Goede Vrijdag: de laatste rechter sterft. (Marcus 14,55-65)

Stel dat er geen rechters in een land meer zijn. Geen eerlijke rechters. Hoe komt het dan met de inwoners van dat land? Stel dat de laatste rechtvaardige rechter op aarde wordt vermoord. Wat betekent dat voor de mensheid?

Preek over Marcus 14,55-65:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

In Nederland is sprake van een spreiding van de machten. Er is een wetgevende macht, een uitvoerende macht en een rechtsprekende macht. De wetgevende macht ligt bij de Eerste en de Tweede Kamer en de regering. De uitvoerende macht ligt bij de regering. De rechtsprekende macht ligt bij onafhankelijke rechters.

Door die spreiding van machten voorkom je verstrengeling van belangen. Bijvoorbeeld dat een regering rechters gaat beïnvloeden. Dat politieke tegenstanders door rechters de mond wordt gesnoerd. Je hoeft je ogen maar open te doen en je ziet het gebeuren in allerlei landen. Regeringen slepen politieke tegenstanders voor de rechters. Die laten hen voor jaren achter de tralies verdwijnen. Zo houd je de dictatuur in stand.

En de burgers van zo’n land waar dat speelt? Die zijn de dupe. Misschien voelen ze zich trots met een machtige leider. Maar het kost hen veel. Hun vrijheid, hun spontaniteit en hun eigenheid. Als rechters in een land niet meer te vertrouwen zijn, dan heeft dat land het ergste te vrezen.

Moet je rechters dan maar afschaffen? Nee. Zonder rechters kunnen we niet. Het recht moet zijn loop hebben. Het recht moet gehandhaafd worden. Anders verval je van een dictatuur in een anarchie. Dan kom je van het ene kwaad in het andere. Ook in een anarchie zijn mensen hun leven niet zeker. Misschien voelen ze zich vrij: ik doe wat ik wil. Maar ook een anarchie gaat ten koste van hun vrijheid, hun spontaniteit en hun eigenheid.

Mensen en landen hebben rechters nodig. Het recht moet gehandhaafd worden. Maar dan wel door eerlijke rechters. Die niet om te kopen zijn. Die het opnemen voor de onderdrukten. Die de schuldigen aanpakken. Welke rang of stand die ook hebben.

Nu komen we bij de geschiedenis uit de Bijbel die we hebben gelezen.
Er zijn allemaal rechters. In de nacht komen zij bij elkaar. Zij treffen voorbereidingen voor een officiële zitting zodra het licht is. Maar ze zijn corrupt als de pest. En er is één man die ze gedaagd hebben. Een mens. Hij zegt dat Hij Gods Zoon is. Hij moet dood.

Onderwerp: GOEDE VRIJDAG: DE LAASTE RECHTER STERFT.

Sommige misdrijven worden opgelost met behulp van dna-onderzoek. Iemand heeft een moord gepleegd. Op de kleding van het slachtoffer zijn sporen aangetroffen van een mogelijke dader. De dader wordt via dna-onderzoek opgespoord. Hij moet zich verantwoorden voor de rechter. Hij krijgt straf voor de misdaad die hij heeft gepleegd.

Bij een rechtszitting kunnen getuigen opgeroepen worden. Bijvoorbeeld mensen die iets van het misdrijf hebben gezien of gehoord. Of die de verdachte hebben horen vertellen over wat hij heeft gedaan.

De volgorde is altijd: er is een misdrijf, er is een verdachte, er is een zitting van de rechtbank. Als er geen misdaad is gepleegd kun je moeilijk een rechtszaak beginnen. Toch?

Maar soms gaat het anders of andersom. Dan is er geen misdrijf gepleegd, maar mensen willen van iemand af. Een corrupte regering wil van een politieke tegenstander af. Een kerk van iemand die moeilijk doet. Of een organisatie van iemand die een andere koers voorstaat. Het komt voor dat er in zulke gevallen een tuchtprocedure wordt gestart. Of een rechtszaak.
Bij de regering van iemand die alleenheerser wil zijn bijvoorbeeld. Je laat jouw politieke tegenstander oppakken. Je verzint een valse aanklacht. Of je laat als regering drugs in zijn koffer stoppen, je laat hem arresteren en je beschuldigt hem van drugssmokkel. De rechter speelt het spel mee. Hij geeft hem een hoge straf. Jij bent mooi van hem af.

Op die manier loopt het proces tegen Jezus. De hogepriesters, de oudsten en de Schriftgeleerden zijn allemaal komen opdagen. Het is nacht. Maar nu hebben ze Hem. Jezus is gearresteerd. Vannacht nog willen ze een goede reden vinden om Jezus ter dood te kunnen veroordelen. Let goed op: Jezus heeft geen misdrijf gepleegd. Hij heeft niets gedaan waardoor Hij de doodstraf verdiende. Daar gaat het niet om. Het gaat er om dat de Joodse leiders Hem dood willen hebben.

