Elisa en de arme weduwe (2 Koningen 4,1-7)

Micha Nederland strijdt voor gerechtigheid en tegen armoede en onrecht. Deze preek past daar goed bij. -Wat is je uitzicht als je arm bent of steeds armer wordt, en er niet uit lijkt te kunnen komen? Wat moet je als je diep in de schulden zit? Hoe kom je van die schulden af? Hoe kun je weer opleven?

Preek over 2 Koningen 4,1-7:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Steeds meer mensen in Nederland hebben schulden. Het Algemeen Dagblad meldt in mei 2017 het volgende: “Bijna een op de vijf Nederlandse huishoudens kampt met problematische schulden; zij kunnen hun rekeningen niet meer op tijd betalen, staan rood of hebben een creditcardschuld die ze niet kunnen aflossen.” De krant plaatste een serie artikelen over verborgen schulden om het taboe op schulden te doorbreken.

Stel dat jij meerdere schuldeisers hebt. Ze willen allemaal het geld ontvangen waar ze recht op hebben. Maar jij kunt niet betalen. Misschien krijg je hulp van je familie. Of van de kerk. Je kunt ook naar de schuldhulpverlening gaan om hulp te krijgen. Een schuldhulpverlener zoekt met jou een oplossing in afstemming met de schuldeisers.

Eerst probeert hij of zij dat op een vrijwillige manier te doen. Vrijwillig voor degene die schulden heeft én voor de schuldeisers. Dat heet de minnelijke weg. Er komt een betalingsvoorstel. -Als het niet lukt op de minnelijke manier dan komt de rechter er aan te pas. Hij bepaalt een soortgelijk saneringstraject. Hij kan schuldeisers dwingen daar aan mee te werken.

Vandaag kijken we naar een arme weduwe die diep in de schulden zit. En naar de manier waarop God de Heer haar helpt door zijn profeet Elisa.

Onderwerp: GOD HELPT DOOR ZIJN PROFEET ELISA EEN ARME WEDUWE UIT DE PROBLEMEN.

1 We kijken eerst naar het 1e probleem: diep in de schulden
Je staat vast wel eens rood. Dat is dat je bankrekening in de rode cijfers staat. Vervelend wordt het als het vaker gebeurt. Of misschien sta je elke maand rood. Je nieuwe salaris wordt bijgeschreven en een groot deel daarvan gaat meteen op aan het wegwerken van de rode cijfers. Dat kan steeds sneller en steeds groter worden. Je vraagt je steeds meer af: Hoe kom ik rond? Die vraag kan over verschillende onderwerpen gaan: *Kan ik nog wel mijn sport betalen? Mijn abonnementen? *Of, als je al lang geen sport en abonnementen meer hebt: de winterjas van mijn kind is te klein of versleten, hoe kom ik aan een andere? Of: Waar betaal ik déze week mijn eten van?

In de geschiedenis waar we vandaag naar kijken zien we de vrouw van een van de profeten. In die tijd had je profetenscholen. Onder andere in Jericho, Betel en Gilgal. De profeet Elia reisde langs die profetenscholen om die profeten op te leiden. Zijn opvolger Elisa ging in zijn voetsporen.

De vrouw van een van de profeten riep Elisa te hulp. Haar man was gestorven. Zij bleef als weduwe achter met twee kinderen. Twee zonen.

Als weduwe zat deze vrouw in een kwetsbare positie. Ze stond alleen voor de opvoeding van haar kinderen. Ook voor het levensonderhoud van haar kinderen. In die tijd was dat extra kwetsbaar. Vaste betaalde beroepsarbeid was toen mannenwerk en er was geen weduwenpensioen of nabestaandenpensioen.

Deze vrouw roept Elisa te hulp nadat de schuldeiser gedreigd heeft haar zonen mee te nemen. Straks vertel ik daar meer over. Maar blijkbaar is er na het overlijden van haar man een tijd verstreken. De aanleiding dat ze naar Elisa toegaat is niet het sterven van haar man, maar de komst van de schuldeiser.
De vrouw heeft schulden. Het ligt voor de hand dat de vrouw die schulden heeft opgebouwd voor het levensonderhoud van haar en haar kinderen.

