Doe recht! (Jesaja 1,10-17) Micha-zondag

Onze aarde, onze samenleving, wij allen: wij hebben dringend behoefte aan recht. Wij moeten bevrijd worden van onrecht dat ons aangedaan wordt. Wij moeten bevrijd worden van onrecht dat we doen. De organisatie Micha Nederland wijst kerken en gelovigen op Gods opdracht om recht te doen. Waar de Bijbel opengaat zal dat thema regelmatig aan de orde komen.

Preek over Jesaja 1,10-17:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Jongens en meisjes er is een groot verschil tussen recht en krom.

Als je over een rechte weg fietst, dan moet je niet opeens zelf gaan bedenken dat die weg krom is. Dan fiets je de berm in.

Als in een fietsenfabriek een fietsframe in elkaar gezet wordt, dan doen ze dat met rechte buizen. Stel je voor dat je kromme buizen gebruikt. Dan krijg je niet alleen een vreemd gevormde fiets. Je krijgt ook een onveilige fiets. Niet met een slag in het wiel, maar met een slag in het frame, zeg maar. Met zo’n fiets krijg je ongelukken.

Noem wat recht is niet krom. En noem wat krom is niet recht.
Als je recht en krom verwisselt, dan krijg je zomaar grote brokken.

Dat geldt voor bijvoorbeeld buizen en palen en wegen.
Het geldt ook voor de weg die God ons leert. De weg als de manier van ons leven. God wil dat wij leven volgens zijn recht en zijn geboden. Gods recht is zuiver en goed. Wat daar tegen ingaat is in figuurlijke zin krom. Het is onrecht.
God wil dat wij recht doen. En dat we dat niet verwisselen met onrecht doen.

In Nederland bestaat een christelijke organisatie die kerken en christenen helpt om recht te doen. Die organisatie heet Micha Nederland. Deze organisatie bestaat dit jaar 10 jaar. Ze laat zich inspireren door de profeet Micha. Ze denken aan Micha 6,8. De profeet zegt daar: “Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.” (Micha 6,8)

Micha Nederland prikkelt christenen, kerken en organisaties om niet weg te kijken van onrecht. Ze reikt mensen handvatten aan hoe je duurzaam en rechtvaardig kunt leven.

Wij gaan vandaag ook bij dat thema stilstaan.
Het onderwerp van de preek is: DOE RECHT!

God beschuldigt zijn volk van onrecht. We beginnen bij dat onrecht. Hoe zag dat er uit en wat deden ze dan verkeerd? Jesaja geeft een paar aanwijzingen waaruit dat blijkt. Hij zegt: “Aan jullie handen kleeft bloed.” Dat is niet alleen het bloed van offerdieren die ze brengen. Het is ook mensenbloed. Dat kan letterlijk zijn. Bijvoorbeeld dat ze iemand met een mes doodgestoken hebben. En dat het bloed van hun slachtoffer over hun handen loopt. Het kan ook figuurlijk zijn. Bijvoorbeeld dat ze arme mensen uitgebuit hebben. Dat ze daarin zover zijn gegaan dat die arme het niet heeft overleefd. Door hun schuld. Dan kleeft er in figuurlijk zin bloed aan je handen.

In het slot van dit Bijbelgedeelte wordt Jesaja heel concreet. Hij zegt: “Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij.” Dat gaat over zaken die bij de rechter spelen. Is de rechter wel onafhankelijk? Ben je bij de rechter veilig?

Wezen en weduwen waren, zeker in die tijd, kwetsbare groepen. Mannen zorgden voor inkomen en levensonderhoud. Hoe moest je als weduwe dan rondkomen? En waar moest je jouw kinderen als je die gekregen had mee voeden? Veel weduwen waren arm. Jonge wezen misten hun wettige vertegenwoordigers. Misschien konden ze op familie terugvallen. Maar beide, weduwen en wezen, waren een makkelijke prooi voor uitbuiting.

Die uitbuiting daar profeteert Jesaja tegen. Uitbuiting van kwetsbare groepen die zichzelf niet kunnen verdedigen. Bij zulke kwetsbare mensen zou je vandaag ook kunnen denken aan mensen die hun baan verloren hebben, hun huis niet meer kunnen betalen en op straat gezet worden. Of aan vluchtelingen en asielzoekers. Mannen, vrouwen en kinderen. Als ze hier aankomen dan zijn veel van hen al uitgebuit. Ze moesten een kapitaal betalen om hier gebracht te worden. Vaak zijn ze onderweg beroofd van hun laatste bezittingen. Of vrouwen zijn verkracht. -Kwetsbare groepen. Een makkelijke prooi.

