God geeft dagelijks brood als beproeving. (Exodus 16,4)

Wij zijn mensen van de dag. Lukt het je om te leven bij de dag? Ik vind dat best moeilijk. Zomaar pieker ik over dingen van gister. Nog meer maak ik me zorgen over morgen. God bepaalt ons bij vandaag. Door ons dagelijks brood stelt Hij ons op de proef. Zijn doel? Dat we nog meer afhankelijk en vol vertrouwen in Hem leven.

Preek over Exodus 16,4:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Jongens en meisjes, denk eens aan wat jullie in huis hebben aan eten en drinken. … Misschien hebben jullie wel meerdere broden in de diepvries. Pakken sap op voorraad. Broodbeleg op voorraad. Chips en koeken en snoep. En jullie koelkast is gevuld met kaas en vleesbeleg, zuivel, eieren, groente, frisdrinken, sap en bier.

Van alles wat er nu bij jullie thuis aan eten staat kun je vast langere tijd eten en drinken.

Maar stel je voor dat er bij jullie thuis alleen maar eten en drinken voor één dag zou zijn. Precies genoeg. Voor jullie gezin. Voor vandaag. Denk eens aan wat er dan van de voorraad die je nu hebt staan af zou moeten. … Alleen voor één dag eten en drinken blijft over. Dan moeten die pakken weg, die zakjes, die voorraden…

Stel dat God dan zegt: Wat er nu over is, dat is genoeg voor vandaag. Voor elke persoon in jullie gezin precies genoeg voor één dag. Dat mag je opmaken en er vandaag van genieten. Dan raad je al hoe je koelkast en voorraadkast er ’s avonds uitziet. ’s Avonds zijn die beide dan helemaal leeg! En de volgende morgen? Dan moet je weer van voren af aan beginnen.

Stel je voor dat elke avond alle eten en drinken in jullie huis helemaal op is.
Dat zou best moeilijk voor ons zijn. De meesten van ons zijn het niet gewend dat aan het eind van de dag alles op is. Wij hebben onze voorraden wel. En als een keer iets op is dat wij elke dag eten, dan kunnen we zomaar heel boos worden… Maar er zijn ook mensen die amper genoeg hebben voor elke dag.
Of nog minder.

De preek gaat over God die voor elke dag precies genoeg geeft.
En wat wij daarvan kunnen leren.

Onderwerp: GOD GEEFT DAGELIJKS BROOD ALS BEPROEVING.

[Wat is een beproeving? 1]
Eerst kijken we naar wat een beproeving is. Meestal gaat het bij een beproeving om een situatie waarin je het moeilijk hebt. Als je aangevochten wordt. Als je te maken krijgt met ziekte, lijden en verdriet. Of als je ergens gebrek aan hebt. Als je geen eten meer hebt bijvoorbeeld. De beproeving blijkt dan in vragen die boven kunnen komen. Bijvoorbeeld vragen als: “Waar is God? Ziet Hij me wel? Zorgt Hij wel voor mij?”
Dat zie je ook bij Gods volk Israël. Als ze drie dagen zonder wáter zitten, dan beginnen ze te klagen: “God wil toch niet dat we doodgaan van dorst?”
Dat was een poosje geleden. Nu zitten ze verderop in de woestijn zonder éten. Dan mopperen ze op deze manier: ze zeggen tegen Mozes: “Wilt u ons dan van de honger om laten komen hier in de woestijn?”

Misschien herken jij dingen uit jouw leven die voor jou een beproeving zijn. Iets wat je mist. Of iemand die je mist. Of als je het ergens heel moeilijk mee hebt. Je tobt er wat mee af. Misschien ook naar God toe.

De Bijbel zegt dat God moeilijke dingen kan gebruiken om ons te beproeven. Hij kan ons daardoor testen en ons daardoor meer geloofservaring en meer vertrouwen geven. Hij beproeft ons zoals je zilver in het vuur loutert en zuiverder maakt. Zo maakt Hij ons geloof sterker dwars door de moeiten heen.

[Wat is een beproeving? 2]
Bij beproeving denken wij vaak aan moeilijke dingen of iets wat je mist. In Exodus 16 is iets bijzonders aan de hand. Daar gaat het ook over God die beproeft. Maar nu gaat het niet over iets dat je mist, maar over iets dat je krijgt!

