Loofhutten: blijf naar God kijken! (Leviticus 23,41-43)

Een loofhut heeft een dak van takken met bladeren. Door het dak heen kun je de hemel zien. Dat heeft God bewust zo voorgeschreven. Door dat open dak leert Hij ons om Hem niet te vergeten.

Preek over Leviticus 23,41-43:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Jongens en meisjes, jullie hebben vast wel eens een tent gemaakt. Van een laken of een deken bijvoorbeeld. Binnen bij de tafel. Of ’s zomers buiten bij een boom. Prachtige tenten kunnen jullie bouwen. Je legt er zachte kussens in. Je neemt drinken mee en een koekje. En je maakt het heel gezellig.

Zo’n tent is prachtig. Je maakt hem met allemaal knijpers vast. Maar als iemand niet goed uitkijkt dan schieten de knijpers zomaar los. Daar ligt je mooie tent. Helemaal ingestort. Die mooie hut of tent is zomaar kapot.

Weet je: zo’n tent, dat lijkt wel een beetje op ons leven. Zo’n tent kan heel wat lijken. Maar het hoeft maar te gaan waaien bijvoorbeeld en hij waait zomaar om. Zo is het ook met ons leven. Dat kan heel wat lijken, maar er hoeft niet veel te gebeuren of ons hele leven ligt op de kop. Er kunnen scheuren en deuken in komen. Alles kan anders gaan dan je had gedacht. Ook op heel nare manieren.

Maar weet je wat nu zo mooi is? God de Heer is er ook nog. Je moet er toch niet aan denken dat Hij er niet zou zijn. Als dan je leven onderuit gaat, dan kom je nooit weer overeind. Maar Hij is er wel. Vertrouw maar op Hem. Er kan van alles gebeuren in je leven. Jouw leven is als een zwakke tent. Maar God wil jou beschermen onderweg. Hij wil dat je die bescherming ook bij Hem zóekt. Dan zal Hij je veilig op je bestemming brengen: straks op de nieuwe aarde, in een leven dat nooit meer kapot kan, altijd bij Hem.

Over deze dingen gaat de preek. Op de achtergrond speelt deze vraag: Hoe kijk je tegen je leven aan? Denk je dat dit leven hier met wat je ziet alles is? Dat God en Jezus er niet zijn?… Of vertrouw je erop dat Zij er wel zijn? Ook voor jou?… Door het Loofhuttenfeest wijst God de Heer ons de weg.

Onderwerp: GOD LAAT ZIJN VOLK ALS PELGRIMS IN LOOFHUTTEN WONEN.
Dat doet Hij:
1 onder een open hemel
2 in een beschermde loofhut
3 in een tijdelijke loofhut

God laat zijn volk als pelgrims in loofhutten wonen.
1 ONDER EEN OPEN HEMEL.

God heeft zijn volk Israël in het oude testament feestdagen gegeven. De 7e maand is de grootste feestmaand. De 1e dag is de dag van de ramshoorn. De 10e dag is de Grote Verzoendag. Vanaf de 15e dag vieren ze een week lang het Loofhuttenfeest. Dat feest wordt op de achtste dag afgesloten met een feestelijke volksvergadering.

Het Loofhuttenfeest is een veelbetekenend feest. Vandaag kijken we naar één kant van dat feest. God laat zijn volk als pelgrims in loofhutten wonen.

Het woord voor Loofhut is in de oorspronkelijke taal van de bijbel soekka. Dat betekent hut of tent. In de bijbel vind je beide vertalingen. Het woord ‘hut’ bijvoorbeeld in het woord Loofhuttenfeest. En het woord ‘tent’ in de uitspraak dat God Israëls stammen in hun tenten liet wonen. Het Loofhuttenfeest herinnert aan het wonen van Israël in tenten tijdens hun reis door de woestijn. God zegt: “Jullie moeten voortaan zeven dagen per jaar in loofhutten wonen, om jullie kinderen er aan te herinneren dat Ik de Israëlieten in hutten of tenten liet wonen toen Ik hen uit Egypte wegleidde.” Het Loofhuttenfeest heet in de bijbel Soekkot. Dat is afgeleid van soekka, hut of tent.

