Jullie Koning is geboren! (Matteus 2,1-12)

Een slapende vulkaan kan na eeuwen weer tot leven komen. Maar een vervallen koningshuis? Na eeuwen? Geloof jij het? God heeft het beloofd, maar willen we er echt aan?

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Op 5 december jongstleden overleed oud-koning Michaël van Roemenië. Hij is 96 jaar geworden. Twee keer was hij koning. Eerst toen hij 5 jaar was. Tot zijn achtste. In feite regeerde toen zijn oom. Van 1940-1947 was hij weer koning. Toen werd hij afgezet en verjaagd door de communisten. Nu 70 jaar geleden. Michaël leefde lange tijd in ballingschap. Officieel is Roemenië geen koninkrijk meer. Maar deze oud-koning was nog steeds geliefd bij veel Roemenen. Logisch: de oudere mensen daar hebben hem nog persoonlijk meegemaakt. En hij koos in de Tweede Wereldoorlog openlijk partij tegen nazi-Duitsland.

Maar stel je nu eens voor dat er in een land vroeger een koningshuis was. Met beroemde koningen. Alleen: zo’n 580 jaar geleden is dat koningshuis verjaagd. Niet 70 jaar, maar 580 jaar geleden. Er waren beroemde koningen in dat koningshuis. Hun namen vergeet je niet. Koning David en koning Salomo bijvoorbeeld. Maar na de laatste koning kwam er niemand meer op de troon. Er waren wel nakomelingen. Maar hun namen zeggen ons niets.

Zou er in zo’n koningshuis nieuw leven kunnen komen? Een vulkaan kan eeuwenlang slapen en dan weer tot leven komen. Als een koningshuis bijna 600 jaar geleden verjaagd is, dan verwacht je niet herstel van dat koningshuis, toch?

Opeens is er een geboortebericht: de koning van de Joden is geboren! Dat bericht wordt gebracht aan de stad van koning David, Jeruzalem. Op dat bericht wordt heel verschillend gereageerd. We kijken naar het bericht en de reacties daarop.

Onderwerp: God de Heer stuurt Jeruzalem een geboortebericht van de koning van de Joden.

God de Heer stuurt Jeruzalem een geboortebericht van de koning van de Joden. 1 Jeruzalem reageert niet.

Ik zei al: Het koningshuis van David is stukgelopen. Niet uitgemoord. Er waren nog wel nakomelingen. Ook de eeuwen daarna. Maar koning werden ze niet meer.

Op 16 maart 597 vóór Christus wordt Jeruzalem ingenomen door Nebukad-nessar, de koning van Babel. Die neemt koning Jojachin mee en zet hem in Babel in de gevangenis. De koning van Babel maakt Zedekia koning over Juda. Die komt in opstand. Dan komt Nebukadnessar terug.
Op 18 juli 586 vóór Christus wordt Jeruzalem weer ingenomen door de koning van Babel. Hij neemt koning Zedekia van Juda mee naar Babel.
Op 15 augustus 586 vóór Christus worden de stad Jeruzalem en de tempel van God de Heer verwoest. Er komt een einde aan het koninkrijk van Juda.
Er is één lichtpunt: Nebukadnessar verleent oud-koning Jojachin gratie. Hij laat hem vrij uit de gevangenis en hij zorgt voor zijn levensonderhoud. Maar kóningen, dat worden ze niet weer.

Misschien dat je na 50, 60 of 70 jaar nog hoop hebt dat jouw koning terugkomt. Oud-koning Michaël mocht ook weer naar Roemenië terug. Ook al werd hij niet weer koning. Maar als je 586 jaar verder bent, dan zijn die laatste koningen van het koningshuis allang dood. Stel dat je nog een nakomeling zou vinden, zou die dan koning kunnen worden?

Dat hangt ook af van de politieke situatie in jouw land. Sommige monarchieën zijn afgeschaft na een volksraadpleging. Wil je dat terugdraaien, dan moet het volk wel van gedachte veranderd zijn. Er zijn ook monarchieën verdwenen door staatsgrepen, annexaties of oorlogen. Dat draai je niet zomaar terug. Zelfs als er een nieuwe machtswisseling zou zijn, dan nog is de vraag of mensen dan weer een kóninkrijk willen.

Veel Joden die leefden in de tijd dat Jezus geboren is wilden graag weer een koning. Ze waren hun geschiedenis echt niet vergeten. God de Heer had zelfs gezegd dat er ooit weer een koning op de troon van David zou zitten. Maar de praktijk was hard.

