God leren kennen. (Jeremia 31,31-34)

Kunnen wij God kennen? Wat ken ik God vaak slecht. Kan ik Hem echt kennen? God maakt zich bekend. Hij wil zich laten kennen. Maar God kennen uit een leven met Hem, dat is een stap verder. Toch is dat precies wat God wil. Dat wil Hij ons leren. Meer en meer! Hoe dan?

Preek over Jeremia 31,31-34

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Jongens en meisjes, mensen kun je echt leren kennen. Maar dat gaat niet vanzelf. Als je iemand wilt leren kennen, dan zul je veel met hem of haar om moeten gaan. Als je ouders hebt of broers en zussen en je woont samen thuis, dan zul je elkaar behoorlijk leren kennen. Hoe iemand iets zegt. Of wat hij vaak doet. Of dat ene maniertje. Juist ook de heel eigen dingen van iedereen.

Als je elkaar ontmoet en echt contact hebt, dan kun je elkaar nog beter leren kennen. Van hart tot hart. Dat kan diepe verbondenheid geven.

Maar kunnen wij God de Heer ook kennen? God de Heer lijkt zo ver weg. We kunnen Hem niet zien. Niet aanraken.

Maar daarmee is niet alles gezegd. God maakt zich bekend. Hij wil zichzelf graag leren kennen. Hoe God dat doet en wanneer, daar gaat de preek over.

Onderwerp:
GOD SLUIT MET ZIJN VOLK EEN NIEUW VERBOND WAARIN ZE HEM KENNEN.
We kijken naar drie dingen:
1 Waarom is dat nieuwe verbond van God kennen nodig?
2 Wanneer gaat dat nieuwe verbond van God kennen in?
3 Hoe werkt dat nieuwe verbond van God kennen?

God sluit met zijn volk een nieuw verbond waarin ze Hem kennen.
1 WAAROM IS DAT NIEUWE VERBOND VAN GOD KENNEN NODIG?

God had zich aan één volk verbonden. Dat volk was niet beter dan andere.
God gaf hen zijn liefde. God wilde voor altijd aan hen verbonden zijn. Maar zij verbraken het verbond!

Dat ze God ontrouw werden, dat ligt niet aan God! God komt onverdiend naar hen toe met bakken vol liefde, geluk en zegen. Hij zelf wil hun God zijn en samen met hen in zijn eindeloze geluk leven. God geeft hen een land om te wonen en komt zelf in hun midden wonen. Hij zorgt voor hen in alles wat ze nodig hebben.

Maar zij wilden God niet kennen! Vanaf de tijd dat God zich aan hen verbond tot de tijd van Jeremia gebeurde dat steeds weer. Het werd alleen maar erger. Gods volk is zo eigenwijs en ontrouw. Dat komt omdat ze een hartkwaal hadden! Jeremia zegt in hoofdstuk 17,1: “De zonde van de Judeeërs staat geschreven met een ijzeren stift, met een diamanten punt staat ze gegrift in hun hart.” Er zit in hen een trek, een neiging van: telkens weer alleen maar tegen God in gaan en bij Hem vandaan willen.

Weet je, dat is een trek die in alle mensen zit vanaf hun eerste bestaan. Binnen de kortste keren komt dat er ook uit. Die hartkwaal, daar zijn we mee geboren. Je kunt pas daarvan bevrijd worden als je die eerst erkent.

In Jeremia 31 lezen we dat God met zijn volk een nieuw begin gaat maken.
Alleen, hoe zit het dan met die hartkwaal van zijn volk? God heeft toch al zo vaak een nieuw begin gemaakt met zijn volk? In het begin in de woestijn toen wilde Hij zijn volk uitroeien, maar ging Hij toch met hen verder. In de Richterentijd begint God telkens opnieuw. En wat laat God een geduld zien in de koningentijd. Maar door die hartkwaal van zijn volk ging het elke keer weer mis. Het wordt steeds duidelijker dat mensen van zichzelf God niet willen kennen. En dat zelfs als Hij in hun leven is gekomen ze Hem vaak nog steeds lastig vinden en liever zelf willen leven, los van Hem. In de tijd van het oude testament ging het zo ver mis, dat God uiteindelijk zijn volk de ballingschap in stuurde.

