Jezus’ les over de mussen. (Matteus 10,29-31)

Matteus 10,29-31

Waar denk je aan als je een huismus ziet? Jezus leert ons een belangrijke les.

Preek over Matteus 10,29-31:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Jongens en meisjes, jullie hebben vast wel eens een mus gezien. Ja, er zijn verschillende soorten mussen, maar hier wordt de huismus bedoeld. Zijn naam zegt het al: waar mensen hun huizen bouwen, daar komt ook de huismus wonen. Zo was het lange tijd tenminste. In onze tijd komen er steeds minder huismussen. Ze vinden niet genoeg eten meer bij ons.

Maar wat heeft een mus nu in de bijbel te zoeken?… Zo’n doodgewone huismus; wat stelt een mus nu voor?… Misschien is het jou niet eens opgevallen dat er zo weinig mussen meer zijn vandaag. Ach een musje meer of minder. Wie let er nou op de mussen?…

Voor veel mensen zijn mussen niet belangrijk. Maar weet je wat nu zo opvallend is?… Jezus, de Zoon van de almachtige God, die zelf ook God is, die vindt mussen wel belangrijk. Hij heeft met aandacht naar ze gekeken. Hij heeft gezien hoe het bij mensen met de mussen gaat. En nu houdt Hij zijn leerlingen en ook ons die mussen voor als een voorbeeld. Van zo’n doodgewone mus kunnen wij nog iets leren.

Ik ga niet meteen verklappen wat we van zo’n mus kunnen leren, maar ik ga met u gewoon deze woorden van Jezus eens van alle kanten bekijken, en dan wordt hopelijk vanzelf duidelijk wat Jezus zijn leerlingen en ons wil leren.

JEZUS’ LES OVER DE MUSSEN.
1 De mus. 2 De leerling van Jezus. 3 Jezus zelf.

1 DE MUS.
Laten we beginnen bij de mus. De huismus. Heb jij wel eens zo’n beestje goed bekeken?… Ik heb wel eens een jonge huismus in mijn handen gehad. Die zat bij ons op zolder achter het schot. Ik hoorde iets krabbelen en ik dacht eerst dat het een muis was. Toen ging ik voorzichtig kijken, want hij mocht me niet ontsnappen, en toen zat daar heel zielig in een hoekje een kleine mus ineengedoken… Wat is zo’n vogeltje kwetsbaar.

Als we ons verplaatsen in die mus, dan kunnen we denken dat Jezus ons hier iets wil leren over kwetsbaarheid.

Nu is zo’n kleine mus ook kwetsbaar. Zo’n mus is heel wat anders dan bijvoorbeeld een grote sterke gier. Maar toch gaat het hier bij wat Jezus zegt niet allereerst om kwetsbaarheid op zich. Kijk maar in de tekst: Het gaat niet over mussen zondermeer, maar het gaat over mussen die te koop worden aangeboden. Het gaat over een prijs die gevraagd wordt. Dat heeft Jezus goed gezien op de markt. Twee mussen voor een duit. En als je vijf koopt dan krijg je korting: vijf mussen kosten twee duiten, volgens Lucas. Als Jezus deze mus hier noemt, dan gaat het Hem over wat een mus waard is, en dan vertelt Hij in de eerste plaats wat een mus waard is voor de ménsen.

Als het om de prijs gaat, dan kun je denken: Jezus die weet me wel de vogel te bedenken zeg. Weet u: Jezus kiest precies de vogel uit die voor mensen het minst waard is: een huismus. De mensen in Jezus’ tijd aten allerlei vogels. Ook de huismus werd gegeten. Maar hij kost dus het minst: twee mussen kosten maar een duit. Dat is ongeveer 1 eurocent. Nu was een cent toen meer waard dan nu, maar dan was het nog niet veel en het blijft gaan om de goedkoopste vogel. Waar mensen het minste waarde aan hechten.

