Focus op Vader! (Matteus 6,33)

Afgelopen zondag nam ik afscheid als predikant van de gereformeerde kerk van Dokkum. Na de dienst was er een samenzijn met de gemeente. Daar stond een rij tafels. Die waren helemaal gevuld met heerlijk eten. Een tafel van overvloed. Hier als symbool van de goede zorg van onze Vader in de hemel. Hij geeft ons overvloedig al het goede.


Preek over Matteus 6,33:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Denk eens na over deze vraag: Waar maken mensen zich druk om? […]

Misschien zijn dít zaken die vandaag vooral door ú heengaan: Voor de gereformeerde kerk van Dokkum gaat er veel veranderen. De gemeente is steeds kleiner geworden. De dominee vertrekt. *Gelukkig is er een vervolg. Samen met de zusterkerk van Driesum. Maar dat is nog een hele weg om te gaan. Je denkt: Hoe komt dat allemaal? *Ook als je op een andere plek verder gaat kan er veel door je heen gaan. Zal ik/ zullen wij onze weg vinden?

Waar maak jij je drúk om?… Dat kan ook over andere dingen gaan. *Je bent gaat studeren. Je denkt: Haal ik de propadeuse? *Je bent weer aan het werk gegaan na de vakantie. Je denkt: Wat voor jaar wordt het dít jaar? *Of je gezondheid staat onder grote druk. Je denkt: Welke weg heb ik te gaan?

Jezus zegt iets heel opvallends. Hij zegt: “Maak je maar druk om één ding: om de zaak van jouw hemelse Vader.”
Negeert Jezus onze moeiten en zorgen? Juist niet… Kent Hij onze behoeften niet? Juist wel… Juist daarom wijst Jezus ons op onze hemelse Vader.

Onderwerp: KINDEREN VAN VADER, ZOEK EERST GODS RIJK EN GODS RECHT.

“Waar maken mensen zich druk om?”, zei ik. Er is een verschil tussen ‘je druk maken om iets’ en ‘je druk bezig houden met iets’.
Bij ‘je druk maken óm iets’ gaat het over bezorgdheid. Stel dat je kinderen hebt. Je oudste kind gaat voor het eerst naar de basisschool. Spannend voor je kind. Maar ook voor jullie als ouders: Hoe zal het gaan?… Of je eerste kind gaat naar een middelbare school wat verder weg: met de fiets of de bus. Misschien denk jij: Kan dat allemaal zomaar?…
Iets anders is: druk bezig zijn mét iets. Dat gaat over: Waar steek je al jouw tijd en energie in? Denk daar maar eens over na. Waar steek je al jouw tijd en energie in?… Praktisch gezien is dát voor jou het belángrijkste in je leven.

Misschien weet je van Jezus die op bezoek was bij Lazarus, Maria en Marta. Maria luistert de hele tijd aan de voeten van Jezus. Marta is ontzettend druk met de bediening. Dat bedoelt ze goed. Maar Jezus zegt:
‘Marta, Marta, je bent (1) zo bezorgd en (2) je maakt je veel te druk. (Lucas 10,41) ‘Je zorgen maken óver iets’ en ‘je druk maken mét iets’ liggen dicht tegen elkaar aan. Allebei kunnen ze het koninkrijk van God in de weg staan. Marta is zo druk met haar bediening, dat ze Jezus zelf vergeet.

Jezus ziet om zich heen mensen die druk in de weer zijn. Hij heeft zorg voor hen! Hij ziet hun zorgen. Hij ziet hun drukte in het leven. Jezus wil dat het hen écht goed gaat. Daarom zet Jezus zaken in de goede verhouding. Wat zijn meer belangrijke zaken om druk mee bezig te zijn, en wat minder belangrijke.
Maar eigenlijk zegt Jezus iets heel rigoureus: er is maar één zaak echt belangrijk om druk mee bezig te zijn!

Denk eens aan de gemiddelde Nederlander. In Nederland maken veel mensen zich druk om zaken van luxe. Maar er zijn belangrijker dingen.
Als je vluchteling bent, zonder nog een nieuw thuis, dan maak je je misschien druk om vragen als: ‘Wat zullen we vandaag eten en drinken? Wat als de kleren die ik aanheb versleten zijn? Waar kan ik vannacht slapen?’
Dat gaat over primaire levensbehoeften. De apostel Paulus schrijft ergens: “Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn.”(1 Timoteüs 6,8)
In die zin zijn die vluchtelingen met belangrijker dingen bezig dan wij als wij van pure luxe niet weten wat we zullen kiezen.