Bij een tent denken wij al gauw aan kamperen. Misschien heb je daar ervaring mee. Maar dat is vaak voor een paar weken. In de vakantie. Dan is de vakantie weer voorbij. Toen de Israëlieten door de woestijn trokken wóónden ze in tenten. Meer dan 40 jaar.

Denk eens aan een pelgrimsreis. Die duurt geen 40 jaar. Maar vaak wel een stuk langer dan die twee tot vier vakantieweken. Er zijn mensen die vanuit Nederland lopend een pelgrimsreis maken naar Santiago de Compostella in Spanje. Dan ben je zomaar een paar maanden onderweg. Stel dat je slaapt in een tentje onder de open hemel. Dat kan een hele louterende reis zijn. Je komt helemaal los van je huis en spullen hier, van je dagelijkse werk en van je dagelijkse beslommeringen. Die open hemel die nodigt je als het ware uit om de dingen weer in het juiste perspectief te zien: in verbinding met God de Heer.

Je kunt zo’n pelgrimsreis ook maken zonder dat je gelooft in God en in Jezus Christus. Maar als Gód zijn volk in het oude testament in loofhutten doet wonen, dan wil Hij door die open hemel maken dat ze Hém blijven zien. Die loofhutten moesten in de open lucht gemaakt worden. De Israëlieten woonden zeven dagen in zo’n loofhut. Zo’n hut had een primitief bladerdak onder de open hemel. Het woord ‘loof’ in loofhut betekent ‘bladeren’. Een loofhut is een ‘bladerdakhut’. Je kon door het dak de lucht zien. ’s Nachts kon je door het dak de sterren zien!

Achter die loofhut in de open lucht met een dak met gaten erin zit een symbolische betekenis. Die symbolische betekenis is ook belangrijk voor de tijd waarin het Loofhuttenfeest werd gevierd. Dit feest wordt gevierd als de oogst helemaal is binnengehaald.

De oogst binnen. Je hebt even geen zorgen meer over genoeg zon of regen, over de groei van het gewas, over het binnenhalen van de oogst. Je mag nu van de oogst gaan genieten. Welke plek geef je dan aan God? Had je Hem alleen nodig toen je op het land werkte? En voor de groei van het gewas? En straks als het nieuwe seizoen weer begint? Of weet je jezelf altijd afhankelijk van Hem?
Juist als de oogst binnen is laat God zijn volk een volle week onder dat open dak wonen. Hij zegt: Ik ben niet jouw hulpje voor wanneer jij het niet redt, maar Ik wil altijd alles voor je zijn. Jij hebt Mij altijd nodig. Kijk eens naar die open hemel: vergeet Mij niet!… Die oproep zit in dat dak waardoor je ’s nachts de sterren kunt zien. Vergeet Mij niet!

Diezelfde oproep vinden we in het boek Prediker. Stel je een leven voor zonder de God en Vader van Jezus Christus. Waar komt het leven vandaan? Wat is de zin van dat leven? Waar gaat het naar toe? Als we God de Heer wegdenken uit dit leven, dan is alles lucht en leegte. Prediker laat zien hoe een leven zonder God er uit ziet: “Alles is vergeefse moeite, ons tobben heeft geen enkele zin, dood is dood, en wie leeft heeft als enige hoop dat hij eens zal sterven.”… Met zulke uitspraken prikkelt Prediker ons om verder te kijken dan wat hier en nu voor ogen is: Kijk naar God, je Schepper; naar God die jouw met Hem wil laten leven.