Het begon zo: De Israëlieten zijn bevrijd uit Egypte en op weg naar het beloofde land. Dan raakt het eten op. In één keer is de woestijnreis helemaal niks. Egypte dat was alles. Daar hadden ze volle vleespotten en volop brood. Mozes heeft ons naar de woestijn gebracht om ons hier van de honger om te laten komen.

God belooft dan voor hen brood uit de hemel te laten regenen. Hij had hen ook kunnen straffen voor hun gemopper, maar Hij geeft brood. Dat is onverdiende goedheid van God. De volgende ochtend is de grond rond het legerkamp bedekt met een dunne witte laag. Dat spul kennen de Israëlieten niet. “Wat is dat?”, zeggen ze tegen elkaar? Mozes zegt: “Dat is het brood dat de Heer u te eten geeft.” De Israëlieten noemen het brood uit de hemel ‘man’ of ‘manna’. Die náám hebben ze van hun vráág de eerste keer. Toen hoorde je overal om je heen: “Wat is dat?” Het woordje ‘wat?’ uit die vraag is in hun taal ‘man’. Dus dit brood noemen ze ‘wat?’

God geeft elke dag brood. Juist bij dat cadeáu lezen we ook van een beproeving. Kijk maar mee in Exodus 16,4: “De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden.”

Maar wat God daar geeft en vraagt dat zijn toch alleen maar mooie dingen? God geeft wonderbrood, hemels brood. God geeft dat niet zo dat je er alleen naar mag kijken en het niet mag eten. Nee, Mozes zegt tegen het volk: “Dat is het brood uit de hemel van God voor jullie.” God geeft er een opdracht bij. In die opdracht gaat het niet om dwangarbeid en overwerk. Nee, ze hoeven alleen hun dagelijkse portie te verzamelen en klaar te maken.
Voor zo’n proef slaag je toch makkelijk? Dat is toch heel iets anders dan: door lijden beproeft God ons en maakt God ons geloof sterker? En toch benoemt God dit cadeau van brood uit de hemel met de instructie daarbij als beproeving. Blijkbaar kan God ons ook op de proef stellen met iets moois dat Hij ons geeft.

[Sommige Israëlieten doorstaan de proef niet.]
Namens God geeft Mozes een instructie: elke ochtend moeten de Israëlieten het legerkamp uitgaan om brood te verzamelen voor die ene dag. Precies genoeg voor iedereen. Ze mogen niets bewaren tot de volgende dag. Gods proef is dit: God kijkt of ze zich dáár aan houden!

Je zou zeggen: Deze test van God voor de Israëlieten is een makkie. Maar sommigen bewaren toch wat manna. Ze hadden precies zoveel als ze nodig hadden voor die dag. Er staat dat ieder precies genoeg had. Dus: Als ze iets bewaren dan hebben niet alleen niet naar God geluisterd. Dan hebben ze ook minder gegeten dan ze nodig hadden. Ze hebben ook zichzelf tekort gedaan.

De opdracht die God gaf lijkt zo mooi en eenvoudig. Toch zijn er mensen die de proef niet doorstaan. Begrijp je dat? Probeer je eens in hen in te leven:

1 Het volk Israël reist door de woestijn. Dat is geen land van melk en honing. Het is eerder een vaak onherbergzaam en onvruchtbaar gebied. Ze hebben honger. Blijkbaar kunnen ze geen voedsel vinden. Het voedsel dat ze hebben begint op te raken. Ze moeten op rantsoen. Als ze nog steeds geen eten vinden moeten ze op nog strenger rantsoen. De angst grijpt om zich hen: Wat als we de komende week ook geen eten vinden? Hoe lang houden we het vol? Als dit zo doorgaat, dan gaan we straks allemaal dood van de honger!

Uit zo’n situatie komen ze. En dan opeens krijgen ze genoeg eten voor één dag. Dan snap je toch dat ze daar zuinig op zijn? Natuurlijk maak je niet alles in één keer op. Als je dat doet, dat voelt als ondankbaar. Dat voelt ná het honger lijden als verkwisting. We hebben toch ook verantwoordelijkheid voor mórgen?… Als je kijkt naar de omstandigheden waar ze uit vandaan komen dan lijkt het juist verstandig, dankbaar, gelovig en goed om wél iets te bewaren.

