de Grote Verzoendag (Leviticus 16,29-34a)

Je hebt vast wel eens een offer gebracht. Geen mensenoffer of dierenoffer, maar een offer in figuurlijke zin. Denk aan je aandacht, tijd of geld die je aan mensen in nood kunt geven. God kan zulke offers gebruiken. Om door jou heen er voor een ander te zijn. Tegelijk zijn onze offers vaak beperkt. De echt wezenlijke problemen lossen we er niet mee op. Die oplossing kan alleen van iemand anders komen.

Preek over Leviticus 16,29-34a:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Als je een auto hebt, dan moet je elk jaar met je auto een APK-keuring laten doen. Een Algemene Periodieke Keuring. Die keuring is ingesteld voor de verkeersveiligheid en voor het milieu. Belangrijke onderdelen en werkingen van de auto worden gecontroleerd. Zo nodig moet je eerst dingen laten repareren. Pas als de auto is goedgekeurd mag je er weer een jaar mee rijden.

Elk jaar is zo’n keuring nodig. Vaak zijn er tussendoor ook nog de nodige reparaties. Maar in elk geval is ook de jaarlijkse keuring nodig. Er bestaan nu eenmaal geen auto’s die onverslijtbaar zijn en die altijd goed blijven.

Niet alleen auto’s, maar ook mensen moeten soms gekeurd worden. Bijvoorbeeld als het gaat om autorijden. Voordat je mag auto rijden moet je eerst rijexamen doen. Als je 75 jaar mag worden, dan krijg je een verplichte herkeuring. Maar dan van jouzelf. Het is een medische keuring. Als je door die keuring komt, dan mag je weer vijf jaar auto rijden. Bij leven en gezondheid.

Stel je voor dat er onslijtbare auto’s zouden bestaan. Auto’s die altijd goed blijven en nooit kuren krijgen. En stel je voor dat wij zelf nooit zouden slijten. Onze handen blijven vast. Onze ogen scherp. Alle functies blijven krachtig.
Dan zou de jaarlijkse APK-keuring van onze auto nooit meer nodig zijn. Dan zouden wij zelf ook nooit meer een medische keuring hoeven te ondergaan.

Als je auto door de jaarlijkse APK komt dat is mooi: je mag je auto weer een jaar gebruiken. En als jij zelf door de die vijfjaarlijkse keuring komt is dat ook prachtig: Ik mag weer vijf jaar. Als God het geeft. Maar elke keuring is ook een herinnering aan dit feit: oh ja, de auto wordt een jaartje ouder. Of: Ik word weer ouder. Dat proces gaat altijd door. Zelfs al koop je elk jaar nieuwe auto, persoonlijk ouder worden dat houdt niemand van ons tegen.

Daarom is zo’n APK keuring dubbel: het is mooi en goed als je verder mag. Tegelijk zegt zo’n keuring ook alles over vergankelijkheid en kwetsbaarheid. Van onze spullen. En van onszelf.

Onderwerp: DE GROTE VERZOENDAG: DE JAARLIJKSE APK: ALLEMAAL PARDON KRIJGEN.

God gaf zijn volk in de tijd van het oude testament meerdere feesten. De zevende maand in hun jaartelling was de grootste feestmaand. Die maand begon met de dag van de ramshoorn. Op de tiende dag was de Grote Verzoendag. Vanaf de vijftiende dag het Loofhuttenfeest.

We kijken nu naar de Grote Verzoendag. Dat was de belangrijkste dag van die zevende maand. Elk jaar werd de Grote Verzoendag gevierd. Met vaste rituelen. De mensen waren massaal naar het heiligdom gekomen. Het was een indrukwekkend gebeuren.

De Grote Verzoendag was net als een jaarlijkse APK: Gods heiligdom, Gods priesters en Gods volk mochten weer een heel jaar verder. Een jaar vooruit. Dat was prachtig. Maar die Grote Verzoendag, één van de grootste feesten in Israël, was niet alleen een prachtig mooi feest, het was ook een beperkt feest. Die beide kanten, daar gaan we naar kijken.

