De laatste twee weken van juni ben ik naar Kameroen geweest voor een internationale cursus. Het onderwerp was: ‘Gods Koninkrijk: een oproep tot vreugde en lijden.’ Bij de cursisten zag ik hoop, ook midden in moeilijke omstandigheden. Wat hen kracht gaf was de hoop die ze van God gekregen hadden.
Preek over Romeinen 8,18-27:
Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,
De laatste twee weken van juni ben ik naar Kameroen geweest voor een internationale cursus. De cursus werd georganiseerd door Verre Naasten, de landelijke mission-organisatie van onze kerken. De cursus had een eigen thema. Het onderwerp was: ‘Gods Koninkrijk: een oproep tot vreugde en lijden.’
Er waren dertig cursisten. De meesten van hen kwamen uit Afrika. Afrika is een rijk continent. Rijk aan grondstoffen bijvoorbeeld. Maar Afrika is ook uitgebuit. Van buiten af (door de kolonisatie) en van binnenuit (door onderlinge strijd en roof). Er is een grote kloof tussen rijk en arm. Er is veel schrijnende armoede. Afrika kent veel oorlog en strijd. Sommige landen zijn zwaar getroffen door natuurrampen. Er zijn landen met een sterke christenvervolging. Veel cursisten kenden deze dingen van dichtbij.
Maar dat was niet het enige. Deze mensen kenden ook hoop. Zij vestigden hun hoop op God. Net als bijvoorbeeld de dichter van Psalm 42 en 43. Ze zongen van God. En voor God. Op z’n Afrikaans: uit volle borst, met hart en ziel, en hun hele lichaam deed mee. Wat me ook opviel was dat ze een sterk verlangen hadden om wat ze van Christus hadden gekregen met anderen te delen.
In hun leven kwamen vreugde en lijden tastbaar samen. Wat hen krácht gaf dat was de hóóp die ze van God gekregen hadden. Dat is precies de hoop waar Paulus over schrijft in Romeinen 8.
Onderwerp: GOD GEEFT ONS MIDDEN IN HET LIJDEN VAN DE TEGENWOORDIGE TIJD HOOP.
–
Niet alleen mensen lijden, de hele schepping lijdt. Op verschillende manieren. Denk aan het lijden van de schepping door oorlogen, milieuvervuiling, opwarming van de aarde, natuurrampen. Gods mooie schepping is gevangen in vruchteloosheid, leegte of zinloosheid. Er is heel veel moois, maar ook heel veel stuk. Op veel plaatsen en in veel opzichten is de schepping in verval.
Tijdens de cursus vertelden twee cursisten uit Haïti hoe het was om te leven in Haïti. Ook hoe je daar je christen zijn in de praktijk kunt brengen. Vreugde en lijden kwamen dichtbij. Allereerst het lijden. Ook van de schepping!
Haïti, getroffen door zware aardbevingen. Daar kwam de orkaan Matthew overheen. Misschien hebben wij dat in ons geheugen alweer naar achteren geschoven. Maar voor veel inwoners van Haïti is het elke dag nog steeds een strijd om te overleven. In verwoeste familiestructuren. Verwoeste infrastructuur. Een schepping in puin. De beide cursisten kenden elkaar van een christelijke organisatie die hulp biedt aan de inwoners van Haïti. Ze brengen kleine stukjes hoop aan mensen en aan een land in nood.
De schepping is onderworpen aan vruchteloosheid. Die vruchteloosheid is er niet altijd geweest. Ze is ook geen toeval. Die vruchteloosheid is begonnen bij de méns. Toen de mens bij God de Schepper vandaan liep. Toen bracht de mens het verval Gods schepping binnen.
God heeft goed nieuws: Het lijden van de schepping heeft niet het laatste woord!
De schepping zucht en steunt. Het lijkt wel een bevalling. Zoiets is het ook. Het is een zware weg. Maar als de verlossing dáár is, dan zal het feest zijn. Ook voor de schepping! Eens komt er een eind aan alle verval en aftakeling in de schepping. De schepping is gemaakt voor bloei en vrucht en leven. Eens zal Gods schepping volmaakt schitteren, zó als God haar heeft bedoeld!
Paulus zegt ook wanneer het zover is: als de zonen van God openbaar worden, dán wordt de schepping bevrijd. Er komt een dag dat Gods kinderen er helemaal mogen zijn. In een wereldwijde publieke erkenning. Die dag is als Jezus terugkomt. Op die dag wordt ook de schepping bevrijd. De méns bracht het verval in de schepping. Als God de mens herstelt, alle mensen die op Hem vertrouwen, dan zal God ook de schépping herstellen.
