Gaven van de Geest

Vanuit de hemel hebben God de Vader en God de Zoon de heilige Geest uitgestort op Jezus’ leerlingen. De Geest leert hen liefde. Liefde is de vrucht van de Geest van God. De Geest geeft hen gaven. Gaven om de liefde onderling en naar buiten toe handen en voeten te geven.

Preek over 1 Korinte 12,1-11:

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus, gasten, luisteraars,

Vanmorgen begin ik met de jongens en meisjes van groep 5 t/m 8 van de basisschool. Kom maar naar voren.

Jongens en meisjes, kijk eens: wat heb ik hier bij me? [Allemaal puzzelstukken.]
Als ik jullie nu allemaal een puzzelstuk geef, wat zou de bedoeling daarvan dan zijn? [Dat we er samen een puzzel van maken.]

Ik geef jullie elk een stuk van de puzzel. Ik heb 12 stukken. Als we met meer zijn moeten jullie maar even samen doen. Hebben jullie allemaal precies dezelfde stukken als het gaat om de vorm? [Sommige wel, andere weer anders.]

Maak er nu samen maar een mooie puzzel van. […]
Wat komt er uit de puzzel? Wat stelt het voor? [Het is een kerkgebouw.]

Vandaag is het Pinksteren. De preek gaat over de gaven van de heilige Geest. Iedere gelovige in de gemeente krijgt één of meer gaven van de Geest. Sommigen dezelfde. Andere weer andere. De Geest geeft heel verschillende gaven.

Als je nu aan de verschillende stukken van die puzzel denkt, en wat we daar mee gedaan hebben wat is dan de bedoeling van die verschillende gaven?
[Dat wij er samen een mooi geheel van maken! Gaven van de Geest krijg je niet om ze voor jezelf te houden en apart te laten, maar om samen, met al die gaven, een mooie gemeente van Christus te vormen.]
Daar gaat de preek over. Ga maar zitten en luister maar.

Het thema van de preek is:
DE ENE GEEST SCHENKT VERSCHILLENDE GAVEN TEN BATE VAN ALLEN.

Over geestelijke gaven is veel strijd. Over geestelijke gaven is ook veel onbekendheid. Dat moet anders. Paulus zegt: op dit vlak hoort geen onkunde te zijn, maar kennis van zaken. Daarom een preek over de gaven van de Geest.

Aan de hand van zeven vragen kijken we naar dat onderwerp.
De eerste vraag is: 1 WAT IS ER AAN DE HAND IN DE GEMEENTE VAN KORINTE?
Om 1 Korinte 12 te begrijpen moeten we iets van de achtergrond weten.
De gemeente van Korinte is een bevoorrechte gemeente. Hoofdstuk 1,4-7 zegt:
“Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus zijn genade heeft geschonken. Door hem bent u in elk opzicht rijk geworden. Alles wat u zegt en al uw kennis bewijst dat het getuigenis over Christus bij u verankerd is, en hierdoor ontbreekt het u terwijl u op de komst van onze Heer Jezus Christus wacht, aan geen enkele gave van de Geest.”
Stel je voor: geen enkele gave van de Geest ontbreekt in de gemeente van Korinte.

Maar er is wel een probleem. In de gemeente is ernstige verdeeldheid. Dat blijkt uit het geheel van 1 Korinte 12 tot en met 14 waar Paulus over de gaven van de Geest schrijft. De gemeenteleden wedijveren onderling met de gaven die ze gekregen hebben en ze nemen elkaar daarmee de maat.

Eén van de gaven die in de gemeente voorkomt is de gave van klanktaal. Dat is in de Bijbel óf het spreken in een bestaande taal die degene die deze gave heeft van zichzelf niet beheerst óf het spreken in een soort van engelentaal.
In hoofdstuk 13,1 noemt Paulus talen van alle mensen en talen van de engelen. Klanktaal is een mooie gave. Maar Paulus waardeert de gave van profetie als een hogere gave. Klanktaal is een gave die vooral verrijkend en bemoedigend is voor jezelf. Bijvoorbeeld om nieuwe moed te krijgen in moeilijke omstandigheden. Maar met profetie kun je veel directer ook elkáár opbouwen.