Jesaja heeft het over weduwen en wezen. Stel je voor dat in de tijd van Jesaja zo’n weduwe onrecht is aangedaan. Ze verhuurde bijvoorbeeld het land van haar man, maar de huurder pikte dat voor zichzelf in. En zij is nog armer geworden. Dan gaat die weduwe naar de rechter. Ze wil dat haar recht gedaan wordt. Maar die rijke uitbuiter gaat ook bij de rechter langs. Hij betaalt de rechter steekpenningen. De rechter neemt die aan. Hij spreekt de uitbuiter vrij. Die gemene dief gaat vrijuit. En de arme weduwe wordt veroordeeld. Bijvoorbeeld voor een valse aanklacht en laster.

Weet je nog dat we het hadden over recht en krom? In de tijd van Jesaja verdraaiden de rechters het recht. De tirannen, oftewel de verdrukkers, gingen vrijuit. Ze deden slechte dingen. Maar de rechters keurden het goed! En de weduwen die onschuldig waren werden veroordeeld. Zij werden dubbel slachtoffer: niet alleen van die verdrukkers, maar ook nog eens van de rechter. Wat recht is werd krom gemaakt, en wat krom is werd recht verklaard.

Ik moet hier denken aan wat ik een keer las over een vrouw in India. Zij was verkracht en ging naar de rechter zodat die haar recht zou doen. Maar wat gebeurde er? De rechter sprak de verkrachter vrij! Die dader met zijn misselijk makende praktijken kon gewoon vrijuit gaan! En de vrouw die een aanklacht indiende, juist die werd veroordeeld! Alsof de fout bij haar lag. Zij kreeg een forse straf en moest boeten alleen omdat ze aangifte had gedaan. Wat recht is werd krom gemaakt, en wat krom is werd recht verklaard.

Of denk aan het pijnlijke thema van seksueel misbruik in de kerk. De dader is een vooraanstaand iemand in de kerk. Niemand durft het tegen hem op te nemen. Dan is er één iemand die een klacht indient. Maar hij of zij wordt het zwijgen opgelegd. De dader gaat vrijuit. En het slachtoffer krijgt levenslang. Wat recht is werd krom gemaakt, en wat krom is werd recht verklaard.

De gevolgen van zulk onrecht zijn groot. Als wat recht is krom gemaakt wordt en wat krom is recht, dan maken wij ruim baan voor onrecht. Dan wordt onrecht gestimuleerd: onrecht loont. En het recht wordt de mond gesnoerd: niemand durft meer tegen onrecht op te komen. Het risico daarvan is veel te groot, want als je dat wel doet dan pakken ze jou.

Hoe is het om in zo’n samenleving te leven? Dat is verschrikkelijk onveilig! De waarheid sneeuwt onder. De leugen regeert. Slachtoffers leren hun mond te houden en durven of kunnen niks tegen het kwaad inbrengen. Uiteindelijk gaat het van kwaad tot erger. Advocaten die het voor de slachtoffers opnemen worden met de dood bedreigd of vermoord. Boeven zijn in feite de baas. Ze nemen en stelen. Zij bepalen wie wat krijgt. De enige manier om hogerop te komen is met hen meedoen. Hun kwade praktijken goedpraten. Hun bevelen opvolgen, hoe walgelijk die ook zijn. Maar ook als je hen naar de mond praat, nooit ben je je leven zeker. Er hoeft maar iets te gebeuren of ze keren zich tegen jou. Willekeur regeert. Corruptie fungeert als deugd.

In de tijd van Jesaja speelt nog iets. Je zou denken dat mensen die zulk onrecht plegen aan de rand van de kerk leven. Of allang niet meer bij de kerk willen horen. Ze gaan toch dwars tegen Gods recht in? Wat zoek je dan in de kerk van God? Maar het bizarre is dat mensen die zulk onrecht pleegden juist vooraan stonden in de kerk. Ze kwamen veel in de tempel bij God. Ze brachten trouw alle voorgeschreven offers. Als teken van schuldbelijdenis, dankbaarheid en overgave. Ze waren steeds in gebed. Het leek heel vroom. Ze dachten ook dat ze vroom waren. Maar ze waren het niet.

Jesaja noemt de leiders van Gods volk leiders van Sodom. Het volk zelf noemt hij volk van Gomorra. De slechtste steden die je kon bedenken, die naam gaf hij aan Gods eigen volk. Sodom en Gomorra stonden bekend om hun seksuele losbandigheid, uitbuiting, verkrachting en moord. De profeet Ezechiël noemt als hun zonden: trots, luxe, valse rust, en onverschilligheid naar de arme en berooide mensen.