Nu is het nog niet zover. De hele schepping zucht en steunt. Daar hebben wij een verantwoordelijkheid in. God roept ons, mensen, terug naar onze oorspronkelijke taak. God zet ons op de aarde om voor zijn schepping te zorgen. Daarom zijn klimaatakkoorden belangrijk. Om het verval van de schepping tegen te gaan. Daarom is het ook belangrijk dat u en ik persoonlijk ons inzetten voor Gods schepping. Gewoon thuis, op school en op ons werk, in hoe wij zorgen voor de natuur en het milieu.
–
Naast het lijden van de schepping noemt Paulus het lijden van Gods kinderen. Als je je vertrouwen op Jezus stelt, dan vind je vrede bij God. Maar let goed op: God maakt je niet immuun voor het lijden van de tegenwoordige tijd. Als gelovige deel je net zo goed in dat lijden als iedereen. Paulus maakt dat lijden van de gelovigen niet concreet. Behalve dat hij het heeft over onze vergankelijkheid. Je mag bij het lijden van de tegenwoordige tijd denken aan alle soorten van lijden die ons kunnen treffen. *Vergankelijkheid. Ziekte, pijn, dood. *Afbraak. *Geloofsvervolging. *De macht van de zonde. *Het afwijzen van Jezus Christus en het afgeven op Hem.
We hebben het al even gehad over het lijden van de mensen in Haïti. Er waren ook twee cursisten uit Mauretanië. Zij vertelden hoe het was om christen te zijn in een streng islamitisch land. Ieder kind dat in Mauretanië geboren wordt is automatisch moslim. Er is geen andere keus. Christelijke kerken zijn verboden. Wil je als christenen samenkomen, dan moet dat in het geheim. In die moeilijke omstandigheden proberen zij het goede nieuws van Jezus Christus de Zoon van God door te geven. Met alle risico’s van gevangenschap en verdwijning vandien.
Lijden is er ook op veel andere manieren. Ook in ziekte, dood en rouw. Ook wij zijn niet immuun voor lijden. Denk aan gemeenteleden die vanwege ziekte, beperkingen of ouderdom niet meer naar de kerk kunnen komen. Hoewel ze graag anders zouden willen. Denk aan mensen die elke dag pijn lijden. Of benauwd zijn. Onvoorstelbaar. Denk aan psychisch lijden.
Er is ook lijden door bijvoorbeeld gebrek aan werkgelegenheid. Door het wonen in een krimpregio. Door vergrijzende en krimpende kerken.
God ziet ons in álle lijden waar we mee te maken krijgen.
God heeft midden in ons lijden goed nieuws voor ons: Het lijden van Gods kinderen heeft niet het laatste woord! Gods kinderen zuchten en steunen ook. God zegt niet dat hun lijden niks voorstelt. Hij ziet hen, Hij hoort hen, Hij kent hen. Ook in hun lijden. Maar hun zuchten en steunen is niet onbestemd en doelloos. Ze leven in verwachting! Dwars door het lijden heen gaat het ergens naar toe. God brengt hen tot hun bestemming.
–
God geeft hoop. Paulus noemt drie onderdelen van die hoop.
1 God geeft hoop. Deze hoop: God zal ons als zijn zonen en dochters tevoorschijn roepen. Paulus zegt dat de schepping wacht op de openbaring van de zonen van God. De zonen van God, dat is een uitdrukking voor de kinderen van God. Zij leven nu nog als het ware verstopt. In veel landen is het verboden om christen te zijn. Er zijn geheime kerken en geheime christenen. In andere landen worden christen achtergesteld bij andere burgers. Of leven christenen in de marge. Of worden ze steeds meer uit het publieke leven geduwd. Maar er komt een dag dat ze er helemaal mogen zijn, zoals ze zijn als kinderen van God. In een wereldwijde publieke erkenning. God en Jezus laten hen voluit stralen. Die dag is als Jezus terugkomt.
2 God geeft hoop. Deze hoop: Op die dag dat Jezus komt zal God ons bevrijden van het onderworpen zijn aan de vergankelijkheid. Van ziekte, lijden, dood. Van alle wonden en kwetsuren. Weet je nog? Gelovigen zijn even kwetsbaar als iedereen. Voor zonde. Voor ziekte en dood. Voor aanvallen. Daar zal God ons van bevrijden.