Maar klanktaal kan wel veel spectaculairder ogen dan profetie. In de gemeente van Korinte zeiden mensen: de gave van klanktaal is de hoogst gave. Ja blijkbaar zeiden ze zelfs: als je de gave van klanktaal niet hebt, dan heb je eigenlijk niet de heilige Geest gekregen. De gave van klanktaal is een exclusief bewijs dat je de Geest hebt ontvangen.

Daartegen komt Paulus in het geweer. Hij trekt aan het begin van zijn schrijven over de gaven van de Geest twee grenslijnen. Dat doet hij in vers 2 en 3. Daarmee komen wij bij ons tweede aandachtspunt.

2 WAT JE NIET MOET DOEN MET GEESTELIJKE GAVEN.
Paulus trekt twee strepen of grenzen. Om af te bakenen hoe het niet moet.
De eerste afbakening is: Maak van geestelijke gaven geen afgoden.

Een deel van de gemeenteleden was van oorsprong heiden oftewel niet-joods. Van huis uit dienden ze niet God de Heer, maar afgoden. Maar toen ze God de Heer leerden kennen veranderde dat radicaal. Door Jezus Christus leerden ze God echt kennen. Toen ontdekten ze helemaal dat ze geen afgoden nodig hadden. Niets en niemand gaat boven God en zijn Zoon uit. Zo bevrijdde God hen van hun gevangen zitten in afgoden.

Die bevrijding moeten de Korintiërs nu niet gaan opgeven. Helaas waren ze daar wel hard mee bezig in hoe ze omgingen met de gaven van de Geest. Kijk, afgoden zijn niets. Ze bestaan niet. Totdat wij ze maken. Van de mooiste dingen die God geeft kunnen wij een afgod maken. Zelfs van geestelijke gaven. Precies dat gebeurde in de gemeente van Korinte. Er zijn opgeblazen christenen die de gave van de klanktaal feitelijk belangrijker vinden dan de Gever zelf. Met die gave kijken ze op andere christenen, hun broeders en zusters, neer. Ze verafgoodden die ene gave! Dan wil Paulus hier duidelijk maken: domme Korintiërs, jullie vallen terug in jullie oude patroon van afgoderij. Maar daarvoor heeft Jezus Christus je niet vrijgekocht en daarvoor is Hij niet jullie Heer.

De tweede grenslijn die Paulus trekt is deze: Maak van geestelijke gaven geen sjibbolet. Een sjibbolet maak je als je ergens iets exclusiefs van maakt om onderscheid te maken tussen de een en de ander. Jij hoort er wel bij en jij niet. Toen verschillende stammen van de Israëlieten in de Richterentijd met elkaar op de vuist gingen zeiden de mensen aan de grens: “Zeg eens ‘sjibbolet’.” Als ze dat niet konden, dan hoorden ze niet bij de eigen stam die dat accent wel had, en dan werden ze afgemaakt.

Zo moet je niet doen met de gaven van de Geest. Je kunt niet één van die gaven daar uit lichten en zeggen: “Dit is de exclusieve gave van de Geest. Pas als je deze gave hebt dan heb je echt de Geest ontvangen. Als je deze gave niet hebt, dan ben je maar een halve christen, want dan mis je de Geest.”
Dat zit achter vers 3. “Vervloekt is Jezus”, of “Jezus is onder de ban” dat zal niemand zeggen door de heilige Geest. Maar Jezus belijden als Heer, hier is dat Hem ook erkénnen als Heer, dat kan alleen door de heilige Geest. De christenen die niet de gave van de klanktaal hebben ontvangen, die hebben de Geest zelf echt wel gekregen. Hij gaf aan hen alleen ándere gaven.