1 DE GROTE VERZOENDAG ALS EEN HEEL MOOI FEEST.
God zet voor zijn volk de deur naar God weer voor een jaar open. Moet Gód de deur dan open zetten? Ja, wij kunnen uit onszelf niet bij God komen. God heeft de mens gemaakt. Maar de mens is daarna juist bij God vandaan gelopen. Maar God heeft ingegrepen. God maakt dat er mensen zijn die Hem missen. Die wél weer bij Hem willen zijn. God laat ook zien hóe we weer bij Hem kunnen komen: dat kan doordat Hij ons vergeeft.

Die route naar God, de weg van vergeving, die staat centraal op de Grote Verzoendag. Er worden offers gebracht. Dat gebeurt trouwens het hele jaar door. Mensen nemen een offerdier mee. Het offerdier wordt geslacht en zijn bloed vloeit. In de Bijbel is je bloed een teken voor je leven. Het slachten van dat dier staat voor een bizarre ruil: een onschuldig dier sterft voor jou die schuldig staat. Dat is geen dierenmishandeling. Maar zo erg is het met mij. Ik heb de dood verdiend. Maar de uitweg is deze: het dier sterft, nu mag ik leven.

Op de Grote Verzoendag nemen de Israëlieten niet zelf hun eigen offer mee. Op die dag kijken ze alleen toe. Juist de offers van die dag spreken van verzoening. De stier, de ram, de ene bok. Zij worden geofferd om verzoening te bewerken. De Grote Verzoendag heet in de Bijbel Jom Kippoerim. Het woord kippoer komt van een werkwoord dat ‘bedekken’ betekent. Grote Verzoendag betekent prachtig nieuws voor Gods volk: God bedekt onze zonden. Hij vergeeft.

Weet jij uit ervaring wat vergeving is? Heb je wel eens iemand onrecht vergeven? Heb je iemand wel eens vergeving gevráágd? Kun je jezelf ook vergeven? Als je wilt leren wat vergeving is, begin dan bij het uit Gods hand ontvangen van zijn vergeving voor jou. Hoe meer ervaring je daarmee hebt, hoe meer ook jezelf kunt vergeven, vergeving kunt vragen, en je naaste kunt leren vergeven.

Op de Grote Verzoendag worden niet alleen dieren geslacht. Er is ook een speciaal ritueel met een bok. Er zijn twee bokken. De ene wordt geslacht. De andere wordt levend bewaard voor het ritueel.
Misschien ken je de uitdrukking dat iemand de zondebok is. Dat betekent: diegene krijgt de schuld. Dat is precies wat hier gebeurt: de hogepriester legt zijn handen op kop van de bok. Het volk is er getuige van. Dan spreekt de hogepriester alle wandaden, vergrijpen en zonden van de Israëlieten openlijk uit. Terwijl hij zijn handen nog steeds op de kop van de bok houdt. Daar zit een sterke symboliek in. De schuld van de Israëlieten wordt overgedragen. Al die wandaden, vergrijpen en zonden van ze. Het volk mag weten: Wij zijn het kwijt. Het komt op hem.

Na die overdracht wordt de bok naar de woestijn gebracht. Op die manier kun je het woord zondebok ook lezen: de weggezonden bok. Letterlijk staat er dat het dier wordt weggebracht naar afgesneden land. Afgesneden van de gemeenschap. Maar ook afgesneden van het leven. Die bok is een huisdier. Hij zal in de woestijn sterven.

Grote Verzoendag betekent prachtig nieuws voor Gods volk: Iemand anders neemt onze zonden mee naar een afgelegen plaats. Daar verdwijnt hij met die zonden en al. De bok die verdwijnt, die zien we nooit meer terug. Maar zo gaat het ook met onze zonden: onze zonden verdwijnen, die zien we nooit meer terug. God vergééft onze zonden niet alleen. Hij vergéét ze ook. Hij wil er nooit meer aan denken!

De eerste bok wordt geslácht voor het volk. De eerste bok betekent: God vergééft onze zonden. De tweede bok verdwijnt voor altijd in onherbergzaam gebied. De tweede bok betekent: God vergéét onze zonden.