Maar Jezus zegt niet alleen iets over de waarde die ménsen hechten aan zo’n huismus, Jezus zegt ook iets over de waarde die Gód er aan hecht! Voor mensen mogen mussen dan niks waard zijn. De marktkoopman die telt mussen per twee of per vijf tegelijk. Maar voor God de HERE is élke mus belangrijk… Denk aan de Heer Jezus die rondloopt op de markt. Er is van alles te koop. Ook van die onooglijke mussen. Maar Jezus heeft er oog voor. Hij kent ze stuk voor stuk…En Jezus zegt: geen enkel exemplaar kan op de grond vallen zonder dat Vader het wil. Dan kun je denken aan dat een mus uit zijn nest valt, of dat een mus dood neervalt. Je kunt ook denken aan een mus die door een vogelvanger met een klapnet gevangen wordt voor de verkoop voor de consumptie. Dat vangen van die mus, dat doet die vogelvanger. Maar het gebeurt niet zonder toestemming van de almachtige God die zelfs oog heeft voor iedere kleine mus.

Zie je het verschil? Voor de ménsen zijn mussen niet in tel. Laat staan die ene enkele mus. Maar Gód de Vader denkt er anders over. Hij hecht belang aan zelfs die ene enkele mus. –Daar kunnen we tussen twee haakjes ook wel iets uit leren over hoe God wil dat wij omgaan met zijn schepping. Juist christenen hebben alle reden om flora en fauna te beschermen en om de bescherming daarvan ook te ondersteunen. Die ene plant, die ene vogel, die ene spin is van waarde voor God.

2 DE LEERLING VAN JEZUS.

We zijn op zoek naar wat Jezus ons wil leren met het voorbeeld van de mus. Jezus wil ons meer leren dan respect voor de natuur, de flora en de fauna. Die mus die Jezus noemt die staat niet op zichzelf. Jezus houdt die mus voor aan zijn léérlingen, zodat zij er iets van kunnen leren. Jezus stuurt zijn leerlingen uit als apostelen en nu vergelijkt Hij zijn leerlingen met mussen.

Bij die mus ging het niet allereerst om zijn kwetsbaarheid hebben we gezien. Dus ook bij Jezus’ leerlingen niet. Ongetwijfeld zijn Jezus’ leerlingen wel degelijk kwetsbaar. Het zijn mensen als u en ik. Ze kunnen ziek worden. Ze kunnen sterven. En wat dat betreft is het goed om te weten dat Jezus ook zegt dat de haren van hun hoofd allemaal geteld zijn. Gods zorg gaat zelfs over de kleinste belangen van de zijnen.

Maar zoals het bij die mus niet ging om kwetsbaarheid op zich, zo gaat het Jezus ook bij zijn leerlingen niet om hun kwetsbaarheid op zich. Het ging Jezus om wat een mus waard is voor mensen en om wat een mus waard is voor zijn God en Vader. Daar gaat het Jezus nu dus ook bij zijn leerlingen om: wat een leerling, of een apostel, van Jezus waard is in de ogen van mensen én wat een leerling van Jezus waard is in de ogen van zijn hemelse Vader.

Kijk, in het algemeen kun je al zeggen dat een mens waardevol is voor God. Dat zien we bijvoorbeeld in Gen.9,6. Daar wijst God Noach en zijn nakomelingen erop dat de mens geschapen is naar Gods beeld. En dat God het hoog opneemt als iemand een mens doodt. Dat blijkt ook uit Gods geboden. God de Heer zegt: ‘Jullie mogen niet wederrechtelijk doden’. Wie aan een mens komt, die komt aan God die deze mens gemaakt heeft. Ook die ene enkele mens op de miljoenen mensen die er zijn.

Dat betekent dat God respect van ons vraagt. Respect voor God die de mens gemaakt heeft en daarom respect voor onze medemensen, ongeacht hun kleur en achtergrond en wat dan ook.

Maar hier in Matt.10 heeft Jezus het over de mus en over zijn léérlingen. Het gaat hier over wat een leerling van Jezus waard is in de ogen van mensen en wat hij waard is in de ogen van God. En daarvan zegt Jezus: wie aan een leerling van Mij komt, die komt aan mijn Vader in de hemel.

Dat kunnen Jezus’ leerlingen wel als steun in de rug gebruiken. Want als je het verband leest waarin die mus voorkomt, dan zie je dat Jezus zijn leerlingen uitzendt om het evangelie van Gods koninkrijk te prediken. En op die prediking komen verschillende soorten reacties los. Er zijn mensen die dat evangelie gelovig aannemen, maar er zijn ook mensen die dat goede nieuws verwerpen. Jezus zegt zelfs dat er mensen zullen zijn die leerlingen van Hem zullen gevangen nemen (denk aan die gevangen mus in dat klapnet) of zelfs doodmaken (denk aan wat Jezus zegt over mensen die het lichaam van een leerling van Jezus kunnen doden).