Ze kan haar schulden niet afbetalen. Logisch in haar situatie. Haar schuld wordt elke dag alleen maar groter. Haar zorgen groeien net zo hard: Ik kom nooit meer uit deze schulden. Er is geen uitweg. Nu is ook nog de schuldeiser gekomen met drastische maatregelen.
Zo kan het gaan met schulden: armoede en schulden zijn vaak een spiraal naar beneden. Wie één keer arm is wordt zomaar steeds armer. Veel arme mensen leven in een uitzichtloze situatie.

De oorzaak van de schulden ligt bij deze vrouw in het overlijden van haar man. Er kunnen ook andere oorzaken zijn van in de schulden komen. Een heel land kan zelfs tot armoede vervallen. Bijvoorbeeld door een oorlog, of droogte en mislukte oogsten, of andere natuurrampen. -Individueel kunnen mensen ook in de schulden komen. Bijvoorbeeld als je je baan verliest, of door ziekte. Het kan ook doordat je teveel geld hebt uitgegeven, of doordat je hebt geleend zonder dat je terug kan betalen, of door verslavingen. In zulke gevallen is het goed om niet alleen de schuld aan te pakken, maar ook het uitgavenpatroon of de verslaving.

2 We kijken naar het tweede probleem: de schuldeiser komt.
Hoe kom je van je schulden af? Dat is vaak een langdurige route. In ons land kun je daarvoor schuldhulp krijgen. Ik heb er al iets van verteld. Vaak is het een heel proces van schulden afbetalen en daarbij leven van een minimum.

De weduwe die bij Elisa komt moet haar schulden ook afbetalen. Elisa gaat niet voor haar betalen. Elisa gaat ook niet als profeet van God naar de schuldeiser om te zeggen dat hij de vrouw haar schuld moet kwijtschelden. De schuld moet afgelost worden!

De schuldeiser is gekomen. Hij heeft gezegd dat hij haar beide zonen wil meenemen om hen in te zetten als slaven. Op die manier kan ze haar schuld afbetalen. Hij heeft het haar aangezegd en hij zal het binnenkort uitvoeren. Misschien omdat haar zonen nu oud genoeg zijn om als slaaf te kunnen dienen. Voor de weduwe is dit heel erg: naast het verdriet om het gemis van haar man dreigt nu ook nog het gemis van haar zonen.

Mág zo’n schuldeiser die zonen meenemen en als slaaf laten werken om alsnog zijn geld te krijgen? In Nederland kan een bank beslag laten leggen op goederen om te zorgen dat schuldeisers toch nog hun geld krijgen. Of ze halen je huis leeg. Als iemand een schuld wel kán betalen, maar niet wíl betalen, kan hij gevangen gezet worden. Dat is om hem te dwingen alsnog te betalen.

Veel mooier zou natuurlijk zijn dat zo’n beslaglegging voorkómen zou kunnen worden. In ons land zijn veel maatregelen voor hulp aan wie in armoede leven. -Er zijn ook instanties die je helpen om te voorkómen dat je in de schulden komt of steeds armer wordt. Bijvoorbeeld het Nibud. Zij geven heel praktische tips.

In de tijd van Elisa waren er ook regelingen. God de Heer had zijn wetten gegeven. Gods volk moest opkomen voor de armen. Bijvoorbeeld: elk zevende jaar was er een verplichte algemene kwijtschelding van schulden. Als er toch armen waren, dan moest de mensen dat aan het hart gaan. Ze moesten aan de armen lenen zoveel als zij nodig hadden, zonder rente te vragen.
Bij het oogsten moesten ze het gewas aan de rand van het veld laten staan, voor de armen. Als het zover kwam dat iemand zich als slaaf verkocht, dan mocht dat maximaal voor 6 jaar én die slaaf moest goed behandeld worden.