Misschien ken je de uitdrukking: Ik vergeef het je wel, maar ik vergeet het nooit. Stel dat God dat tegen óns zou zeggen. Dan zouden we ons leven lang een zwaard boven ons hoofd voelen: wat heb ik nu weer van God te verwachten? Hij zegt A, maar Hij doet B. Blijkbaar kijkt Hij mij er nog steeds op aan.
Die angst, daar wil de Heer ons van bevrijden. Hij vergeeft helemáál. Hij maakt het kwaad dat wij doen niet lichter dan het is. Hij neemt het echt serieus. Maar van dat wat echt erg is zegt Hij: Ik vergeef. En Hij geeft de zondebok als teken en garantie: Ik wil nooit meer aan jullie zonden denken.

De Grote Verzoendag is een bloedserieuze feestdag: het offerdier sterft voor ons in de plaats. Tegelijk is het een geweldig bevrijdend feest: God vergeeft. Hij wil aan onze zonden nooit meer denken. De Grote Verzoendag is de jaarlijkse APK: voor Gods volk geldt dat ze Allemaal Pardon Krijgen.

Pardon of vergeving krijgen is niet het enige. Er zijn ook rituelen voor het heíligdom. De tent waar God persoonlijk tegenwoordig was. Gewoon bij zijn volk. Die tent noemden ze ook wel de tabernakel. Er waren twee vertrekken: het heilige en het allerheiligste. Buiten de tent was een omheinde ruimte. In de ruimte vóór de tent stond het brandofferaltaar. In het heilige stond het reukofferaltaar, een kandelaar en een tafel met broden. In het allerheiligste stond de ark: een kist met goud bedekt, met engelenfiguren, en met een gouden plaat erop. Die plaat heette plaat van de verzoening.

Die ruimte en die voorwerpen waren heilig. Ze waren speciaal aan God gewijd en aan de eredienst voor Hem. Elk jaar moesten die voorwerpen en die ruimte opnieuw gewijd worden. Als een soort jaarlijkse ontsmetting en zuivering, om daarna weer een jaar dienst te kunnen doen. Die ontsmetting doen ze niet met zeep of met sterke desinfectiemiddelen, maar met het sprenkelen van bloed. Door de jaarlijkse ontsmetting kan het heiligdom weer een jaar dienst doen.

Niet alleen het heiligdom wordt ontsmet en geschikt gemaakt voor weer een jaar dienst. Dat gebeurt ook met de díenaren in het heiligdom. De hogepriester en de andere priesters hebben ook reiniging nodig. Door speciale offers voor hen krijgen ze vergeving en mogen zij ook weer een nieuw jaar dienst doen.

Op de Grote Verzoendag gebeurt veel:
-Het heiligdom wordt gezuiverd en geschikt gemaakt voor een volgend jaar.
-De priesters krijgen vergeving en worden ook weer geschikt gemaakt voor een nieuw jaar.
-Het volk krijgt vergeving. Zij worden ook geschikt gemaakt om weer een jaar bij God te komen en te leven van zijn goedheid en vergeving.
Het mooie nieuws is: Jullie kunnen wéér een jaar vooruit, in het leven met de Heer.

We gaan nu naar het tweede:
2 DE GROTE VERZOENDAG ALS EEN BEPERKT FEEST.

De jaarlijkse APK van je auto is mooi als de auto er door komt. Tegelijk herinnert die je ook aan het feit dat je auto weer een jaartje ouder wordt. Als je 75 mag worden en nog kunt autorijden heb je daar een keuring voor nodig. Als je daar dóór komt mag je vijf jaar verder. Dat is prachtig. Maar zulke keuringen herinneren ons ook aan het ouder worden. We kunnen nooit zeggen: nu is het klaar, ik mag voor altijd blijven rijden en ik kán dat ook. Juist de regelmaat van al die keuringen herinneren ons aan onze beperktheid.