Al in Marcus 3 lezen we daarvan. Jezus heeft op sabbat een man die een verschrompelde hand had beter gemaakt. In de synagoge. Dan lezen we: “De Farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de Herodianen overleggen hoe ze Hem uit de weg zouden kunnen ruimen.” Vanuit Jeruzalem sturen de Joodse leiders afgevaardigden om Jezus in de gaten te houden. Vanuit alle geledingen van de Joodse geestelijke leiders komen er mensen om Jezus met strikvragen te vangen. Ze willen een proces. Ze willen Hem dood hebben. Ze hebben alleen nog een goede aanklacht nodig.

Wat in Marcus 14 gebeurt lijkt heel oprecht. Iemand mag niet zonder geldige aanklacht veroordeeld worden. We spelen het spel volgens de regels van het spel. Maar het is pure schijn. Er is geen misdrijf, er moet een aanklacht verzonnen worden. In Marcus 14 doen de leiders verwoede pogingen om een aanklacht te vinden. De een zegt dit en de ander zegt dat. Maar het zijn allemaal valse aanklachten. Koste wat het kost moet er een vonnis komen.

Het lukt ze niet! Blijkbaar hebben ze niet van tevoren een paar mannen zonder geweten instructies gegeven. Zoals vroeger koningin Izebel bij de rechtszaak tegen Nabot. Met mannen die hem vals beschuldigen van godslastering en majesteitsschennis. Hier bij de hogepriester thuis moeten ze ter plekke nog iets bedenken. Ze hebben Jezus maanden in de gaten gehouden. Maar ze vinden niets. Alleen maar tegenstrijdige verklaringen.

Maar dan zijn er een paar mannen die een valse verklaring afleggen die overeenstemt. Zou hier een aanklacht zijn waarmee we Jezus ter dood kunnen veroordelen? De valse aanklacht luidt: “We hebben hem horen zeggen: ‘Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is’.”

Wat is vals in de aanklacht? Jezus heeft aan het begin van zijn optreden wel iets gezegd van een tempel. Hij gaf een teken. Hij zei: “Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.” De Joden vatten dat toen op als het afbreken van de tempel in Jeruzalem, maar Jezus had het over zijn lichaam. Jezus heeft kort vóór zijn arrestatie de offerdienst in de tempel stilgelegd. Misschien dat ze daardoor weer aan die uitspraak moesten denken. Maar Jezus had nooit gezegd dat Hij zelf de tempel zou afbreken. Dat zou natuurlijk heiligschennis zijn. De tempel is het heilige huis van God.

Er is nog iets interessants in die aanklacht. Jezus zou gezegd hebben dat Hij zelf een nieuwe tempel zou bouwen die niet door mensenhanden gemaakt is. Dat kan natuurlijk nooit. Mensen hebben mensenhanden. Zij kunnen tempels bouwen met hun handen en gereedschap. God is God. Alleen God kan zonder mensenhanden een tempel bouwen. Dit stukje van de aanklacht past precies bij wat de Joodse leiders op Jezus tegen hebben. Jezus is een mens. Maar Jezus claimt dat Hij de Zoon van God is. Dat is godslastering. Stel dat Jezus dat echt gezegd heeft: “Ik bouw een niet door mensenhanden gemaakte tempel.” Dan kunnen ze Hem aanklagen voor godslastering.

Twee of drie dezelfde aanklachten. Dat is voldoende voor een wettige zaak. Maar als ze doorvragen blijken er toch tegenstrijdigheden: de verklaringen stemmen niet met elkaar overeen. Wat een pech. Ze hebben Hem bijna, maar op deze manier gaat het proces niet door.

Bizar is het wel. Als ze Jezus dood willen hebben, dan maken ze Hem toch dood? Waarom al die moeite om het wettige aantal getuigen te vinden die hetzelfde getuigen? Dat is alleen om de schijn van recht op te houden. Er zijn genoeg overheden die dat niet eens meer doen. Maar de schijn ophouden is ook niet eerlijk. En een halve waarheid is een dubbele leugen.

De hogepriester gaat staan. Hij zoekt het midden op. Tussen Jezus en de anderen in. Alsof hij nog geen partij kiest! Hij moet een knoop doorhakken. Maar hij probeert de bal bij Jezus te leggen. “Geeft U maar steeds geen antwoord op wat de mensen tegen U getuigen?”

Jezus zwijgt. Misschien maakt dat Jezus verdacht. Als je als Jood beschuldigt zou worden van godslastering, dan zou je toch luid protesteren? Maar Jezus doet niet mee met de corrupte rechtsgang.