Dat zit zo: in die tijd waren de Romeinen de baas over Israël. Zij hadden een wereldrijk gesticht. Door middel van veroveringen. Ze hadden hun rijk verdeeld in Romeinse provincies. Judea was er één van. De Romeinen hadden koningen aangesteld over de verschillende gebieden van hun rijk. Geen koningen uit het volk van dat land zelf natuurlijk. Dat zou makkelijk tot een opstand leiden. Over de provincie Judea hadden ze Herodes aangesteld als koning. Herodes was geen Jood. Hij kwam uit Edom. Via hem konden de Romeinen de Joden klein houden.

Natuurlijk verlangden de Joden ernaar dat er een einde aan de bezetting door de Romeinen kwam. Maar je moet wel reëel zijn, dat koningshuis van David dat is praktisch gezien gewoon echt voorbij.

Misschien snap je dat Jeruzalem niet reageert. Ergens uit het oosten komen een paar geleerde mannen op bezoek. In Jeruzalem, de stad van David. Er kwamen wel vaker buitenlanders naar Jeruzalem. Deze mannen vragen naar de koning van de Joden die geboren is. Hoe zou jij reageren? Het klinkt als nostalgie. In verhouding van tijd: voor ons vandaag is dat als een bericht dat aansluit bij de late middeleeuwen. 1431. Dát is lang geleden. Wij zijn alweer eeuwen verder. De politieke machtsverhoudingen zijn totaal veranderd.
Voor Jeruzalem toen: het zou mooi zijn als Herodes weg was. Maar dan? Ach, dan stellen wij onze eigen heersers wel aan. Dat kan ook wel zonder koningshuis van David. Vóórdat de Romeinen hier de baas waren, hadden wij de dynastie van de Makkabeeën. Dat was ook prima. Lekker eigen baas.

De mannen uit het oosten zijn magiërs. Een soort astrologen. Voor een koning moeten ze in de koningsstad zijn, denken ze. Ze vragen overal. Maar niemand die hen verder helpt. In feite is de reactie in Jeruzalem nul komma nul.

God de Heer stuurt Jeruzalem een geboortebericht van de koning van de Joden. 2 Herodes reageert erg geschrokken.

De Romeinen hebben Herodes uit Edom koning gemaakt over Judea. Een koning van buiten af. Dat vraagt altijd om problemen. Hoe lang je dat volhoudt. Herodes staat bekend als argwanend. Hij ziet overal mensen die hem van zijn troon willen stoten. Maar dat weten die magiërs uit het verre oosten natuurlijk niet. Zo sterk als Jeruzalem níet reageert, zo sterk reageert Herodes wél: nu zul je het hebben, mijn positie wordt bedreigd.

Herodes ontbiedt de overpriesters en de Schriftgeleerden van het volk. Hij gaat hen ondervragen. Maar zijn hoofdvraag is anders dan die van de magiërs. De mannen uit het oosten vragen naar de geboren koning van de Joden. Koning Herodes vraagt waar de Messías geboren zou worden! Herodes weet dat er een oude belofte ligt. God de Heer heeft zijn volk een nieuwe koning beloofd. Op de troon van David. En wat voor koning! Hij zal zijn volk bevrijden van alle vijanden. Hij zal plaatsnemen op de troon. Aan zijn koningschap zal geen einde komen.

Ik weet niet wat Herodes allemaal wist, maar de profetieën over de koning die komen zou zijn heel duidelijk. Straks halen de Joodse Schriftgeleerden de profeet Micha aan. Die zegt grote dingen van de koning die komt. Hij komt uit Juda. Hij wordt geboren in Betlehem. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden. Zelfs vóór de tijd begon. Hij zal de rest van zijn volk herenigen. Hij zal hen als een herder weiden. Dat is als koning. God de Heer geeft hem macht. De nieuwe koning treedt op in de Naam van God, de allerhoogste Koning. Hij zal Koning zijn over de hele aarde. Hij zal veiligheid brengen. Hij zal vrede en heelheid brengen.

Als dat echt waar is… wat heb je dan als áárdse koning nog in te brengen? Dan is jouw macht beperkt. Dan ben jij zelf niet de belangrijkste. Dan staat die ene koning boven jou. Dan heb jij in te binden. Niet iedereen buigt meer voor jou. Jij hebt zelf te buigen voor Hem!