In de tijd van Gods volk in het oude testament worden elke dag offers gebracht. Het dagelijkse morgen- en avondoffer. Offers van particulieren voor persoonlijke schuld. Offers op de jaarlijkse Grote Verzoendag. Op die dag krijgen ze algemeen pardon. Die zónden komen niet terug. Maar de óffers wel. Elk jaar hetzelfde ritueel. Waarom is dat elk jaar nodig?

*De eerste reden daarvoor is: Wij blijven zondigen. Tijdens ons leven op deze aarde worden wij nooit zondenvrij. Alleen in de weg van vergeving kunnen wij leven.

*De tweede reden is deze: Bloed van dieren kan geen mensen redden. Als wij als méns fouten maken, dat kan geen díer dat goed maken, dat moet een méns goed maken.

Maar waar vind je die mens die dat kan? Zolang de tabernakel en de tempel bestond gingen de offers door. Het hele oude testament lang. Elk jaar kwam de Grote Verzoendag terug. Dat betekent: die ene mens die het wél voor ons goed kan maken, die is alweer niet gekomen. Zo’n mens kunnen wij niet aanleveren. De grote vraag van Grote Verzoendag is: Wanneer komt er eindelijk ooit een offer dat wel afdoende is? Wanneer komt de ene mens die wél met zijn bloed, en dus met zijn leven voor ons kan betalen? De ene mens die al onze zonden en gebreken op zich neemt? Zodat we daarna nooit meer al die offers van elke dag én de jaarlijkse Grote Verzoendag nodig hebben? Omdat zijn ene offer voldoende is om al onze zonden te bedekken?

Op die vraag geeft de Bijbel het antwoord. Die ene mens ís gekomen! Het is Gods Gezalfde Zoon Jezus. Hij brengt wat het oude heiligdom en de priesters en al die offers niet konden brengen.

Hebreeën 10 schildert de grote tegenstelling tussen de hogepriester en de offers van de Grote Verzoendag aan de ene kant, en de Heer Jezus als Hogepriester en zijn offer aan de andere kant. Er zijn drie belangrijke verschillen:
*Er is een verschil in aantal: In de tijd van het oude testament waren veel offers nodig. Het dagelijks morgen- en avondoffer. Het wekelijkse offers van de sabbat. De persoonlijke offers tussendoor. De offers van de feestdagen. En de veelheid aan offers op de Grote Verzoendag. Maar bij het offer van Jezus geldt: één offer is genoeg.
*Er is een verschil in positie: In de tijd van het oude testament staat de hogepriester om zijn werk te doen. Geen enkele hogepriester kan gaan zitten in het allerheiligste. Het werk is nooit af. Maar voor Jezus geldt: na zijn ene offer is zijn werk af. Hij is gaan zitten naast zijn Vader op de troon. Het is volbracht!
*Er is een verschil in uitwerking: Bloed van dieren kan mensen geen vergeving schenken. Ook niet geschikt maken om in Gods Tegenwoordigheid te leven. Het bloed van Jezus kan dat als enige wel.

De gevolgen zijn groot. Stel je voor dat jij met je auto nooit meer naar de APK hoeft, omdat de onverwoestbare auto is uitgevonden. Stel je voor dat wij nooit meer keuringen nodig hebben, omdat wij volmaakt zijn voor altijd. Als je een jaar verder mag, dan ben je al heel blij. Maar als het VOOR ALTIJD weer goed zou zijn, dan kan het feest nooit meer stuk. Wat zou dat prachtig zijn.

Dat laatste, daar was het wachten op. Al die jaren van de Grote Verzoendag. En dat laatste dát heeft Jezus gebracht! De Joden vieren hun Grote Verzoendag van avond tot avond. De samenkomst op de startavond begint met de aankondiging: “Zelfs de grootste zondaars zijn welkom!” Als er íemand is die dát heeft laten zien, dan is Jezus dat. Hij is van God gekomen om zondaars te roepen, terug naar God. Laten we blijven bidden voor het volk van de Joden. Wij zijn op hen geënt. God vergeet hen nooit. Waar zij zo naar verlangen dat hééft God gebracht door Jezus. Bid dat God nog veel mensen op Jezus laat vertrouwen. Mensen uit het volk van de Joden en uit alle volken.