Maar Jezus zegt: Er zijn dingen die nog belangrijker zijn dan jouw primaire levensbehoeften. Om dat te zien moet je het onderscheid weten tussen aardse schatten en hemelse schatten. Aardse schatten vergaan, hemelse blijven.

Jezus noemt bij aardse schatten voorbeelden. Bijvoorbeeld het zoeken van de eer van mensen. Of het uit zijn op geld en bezit. Weet je wat opvalt? Eten, drinken en kleren horen ook bij de aardse schatten.

Om al die dingen kun je je heel druk maken. Maar Jezus zegt: Je hebt een lichaam en een ziel. Je lichaam is meer dan je kleding. Je ziel is meer dan je eten. Jij zelf als uniek mens bent van meer waarde dan wat je eet en wat je aantrekt. Wat je eet en wat je aantrekt vergaat, maar hoe komt het met jou persoonlijk in de eeuwigheid?… Dat is de belangrijkste vraag.

Jezus zegt: Maak je druk om de hémelse schatten. Die zijn echt van waarde. Die zijn ook blijvend van waarde. Eeuwig! En niemand kan die van jullie afpakken.

Jezus noemt ook bij de hemelse schatten voorbeelden. Hij zegt: Zoek jullie eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.

*Denk eens aan een Nederlands paspoort. Daarop staat ‘koninkrijk der Nederlanden’. Veel mensen uit andere landen zouden daar graag bij horen.
Het koninkrijk van God is veel mooier. Daar vind je eeuwig geluk.
Waar moet je zijn dan? Bij God, de Kóning van dat Rijk.
Wat zie je als je denkt aan een koning? In de Bijbel is dat een vader. Een goede koning is als een vader (en als een moeder) voor zijn volk. Hij beschermt hen, Hij zorgt voor hen, bij niemand krijgen ze het beter. God doet dat volmaakt. Hij wil dat jullie niet alleen tijdelijk gelukkig zijn op deze aarde, maar eeuwig samen met Hem op de nieuwe aarde.

*Denk eens aan een rechter. Rechters nemen het op voor de zwakken en voor wie onderdrukt worden. Goede rechters dragen bij aan een rechtvaardige en veilige samenleving. Wat zou het mooi zijn als de aarde veilig was. Als er overal recht en vrede heerste. God is de volmaakte Rechter. Hij wil zo’n samenleving. Als je zijn recht zoekt, dan zet je niet jezelf voorop. Dan wil je graag leren om de ander te dienen. Zulke dingen hebben blijvende waarde.

Zoek jullie eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. ‘Eerst’ dat gaat over vandaag. Maak je niet druk over hoe het morgen zal gaan. Morgen zorgt wel voor zichzelf. Jouw taak is vandaag te leven. Doe dat op deze manier: Focus je helemaal op God, jouw Vader, jouw Koning, en op zijn Recht.

De allergrootste schat dat is God de Vader zelf, met zijn liefde en zijn trouw.
Ga met God en Hij zal met je gaan.

Hoe kun je je richten op de hemelse schatten als je toch ook die andere dingen nodig hebt?

De vraag stellen is haar beantwoorden. Als Vader in de hemel jouw grootste schat is, dan hoef je niet bang te zijn. Hij wil alles voor ons zijn. Van ons vraagt Hij één ding: Dat wij zijn liefde aannemen. Dat we niet bij Hem vandaan lopen. Alsof we het bij een ander beter krijgen. Hij wil ons leren dat wij graag zijn kinderen zijn. Dat we graag leven van zijn goede zorg voor ons.

Denk eens aan de vogels in de lucht. Denk aan zwaluwen. Hun eten vliegt door de lucht. Miljoenen kleine vliegjes. Zwaluwen hoeven zich geen zorgen te maken over zaaien, oogsten en schuren bouwen. Ze kunnen zich zomaar tegoed doen. Daar zit jullie hemelse Vader achter. Als Hij al zo goed voor die vogels zorgt, hoeveel meer dan niet voor jullie? Jullie zijn Hem nog meer waard dan zij.