Herodes denkt: als mensen van zo ver weg in de sterren lezen dat de koning van de Joden geboren is, dan moet dat wel de Messias zijn. Voor Herodes is het pijnlijk: er komen mannen van ver weg. Zij zoeken de koning van de Joden in de koningsstad Jeruzalem. Maar ze gaan niet uit zichzelf naar Herodes toe. Naar zijn paleis. Om te kijken of daar ergens een prinsje is geboren. Blijkbaar zoeken ze iemand anders. Die mannen hebben dure cadeaus bij zich. Dat zie je zo. Maar bij Herodes houden ze hun tassen dicht. Ze knielen niet voor Herodes. Ze horen hem aan en ze gaan weer. Dat maakt alles alleen maar erger. Wie is die nieuwe koning? Hij bedreigt mij in mijn functie als koning!

Pas als Herodes van schrik de hik krijgt, dan reageert Jeruzalem. Niet om wat de magiërs vragen. Maar om Herodes. Met Herodes mee. Als koning Herodes in alle staten is, dan moet je uitkijken. Alarmbellen gaan rinkelen: wees op je hoede.

God de Heer stuurt Jeruzalem een geboortebericht van de koning van de Joden. 3 De Joodse religieuze leiders houden afstand.

De overpriesters en de Schriftgeleerden reageren koel en afstandelijk op het aandringen van Herodes. Je merkt bij hen niks van opwinding en verwachting over dat het eindelijk zover is dat de Messias komt. Ze zijn wel op hun hoede voor Heródes. Maar verder niet. Ze geven alleen letterlijk het correcte antwoord op Herodes’ vraag. Waar wordt de Christus geboren? Nou, dat is duidelijk: In Betlehem van Judea. De profeet heeft het gezegd. Je kunt het er op na lezen: “Uit Betlehem in Juda zal een leider voortkomen die als een herder zijn volk Israël zal leiden.” Dat beeld van de herder is een beeld voor een nieuwe koning voor Gods volk. De beloofde Messias.

Na hun antwoord gaan de overpriesters en de Schriftgeleerden weer weg. Ze steken de vlag niet uit. In de betekenis van: hoera voor de Heer, God ziet naar ons om! Ze zoeken niet de magiërs op. Ze gaan niet zelf of met de magiërs mee naar Betlehem. Om de geboren koning met eigen ogen te zien en om Hem te eren. Heródes legt de link naar de beloofde Messias. Zij niet. Waarom niet?

Nou, stel je voor dat het echt waar is. Dat God de beloofde Koning geeft. Je weet wel, die grote koning. Van vóór alle tijden. Die voor altijd op de troon zal zitten. Die ver boven alle koningen en vorsten en presidenten uitgaat. Zo’n koning gaat ook ver boven ons uit. Zitten we daar op te wachten? Kijk, Herodes is hier koning, maar wij zijn de religieuze leiders. Wij hebben hier ook nog heel wat in de melk te brokkelen. Wij hebben een vooraanstaande plek. De mensen eren ons om ons ambt. Als de Messias echt komt, dan zijn wij onze plek kwijt. Dan buigen de mensen voor Hem en niet meer voor ons. Dát willen we niet!

Als je verder leest in het evangelie volgens Matteus, dan komt steeds die achtergrond boven. De Joodse leiders botsen steeds op Jezus. Juist in zijn claim dat Hij de beloofde Messias is!

Denk nu nog eens aan koning Herodes. Er lijkt een groot verschil. Koning Herodes reageert van de buitenkant heel anders dan de Joodse geleerden. Herodes reageert erg opgewonden. De Joodse geleerden reageren onderkoeld. Maar achter de reactie van hen beiden zit dezelfde zorg: die nieuwe koning van de Joden is een bedreiging voor mij. Straks buigen mensen niet meer voor mij, maar moet ik buigen voor Hem. Dat nooit!

God de Heer stuurt Jeruzalem een geboortebericht van de koning van de Joden. 4 De magiërs aanbidden.

Er is ook een andere manier van reageren. Dat ontdekken we als we kijken naar de magiërs ergens uit het verre oosten die naar Jeruzalem gekomen zijn.

Herodes hoort de magiërs uit. Over wanneer de ster precies zichtbaar is geworden. Het valt mee. Deze koning is nu nog erg jong. Hij is nu nog geen direct gevaar voor de troon. En hébben de magiërs wel gelijk? De Joden zelf reageren zo onderkoeld. Of helemaal niet. Laat de magiërs eerst maar uitzoeken hoe het precies zit met dat kind. Dan kan Herodes Hem daarna wel uitschakelen.

Herodes stuurt de wijzen naar Betlehem. Hij geeft hen opdracht nauwkeurig onderzoek te doen naar het kind. Zodra ze het kind gevonden hebben, moeten ze dat aan hem melden. Dan kan Herodes het ook eer bewijzen. Daar meent hij niks van. Maar je moet toch wát om die magiërs weer terug te krijgen en verslag te laten doen van wat ze dan weten.