*Jezus’ offer is een volkomen betaling van onze schuld. Zijn dood is betaling voor al onze zonden. In het avondmaalsformulier staat het zo: “Hij heeft voor al onze zonden volkomen betaald, zodat geen daarvan ons meer wordt toegerekend.” De Hebreeënbrief zegt: “Jezus’ offer hoeft niet herhaald te worden. Dat ene offer is genoeg!”
-Hoeven wij dan niet meer vergeving te vragen? Jawel, wij doen ook nog zonde. Maar we mogen steeds terug naar dat ene offer van Jezus Christus. Klein, met berouw en vol vertrouwen.
-Hoeven we ons niet meer klein te weten? Juist wel. Niet voor ménsen, maar voor Gód. Maar die kleinheid voor God is altijd vol verwondering en dankbaarheid. Het is echt waar: Hij weet alles van mij en toch houdt Hij van mij.

*Jezus’ offer maakt ons ook weer geschikt om bij God te komen. Er zit niks meer in de weg tussen ons en God. In de tijd van het oude testament was er maar beperkte toegang tot God. Alleen de hogepriester mocht één keer per jaar in het allerheiligste komen op de Grote Verzoendag. Jezus Christus heft de beperkingen op. Door zijn ene offer mogen wij altijd vrij bij God komen! God legt zijn geschiktheid op ons!

*Nu is er nog één ding nodig. Vergeving is een grote stap: onze schuld zit niet meer in de weg. Geschikt maken is een ook een grote stap: God maakt ons geschikt om met Hem te leven. Maar geschiktheid is niet het doel. Metterdaad met God leven en graag doen wat God wil dat is het doel. Volgens Hebreeën 10 zei Jezus Christus toen Hij mens werd: “Hier ben Ik om uw wil te doen.” Dát wil God ook ons leren.

Denk eens aan de vijfjaarlijkse medische keuring voor het autorijden als je 75 wordt. Stel dat dit zou gebeuren: Je wordt niet alleen geschikt verklaard om weer auto te rijden. Nee, je krijgt bijvoorbeeld ook nieuwe ogen die voor altijd meegaan en scherp blijven.
In die verhouding is het goede dat wij in Jezus krijgen. God maakt je door het bloed en het leven van Jezus niet alleen geschikt. God geeft je om het bloed en het leven van Jezus ook de heilige Geest. Die Geest van Jezus die leert ons graag te doen wat God wil.

Wij leven echt in een nieuwe tijd: Al die dierenoffers zijn niet meer nodig. De jaarlijkse Grote Verzoendag is niet meer nodig. Maar Jezus en zijn heilige Geest hebben wij elke dag nodig! Op weg naar de grote dag van Jezus’ terugkomst.

Vóór u ligt het leven.
Áls je dan door Jezus vrij bij God mag komen, kóm dan ook!
Ontvang Jezus Christus en zijn Geest!

“Vader, Zoon en Geest, wij leven alleen bij de gratie van U. Voor het echte leven komen we elke dag bij U.”
Amen

Liturgie morgendienst + heilig avondmaal:
Votum en groet
Zingen: Ps.16: 1.2 [vertaling David Heek en René Barkema; levensliederen.net]
Wet
Zingen: Ps.32: 1.2 [vertaling David Heek en René Barkema]
Gebed
Lezen: Leviticus 16,11-16 en 20-22 Over de Grote Verzoendag.
Lezen: Hebreeën 10,1-18 Het offer van Jezus Christus is genoeg voor al onze zonden.
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 574: 2.3 [Glorie zij U, Christus]
Tekst: Leviticus 16,29-34a
Preek
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.26: 1.2.3 [Daar is uit ’s werelds duistere wolken]
Dankgebed en voorbede
Collecte 1: avondmaalscollecte voor de diaconie
Lezen formulier 3: Instelling, Christus gedenken, één zijn, verwachten
Gebed
Opwekking
Viering
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.26: 4 [vervolg]
Dankzegging
Collecte 2: kerk
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.161: 1.2.3.4 [Heer, U bent mijn leven]
Zegen