Denk eens aan kleurige bloemen. In Dokkum heb je de mooiste orchideeën in het wild. Als je de plekjes maar weet. Die bloemen werken niet en weven niet. Hoe komen ze aan hun prachtige kleuren? God kleedt ze. Dan zal Hij toch veel meer voor jullie zorgen?

Voor Jezus is het volstrekt logisch. God is de hemelse Vader. Hij zorgt. Jezus zelf leeft elke dag van die zorg van zijn Vader. Hij twijfelt er geen seconde aan. Hij leeft bij de dag en maakt zich niet druk over morgen. Hij laat zich sturen door zijn Vader.

Jezus zegt tegen zijn leerlingen: Hoe kunnen jullie dan leven alsof je geen Vader in de hemel hebt? Dat is ongerijmd!

John Stott haalt een gedichtje aan over een mus en een roodborst.
Het roodborstje zei tegen de mus: “Ik zou werkelijk wel eens willen weten waarover deze angstige mensen zich zo druk en bezorgd maken.”
De mus antwoordde het roodborstje: “Vriend, ik denk dat het komt omdat zij niet zo’n hemelse Vader hebben als Hij die zorgt voor jou en mij.”

In het echt zorgt God niet alleen voor vogels. Hij zorgt op een heel speciale manier voor óns. Hij maakt mensen door Jezus weer zijn kinderen. Hij zorgt ervoor dat wij met Jezus mee een Vader in de hemel hebben die voor ons zorgt!… Als je dat weer eens vergeet, denk dan aan de zwaluwen en de orchideeën. Jezus zegt: Wees niet kleingelovig. Dat betekent dat je weinig verwacht van God. Wees juist gelovig. Je mag echt al het goede verwachten van jouw hemelse Vader.

Toen ik die dingen aan het overdenken was viel me opeens iets op. Jezus vraagt dat wij God alleen dienen. Je kunt niet twee heren dienen. Maar vervolgens geeft Jezus voorbeelden van hoe God als onze hemelse Koning en Vader ons dient. Dat is bijzonder! Góds grootste zorg voor ons is niet hoe wij Hem kunnen dienen, maar hoe Hij ons kan dienen!

Het gaat er niet om dat ik zeg: “Wat móet ik voor U doen?” Alsof wij Gods slaven zijn.
Het gaat er ook niet om dat ik zeg: “Wat kán ik voor U doen?” Alsof God mij nodig heeft.
Het gaat er wel om dat je op een gelovige manier bij de dag leeft. Zoek éérst Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid. Leef vandaag op deze gelovige manier, dat je zegt: Wat wilt U, mijn God en Vader, vandaag doen voor mij?…

Dat is het goede nieuws van God de Vader. Hij wil mij dienen! Helemaal onverdiend voor mij!

Onze taak is God dienen. Wij dienen Hem door Hem de plek van onze hemelse Vader te laten. Door Hem ons te láten dienen. Hem voor ons te láten zorgen. Dat je Hem samen met al zijn gaven ontvangt in alle eerbied, dankbaarheid en vertrouwen. Hoeven wij zelf dan niet meer God te dienen? Eigenlijk is het veel mooier: Als God zegt: “Mag Ik jou dienen?”, dan zit daar ook in: “Mag IK jou veranderen? Mag Ik dat ook vandaag doen? Heel concreet?” Al ons dienen van God dat is een onderdeel van de cadeaus die God zelf aan ons geeft! Hij dient ons doordat Hij ons van binnenuit verandert.

Jezus zegt nog iets. Hij zegt: Als je Gods goede Vaderzorgen voor jou aanneemt, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. Dat gaat over de nieuwe aarde straks en over de huidige aarde nu. Jezus wil ons laten delen in het geluk van God. Op de nieuwe aarde zal dat volmaakt zijn. Maar ook op deze aarde mogen we daar al iets van proeven.

Kijk maar: Als je je door God jouw hemelse Vader láát dienen, dus als HIJ je gaat veranderen, hoe komt het dan met de kerk en met de samenleving? Als je God de Vader werkelijk voor jou laat zorgen, dan heeft dat grote gevolgen. Dat hoort bij het goede nieuws van God. Dan zal Hijzelf daarna ook dóór ons zorgen voor de mensen en de schepping om ons heen. Dan zal HIJ ons nu al inzetten om recht te doen.