Over dat laatste: het lijkt net alsof God het goedvindt als mensen zichzelf of hun kinderen uit armoede als slaaf verkochten. Maar als Gods volk zich hield aan Gods voorschriften van omgaan met de armen, dan was het helemaal niet nodig jezelf als arme slaaf te koop aan te bieden. Maar God weet hoe hard wij zijn. Dat wij toch ons zomaar laten beheersen door geldzucht, dat we toch zomaar onszelf verrijken ten koste van anderen. Daarom gaf God ook een voorschrift voor het geval dat iemand zichzelf uit armoede als slaaf verkocht. Als jullie het dan wel zover laat komen met je armen, dan geef Ik jullie toch mijn regels om dat op een goede manier te doen.

Maar Gods eigenlijke doel is: zorg dat er geen armen zijn! Jullie zijn geen slaven meer, maar vrije kinderen van Mij. Dat speelt ook in deze geschiedenis. Het grootste probleem van deze weduwe die bij Elisa komt is niet haar armoede. Waarschijnlijk is ze al langere tijd arm. Haar grootste probleem is de acute dreiging van slavernij. In dát probleem gaat God ingrijpen en zorgt Hij voor uitredding. De andere hulp komt daarbij.

God helpt op een bijzondere manier. Via meerdere opdrachten die Elisa aan de vrouw geeft. Die opdrachten vertellen veel over wie God is en wie die vrouw is. Maar eerst gaat Elisa inventariseren.

Elisa vraagt de vrouw: “Vertel, wat hebt u in huis?” Dat is een normale gang van zaken bij schulden. Wat heb je in huis? *Stel dat jouw huis leeg is. Je hebt wel veel geld op de bank of veel goedlopende aandelen. Dan ben je niet arm, maar rijk. *Stel dat je een groot huis hebt, luxe gemeubileerd, van alle gemakken voorzien. Je gaat naar de voedselbank om eten. Als het goed is, dan zeggen zij: “Hoezo ben jíj hier?”

Over armoede wil ik nog iets zeggen. De ene armoede is de andere niet. Je kunt je arm voelen, zonder dat je echt arm bent. En verder: armoede in het ene land wordt in het andere land nog lang niet als armoede gezien. Als je in Nederland op de armoedegrens zit, dan zou je in veel Afrikaanse landen rijk zijn. Het leven kan hier wel duurder zijn, maar dan nog zijn de verschillen groot.

Wat heb je in huis? Deze vrouw heeft niet meer te besteden dan alleen een kleine kruik olie. Dat kan zalfolie zijn voor lichaamsverzorging, of lampolie, of olie voor het bakken. Dat laatste daar heeft ze natuurlijk niks aan zonder meel. De conclusie is in elk geval: deze vrouw is echt arm.

We gaan naar de opdrachten die Elisa aan deze weduwvrouw geeft.
1 De eerste opdracht luidt: Ga van buiten veel lege vaten halen.
De vrouw moet naar buiten toe. Als je echt arm bent, kom je dan makkelijk onder de mensen? Vaak blijven echt arme mensen liever binnen. Ze trekken zich terug. Wat zullen de mensen zeggen als ze mijn oude versleten kleren zien? Wat voel ik als ik de luxe van anderen zie? Wat mis ik als ik de geur ruik van lekker eten dat anderen klaarmaken, terwijl ik al tijden niet meer lekker heb gegeten?

Maar deze weduwe moet naar buiten. Ze moet nog meer lenen! Lege vaten. De burinnen zien me aankomen: “Lege vaten. Wat moet je daar mee?” “De man Gods zei het.” En dan ook nog zoveel mogelijk vaten. Die opdracht klinkt als Gods opdracht aan Noach om een ark te bouwen op het droge. God vraagt deze weduwe geloofsvertrouwen!

God vraagt niet alleen maar geloofsvertrouwen. God vraagt haar heel veel geloofsvertrouwen. Er is een evenredige verdeling: Weinig vertrouwen betekent weinig vaten vragen en dat betekent weinig krijgen. Veel vertrouwen betekent veel vaten vragen en dan ook veel krijgen.