Maar als God na de ballingschap toch weer verder gaat met zijn volk, een nieuw begin, staan Hij en zijn volk dan binnen de kortste keren niet weer bij het failliet van hun relatie? Dat Gods volk wéér zegt: “Wij willen God niet.”?

Menselijk gezien is dat zo. Maar God maakt deze keer een nieuw begin dat ánders is dan alle vorige keren. Wat God nú anders gaat doen is dat Hij hun hartkwaal aanpakt. Hij gaat hen veranderen van binnen uit. Een innerlijke vernieuwing. Dat noemt God een nieuw verbond. Dat nieuwe verbond is nodig om echt weer een gemeenschap te kunnen scheppen van God en zijn volk die samen leven en genieten van God zelf en al zijn gaven.

God sluit met zijn volk een nieuw verbond waarin ze Hem kennen.
2 WANNEER GAAT DAT NIEUWE VERBOND IN VAN GOD KENNEN?

Jeremia zegt dat het nieuwe verbond van God met zijn volk ingaat in die dagen. In de toekomst. Er staat niet bij wanneer dat precies is. Er staat in het boek van Jeremia wel precies wanneer een overblijfsel van het volk terugkeert uit de ballingschap. Dat is na 70 jaar. Dat is ook echt gebeurd. Maar wanneer dat nieuwe verbond precies begint, dat zegt Jeremia niet.

Gelukkig houdt de Bijbel niet op bij het boek Jeremia. God is verder gegaan met de geschiedenis met zijn volk en deze wereld. God beloofde een Redder. In Jeremia 30,21-22 zegt God: “Er komt een heerser uit zijn midden voort. Ik zal hem toestaan mij te naderen. Jullie zullen mijn volk zijn, en ik zal jullie God zijn.” Die Redder is gekomen. Dat is Jezus. Hij is de beloofde Heerser die vrij tot God mag naderen.

Deze Jezus zegt precies wanneer dat nieuwe verbond ingaat. Dat doet Hij als Hij met zijn leerlingen het laatste Pascha viert en daarbij het avondmaal instelt. Lees maar mee in Lucas 22,20: “Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.”
Dus mét het sterven van Gods Zoon Jezus aan het kruis begint het nieuwe verbond! En als jij in Jezus Christus gelooft, dat Hij ook voor jou gestorven is, dan zul je God echt leren kennen en dan zul je leren om graag te doen wat Hij je zegt.

Maar toch nog een vraag: Laat het nieuwe verbond echt begonnen zijn, kunnen wij echt nu al God kennen? Jeremia zegt toch maar in vers 34: “Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al –spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.”

Gods kinderen hoeven elkaar niet aan te sporen: “Leer de Heer kennen”. Waarom niet? Aan de ene kant: Het verlangen om de Heer te kennen ligt al in hun hart. Dat heeft God daarin gelegd. Aan de andere kant: het staat er heel massief: “Ze kennen Mij al, spreekt de Heer.”

En wij vandaag dan? Wat kennen wij God nou? In hoeverre ken jij God?

Weet je:
-Aan de ene kant: wij kunnen God echt leren kennen. Wij hoeven niet te blijven steken in praten óver God. We mogen mét Hem praten. God is niet mijlen ver van ons vandaan, maar Hij is in Jezus heel dichtbij ons gekomen. Door de heilige Geest woont Hij zelfs in de harten van allen die hun vertrouwen op Jezus hebben gesteld. De Bijbel noemt ons een nieuwe schepping. Dat is niet pas later zo, maar nu al.
-Aan de andere kant: Ik ken maar zo weinig van God. Als ik iets van Hem geleerd heb dan verleer ik het ook zo gauw weer. Ik ben maar een beginner. Paulus zegt dat wij dat allemáál zijn! Luister maar naar wat hij zegt in 1 Korinte 13,12: “Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.”