Weet je nog van het voorbeeld dat wat recht is krom gemaakt wordt en wat krom is recht? Dat speelt ook als wíj in de kerk vroom bij de Heer komen, geestelijke liederen zingen, God aanbidden, trouw onze gaven geven bij de collecte, ja en amen zeggen op het Woord van God, én als we die dingen hand in hand laten gaan met onrecht in ons dagelijkse leven. Als wij het dienen van God en het plegen van onrecht combinéren. God haat dat met heel zijn wezen. Jesaja vertelt hoe God daar tegen aankijkt. In een reeks van afkeer: Ik ben er zat van, Ik heb er geen behagen in, jullie lopen mijn voorhoven plat, het is een gruwel voor Mij, Ik kan het niet verdragen, Ik haat het, ze zijn Mij tot last, Ik ben er moe van, Ik sluit mijn ogen, Ik zet mijn luisteren uit.

God wordt ontzettend kwaad juist als zijn kerk Hem dienen combineert met onrecht. Dat is omdat bij God zelf geen spoor van onrecht is. Hij is heilig. God zelf is zuiver, rechtvaardig en goed. God zet zijn kerk op aarde om aan de mensen te laten zien wie Hij is en hoe Hij is. God wil dat zijn kerk een wegwijzer is naar Hem. *Dat mensen midden in deze onveilige wereld ontdekken dat er één adres is waar het wel veilig is: dat is bij God en zijn Zoon Jezus. Zodat mensen hun redding en hun heil bij Hem zoeken. *En dat er één Rechter is die volmaakt is, dat is God die het eindoordeel legt in de handen van zijn Zoon Jezus. Zodat mensen weten dat het onrecht niet het laatste woord heeft, en dat er een God is die eens alle dingen recht zal zetten. Dat mensen hun heil zoeken bij Hem.

Stel je voor wat er gebeurt als wij als kerk van God aan de ene kant volop godsdienstig leven en aan de andere kant zelf onrecht plegen en ook onrechtplegers de hand boven het hoofd houden. In dat geval zien de mensen om ons heen iets heel dubbels. *Ze zien ons trouw naar de kerk gaan. Als ze meekijken, dan zie ze ons bidden en gaven geven in de collecte. *Maar ze zien ook hoe wij bijvoorbeeld in het zakenleven de boel bedriegen. Hoe we anderen om de tuin leiden of uitbuiten om er zelf rijker van te worden. En in de persoonlijke omgang horen ze ons de lelijkste dingen vertellen over anderen. Of ze lezen dat op de app…

Wat denken mensen dan als we vroom naar God gaan? Dan denken mensen: Wat voor God is dat? Als die God hen ontvangt en hun offers aanneemt, dan is Hij vast net zo corrupt als zij.

Zie je dat? God zet ons als zijn kerk op aarde als een visitekaartje voor Hem. Maar dán hebben wij Hem te laten zien in héél ons leven.

Het is niet best met Gods volk in de tijd van Jesaja. Ze leven als Sodom en Gomorra. In het onrecht dat ze mensen aandoen. Ook dat daders vrijuit gaan en slachtoffers dubbel gepakt worden. Toch keert God Juda en Jeruzalem niet meteen om. Hij wijst ze de weg naar een beter leven. God zegt door Jesaja: “Was je! Reinig je! Maak een eind aan je misdaden! Vermijd alle kwaad!”
In plaats daarvan zet God: “Leer goed te doen! Zoek het recht! Houd tirannen in toom, of stel recht aan de verdrukker!” En ín die rechtszaken: “Bied wezen bescherming! Sta weduwen bij!”

Twee dingen moeten we níet meer doen: zelf onrecht plegen én onrechtplegers hun gang laten gaan.

-Ik begin bij zelf onrecht plegen. Niemand van ons is uit zichzelf immuun voor het plegen van onrecht in welke vorm dan ook.

*Jesaja heeft het over rijkdom en armoede. Denk maar aan vragen als: Hoeveel van de spullen die jij hebt heb je echt nodig? Hoeveel heb je om te delen met anderen? Hoeveel heb je voor de heb? Wat is jouw en mijn onrecht daarin?

*Jesaja heeft het ook over dat wat recht is krom gemaakt wordt en wat krom is recht. Heb jij wel eens iemand onrecht aangedaan, en daarna het zo gespeeld dat je die ander als dader neerzette en jouzelf als slachtoffer? Ook met zulke dingen moeten wij stoppen.