Dat boek van de Prediker past goed bij die loofhut met dat open dak. Vergeet God niet. In de Joodse traditie wordt tijdens het Loofhuttenfeest het boek Prediker gelezen. De oproep daarin is: Vertrouw je toe aan God de Heer. Zoek de zin en de bestemming van jouw leven bij Hem.

God laat zijn volk als pelgrims in loofhutten wonen.
2 IN EEN BESCHERMDE LOOFHUT.

Zo’n loofhut is heel wat anders dan een stevig huis, gebouwd op een goed fundament. Eén van de dingen die wij in huis hopen te vinden is veiligheid. Beschutting tegen hitte, koude, wind en regen. Niet voor niets kennen we de uitdrukking dat iets staat ‘als een huis’.

Zo stevig is een loofhut niet. Een loofhut was een fragiel kwetsbaar bouwwerk. In de tijd van het oude testament maakten de Israëlieten een loofhut van natuurlijke, onbewerkte materialen. Denk dan niet denken aan prieeltjes uit onze tuinen of aan een stevige tent bijvoorbeeld. Zo’n loofhut was een eenvoudig optrekje.

Zo heeft de Heer zijn volk tijdens de reis door de woestijn van Egypte naar Kanaän in tenten doen wonen. Ook die tenten waren kwetsbaar. De loofhut doet aan die tijd denken.

Zo’n loofhut staat ook symbool voor ons léven. Ons leven is kwetsbaar. De bijbel noemt ons leven een ademtocht, een zucht. Psalm 103 zegt: Ons leven is als een veldbloem: ze komt op, ze bloeit, de wind gaat er over, en ze is niet meer… Zo’n bloem kan geknakt worden. Ons leven kan gebroken worden… Ook aan die kwetsbaarheid werden de Israëlieten herinnerd tijdens hun verblijf in de loofhut.

Wij zijn als mensen kwetsbaar. Dat brengt ons bij onze afhankelijkheid. Wij hebben een Helper nodig die meer is en sterker is dan wij.

Er is maar één die ons echt bescherming kan geven. Dat is God. Dat zie je al in de tijd van het oude testament. Gods volk Israël is tijdens de woestijnreis enorm kwetsbaar. Maar ze staan er niet alleen voor. De almachtige God is hun helper. Jahwe heet Hij. Verlosser is Hij. Hij beschermt zijn volk. Bijvoorbeeld als een volk dat hen vijandig gezind is hen aanvalt. God redt hen uit de nood.

Zo mag Gods volk in die week dat ze wonen in hun loofhut denken aan Gods bescherming. Vandaar dat ze vaak Psalm 27 hebben gelezen daar in die hut. Psalm 27 die zegt: “De HEER bergt mij in zijn hut op de dag van het kwaad, hij verbergt mij veilig in zijn tent.”

De Joden lezen tijdens de viering van het Loofhuttenfeest ook Psalm 113 tot en met 118. Die Psalmen samen noemen ze het Hallel. Vroeger zong het tempelkoor die Psalmen. Psalm 118 bezingt Gods liefde en trouw, Gods bescherming en verlossing.
Als Gods Zoon Jezus komt blijkt dat deze Psalm verwijst naar Hem. Alleen via Jezus Christus vinden mensen een veilige en beschermde plek bij God. Een huis kan mensen niet tegen alles beschermen. Hoe stevig het ook gebouwd is. Huizen slijten. Huizen kunnen vervallen. Ze kunnen omvergehaald worden. Zo is het ook in jouw en mijn léven. Echt houvast in ons leven op onze levensreis vinden we alleen bij God en bij zijn Zoon Jezus Christus.

God laat zijn volk als pelgrims in loofhutten wonen.
3 IN EEN TIJDELIJKE LOOFHUT.