Maak daarom van gaven die spectaculair ogen geen exclusief kenmerk van de Geest. De Geest geeft ook gaven als onderwijzen, troosten, weggeven en leiding geven. Die zijn niet minder belangrijk dan die andere gaven.

Impliciet zien we hier wel een belangrijk kenmerk voor de gaven van de Geest. Het zijn gaven van de Geest van de Heer Jezus Christus. In die gaven, wat je er mee doet en hoe je ze gebruikt moet Jezus Christus centraal staan. Krijgt Hij alle eer? Komen mensen dichter bij Hem? Als dat niet het geval is, blijf dan uit de buurt. Als Hij wel uitkomt en alle eer krijgt, dank dan God.

Dat zijn de twee grenslijnen die Paulus trekt. Wat moet je niet doen?
Maak van geestelijke gaven geen afgoden.
Maak van geestelijke gaven geen sjibbolet om je tegen elkaar af te zetten.

Een derde punt is: 3 WIE IS DE GEVER VAN DE VERSCHILLENDE GAVEN?
De gaven in de gemeente van Korinte zijn heel verschillend. Maar dat is geen reden om ze tegen elkaar uit te spelen. De Gever van de gaven is één en dezelfde. De Gever van de gaven is de drie-enige God.

Heel mooi zien we dat in vers 4-7. Paulus noemt verschillende woorden voor de gaven:
*Charismata. Daarin zit het woordje charis en dat betekent genade. Het zijn gratis gaven. De Geest van de genade deelt ze uit.
*Dienende taken. Jezus geeft zijn leerlingen gaven en taken om te dienen. Weet je nog dat Hij zelf juist was gekomen om te dienen?
*Werkingen van bijzondere kracht. Daarbij mag je aan wonderen denken. God doet wonderen en Hij alleen. Maar Hij doet dat ook door zijn Zoon Jezus Christus. En blijkbaar ook door Jezus’ leerlingen heen.

Die drie namen voor de gaven zeggen niet dat er drie categorieën gaven zijn. Maar zoals God één is, zo is het werken met gaven ook een eenheid. De drie namen zeggen iets over drie kanten die aan gaven zitten: ontvang de gaven als genadegeschenk van God, gebruik de gaven om elkaar ermee te dienen, en geef ruimte aan de kracht van God, zodat Hij zijn werk kan doen.

Het is allemaal Góds werk. Het blijft ook zijn werk. Nooit nemen wij de regie over de gaven over. Nooit kunnen wij zeggen: Dit heb ik gedaan in mijn kracht. Zoals Mozes die zei: “Zal ik water tevoorschijn halen uit deze rots?” Of zoals de zonen van Scevas die zeiden: “Wij zullen die demonen wel even uitdrijven.” Wij hebben nooit het recht om een gave op onze naam te zetten. Maar geef God de eer.

4 WELKE GAVEN GEEFT DE GEEST BIJVOORBEELD?
Paulus geeft een opsomming van een negental gaven van de Geest. Op andere plaatsen in het nieuwe testament lezen we andere opsommingen. Blijkbaar gaat het Paulus niet om een categorische indeling van gaven. Zo van: Hier heb je de complete lijst. Paulus geeft voorbeelden. Daarbij gaat het hem er vooral om dat, hoe verschillend de gaven ook zijn die aan verschillende gelovigen worden gegeven, de Gever een en dezelfde is.

Toch krijgen we natuurlijk wel inzicht in wat voor gaven er zoal geschonken waren aan de gemeente van Korinte. Opvallend is dat klanktaal en de uitleg daarvan als láátste genoemd worden. Terwijl die juist voor Korinte zo belangrijk waren. Paulus zet ze niet voor niks achteraan. Hij gooit ze niet weg. Hij zegt in hoofdstuk 14,5: “Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken.” Maar hij ordent wel. Hij zegt in 14,5 ook: “Maar ik wil nog liever dat u profeteert.”