Er is een begin van echt kennen nu, tegelijk is dat nog onvolkomen. Het echt ten volle kennen komt nog. Het nieuwe verbond begint als Jezus sterft, het is volkomen als Jezus terugkomt. Jeremia 31,34 schuift dat in elkaar. Dat komt veel vaker voor in profetieën in de Bijbel. Dat de vervulling in fasen plaatsvindt en dat de vervulling dichterbij en de vervulling verder weg in de profetie ineengeschoven wordt.

God sluit met zijn volk een nieuw verbond waarin ze Hem kennen.
3 HOE WERKT DAT NIEUWE VERBOND VAN GOD KENNEN?

Jeremia vertelt ook op welke manier God zorgt dat zijn volk Hem wel wil kennen. God zal zijn wet schrijven in hun hart. Bij de wet van God mag je denken aan het verbond dat God sloot met zijn volk. Dat was toen God zijn volk uit Egypte had bevrijd en hen naar de berg Sinaï had geleid. God zei: Ik ben jullie God, jullie zijn mijn volk. Ik heb jullie bevrijd uit de dwangarbeid van Egypte. Ik wil je leren om in vrijheid met Mij te leven. In wederzijdse liefde.

Als je vandaag trouwt, dan beloof je elkaar levenslange liefde en trouw. Dat zijn de huwelijkse afspraken. Trouwen is ook een verbond. Een huwelijksverbond.

Die wederzijdse afspraken van God voor Hem en zijn volk schreef God op de berg Sinaï zelf op twee stenen platen. God zei dat zijn volk die afspraken hun kinderen moest inprenten. Als een tatoeage op de huid.
Maar nu gaat God het anders doen. God zelf zal die afspraken schrijven in hun hart. Niet alleen de tien geboden met de aanhef, maar de Thora, dat is heel Gods levensonderwijs!

Stel je voor: heel Gods levensonderwijs in je binnenste, in je hart. Dan zeg je niet meer: “Ik wil van God niet weten. Wat Hij zegt en hoe Hij mij wil leren leven, daar heb ik een hekel aan.” Maar dan zorgt God dat jij van binnenuit graag doet wat Hij zegt. “Ik heb een hekel aan wat God mij vraagt” wordt: “Ik wil graag doen wat God vraagt.” En je begint er ook echt mee.
Kijk, zo pakt God de hartkwaal aan.

De apostel Paulus legt later nog een verband met de heilige Geest. In 2 Korinte 3,3 zegt hij: “U bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen.” Gods levensonderwijs in de harten van mensen schrijven, en mensen van binnen nieuw maken, dat doet God door de heilige Geest.

Maar nu zegt Jeremia niet alleen dat God zijn levensonderwijs zal schrijven in hun hart, hij zegt nog iets. Dat is iets dat heel mooi en belangrijk is om God beter te leren kennen en te leren graag te doen wat hij zegt.

Jeremia zegt in vers 34: “Ze zullen Mij kennen, wánt Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.”
Dus: God schrijft zijn levensonderwijs in hun hart. Dan zullen ze God kennen en doen wat Hij zegt. Wánt ze kennen God als de God die vergeeft!

God kennen heeft alles te maken met Gods vergeving van hun opstand tegen God. Van de vergeving hun zonden, zegt de Bijbel.
Dat zie je ook bij Jezus. God laat zich kennen door zijn Zoon Jezus. En Jezus heet Jézus omdat Hij is gekomen om zijn volk te redden van hun zonden.

Wil jij God kennen? Blijkbaar laat Gods vergeving het diepste wezen van God zien. Blijkbaar kan leven als een nieuwe schepping niet zonder leven van Gods vergeving. In het nieuwe verbond hebben wij nog steeds Gods vergeving nodig. God belooft via Jeremia niet: “Ik héb hun zonden vergeven”, maar “Ik zál hun zonden vergeven.” Jezus leert ons in de 5e bede ook bidden om vergeving van onze zonden.

De trek van ‘ik wil God niet kennen’ daar hebben wij op deze aarde nog steeds last van. Zelfs als we ons vertrouwen op Jezus zijn gaan stellen en als de heilige Geest in ons hart woont. Tegelijk legt God in mensen het oprechte verlangen van binnenuit om Hem echt te kennen en daarin te groeien en om graag te doen wat Hij zegt. Dat begint nu al werkelijkheid te worden. Het is én – én.