Dat is later ook uitgekomen. Jacobus is onthoofd. Petrus en Paulus zijn ook de marteldood gestorven. Wie weet, misschien hebben ze nog gedacht aan die mus: ‘Er kan geen mus op de grond vallen zonder dat Vader in de hemel dat wil.’ Er kan ook geen leerling van Jezus gevangen genomen worden en onthoofd door mensen, zonder de wil van Vader in de hemel.

Anders gezegd: Het kan gebeuren dat Jezus’ leerlingen voor mensen net zo onbetekenend zijn als zo’n doodgewone mus. Mensen kunnen hen naar het leven staan. Maar voor God de Vader zijn Jezus’ apostelen, en ik denk dat je ook breder mag zeggen, voor God de Vader is élke leerling van Jezus meer waard dan veel mussen bij elkaar…

Als een leerling van Jezus voor Gód veel waard is, dan kan die leerling van Jezus daaruit ook een conclusie trekken. Die conclusie is wat Jezus zegt in vers 31: ‘Wees niet bevreesd!’

Zie je de ruimte die Jezus’ leerlingen hier krijgen?… Ze krijgen alle ruimte om Jezus vrijmoedig te verkondigen aan de mensen. God de Vader staat achter hen. De Almachtige. En hoe mensen ook op het evangelie van God reageren, niemand kan verhinderen dat ze waardevol zijn voor God. Zelfs niet als ze om hun geloof vervolgd worden en hun verkondiging met gevangenis of de dood moeten bekopen.

Maar dat gaat over geloofsvervolging. Als we kijken naar wat Jezus óns hier vandaag wil leren door die huismus, komt dan nu de tekst niet wat verder van ons af te staan?… Want in ons land kennen wij toch geen vervolging als leerlingen van Jezus. De mus heeft het moeilijk in ons land, maar wij over het algemeen toch niet als leerling van Jezus… Ja, je krijgt misschien wel eens rare opmerkingen naar je hoofd, en uitzonderingen zijn er natuurlijk wel, maar er is toch ook respect voor Jezus?…

Weet je, ik denk dat hier een valkuil voor ons ligt. Misschien herken je dat. Dat als je zo’n gedeelte in de bijbel leest, dat je dan denkt: arrestatie, geseling en martelaars, dat gaat over vroeger en vandaag gaat dat over christenen in andere landen. Daar hebt je dan gelijk in ook. Maar daar houdt het niet mee op.

In de eerste plaats: Jij kunt er veel aan doen om te zorgen dat de vervolgde christenen in andere landen niet ver van jou af staan. Door je te laten informeren over hun situatie en door mee te leven, bijvoorbeeld in gebed.

In de tweede plaats: als het gaat om christenen in ons eigen land: de valkuil is dat wij denken dat als wij niet vervolgd worden om ons geloof, dat het dan wel meevalt met menselijk verzet tegen Jezus. Dat je denkt: Mensen hebben respect voor mij als leerling van Jezus, want ik sta nog ergens voor, en ze hebben dús ook respect voor Jezus. Maar het opvallende is dat er in ons tolerante land ook veel ongeloof is. En ongeloof en respect voor Jezus kunnen niet samen gaan!

Dat geldt ook voor onszelf! Wie ontzag voor Jezus heeft die kan niet ongelovig blijven… En wie weigert om Jezus Christus te geloven en zich helemaal te geven aan Hem, die toont géén respect voor Jezus en wat Hij zegt…

Misschien is dat wel in de mode vandaag: respect op afstand. Toets jezelf daar ook op! Dat iemand zegt dat hij respect heeft voor Jezus, maar dat hij lijkt op een bezoeker van een dierenpark die met respect kijkt naar een leeuw achter een dikke glaswand die gelukkig niet bij hem kan komen. Nu is Jezus geen leeuw, of ja, Hij is de leeuw van Juda en het Lam van God, maar Jezus vraagt van mensen dat ze niet van achter een dikke glazen wand naar Hem blijven kijken, maar dat ze naar Hem toegaan en Hem toelaten in hun leven. Pas als je dat doet toon je echt respect voor Jezus, want dan dóe je wat Hij je zegt!