In elk geval noemt Paulus heel verschillende gaven die iets zeggen over de rijkdom en de breedte van de gaven die de heilige Geest aan de gemeente schenkt.
Woorden van wijsheid. Wijze woorden en diepe inzichten die God geeft. Misschien ligt hier een link met het begin van de brief waar Paulus sprak over de wijsheid van God en de gekruisigde Jezus Christus wat veel mensen maar dwaasheid vinden.
Woorden van kennis. O dat bedoelt God dus. Dat kunnen diepe inzichten in de Bijbel zijn.
Geloofsvertrouwen. Hier gaat het niet over het gelovig vertrouwen op Jezus Christus als jouw Redder en Heer. Dat is de weg voor elke christen. Als geloofsvertrouwen als aparte gave van de Geest wordt genoemd, dan mag je denken aan uitzonderlijk vertrouwen. Of, wat 1 Korinte 13,2 noemt: geloof dat bergen kan verzetten.

Gaven van genezingen zijn er ook. Dat kan gaan over innerlijke genezing en over lichamelijke genezing. Soms ontvangen mensen na gebed voor genezing geen lichamelijke genezing, maar wel innerlijke genezing. Vaak zijn ze daar nog dankbaarder voor.
Kracht om wonderen te verrichten. In de Bijbel onderstreept God met wonderen de verkondiging van het goede nieuws en brengt Hij mee daardoor mensen tot geloof in het evangelie.

Profetie. Ook hier gaat het niet over de taak van ons allen als profeten, maar over een bijzondere gave. Blijkbaar om Gods licht ergens over te laten schijnen.
Onderscheiden van geesten. Volgens sommigen gaat dit over onderscheid kunnen maken tussen wat van God komt en wat van de duivel. Volgens anderen gaat het over de taak om profetieën te wegen en helder te krijgen wat de Geest er precies mee wil zeggen. Dan gaat het meer over de beoordeling en interpretatie ervan. Neem niet alle profetieën in de kerk klakkeloos aan, maar toets ze aan Gods Woord, de Bijbel. Dat moeten we allemaal, maar blijkbaar zijn sommige mensen hiervoor speciaal begiftigd met een gave.
Tenslotte: allerlei soorten klanktaal en de uitleg daarvan. Daar hebben we het al over gehad.

Wat een rijke verscheidenheid aan gaven schenkt de Geest van Jezus Christus!
Prijs God daarvoor.

Een belangrijke vraag is nu: 5 HOE KRIJG JE DEEL AAN DE GAVEN VAN DE GEEST? Vers 11 zegt: De Geest deelt ze aan iedereen afzonderlijk toe zoals Hij wil. Hij geeft niet alleen vanuit de volheid van God. Hij beslist ook wie wat krijgt, wanneer en hoe lang.

Onze opdracht is niet om jaloers te zijn op de gaven van een ander. Of om de gaven die we zelf hebben gekregen minder belangrijk te vinden. *Paulus zegt even verderop: Leden van het lichaam die belangrijk zijn ontvangen minder eer. Zij hebben dat niet nodig. Leden die minder belangrijk zijn ontvangen meer eer. *Dat principe geldt ook voor de gaven van de Geest. Niemand van de leden kan zeggen: “Mijn gave is overbodig.” En de gemeente kan niet zeggen: “Wij hebben jou met jouw gave niet nodig.” We hebben elkaar wel nodig. Samen vormen we immers dat ene mooie geheel, dat God met ons voor ogen heeft? Waardeer je eigen gave. Waardeer elkaars gaven. Erken achter die gaven de ene Gever ervan.