2 Daar komt iets heel menselijks bij. Als je dagenlang honger hebt gehad. Je wist nooit of je de volgende dag weer eten had. In de praktijk had je steeds juist geen eten. En dan is er opeens een dag dat je genoeg eten hebt voor iedereen. Genoeg voor die ene dag. En je krijgt als opdracht: “Maak het helemaal op.”… Wat zou jij doen? Durf je dat? Denk aan de inleiding van de preek. Hoe weinig er was. Eén portie per dag. En als daarvan ook niks overblijft. Durf jij het er op te laten aankomen dat er ’s avonds niks meer over is? Dat is echt spannend.

[Doorstaan wij de proef wel?]
Als je goed kijkt in Exodus 16, dan ontdek je dit: de proef die God met zijn volk doet is niet dat Hij hen brood geeft. De proef is dat God hen dagelijks brood geeft. Ja, dat ze voor elke dag een afgepaste hoeveelheid moeten zoeken en klaarmaken.

Zo’n manier van leven leert God ook aan ons. Wij krijgen geen dagelijkse portie manna van God. Maar Jezus leert ook ons leven van wat God ons dagelijks geeft! Denk maar aan het gebed dat Jezus zijn leerlingen leerde. Het Onze Vader. In de vierde bede leert de Heer Jezus ons als zijn leerlingen bidden: “Vader, geef ons heden ons dagelijks brood.”

Wij zijn mensen van de dag. Wij leven niet gister en niet morgen, maar wij leven nu. Jezus bepaalt ons bij het nu. Het nu dat God voor ons heeft. Het vandaag waarin God voor ons zorgt. Daar zit ook voor ons een beproeving in. De vraag is: Kunnen wij gelovig bij de dag leven? Willen wij dat? Ook als het gaat om ons dagelijks brood?

Durf jij jouw eten en drinken voor deze dag op te maken? Misschien is dat voor jou geen vraag omdat je overvloed hebt. Misschien is het voor jou wel een vraag omdat je elke maand tekort komt. De kunst of de proef is om in beide situaties afhankelijk van God te leven.

Als het over bewaren gaat: Hoeveel van wat jij in voorraad hebt is over datum? Hoe vaak gooi jij producten weg die over datum zijn? Als we het daar op aan laten komen, dán zijn we niet goed bezig. Dan gaan we niet goed om met wat we krijgen.

Ik denk ook hieraan: Beseffen we wel hoe luxe onze positie is als we voorraden aan kúnnen leggen? Bedenk eens hoeveel mensen dat niet kunnen. En hoeveel mensen helemaal niks te kiezen hebben in wat ze eten of waarmee ze zich kleden. Hoe wij dan met óns eten en drinken omgaan, daar zit een beproeving in.

Na het verzamelen van het manna lezen we: “Iedereen had precies genoeg.” Ook daar zit een beproeving in: Ieder had genoeg. Weten wij wat genoeg is? Wanneer zijn wij tevreden? Houdt ons verlangen naar meer ooit op? God zorgde daar in de woestijn ervoor dat niemand tekort kwam. De vraag is: Zijn wij als we overvloed kennen bereid om te delen met wie gebrek lijden?
Paulus schrijft in 2 Korinte 8 over ondersteuning van de kerk van Jeruzalem door de gemeente van Korinte. Hij zegt: “Het is niet de bedoeling dat u door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt. Er moet evenwicht zijn. Op dit moment lenigt u met uw overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed uw nood kunnen lenigen. Zo is er evenwicht, zoals ook geschreven staat: ‘Hij die meer had, had niet teveel; hij die minder had, had niet te weinig’.”

God geeft dagelijks brood als beproeving. Een belangrijke vraag is:
Wat is er voor nodig om de proef te doorstaan?

Dit is nodig: dat wij God vertrouwen op zijn woord!