En nu komt het bijzondere: juist doordat het én – én is kunnen wij groeien in God leren kennen en in zijn geboden doen!

Ik noem een voorbeeld daarbij: Er werd eens een vrouw bij Jezus gebracht die publiek bekend stond als zondares. Jezus nam toen als gast deel aan een maaltijd bij een Farizeeër. De Farizeeër veroordeelde die vrouw met haar slechte levenswijze. Maar Jezus wees erop hoe veel die vrouw van Hem hield en hoe ze Hem echt liefde bewees door zijn voeten nat te maken en af te drogen en met olie in te wrijven. En dan zegt Jezus: “Haar zonden zijn haar vergeven, want ze heeft veel liefde betoond, maar wie weinig wordt vergeven betoont weinig liefde.” (Lucas 7,47) Dus: Wie veel wordt vergeven betoont veel liefde, wie weinig wordt vergeven betoont weinig liefde.

Hoe meer je open staat voor Gods vergeving voor jou, hoe meer je God en jezelf en je naaste lief kunt hebben!

Wat ken ik God vaak slecht. Ik kan me echt gedragen alsof ik Hem helemaal niet ken. Ik wil Hem graag kennen. Ik wil me graag houden aan zijn levensonderwijs. Maar ik doe het vaak niet. En soms wil ik het helemaal niet… Maar elke keer als ik naar God ga ontdek ik dat Hij dat allemaal van mij weet en dat Hij toch van mij houdt…
De heilige Geest die in mij woont maakt dat ik steeds toch weer naar God ga. Hij maakt dat ik, door mij koppigheid soms na een hele tijd, toch voor God mijn ongelijk toegeef en schuld belijd. Hij leert mij kijken in de ogen van God, dat zijn de ogen van Jezus. Gods wet heeft geen ogen, maar Gods Zoon wel. Dat is een belangrijk verschil tussen het oude en het nieuwe verbond…
De Geest leert mij Gods vergeving, zijn gratie te ontvangen. Dat die echt mag landen in mijn hart en mijn leven. En elke keer weer als dat gebeurt word ik zachter. Stukje bij beetje. En kan ik zo ook naar mijn medemensen kijken. Naar mijn vrouw en kinderen. Naar mijn broeders en zusters in de gemeente. En naar de andere mensen om mij heen.

Juist door het proces van zelf vergeving nodig hebben en ontvangen en aannemen leert de Geest mij ook groeien in zo met anderen om te gaan. Dat ik bij stukjes en beetjes milder word naar hen. In de liefde en de genade van God.

Weet je, dat is nu precies wat God van ons vraagt in zijn Thora! Jezus vat Gods levensonderwijs samen in het dubbelgebod van de liefde: “Heb God lief met je hele hart, ziel en verstand en je naaste als jezelf.”
Door ons te leren leven van zijn vergeving, schrijft God zijn leefregels in ons hart en begint Hij ons nieuw te maken.
Amen

Liturgie morgendienst met maaltijd en avondmaal:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.79: 1.2
Wet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.79: 4.5
Gebed
Lezen: Jeremia 31,2-6. 18-20. 27-34 God belooft een omkeer ten goede voor zijn volk.
Zingen: We zingen een lied over het verbond: Ps.105: 1.5
Lezen: Lucas 22,14-20 Jezus zegt wanneer het nieuwe verbond ingaat.
Zingen: Liedboek Gez.124: 1.3.4
Tekst: Jeremia 31,31-34
Preek
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.25: 7
Dankgebed en voorbede
Eerste collecte
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.160: 1.2

Maaltijd

Avondmaal:
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.125: 1.2.3.4.5.6
Lezen formulier 3
Instelling, Christus gedenken, één zijn, verwachting
Gebed
Zingen als Geloofsbelijdenis: Gereformeerd kerkboek Gez.161: 1.2.3.4
Opwekking
Viering
Dankzegging [uit form.2]
Avondmaalscollecte
Zingen lied van heenzending: Gereformeerd kerkboek Gez.52: 1.2
Zegen