Hoe krijg je deel aan de gaven van de Geest? Door Hem erom te vragen!
Kijk maar in 1 Korinte 12,31. Daar staat: “Richt u op de hoogste gaven.” En in 1 Korinte 14,1 staat: “Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie.” Hier staan sterke uitdrukkingen. De gaven van de Geest komen je niet vanzelf aanwaaien. God wil er om gebeden worden! Hoe krijg je deel aan de gaven van de Geest? Streef ernaar. Strek je ernaar uit.

Dit is een belangrijk punt. Er zijn stromingen in de kerk die zeggen dat de gaven van de Geest een gepasseerd station zijn. Ze zijn iets van vroeger. Startontstekers. Maar niet voor nu. Als je zo denkt dan zul je niet vragen om de gaven van de Geest. Maar in de Bijbel geldt: ‘Kinderen die niet vragen die worden overgeslagen.’ God wil dat wij bidden om vergeving. En dat wij bidden om de heilige Geest. En volgens Paulus ook dat wij ons biddend uitstrekken naar de gaven van de Geest.

In de Bijbel is geen sprake van een inperking van gaven, maar van een uitbreiding. Van de apostelen gaat het naar de zeventig, en van de zeventig gaat het naar alle leerlingen van Jezus. Marcus 16,17-18 zegt: “Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.”

Daar kunnen wij niet aan willen, maar daar doen we onszelf tekort mee. Dan zeggen we tegen God dat we sommige cadeaus van Hem wel willen en andere niet. -We onthouden Hem daardoor ook mogelijkheden om ons in te zetten en we onthouden God zelf zo de eer. -We doen ook elkaar tekort. Juist de gaven van de Geest worden door God gegeven om de geméénte op te bouwen. Als je die gaven niet wilt, dan beroof je de gemeente van belangrijk bouwmateriaal.

En daarom: Streef naar de gaven van de Geest. Bid God er om. Ga niet afwachten tot de Geest het belieft je die te geven, maar strek je actief ernaar uit.

Bedenk daarbij dit: De Geest deelt uit zoals Hij wil. Dat betekent ook: Dwing Hem niet! Hier zijn dus twee dingen van belang: Strek je uit naar de gaven. Maar als je gevraagd hebt, ga dan niet voor de Geest invullen wélke gaven Hij jou moet geven. Laat het geven van welke gaven, wanneer en hoe lang, over aan de Geest. Hij weet beter dan jij waarmee Hij jou het beste kan sieren tot eer van God.

Maar als je tot geloof gekomen bent heb je dan niet al een gave gekregen? Krijg je die dan niet op dat moment al? De Bijbel spreekt hier met twee woorden. *Aan de ene kant zegt Paulus in Efeze 4,7: “Aan ieder van ons is de genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft.” *Aan de andere kant zegt Paulus in 1 Korinte 14,1: “Streef naar de gaven van de Geest.”
Met de gaven is het net als met de Geest zelf. Met dat je tot geloof in Jezus Christus komt ontvang je de Geest. Maar tegelijk zegt de Bijbel: “Laat je vervullen met de Geest.” Hij wil helemaal in je komen en je helemaal vervullen. In die zin is het volstrekt Bijbels om te verlangen naar meer van Jezus en zijn liefde en naar meer van de Geest en zijn gaven. God wil graag dat wij verlangen naar meer van Hem! Niet omdat wij te weinig van Hem gekregen zouden hebben, maar omdat Hij ons zo graag zoveel meer wil geven.

6 Wat zeker zo belangrijk is dat is HET DOEL VAN DE GAVEN VAN DE GEEST.
Dat is onze zesde vraag: Wat is het doel?

In 12,7 staat het duidelijk: In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. Weet je wat heel mooi is? Dat is het woord dat hier gebruikt wordt. De gaven van de Geest zijn tot profijt. Letterlijk betekent dat woord: samen-brengen. -Weet je nog van die puzzel? De stukken moeten samengelegd worden. Dan pas kun je een mooi geheel krijgen. Zo is het ook met de gaven. Los stellen die gaven niet zoveel voor. De gaven zijn er niet om los van elkaar te blijven staan. Pas als ze samengevoegd worden en samen ingezet worden, dan ontstaat er echt iets moois.