*Jesaja heeft het over Gods kerk. Waar staat ons leven haaks op God en zijn Wezen? Beseffen wij dat we daarmee God een slechte Naam bezorgen bij de mensen? Denken we dat we intussen God ‘te vriend kunnen houden’ als we maar onze eredienst in stand houden? Ook al zijn het alleen nog maar uiterlijke vormen? Maar als we onrecht zoeken en daar in blijven hangen, dan verliezen we onze functie in de samenleving van smaak en licht geven. Dus: Waar houden wij van onrecht en waar houden we onrecht in stand? Waar leven wij een dubbelleven? Daar hebben we mee te breken. En we hebben ons aan Jezus te geven en te vragen om zijn Geest, dat die Jézus’ leven in ons gaat uitwerken!

-Jesaja zegt ook: “Houd tirannen in toom!” Stel recht aan verdrukkers! Laat onrechtplegers niet hun gang gaan! In de kerk mag geen doofpotcultuur bestaan rond onrecht en misdrijven. Wat voor belangrijke positie onrechtplegers ook hebben, wij mogen ze niet de hand boven het hoofd houden. Schoon schip maken is het beste voor de slachtoffers én voor de dader.

Tegenover wat we niet hebben te doen stelt Jesaja dit: wat we wel hebben te doen is leren goed te doen en het recht te zoeken.

Daarmee kom ik bij een belangrijke vraag: wie zal ons leren recht te doen?
Ik begin heel basaal. Aan het begin van hoofdstuk 1 heeft Jesaja verteld waar het allemaal begon toen het misging met Gods volk. Het begon hier: God de Heer had zich in liefde en trouw aan zijn volk verbonden. Maar zij hebben Hem afgewezen. Ze werden ontrouw en dachten dat ze het bij anderen beter konden krijgen. Zelfs een rund doet dat niet bij zijn meester, maar zij wel bij hun God, zei Jesaja.

Dáár begon het onrecht. Als je denkt dat je aan God niet genoeg hebt. Het is de oude fout van de eerste mens in het paradijs: God was alles voor hen en zij liepen bij Hem vandaan. -Dan verlaat je God de Vader die voor je zorgt en je beschermt. Dan zorg je dat je keihard op jezelf teruggeworpen wordt. Dan word het knokken om te overleven. Ook: ik ten koste van jou.

Als je ziet waar het onrecht is begonnen, dan ontdek je ook waar herstel kan beginnen! Als wij willen leren om recht te doen, dan hebben wij hier te beginnen: dat wij weer leren vertrouwen op God! Hij heeft ons gemaakt. Hij zorgt voor ons. Hij kent mijn noden. Hij is dichtbij. Bij Hem zijn we veilig. Aan Hem hebben we echt genoeg. Bij niemand krijg ik het beter dan bij Hem. -Dan hoef je niet andere mensen uit te buiten. Hij zorgt toch voor je? Dan hoef je het recht niet te buigen. Zijn waarheid maakt vrij.

Iemand laten boeten voor de fouten van een ander. Dat is een groot onrecht dat Jesaja noemt. Er is maar één keer in de geschiedenis zoiets gebeurd, waar zoiets récht is. Dat is uniek. Dat is als God zijn Zoon naar deze aarde stuurt. En als Hij hem laat sterven voor ons! Hij was onschuldig. God zelf geeft Hem en Jezus geeft zichzelf om voor ons in de plaats te sterven. Vrijwillig en vol liefde. Door zijn dood koopt Hij ons vrij.

Kijk, als het gaat over leren recht te doen: Alleen door deze Jezus hebben wij uitzicht op een rechtvaardige wereld. Wij kunnen zelf geen rechtvaardige wereld maken. We kunnen ons wel door Jezus vrij laten kopen. Van onze zonde en schuld. Van de macht van de neiging om onrecht te plegen. We kunnen wel Jezus ontvangen en door ons heen laten werken met zijn Geest. Naast al ons struikelen zal Hij dan door ons heen een begin laten zien van Gods orde en recht en vrede. Mag Hij maken dat wij ons allemaal voor Hem openstellen.

En eens zal Jezus terugkomen. Hij zal als Rechter alle onrecht wreken. Hij brengt een volmaakte aarde waar recht en gerechtigheid woont.
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Ps.15: 1.2.3 (in de berijming van David Heek en René Barkema)
Wet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.9: 1.2.3 (Wees eerlijk, doe de mensen recht)
Gebed
Lezen: Jesaja 1,1-17
Lezen: Jakobus 1,27
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.50: 6.7.11
Tekst: Jesaja 1,10-17
Preek
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.350: 1.2.3.4 (God die leven hebt gegeven)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.21: 3.5.6.7 (uit het lied: Alles wat adem heeft love de Here)
Zegen