#Denk maar aan de Israëlieten tijdens hun tocht door de woestijn.
*God had hen vóor de uittocht beloofd: “Ik breng jullie naar een mooi en uitgestrekt land. Een land dat overvloeit van melk en honing” (3,8) Zij hoefden helemaal niet bang te zijn dat ze van honger zouden omkomen in de woestijn. De vraag is: Vertrouw je Hem?
*God beloofde hen door Mozes dit: “Ik geef jullie brood uit de hemel, jullie moeten er élke dag op uitgaan om te verzamelen.” (16,4) De vraag is: Vertrouw je Hem?
*God zei: “Ik geef jullie allemaal genoeg, tot verzadiging van ieder.” Dus konden ze weten: Als we luisteren naar God de Heer, dan komt niemand tekort. De vraag is: Vertrouw je Hem?

#In Klaagliederen 3 zegt de profeet Jeremia: “Genadig is de Heer: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. Veelvuldig blijkt uw trouw!” (3,22-23) Zo leven wil God ons ook leren.

#God heeft ook ons prachtige beloften gegeven. Ook over ons dagelijks brood. Jezus zegt in de Bergrede: “Jullie mogen mijn Vader ook als jullie Vader aanspreken. Hij houdt van jullie en zorgt voor jullie. Hij zorgt voor vogels en voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Hij kleedt de bloemen in het veld met zorg. Met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen?”

Als Jezus belooft dat God zo goed zorgt voor zijn volgelingen dan mag ons dat veel vertrouwen geven! Dat vertrouwen zal blijken in hoe wij leven. Jezus zegt: “Vraag je dus niet bezorgd af: ‘Wat zullen we eten?’ of ‘Wat zullen we drinken?’ of ‘Waarmee zullen we ons kleden?’- dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.”… ‘Maak je geen zorgen’ gaat hier over waar je je druk over maakt en al je tijd en energie in stopt. Eten en drinken en kleren hebben we nodig. Maar voor wie Jezus volgt is God zelf belangrijker dan zijn gaven. [Matteus 6]

Wij hebben ons dagelijks brood nodig om te leven. God neemt dat serieus. Maar de vierde bede om dagelijks brood volgt ná de eerste drie beden. Dat brood en dat leven krijgen we om daarmee voor Gód te leven. Dat is het doel ervan.

Ook daar ligt een proef: Waar hechten wij het meeste gewicht aan? Aan eten en drinken en kleren of aan God zelf? Om die proef te doorstaan hebben wij vertrouwen nodig. Jezus wil ons vertrouwen sterker maken als Hij vertelt van God die als onze Vader voor ons zorgt.
Jezus zegt zelfs: “Zoek liever eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.”

#God geeft ook gelovigen die op Hem vertrouwen als voorbeeld voor ons. Door hen wil God ons bemoedigen, zodat wij ook meer op Hem vertrouwen. Zoals God aan hen vertrouwen gaf, zo kan Hij dat ook aan ons geven. Hebreeën 11 noemt een hele rij van zulke gelovigen. Ik noem een voorbeeld van wat korter geleden. Dat voorbeeld heb ik uit een boekje van Open Doors. Het gaat over Alice Yuan uit China. Het gaat ook over dagelijks brood. In 1958 werd haar man Allan gearresteerd. De Chinese overheid stopte hem in de gevangenis. Ze zeiden tegen Alice dat ze haar man nooit terug zou zien.

Alice vertelt: “Ik voelde me ellendig en maakte God voortdurend verwijten. De toekomst zag er zo ontzettend somber uit. Ik had de zorg voor zes kinderen en mijn schoonmoeder. Ik verdiende maar 80 cent per dag. Hoe kon ik mijn gezin hiervan in leven houden? Toen het me allemaal teveel werd hoorde ik op een nacht een stem: ‘Mijn kind, Ik heb alles in mijn hand. Deze dingen komen van Mij.’ Ik antwoordde: ‘Als deze dingen van U komen, bescherm dan alstublieft mij en mijn gezin. Sta niet toe dat ik uw naam te schande maak. Ik wil U dienen en uw naam verheerlijken!’ Toen kreeg ik vrede in mijn hart. Ik werd bemoedigd door Psalm 68,20: ‘Geprezen zij de Heer, elke dag draagt Hij ons, deze God redt ons.’ Mensen hebben me teleurgesteld in die moeilijke jaren, maar God heeft me nooit in de steek gelaten. Hij heeft me wel op de proef gesteld.