De magiërs vertrekken. Er gaat niemand met hen mee! Dat is raar. Ze hebben toch echt die ster gezien. Zij zijn sterrenkenners. Volgens hen wijst die ster op een koning die geboren is. De koning van de Joden. Maar de Joden zelf bewaren afstand. Alleen de heersende koning wil alles wel heel precies weten. Hij weet er zelf dus ook helemaal niks van. Dat is verwarrend voor de magiërs. Zouden ze zich vergist hebben? Straks zijn ze voor niks naar Jeruzalem toe gekomen. Dan is er helemaal geen koning geboren. Als je kijkt naar de reacties van de mensen, dan lijkt het daar op.

Maar dan zien ze weer de ster. Opeens is hij er weer. Diezelfde ster die ze thuis aan de hemel hadden gezien. Ze worden ontzaglijk blij. Het is toch waar. We hebben ons niet vergist. Ook al wil niemand in het eigen land van die koning weten, hij is geboren. De ster wijst hen de weg. En zij láten zich leiden.

Bijzonder is het wel. De ster had toch ook eerder terug kunnen komen? Hij had hen toch meteen naar Betlehem kunnen leiden? Dat had gekund. Maar blijkbaar was het de bedoeling dat ze juíst via Jeruzalem gingen. God de Heer wilde dat de stad van David hoorde van de geboren koning van de Joden. Het trieste is dat de magiërs alleen gekomen zijn en ook alleen weer vertrekken. Maar God gaat voor hen uit. Dat doet Hij door weer die ster te sturen.

De ster blijft staan boven een huis. In dat huis is de geboren koning van de Joden. De magiërs gaan het huis binnen. Ze zien het kind, met Maria zijn moeder. Ze knielen voor het kind. Vol respect. Ze aanbidden het kind. Daarna doen ze hun tassen open. Ze halen er kostbaarheden uit. Geschenken die passen bij een koning: goud, wierook en mirre. Ze geven die geschenken niet aan Maria of Jozef. Ze geven ze aan Jezus!

De reacties op het geboortebericht van de koning van de Joden zijn heel verschillend. *Jeruzalem reageert niet. *Herodes schrikt zich naar. Dan pas schrikt ook Jeruzalem, maar dat is om Herodes. *De Joodse geleerden laten geen enkele emotie blijken. *Heel anders doen de magiërs. Zij werpen zich op de grond en aanbidden de Koning.

Waar komt dat verschil vandaan? De vraag is of Jezus voor jou de hoogste Koning mag zijn. Wil je van de troon afkomen? De troon in je hart en dus in je leven? Geef je die troon weer aan wie hem toekomt: aan Jezus?

Misschien denk je: Maar Jezus is ruim 2000 jaar geleden geboren. Dat is nog veel langer geleden dan de Middeleeuwen. Wat hebben we aan Hem als Koning? Maar vergis je niet: Jezus is niet een oude koning van 2000 jaar geleden die al lang dood is. God de Heer heeft gezegd dat Jezus voor altijd Koning zou zijn. Dat is ook uitgekomen. Jezus zit nu naast God op de troon. Maar er is meer: Hij wil ook Koning over jouw leven zijn.

Hoe reageer jij? Hoe je reageert hangt ervan af of je van jouw troon wilt komen, om daar plaats te maken voor Jezus!
Amen

Liturgie dienst 1e Kerstdag:
Vóór de dienst:
Nieuw Liedboek voor de Kerken 496 en 505 en 507, met ad hoc koor en gemeente

In de dienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.30: 1.2.5.6.7 [Ik breng een rechter aan het licht]
Wet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.81: 3.4.8 [uit het lied: Dit is de dag die God ons schenkt]
Gebed

Kinderen:
Gedicht
Filmpje over Kerst
Kerstcadeau voor de kinderen van de basisschool
Zingen: Hemelhoog 157: 1.2.3.4 Wij trekken in een lange stoet.

Lezen: Matteus 1,18-25
Lezen: Micha 5,1-4a
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.132: 6.7.8.9.10
Tekst: Matteus 2,1-12
Preek
Zingen: Zingende gezegend 126: 1.2.3.4.5 [O ster die alle sterren.] s.v.p. op de melodie van: Hoe zal ik U ontvangen? (GKB 78 of GKB 79)
Dankgebed en voorbede

Muzikaal intermezzo
Collecte
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 498: 1.2.3.4.5 beurtzang: 1 koor 2 vrouwen 3 koor 4 mannen 5 allen
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.50: 1 in beurtzang
Zegen