Zo stuurt Jezus de hogepriester in de richting van de onvermijdelijke vraag. Precies datgene waar de Joodse leiders allemaal niet aan willen. Wat ze niet eens over de lippen kunnen krijgen. Maar het hoge woord moet er uit. Nu niet meer via een valse beschuldiging. Nu met een rechtstreekse vraag: “U, bent U de Messias, de Zoon van de Gezegende?”

Wat ze toen ook wisten van de Messias, in elk geval had God gezegd dat de Messias door God zelf gezalfd was, en dat Hij Gods Zoon was. Dat had God via koning David aangekondigd. Dat kun je lezen in Psalm 2. Maar nu is hier een mens. Jezus. Die zegt dat Hij dat is. Dat schuurt en dat botst.

Op deze vraag geeft Jezus antwoord. Hij zegt twee dingen. Eerst zegt Hij: “Ik ben!” Je kunt ook vertalen: “Ik ben het”. In de betekenis van: “Ja, dat ben Ik.” Toch zit er denk ik ook een diepere klank en betekenis in Jezus’ antwoord.
Vroeger verscheen God aan Mozes. In een braamstruik die in brand stond, maar die niet verteerde. Toen zei God: Jullie mogen mij Jahwe noemen. Dat betekent: ‘Hij is’. Gods volk mocht zeggen: ‘Hij is’. En God zelf noemde zich: ‘Ik ben’.

Eens was Jezus in gesprek met de Farizeeën. Dat vindt je in Johannes 8. Jezus zei toen: “Voordat Abraham was ben ik.” Of: “Voordat Abraham was, Ik ben.” Op dat moment pakken de Joden stenen op om Jezus daarmee dood te gooien. Jezus had de Godsnaam voor zichzelf gebruikt. Ik ben. De Joden gebruikten niet eens de Naam ‘Hij is’. Maar de Naam ‘Ik ben’, zeker die naam mag alleen God zelf gebruiken. Jezus geeft de hogepriester antwoord. Hij zegt: ‘Ik ben’. Weer gebruikt Hij de godsnaam.

Jezus voegt daar iets aan toe. Hij zegt ook: “en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.” Daarmee roept Jezus de hogepriester en de Joodse leiders nog één keer op om goed na te denken bij wat ze zeggen en wat ze doen. Voor hen is er maar één weg: Jezus moet dood. Maar deze Jezus is wel degene die zal komen als laatste rechter.

Weer wordt duidelijk dat hier helemaal geen recht wordt gedaan. De hogepriester scheurt zijn kleren. Getuigen en getuigenverklaringen zijn niet meer nodig. Alle aanwezigen hebben gehoord wat Jezus zei. Het is blasfemie of godslastering. “Wat denken jullie ervan?”, zegt de hogepriester. Allen oordeelden dat Jezus schuldig was en de dood verdiende. Wat van tevoren besloten was, wordt achteraf zogenaamd met een wettige reden onderbouwd.

Er volgt een circus van spot. Dat gaat een tijd door. Sommige van de Joodse leiders wagen het om op Jezus te spugen. Ook doen ze steeds een doek voor zijn gezicht, dan stompen ze Hem, en dan zeggen ze dat Jezus moet profeteren wie Hem geslagen heeft. Als Jezus de Zoon van God was, dan zou Hij toch wel weten wie het deed. Niet alle leiders doen mee. Zouden ze in hun hart bang zijn dat Jezus toch de Zoon van God was? Stel je voor. Dan zou Hij echt weten wie Hem sloeg. En dan komt Hij eens als laatste rechter. Dan sta je te kijk als je Hem nu geslagen hebt!

De mannen die Jezus bespotten steken maar al te graag de knechten aan. Die nemen Jezus mee naar de binnenplaats. Daar houden ze Hem vast tot de volgende ochtend. Ook zij slaan en stompen Jezus keer op keer.

Als Jezus niet God is dan heeft Hij volgens de wetten van Mozes de doodstraf verdient wanneer Hij God lastert. Maar wat als Hij wel God is?

Stel je voor dat er in een land geen rechters meer zijn. Of laat ik zeggen: geen eerlijke rechters meer. Er zijn alleen nog corrupte rechters. De laatste eerlijke rechter is uit zijn ambt gezet en vermoord. Voor zo’n land geldt: arm land! Jouw inwoners gaan een donkere tijd tegemoet. Voor hen is er geen recht. Geen vrijheid om er te zijn. Gewoon zo als je bent. Je mag alleen maar aangepast zijn. Aangepast aan de grillen van jouw leiders die met geweld de baas over je spelen.