Als we het zo bekijken, dan worden leerlingen van Jezus in ons land weliswaar niet gevangen gezet en gedood om hun geloof, maar reken maar dat er veel verzet is tegen Jezus. In die zin is Matteus 10 ook voor ons actueel. En temidden van dát verzet vraagt Jezus dat wij Hem vrijmoedig verkondigen. Niet uit de hoogte en niet vrijblijvend, maar uit liefde en met de oproep tot geloof en bekering.

Weet je, en daar gaat het me om hier, ik heb de indruk dat veel christenen het al lang goed vinden als hun ongelovige collega’s en kennissen hen een beetje respecteren, of op z’n minst hen met rust laten, en dat ze niet vurig bidden om hun redding. Dat het vrijmoedig belijden van Jezus verbleekt. Als die indruk klopt, zou dat dan misschien ook te maken kunnen hebben met hoe wij als gelovigen zelf tegen Jezus aankijken?

Ik zei het al even, verzet tegen Jezus kan ook voorkomen in de kerk.
Gelukkig is er in de gemeente veel respect voor Jezus Christus, onze Heer. Dat blijkt in dat we vol liefde gehoorzaam doen wat Hij ons zegt. Maar het is belangrijk dat jij en ik onszelf ook blijven toetsen: ‘Waar zég ik wel dat ik Jezus op zijn waarde schat, maar waar bouw ik in feite een muur van ‘dit is mijn leven’?… Als we zo leven, dan verzetten wij ons zelf tegen het evangelie van God. Daarom is het belangrijk dat wij telkens weer zien: Wie ontzag heeft voor Jezus en Hem de waarde geeft die Hem toekomt, die blijft niet eigenwijs op eigen wegen gaan, maar die wil de hele bijbel in alles volgen. Die toetst voortdurend zijn leven daaraan.

Wat het geheim is van die waarde zullen we nu in het vervolg zien.

3 JEZUS ZELF.

We zijn op zoek naar wat Jezus ons in het bijbelgedeelte dat we bestuderen wil leren. We hebben gezien dat het Jezus gaat om de waarde van de mus voor mensen en voor God en ook om de waarde van zijn leerlingen voor mensen en voor God.
Als zijn leerlingen aan mensen Gods evangelie voorhouden, dan zal dat naast geloof ook verzet los roepen en minachting. Maar Jezus’ leerlingen hoeven niet bang te zijn voor mensen. Ook niet binnen de kerk als dat aan de orde komt. Want hoe weinig er misschien aan hen en hun leven getild wordt, voor Vader in de hemel zijn ze kostbaar.

Er valt nog meer te zeggen. Want Jezus heeft het in Matteus 10,29-31 niet alleen over zijn leerlingen, maar als je het verband bekijkt, dan heeft Hij het ook over zichzelf! Kijk maar wat Jezus zegt: ‘Een discipel staat niet boven zijn Meester of een slaaf boven zijn heer.’ Je zou als het ware kunnen zeggen: wat Jezus’ leerlingen kan overkomen, dat hebben ze niet van een vreemde. Kijk maar naar Jezus’ eigen leven op deze aarde. Wat is er veel verzet van mensen tegen Jezus. Ook van mensen die Jezus allemaal achterna lopen. Ze houden Hem op afstand. Er zijn wel trouwe en gelovige volgelingen van Jezus, maar er is ook spot en afweer en verzet. Zelfs komt het zover dat mensen Jezus gevangen nemen en aan een kruis spijkeren. Jezus laat zich vermoorden.

Daar zien we hoeveel de mensen Jézus eigenlijk waard achten. Zijn leven is voor hen niet in tel. Zelfs Jezus’ eigen leerlingen laten hun Meester in de steek. Daar zie je ook hoeveel zij Hem waard achtten. Jezus hangt daar door allen verlaten aan het kruis. Psalm 22 zingt er profetisch van, hoe mensen Hem inschatten ‘ik ben een worm, geen man’. Je zou in het verband van onze tekst ook kunnen zingen: ‘ik ben maar een mus, geen man.’

Maar ook al heeft Jezus voor de ménsen die Hem doodmaken en in de steek laten weinig of geen waarde, voor Gód is Hij waardevol. Het gaat hier niet alleen over de waarde van de mús en de léérling van Jezus voor mensen en voor God, maar ook over de waarde van Jézus voor mensen en voor God. Jezus is door de mensen verworpen. Als een steen die door bouwlieden is afgekeurd. Hij is voor hen niet meer waard dan 30 zilverlingen. Dat is de schadeloosstelling voor een slaaf die door een dier werd gedood. Maar Gód maakt Jezus tot een uitgelezen hoeksteen. Jezus is kostbaar voor God.