Eén van de beproevingen die ze noemt is de strijd om te overleven van 80 cent per dag. Maar God zorgde elke dag voor haar en haar gezin. Ze zegt daarvan: “Waar een mens ophoudt, daar begint God!”

Waar een mens ophoudt, daar begint God. Jezus leert ons die afhankelijkheid en dat vertrouwen vanaf het begin: Vader, gééf ons heden ons dagelijks brood.

God geeft dagelijks brood als beproeving. Wil je Gods proef doorstaan, dan heb je vertrouwen nodig. Onze slotvraag is: Hoe kun je groeien in vertrouwen?

Ik noem drie dingen:
1 Het manna is geen doel, maar een middel.
Goed beproeft door dagelijks brood. Wil je het manna wel? Durf je het ook op te maken? Dat zijn beginvragen. Die vragen wijzen op een diepere vraag. Dat is deze: Wil je God de Heer wel? Let goed op de verhouding: Niet het manna houdt jullie in leven, maar Gód houdt jullie in leven door míddel van het manna!!… Als je in Exodus 16 verder leest, dan ontdek je: als jullie straks in Kanaän zijn dan houdt God jullie nog steeds in leven. Maar dan door middel van wat het land opbrengt.

Als je beseft dat het manna je niet in leven houdt, maar dat God de Heer dat doet, dan zul je ook meer open staan voor nieuwe en andere manieren waarop God voorziet in wat jij nodig hebt.

2 Leef van Gods Woord!
In Deuteronomium 8 zegt Mozes: “God wilde u op de proef stellen. Hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten. Zo maakte Hij duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de Heer voortbrengt.”
De diepste reden dat wij leven is niet dat we elke dag onze portie voedsel eten. De diepste reden dat wij leven is dat God zegt: “Leef!” Om te leven hebben we brood nodig, maar om te leven zijn we vooral afhankelijk van God de Heer die ons leven geeft door zijn Woord.

Gods Woord wordt vlees. Zijn Zoon wordt mens. Jezus. Daarover gaat het derde. 3 Meer dan het manna is Jezus.
Als Gods Zoon Jezus als mens op aarde is voedt Hij de mensen door een wonder. Van vijf broden en twee vissen voedt Hij een hele menigte. De mensen komen Hem achterna en willen meer. Ze willen brood uit de hemel, net als vroeger het manna. Jezus zegt dan dat God hen al brood uit de hemel hééft gegeven. Het ware brood uit de hemel dat leven geeft aan de wereld. Dat brood willen ze graag. Jezus zegt: “Dat brood ben Ik. Als je manna at ging je vroeg of laat toch dood. Maar als je Mij eet zul je eeuwig leven. Ik zal je opwekken op de jongste dag.”…
Om dat te bewijzen stond Jezus zelf op uit de dood… Wat een reden hebben we om op Hem te vertrouwen! Er zullen de hele geschiedenis door steeds mensen sterven. Ook van honger en dorst. Maar als je gelooft in Jezus dan heeft de dood geen macht meer over jou. Jezus brengt je veilig bij God…

Als God manna als dagelijks brood uit de hemel geeft, dan beproeft Hij zijn volk. Als God Jezus, het ware brood uit de hemel geeft, dan beproeft Hij zijn volk en ons ook. Dit is de proef: Wil jij elke dag aan de hand van Jezus leven?
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken Lied 23c: 1.2.3.4.5 [Mijn God, mijn herder zorgt voor mij]
Wet
Zingen: Ps.119: 39.40
Gebed
Lezen: Exodus 16,1-5 en 16,13-20 en 16,31 Over het dagelijks manna.
Lezen: Johannes 6,30-35 en 6,48-51 Jezus noemt zichzelf het ware brood uit de hemel.
Zingen: Gez.57: 1.2.3 [Ik ben het levensbrood]
Tekst: Exodus 16,4
Preek
Zingen: Liedboek voor de kerken Gez.488: 1.2.3.4.5 [Zolang er mensen zijn op aarde]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Ps.68: 8.13
Zegen