Jezus wordt vermoord. De laatste rechtvaardige. De enige mens in de hele wereldgeschiedenis die van zichzelf rechtvaardig is! De laatste rechter die het recht liefheeft en doet. Wat moet er nu van de mensheid worden?

Het onrecht van de mens komt tot een hoogtepunt. Het weglopen bij God vandaan in het paradijs komt in al zijn grimmigheid uit. Weg met God! Wij willen Hem niet! Zo stuurt de mensheid Jezus retour naar zijn Vader.

Wat betekent dat voor de aarde? Voor de mensen die er op wonen? Het is een ramp! Als God er niet meer is. Als God de mens op aarde aan zichzelf zou overlaten. Dan wordt alles één grote puinhoop. Het onrecht neemt toe. De mensen met de grootste mond die winnen. Tegenstellingen worden alleen maar groter. Het recht verdwijnt. Het onrecht heerst.

Dat kan God toch niet laten gebeuren? Waarom grijpt God niet in? Jezus is onschuldig. Al die rechters, die zijn schuldig. Zij lasteren God! Zij hebben de doodstraf verdiend! God zou hén van de aarde moeten wegvagen. Eigenlijk zou God ons allemaal weg moeten doen. Net als bij de zondvloed. En dan deze keer niemand overlaten. Want van óns is er niemand rechtvaardig van zichzelf. Niet één.

Jezus is de laatste rechter. Hij wordt veroordeeld. Hij wordt aan het kruis geslagen. Hij sterft. Maar Hij zal opstaan uit de dood! God zal Hem opwekken! God zal Jezus een plaats geven naast zichzelf op de troon. God legt alle macht in de handen van Jezus. Deze mens Jezus. Hij die ook echt God is. En deze Jezus zal eens terugkomen. In zijn almacht. Vol majesteit. Hij zal komen als Rechter. Het laatste oordeel rust bij niemand anders dan bij deze Jezus.

Maar voordat het zover is doet God iets anders. Voordat Jézus komt om te oordelen doet Hij iets anders, in opdracht van God. Eerst komt Goede Vrijdag. Kijk eens wat er gebeurt? God láát zich wegwerken! God laat zijn eigen Zoon doden. Hij neemt op zich wat de mens ten diepste wil: Weg met Hem. Hij gaat daar onderdoor.

Waarom doet hij dat? Waar blijft dan het recht? Zo is er toch geen leven meer op aarde? Als God dood is, dan is er geen leven meer! God is de bron van alle leven!
Hoe kan het recht ooit nog zijn loop hebben? Is nu de aarde en de mens niet voorgoed reddeloos verloren?
Maar kijk hoe God deuren opent: de mens heeft verdiend dat hij er nooit meer mag zijn, maar dát gaat Jezus op zich nemen!! Dát is wat hier gebeurt! Daarom is Goede Vrijdag góed. Voor Jezus gaat het licht uit. Voor ons gaat het licht aan!

Hoe kan Goede Vrijdag ook voor jou goed zijn? Dat kan als je wilt inzien en gelooft wat hier gebeurt. Als je de liefde van de Vader en zijn Zoon proeft. Als je deze Jezus die eens komt als laatste rechter aanvaardt als jouw persoonlijke Redder.

Als je dát doet, dan zal Hij in jouw leven komen. Je zult daardoor niet meteen nu al zonder fouten en gebreken zijn. Maar Jezus zal jou wel Gods recht leren. Sterker nog: Als je aan Hem de ruimte geeft, dan zal Hij zelf door jou hen gaan leven.

Op deze aarde is veel onrecht. Niet alleen bij dictators en mensen die dictator spelen. Ook in ons eigen dagelijkse leven. Ook in óns hart. Maar als Jezus daar woont, dan zal Hij door jou heen ook Góds recht laten zien. Dan mag jij midden in alle onrecht, leugens en bedrog als een diamant zijn. Een diamant die Gods licht, Gods liefde en Gods recht weerspiegelt.
Amen

Liturgie avond:
Votum en groet
Zingen: Nieuw Gereformeerd Kerkboek 201: 1.2.3 [Wie zal voor God de Here]. [evt. op de melodie van: Hoe zal ik U ontvangen.]
Gebed
Lezen: Marcus 14,53-65
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.9: 1.2.3
Lezen: Marcus 15,16-26
Zingen: De Nieuwe Psalmberijming Ps.2: 2
Lezen: Marcus 15,27-36
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.89: 13.14
Lezen: Marcus 15,37-39
Tekst: Marcus 14,55-65
Preek
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 576b: 1.2.3.4 [O hoofd vol bloed en wonden]
Geloof: Gereformeerd Kerkboek Gez.179a (beurtzang)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.30: 1-7 In beurtzang: 1A 2M 3V 4M 5V 6A 7A [Ik breng een rechter aan het licht.]
Zegen