2 De tweede opdracht is: Sluit de deur.
Er is geen plek voor pottenkijkers. Bijvoorbeeld diezelfde burinnen die willen weten wat ze met die vaten gaat doen. Hoe het wonder zelf verloopt dat is privé. Alleen de weduwe en haar zonen worden er getuige van. Maar zelfs zij zien het gebeuren, maar ze begrijpen het niet.

3 Opdracht 3 luidt: Ga jouw beetje uitgieten in al die vaten, één voor één.
Zie je de weduwe staan? Ze heeft haar kleine kruikje met olie in de hand. Om haar heen staan allemaal vaten. Er is nog een beetje plek om vaten aan te dragen en te verplaatsen. Die vaten zijn allemaal een stuk groter dan dat kleine kruikje. Daar sta je dan. Met jouw kleine kruikje boven het eerste grote vat. Als deze kleine kruik dat éne vat helemaal vult, dát is al een wonder.
Maar de vrouw aarzelt niet. Ze doet precies wat Elisa heeft gezegd. Ze gaat inschenken. Haar beide zonen assisteren: ze zetten lege vaten voor haar neer, ze zetten gevulde vaten weg. Steeds weer. Het enige wat de vrouw hoeft te doen is inschenken. “Zij bleef maar gieten.” Ze kijkt niet in haar kruikje, ze wantrouwt en twijfelt niet. Ze heeft een sterk geloofsvertrouwen.

De olie blijft maar stromen. Uit dat ene kleine flesje. Totdat alle vaten gevuld zijn. Pas als er geen vat meer is stopt het stromen van de olie. God heeft door een wonder de olie vermeerderd.

De vrouw gaat naar Elisa en vertelt hem wat er gebeurd is. Elisa geeft haar nieuwe opdrachten.

4 De volgende opdracht is: Ga de olie verkopen.
Olie in die tijd bracht goed geld op. De vrouw is rijk. Maar kijk goed: Elisa helpt de weduwe niet door haar een zak met geld te geven. Hij geeft haar wel opdrachten die zij uit moet voeren. Hij zorgt dat zij de middelen heeft waardoor zij haar schulden kan aflossen én weer zelf in haar levensonderhoud kan voorzien.

Hoe help je mensen die echt arm zijn? Help je ze door ze een zak met geld te geven? Soms is directe noodhulp noodzakelijk: eten, water, kleding, tenten. Maar voor de lange termijn hebben mensen meer aan bijvoorbeeld microkredieten. Er zijn diverse organisaties die zulke kredieten verstrekken. Daardoor kunnen mensen weer een eigen baan krijgen en zelf inkomen genereren. Daar zijn ze voor de lange termijn mee geholpen.

5 Elisa’s vijfde opdracht is: Los je schuld af.
Als je diep in de schulden zit en je komt in de schuldsanering, dan is de eerste zorg hoe je van je schuld af komt. Natuurlijk moet je kunnen eten en leven, maar alles wat extra is wordt gekort. Eerst moet de schuld weg.

Het eerste wat de vrouw met het geld moet doen is de schuld aflossen. Elisa zegt niet: “Je bent rijk! Ga nu eerst maar even lekker uit eten. Ga fijn twee weken op vakantie met je kinderen. Als je weer thuis bent, dan kun je nog wel kijken hoe je doet met je schulden.” Nee, de schuld moet worden vereffend. Dat was de eerste zorg, en daar moet ook de eerste oplossing komen.

De vrouw heeft zoveel te besteden dat ze de hele schuld in één keer kan aflossen. Dat is echt een mirakel. Misschien dat wij daar jaloers op zouden worden als wij schulden hebben, of in de schuldsanering zitten. Maar God belooft niet dat Hij dat zal geven aan iedereen van ons die in de schulden zit. God laat wel zien dat Hij oog heeft voor arme en behoeftige mensen. Hij wil bijvoorbeeld niet dat anderen over deze weduwe heenlopen en dat haar zonen in slavernij raken vanwege armoede. God schakelt zijn profeet in om dat kwaad te voorkómen.