Hier zie je ook het geheim waarom wij als leerlingen van Jezus zo waardevol zijn voor Vader in de hemel. Zeg nu zelf: dat God zoveel waarde aan ons hecht, dat hebben wij niet verdiend. Denk nog maar even aan die mus. Huismussen staan in veel geschriften bekend als brutale rakkers en ruziemakers. Maar wij maken het toch veel bonter vaak?… Maar juist voor u en jou en mij heeft God het kostbaarste gegeven dat Hij bezat: zijn eigen Zoon. U bent niet gekocht met goud of zilver, maar met het kostbare bloed van Christus. Zo bent u persoonlijk Gods eigendom geworden.

Besef je wel hoeveel je waard bent?… Ik las ergens de volgende zin: ‘Mijn waarde is wat ik waard ben voor God, en dat is ongelooflijk veel, want Christus is voor mij gestorven.’

Ik wil niet eindigen met ónze waarde, maar ik wil eindigen met Jézus’ waarde. Jezus heeft ons de mus voorgehouden: wat een mus waard is voor mensen en wat een mus waard is voor zijn Vader… Jezus heeft ons ook zijn leerlingen voorgehouden: wat zo’n leerling waard is voor mensen en wat zo’n leerling wat is voor zijn Vader… En Jezus heeft ons zichzelf voorgehouden: wat Hijzelf waard was voor mensen, ze spijkerden Hem aan een kruis; én wat Hij zelf waard is voor God, de liefste en de kostbaarste.

Waar het Jezus nu, volgens het verbánd waarin die mus staat, om gaat, en dat is denk ik de kernboodschap van die les over de mus, dat is dat wij Jézus op zijn waarde schatten. Dat jij en ik Jezus niet slechts 30 zilverlingen waard achten, of de prijs van een mus, maar dat u en jij en ik zo naar Jezus kijken als God de Vader naar Hem kijkt. En dat wij deze Jezus net zo eer geven als ook de Vader Hem eert.
Jezus roept dus op tot een keus. Dat wij ons hele leven aan Hem geven. Dat Jezus ons álles waard is, oftewel dat wij alles voor Hem over hebben. Zoals die man uit een gelijkenis van Jezus, die alles verkoopt om maar die ene schat te krijgen. Of zoals Paulus die zegt: Alles wat mij winst was heb ik voor vuilnis gehouden om Christus te winnen.

Het gaat er bij de les van de mus ook om dat álle mensen Jezus op zijn waarde schatten. Dat alle mensen aan Hem de eer geven die Hem toekomt. Daarom moeten Jezus’ leerlingen er op uit om aan allen zonder onderscheid Jezus voor te houden. Jezus de Koning.

Het gaat bij de les over de mus dus niet allereerst over ónze waarde. Het gaat in de eerste plaats over Jézus’ waarde. Maar in Hem gaat het dan toch ook weer over onze waarde. Veel mensen voelen zich waardeloos. Ook christenen. Maar let dan op de mus. Wat die waard is in Gods ogen… Als je een mus ziet, denk daar dan aan… En vertrouw op Jezus en zijn kostbare bloed. Wat ben jij Jezus veel waard. En houd dan ook vrijmoedig aan alle mensen deze Jezus voor, opdat zij in Hem hun waarde zoeken. Deze Jezus, door mensen veracht, maar bij God uitgekozen en kostbaar.
Amen

Liturgie middagdienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.8: 1.3.4.6 Wat hebt U de mens heerlijk gemaakt, HERE onze God.
Gebed
Lezen: Matteus 10,5-33 Jezus zendt zijn leerlingen uit.
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.67: 2 Dat alle volken U belijden.
Tekst: Matteus 10,29-31
Preek
Zingen: Liedboek voor de kerken Gez.481: 1.2.3.4 een bede om vrijmoedig te leren getuigen.
Geloof: Gereformeerd Kerkboek Gez.179b
Dankzegging en voorbede
Collecte
Zingen: Jezus Christus is in de ogen van veel mensen waardeloos, maar God heeft Hem
de hoogste plaats gegeven. Wij eren Hem met een Psalm die al van Hem zingt: Gereformeerd Kerkboek Ps.118: 8.10
Zegen