In Deuteronomium 16 worden drie belangrijke feesten genoemd: het Pascha, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. Het Loofhuttenfeest is het laatste feest dat genoemd wordt. Het is ook het meest fééstelijke feest van deze drie. Er zit een climax in. Op het Loofhuttenfeest zegt God de Heer tegen zijn volk: “Feestvieren! Laat alles alleen nog maar feest zijn!” Het Loofhuttenfeest werd uitbundig gevierd.

Alleen nog maar feestvieren. En dat in dit kwetsbare leven, dat niet anders is dan een zucht. Kan dat wel? Ach, dat uitbundige feestvieren duurde maar een week. Het hield na het Loofhuttenfeest weer op. Maar God heeft een ander doel met jouw en mijn leven. God wil dat wij eens het eeuwige feest samen met Hem zullen meevieren. Het Loofhuttenfeest is daarvan het symbool: van het ééuwige feest samen met God.

God wil mensen als pelgrims op de weg zetten naar dat feest toe. Hij nodigt ze uit om te komen. Daarvoor stuurt Hij zijn boodschappers. Tenslotte stuurt Hij daarvoor zijn eigen Zoon. Jezus Christus weet wat feest is. Hij komt uit de hemel waar het feest is. Zijn eerste publieke optreden als Redder van God is op een bruiloftsfeest: de wijn is op, maar Jezus redt het feest. Jezus laat merken dat Hij de kaartjes van het eeuwige feest heeft verdiend. Dat Hij de weg is naar de Vader en het eeuwige feest bij Hem. Het Loofhuttenfeest wijst al op dat eeuwige feest. Het Loofhuttenfeest zelf is maar gebrekkig. Dat uitbundige feest stopt weer na 8 dagen. Die loofhut heeft elk jaar een tijdelijk bestaan. Dat moet ook wel in deze gebroken werkelijkheid waarin we leven. Het Loofhuttenfeest wijst op het belang dat Jezus Christus komt. Hij die ons brengt naar het eeuwige feest bij de Vader…

Als christelijke kerk vieren we vandaag niet meer het Loofhuttenfeest. We hoeven niet meer in loofhutten te wonen. De Heer Jezus wil wonen in ons hart. Hij verbindt ieder die op Hem bouwt met God de Vader. Hij doet hen leven onder een werkelijk open hemel. Hij neemt hen mee op reis, een pelgrimsreis naar het eeuwige feest.

In de hemel is het nu al feest. Johannes ziet de gelovigen van alle tijden die op de HERE God en zijn Zoon hebben vertrouwd. Ze zwaaien met palmtakken. Ze zingen het ‘loofhuttenlied’. Psalm 118: “Loof God!” En God zelf spreidt zijn tent over hen uit. Góds tent. Dat is een loofhut die door God zelf is gemaakt. Daarin vinden ze eeuwige bescherming.

Het wachten is op de nieuwe aarde. Dan zal voorgoed het Loofhuttenfeest gevierd worden. Dan is het definitieve reisdoel bereikt. God zal persoonlijk alle tranen afwissen van de ogen van zijn kinderen die op Hem vertrouwden. Dan zal het alleen nog maar feest zijn.
Amen

Dokkum, oudejaarsavond 2016

Liturgie:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.27: 3.4 Bij de Heer ben ik veilig. Hij laat mij schuilen in zijn tent.
Gebed
Lezen: Leviticus 23,33-43 over het Loofhuttenfeest
Lezen: Openbaring 7,9-17 Johannes ziet iets dat lijkt op een hemels Loofhuttenfeest.
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.31: 11.12.13.14 God zelf wil onze beschermende loofhut zijn.
Tekst: Leviticus 23,41-43
Preek
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.84: 3.4.5.6
Gedachtenis (We gedenken onze geliefden die het afgelopen jaar uit ons midden weggenomen zijn.)
Dankgebed en voorbede
Geloof: Gereformeerd Kerkboek Gez.179a
Collecte
Zingen: Nieuw Liedboek voor de Kerken 416: 1.2.3.4 [Ga met God en Hij zal met je zijn]
Zegen