Mag God ook ons inschakelen? *Dat geldt in Nederland. Voor mensen in de politiek en voor ons allemaal: hoe voorkómen wij dat mensen die in armoede leven nog meer in een spiraal naar beneden komen? *Dat geldt ook voor armoede buiten onze grenzen. Ook in landen waar mensen van ónze weelde alleen maar kunnen dromen. Nemen wij als rijke landen echt onze verantwoordelijkheid naar arme landen? Hoe voorkómen wij dat het ook voor hele landen en volken waar wordt ‘eens arm, altijd arm, en steeds armer’?

6 Als laatste opdracht zegt Elisa tegen de weduwe: Leef met uw zonen van het overige.
Deze vrouw ontvangt erg veel. Ze ontvangt genoeg én om de hele schuld in één keer af te betalen, én om nog van de rest met haar zonen te kunnen leven. Denk aan zaken als eten en drinken en kleding. God bewaart deze vrouw ervoor dat ze ná het afbetalen van de schuld weer tot armoede vervalt. Dat is een grote bevrijding voor haar.

God bevrijdt haar ván haar schuld. God bevrijdt haar tót weer kunnen leven. Dat is typisch God! Zo zie je Hem steeds aan het werk. Dat heeft Hij het duidelijkst laten zien door zijn Zoon Jezus te sturen. Om ons te bevrijden van schuld en om ons als vrije kinderen van Hem te kunnen laten leven.

Dan gaat het ook om die andere schuld. De schuld van onze opstand als mensheid tegen God. Als het gaat over bevrijding van schuld dan kan die schuld niet ongenoemd blijven. De oerzonde van weglopen bij God vandaan is onze diepste schuld. Ook daar wil God ons van bevrijden. Door Jezus. En ook daar bevrijdt Hij ons tót leven. Volop leven als zijn kinderen van wie Hij houdt en die zijn liefde met anderen delen.

Ik sluit de preek af met twee lessen. Of je nu rijk bent, of arm, of daar tussen in.
Les 1 gaat over geloofsvertrouwen.
Het wonder in deze geschiedenis is niet alleen dat de olie blijft stromen. Het wonder is net zo goed het geloof van de vrouw. Deze weduwe heeft een sterk geloofsvertrouwen.
Hoeveel verwacht jij van God? Dat blijkt hierin: Hoeveel ruimte maak jij om Hem en zijn gaven te ontvangen? In je leven? In je agenda? In je relaties? Op school? In je werk?
En als het specifiek gaat om armoede: hoeveel ruimte maak je daar? Vertrouw je op de God van je leven? Durf je Gods hulp in te roepen? Ook via andere mensen in en buiten de kerk?
Hoe meer ruimte je maakt, des te meer kun je ontvangen.

Les 2 gaat over geven van wat je in huis hebt.
De vrouw geeft het kleine beetje dat zij heeft en de Heer vermeerdert het. Daar kunnen wij ook iets van leren.
Wat heb jij in huis? Als je arm bent en schulden hebt, zet jezelf dan niet weg als verliezer. Kijk wat je in huis hebt. Letterlijk én figuurlijk! Ben je bereid dat te geven? Wees blij met jezelf. Zet ál je gaven in. Beperk jouw delen niet tot ‘social media’.
God sluit aan bij wat Hij jou al heeft gegeven. Gaven en talenten en goede daden die God van tevoren al heeft klaargelegd in Jezus Christus. God zal het vermeerderen! Zo kun je zijn waarvoor je gemaakt bent. Ook als je in materieel opzicht arm bent. Jouw identiteit ligt niet in je rijkdom of je armoede, maar in Christus. Wees tot een zegen. Dankzij de Heer.
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Levensliederen Ps.146: 1.2.3
Wet
Zingen: Levensliederen Ps.146: 4.5.6
Gebed
Lezen: 1 Koningen 17,1-16
Lezen: Jakobus 1,27
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 23c: 1.2.3.4.5 [Mijn God, mijn herder zorgt voor mij]
Tekst: 2 Koningen 4,1-7
Preek
Zingen: Opw.378 [Ik wil jou van harte dienen.]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.68: 2.3.8
Zegen