God zal ons in plaats daarvan glorieuze vrijheid geven. Vrijheid vol glorie die past bij de kinderen van God. Dus: God bevrijdt ons van alles dat ons in de weg zit om te schitteren als zijn kinderen!
3 God geeft hoop. Deze hoop: God zal ons aannemen als zonen door onze sterfelijke lichamen los te kopen.
God neemt ons aan als zijn kinderen. Daar had Paulus eerder in dit hoofdstuk ook al over geschreven. In Romeinen 8,15-16 zegt Paulus het zo: “U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.”
Dus aan één kant geldt: We zíjn in de weg van geloof al Gods kinderen. Maar tegelijk zijn we nog wel net als iedereen aan de dood onderworpen. Maar Paulus zegt nu dit: God maakt in de toekomst onze adoptie compleet en af door ons eeuwig leven met Hem te geven. Nooit kan iemand meer de band tussen God de Vader en ons zijn kinderen verbreken. Zelfs de dood niet.
–
Wij weten: de hele schepping zucht en steunt nog steeds. Wijzelf zijn daarbij inbegrepen. Maar de schepping hoopt en verwacht. De schepping legt het hoofd niet in de schoot. God leert ook ons om te blijven hopen en verwachten. We zien de uitkomst nog niet, maar we hebben alle reden om te hopen en om vertrouwen te hebben.
Midden in alle lijden van de tegenwoordige tijd geeft God ons hoop.
Hoe kun je leren hopen als je midden in het lijden zit? Als alles hopeloos lijkt?
Als je járen na de aardbeving nog steeds in de puinhopen woont?
Als er geen zicht is op vrijheid van godsdienst, maar alles juist strenger lijkt te worden?
Als je ziek bent en de artsen kunnen niks meer voor je doen?
Als je als kerk krimpt en je voortbestaan wordt bedreigd?
En vul maar in wat er speelt in jouw leven?
Hoe kun je dan toch nog hopen? Paulus zegt dit:
God laat ons in die moeiten niet alleen. Hij is bij ons. Hij komt ons helpen.
God geeft ons uithoudingsvermogen.
God verbindt ons niet alleen aan Jezus Christus , maar geeft ons ook zijn Geest die met ons mee zucht en steunt. Ook als het zo zwaar is dat we geen woorden meer hebben.
De Geest pleit voor ons bij God. Wij weten niet wat goed is om te bidden. ‘Welk bidden vraagt God van ons? Juist ook als we in nood zijn?’ Maar de Geest bidt met ons mee en brengt onze gebeden gelouterd bij God.
En God weet wat de Geest wil zeggen. God luistert naar Hem. En dus luistert God echt naar óns.
God geeft de Geest als voorschot. Een voorsmaak en garantie dat Hij ook álles wat voor ons heeft klaargelegd in Jezus Christus aan ons zal geven.
–
In de internationale cursus die ik volgde ontmoette ik christenen van kerken uit Afrika die midden in moeilijke omstandigheden toch leefden vol hoop. Midden in alle lijden! Wat me ook raakte was dat zij de hoop die ze van God gekregen hadden niet voor zichzelf hielden en houden. Ze doen er alles aan om die hoop te delen.
Als je om je heen kijkt, naar de schepping, en naar Gods kerk op aarde, dan kan de schrik je om het hart slaan. Is de situatie van christelijke kerken en van christenen hopeloos? Er is aan veel kanten afbraak. Er is krimp. Er zijn aanvallen op het geloof. Uit sommige landen is de christelijke kerk helemaal verdreven.
En toch hebben we hoop en houden we hoop. God is Koning. Er zijn wereldwijd ook veel kerken die groeien. En Gods Koninkrijk wordt nooit kleiner. En eens zullen wij die hopen op God voluit stralen als kinderen van God in Gods Rijk.
Dus hebben wij ook altijd alle reden om te blijven getuigen van God en Jezus in wie wij onze hoop en ons geluk vinden.
Amen
Liturgie:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.138: 1.4
Wet
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.437: 1.2.3 [Vernieuw Gij mij]
Gebed
Lezen: Romeinen 8,14-17
Zingen: Opwekking 136: 1.2 [Abba, Vader]
Tekst: Romeinen 8,18-27
Preek
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.43: 3.4.5
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.288: 1.2.4.8 [Eens komt de grote zomer]
Zegen