Samenbrengen. Weet je: dat staat haaks op de praktijk in de gemeente van Korinte. Daar was juist verdeeldheid. Precies het tegenovergestelde. Maar dat lag niet aan de gaven. En al helemaal niet aan de Gever van die gaven. Dat lag aan de gemeente en hoe zij met die gaven omgingen. Zij maakten er een potje van. Zij gooiden Gods prachtige beeld voor de gemeente in de war en gebruikten die gaven tégen elkaar.

Maar God heeft iets anders voor ogen. Hij geeft gaven om mensen samen te brengen. Om ze aan elkaar te verbinden. Om elkaar met die gaven verder te helpen. Om elkaar aan te vullen. Om samen met z’n allen iets van de heerlijkheid van de drie-enige God uit te stralen.

Dat is een mooi doel. Om dat doel te verwezenlijken, daar is wel iets voor nodig. Daarover gaat de laatste vraag: 7 WAT IS NODIG VOOR EEN GOED GEBRUIK VAN DE GAVEN?

Gaven van de Geest kunnen misbruikt worden. Dat komt zelfs veel voor. In de gemeente van Korinte al. Moeten wij gaven dan maar van ons af houden? Dan kunnen we er ook geen misbruik van maken. Ja maar ook bij alle andere geloofsthema’s komt misbruik voor. Dan zouden we beter helemaal met God, geloof en kerk kunnen stoppen.

Paulus zegt niet: “Houd je ver van gaven.” Paulus zegt wel: “Jaag ernaar!”
Paulus verbiedt gaven niet. Zelfs klanktaal niet. Hij laat alleen wel zien hoe je er goed mee om kunt gaan.

Weet je wat nodig is? Liefde!
Daarover gaat hoofdstuk 13. Dat hoofdstuk gaat ook helemaal over de gaven van de Geest. Zonder liefde zijn de mooiste gaven waardeloos. Ze klinken vals. Ze zijn leeg. Alleen door liefde komen de gaven van de Geest tot hun recht.

Vind je het gek? De Geest is toch de Geest van Jezus Christus? Hij is toch degene die zijn leerlingen juist leerde elkaar lief te hebben en op die manier te dienen? Wat kan ik voor jou betekenen? Ook met mijn gave?
Jouw gave is niet compleet zonder de aanvulling van de gaven van anderen. Sterker nog: jij zelf bent niet compleet zonder dat andere gemeentelid met zijn of haar gaven!
Samen vullen we elkaar aan. Samen vormen we, mee door de gaven van de Geest, een prachtige symfonie van de liefde van Christus, de genade van de Geest en de kracht van God!!

Die liefde die nodig is, dat is óók een geschenk. Het is de vrucht van de Geest. Het is het leven van Jezus. Die vrucht is voor elke gelovige!

Dus wat is nodig? Dat Jezus in ons komt met Gods liefde, met Gods Geest en gaven, met Gods kracht, en met zijn bereidheid om daarmee in liefde te dienen.

Strek je uit naar Hem.
Amen

Liturgie morgendienst:
Vooraf: Gez.105: 1.2.3.7.8.9 beurtzang: 1A 2M 3V 7M 8V 9A
Votum en groet
Zingen: Ps.139: 3.4
Wet
Zingen: Gez.157: 1.2.3.4
Gebed
Lezen: Handelingen 2.1-4 en 2,16-24
Zingen: Lied 39: 4.5.6
Tekst: 1 Korinte 12,1-11
Preek
Zingen: Gez.103: 1.2.4.5.6.9 beurtzang: 1A 2M 4V 5A 6A 9A
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Opw.334 Heer, uw licht en uw liefde schijnen.
Zegen