1 Je gaat niet meer vastzitten aan aardse schatten. Bijvoorbeeld aan geld en bezit. Je bent wars van hebzucht en uitbuiten. Jij gaat voor de grootste schat.
2 Je zoekt ook geen eer van mensen. Jij gaat voor de grootste schat.
3 Je stopt al jouw inspanningen om het God naar de zin te maken. Je stopt ook met anderen daartoe te dwingen. Al het goede komt alleen van God. Niet van jou of anderen. Je wilt alleen nog leven van God de Vader die jou het goede geeft.
4 Je leert steeds meer bij God te komen met lege handen. Je leert steeds meer ze te laten vullen door jouw hemelse Vader.
5 Je hebt genoeg aan wat je vandaag van God krijgt. Je ziet hoeveel dat is. Je vertrouwt dat God vandaag en gister en morgen dezelfde is met al zijn goede zorg voor jou. In een wereld vol onrecht en zorgen om morgen heb jij genoeg aan het brood dat God jou vandaag geeft.
6 God maakt een nieuw mens van je. Als Hij alles voor jou mag zijn, met al zijn dienende liefde, dan gaat Hij zichzelf ook door jou heen laten zien aan de mensen om jou heen. Met al zijn zorg en zijn liefde. En zijn recht.

Ik noem een paar voorbeelden:
Dan kun je samen verder als twee kerken die één worden. Want dan gaat het niet meer om jouw bezittingen, jouw belangen, jouw eer, maar om samen genieten van Vaders zorg en liefde.
Dan zijn asielzoekers welkom en veilig bij jou. Jij bent niet bang dat jij tekort komt. Jij buit ze niet uit. Je bent juist met ontferming bewogen.
Dan ga je met vertrouwen je school, je opleiding of je werk tegemoet. Ook daar zorgt Vader voor jou. Je bent benieuwd wat Hij daar voor jou en door jou wil betekenen.
Als je mogelijkheden afnemen blijf je toch vertrouwen. De zorg van jouw Vader voor jou en voor wie bij jou horen neemt nooit af. Hij heeft jullie eeuwige geluk met Hem op het oog.

Jezus leert ons bidden. Jezus leert ons leven.
Vaak heb ik gebeden op de manier van: “Heer, wat kan ik betekenen voor U?”
Jezus leert mij dat dat niet de goede manier van bidden en van leven is.
Ik wil zo graag iets voor God doen. Maar als ik op die manier leef maak ik God afhankelijk van mij.

Jezus leert ons het goede bidden en het goede leven. Wij hebben een Vader in de hemel! En daarom: Als je bidt, bid dan: “Vader in de hemel, wat wilt U vandaag betekenen voor mij?”

Dat is spannend. God kan elke dag iets anders geven. Hij kan mij inzetten op manieren waar ik nooit aan had gedacht. Maar één ding weet ik zeker: Als HIJ het geeft, dan komt het uit zijn Vaderhanden. Dan is het goed. Daar mag ik alle vertrouwen in hebben.

God maakt echt vrij. Vrij van alle dwang om jezelf te dienen. Vrij van alle dwang om mensen te dienen. Of het geld. God maakt je zelfs vrij van alle dwang om Hem te dienen.
God maakt je vrij doordat Hij jou dient. Kijk maar naar Jezus in zijn overgave voor jou. Wat een onverdiende goedheid.

Als je dat van Hem aanneemt, als God de Heer zo jouw God en Vader mag zijn, dan maakt God zelf je een dankbaar, blij en dienstbaar mens. Hij schittert door jou heen! Dan zijn mensen veilig bij jou. Dan gaat God jouw leven maken tot één groot bewijs van zijn genade.
Amen

Liturgie:
Votum en groet
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 23c: 1.2.3.4.5 [Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij.]
Gebed
Lezen: Matteus 6,19-34
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.38: 1.2.3.4 [Zoek eerst het Koninkrijk van God.]
Tekst: Matteus 6,33
Preek
Geloof: Gereformeerd Kerkboek Gez.161: 1.2.3.4 [Heer, U bent mijn leven.]
Dankgebed en voorbede
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.174: 1.2.3 [Zo vriendelijk en veilig als het licht.]
Collecte
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 910: 1.2.3.4 [Soms groet een licht van vreugde.]
Zegen