jezus heeft de bronnen van Gods zegen geopend. Dan gaat Hij naar de hemel. Van daaruit zal Hij zorgen dat Gods zegen weer volop over de aarde gaat stromen. Op dat moment zegt Jezus: “Verkondig het evangelie tot aan de einden der aarde.”

-Als je de Bijbel verder leest dan ontdek je iets moois. De Bijbel spreekt niet alleen van Gods goede nieuws dat naar alle volken toe moet. Tot aan de einden van de aarde. Zeg maar een beweging vanuit Gods volk naar de volken toe. Dat zeggen Psalm 67 en Jezus’ zendingsbevel.
-De Bijbel vertelt ook van een andere beweging. God belooft dat er een tijd komt dat alle volken vanaf de einden van de aarde zullen komen bij Gods volk. Dat ze dat doen om God te zoeken. Dat is een beweging vanuit de volken naar Gods volk toe.

Die beide bewegingen hebben één doel. Dat is dat alle volken God loven en delen in zijn zegen.

Jezus zei: “Ga op weg, maak alle volken tot mijn leerlingen door hen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest en hen te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb.” De kerk van Christus heeft de eeuwen door zending bedreven. Tot aan de einden der aarde. Maar sommige landen zijn moeilijk bereikbaar. Ze zijn gesloten voor het evangelie. De Bijbel is er verboden! Voor christenen is het er levensgevaarlijk.

Maar kijk wat er vandaag gebeurt: uit al die landen komen mensen naar hier. Ook heel veel mensen die God nog niet kennen. Die Hem niet aanbidden door Jezus. Wat moeten we nu doen? Moeten wij ons beklagen bij God dat die mensen komen? Moeten we ertegen protesteren dat er opnieuw een AZC in Dokkum komt?… Of moeten we juist God danken dat wij eindelijk ook mensen uit die volken kunnen bereiken met zijn evangelie? Juist mensen die we eerst nooit konden bereiken?… Als je Psalm 67 leest dan is de vraag stellen hem beantwoorden. We danken God dat Hij deze mensen stuurt. Dat wij nu ook aan hén Gods zegen kunnen laten zien. Dat wij ook hen genadig kunnen zijn, hen zegenen, Gods schittering via ons gezicht ook naar hen kunnen laten afstralen!

Stel dat Gods ook ons gebruikt om veel van deze mensen tot erkenning van God en Jezus te brengen. Wat wordt dan kleiner en wat wordt dan groter? Misschien wordt onze luxe kleiner. Hoewel minderheden vaak ook economische gróei hebben gebracht! Maar in elk geval wordt de lof op Gods naam groter. Wij loven God. Zij loven God. We zijn blij met elkaar en samen zijn we verheugd in de Heer.

Maar als die vluchtelingen al onze oogst opeten, dan gaan wij er toch op achteruit? Dat hangt er maar net van af hoe wij leven.

A/ Als wij alleen aan onszelf denken en angstig alles voor onszelf houden, bang om te kort te komen, dan zullen wij hén dat ook leren. Wij geven zelf het slechte voorbeeld. Dan moeten we niet verbaasd zijn als zij denken: ‘Oh, dus dát is de cultuur in Nederland.’ En als ze daar even hard aan meedoen. -Maar als wij zo leven dan verloochenen we onze christelijke wortels. Sterker nog: dan verloochenen we God de Vader die voor ons zorgt, Jezus die Gods zegen in eigen persoon is, en de heilige Geest die Gods zegen laat stromen.

B/ Maar de andere kant is er ook. Dat is het goede nieuws van God. Dat is de hartelijke liefde en de levenshouding die Jezus ons wil leren: als wij God vragen om zijn genade, zijn zegen en zijn gezicht dat leven geeft. Als wij daarvan leven. Als wij door de genade van God zelf zo ook leven naar elkaar en naar de mensen om ons heen. Dán laten wij aan alle mensen, ook aan al die vluchtelingen, Gód zien. En zijn zegen.
Dan laten wij hen ook zien waarvóór God zijn zegen geeft: opdat alle volken God loven. Als zij dan God erkennen, dan zullen ze zelf ook zo gaan leven. Dat zij leren om zelf ook genadig te zijn, dat zij ook de ander zegenen, dat zij ook Gods schittering via hun gezicht laten afstralen naar de mensen om ons heen.

Zeg nu zelf: worden wij als mensen daar slechter van of worden we daar beter van? De vraag stellen is haar beantwoorden. Daarom bidden we: Mag het zo zijn dat alle volken op aarde God en zijn Zoon Jezus kennen en loven. Dat zij allen in de weg van ontzag voor Hem en vertrouwen in Hem delen in zijn zegen. Want dan gaat God ook hen gebruiken om zijn zegen verder door te geven.

Daarvoor zet God ons op aarde: om álle volken te laten delen in Hem en zijn zegen!
Amen

Liturgie Dankdag avonddienst CGK-GKV Dokkum:
Mededelingen
Zingen: Levensliederen Ps.65: 1.2
Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Levensliederen Ps.65: 3.4.5
Gebed
Lezen: NBV Genesis 12,1-3
Lezen: NBV Psalm 67
Zingen: Liedboek Gez.78: 1.2.4 [Laat me in U blijven, groeien, bloeien]
Tekst: NBV Psalm 67
Preek
Zingen: Opw.710 [Zegen mij op de weg die ik moet gaan]
Geloof: Liedboek Gez.258: 1.2.3.4 [Halleluja, lof zij de Heer]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.110: 1.2.3.4.5 [Alles, alles is gelegen, aan genade aan Gods zegen]
Zegen