De mensen aan wie je je het meest ergert dat zijn de mensen die het meest op je lijken. Oeps?! Toch is het echt waar. Jezus zegt: “Verwijder eerst de balk uit je eigen oog, dan pas zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.” Hoe milder je wordt naar je zelf, des te milder zul je worden naar je naaste….
Preek over Matteus 7,1-12:
Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,
Jongens en meisjes, misschien kennen jullie het verhaal van de was van de buurvrouw.
Op een dag zegt een man tegen zijn vrouw: “Wat is de was van de buurvrouw toch vies. Het is witte was, maar het ziet zo grauw. Zou haar wasmachine het niet goed doen? Of heeft ze een verkeerd wasmiddel? Misschien kan ze wel helemaal niet kleren wassen.”
Dan gaat hij weg voor een boodschap of een werkbespreking of zo. Als hij thuiskomt en door het raam naar buiten kijkt kan hij zijn ogen niet geloven.
Hij zegt: “Hé, kijk, de buurvrouw heeft haar was opnieuw gewassen. Het is nu helemaal wit.”
Maar zijn vrouw zegt: “Nee hoor, ik heb onze ramen gewassen.”
Die man dacht dat de was van de buurvrouw vies was. Maar het lag aan zijn eigen ramen. Hij zei iets van een ander. Maar het ging over hem zelf.
Daar gaat de preek over.
Onderwerp: OORDELEN HOEFT NIET!
We gaan een aantal vragen bij langs.
WAT IS OORDELEN? (1) Over welk oordelen heeft Jezus het hier?
-Als jij een werkstuk voor school hebt gemaakt en je leraar geeft jou een cijfer daarop, dan heeft jouw leraar daar een oordeel over. Ik geef jouw een acht. Daar zit zijn oordeel in.
-Als jij auto rijdt en je rijdt door rood, dan kun je een boete krijgen. Als een agent je snapt en aanhoudt, reken dan maar op een forse boete. Die boete, daar zit een oordeel in: je was in overtreding.
Een samenleving kan niet zonder regels, zonder normen en waarden en zonder recht. God geeft ook gezagsdragers die waar nodig een oordeel moeten vellen. Je ouders, je leraar, of een kerkenraad.
Tegen zulk oordelen keert Jezus zich in Matteus 7 niet. Jezus zegt ook niet, dat die splinter niet erg is, of dat die wel rustig kan blijven zitten. Jezus wijst op het onderscheid tussen wat heilig is en wat onheilig of onrein is. Om dat onderscheid te kunnen maken is een oordeel nodig: dit is recht en dat is krom.
Als Jezus zegt: “Oordeel niet!”, dan denkt Hij aan véroordeling: de ander de maat nemen om jezelf hoger neer te zetten. De ander verwijten maken en intussen je eigen zwakheden verdoezelen. Of jezélf veroordelen. Dat hoort er ook bij.
Zulk oordelen, daar passen allemaal jij-zinnetjes bij.
Daarvan zul jij er vast ook wel meerdere kennen uit je eigen leven.
Uitgesproken of onuitgesproken oordelen in de zin van veroordelingen:
Jij kunt dat niet. Jij deugt niet. Jij had er niet mogen zijn. Jij doet zo afstandelijk.
Jij bent lelijk. Jij ook altijd met je korte lontje. En ga zo maar door.
Zulke oordelen zijn er altijd.
Onze cultuur is daar helemaal mee doordrenkt.
Zulke oordelen doen veel met ons. Daar gaan we nu naar kijken.
–
WAT DOET OORDELEN? (2)
*Oordelen beschadigt anderen.
Je zult maar een splinter uit iemands oog halen, terwijl je zelf een balk in je eigen oog hebt. Dat komt niet goed. Daar maak je meer kapot dan heel mee.
Die balk in jouw oog, dat is jouw ergernis. De Bijbel zegt ergens dat ons oog slecht kan zijn. Dat we kijken op een manier die kapot wil maken. Of dat er afgunst, wrok, bitterheid, haat in ons oog zit.
Als we oordelen, dan geven we iemand anders niet het goede, maar het kwade. Je doet precies andersom dan zoals God doet en waarvoor Hij je gemaakt heeft.
Oordelen is anderen anders behandelen, dan zoals je zelf behandeld zou willen worden.
*Anderen oordelen keert ook als een boemerang terug naar jezelf.
Jezus zegt: “Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt.” En: “Op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden. Met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.”
Denk aan onze meter. Dat is een maat. Maar wat is nu precies een meter?
Het Internationaal Bureau voor maten en gewichten in Sèvres, vlakbij Parijs, beheert de standaardmeter. Het levert kopieën van die meter aan nationale ijkinstituten, bijvoorbeeld het IJkwezen in Delft.
Die standaardmeter is de standaard voor alle andere meters. Ze moeten allemaal daaraan voldoen. Nou, een nieuwe meetlat maken die ook precies een meter lang is, dat gaat nog wel. Maar denk nu eens aan de maat waarmee God ons meet. Die maat is de maat van Gods wet, van het dubbelgebod van de liefde, van Jezus’ Bergrede, van Jezus zelf. Maar die maat van Gods volmaakte wet en van Jezus, daar kunnen wij uit onszelf nooit aan voldoen.
Wat loop ik dan ánderen na te meten? Ik voldoe zélf niet aan de maat van God! Ik ben zelf schuldig aan het oordeel. En God zál daadwerkelijk over mij oordelen.
Dat is een belangrijke les van Matteus 7: Wat maak je je druk over een ánder? Maak je liever druk over jezélf! Jij hoeft voor God straks geen verantwoording af te leggen over het leven van een ander, maar alleen over jouw eigen leven! Daar heb je je handen wel vol aan. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Maar ook elke zondaar heeft genoeg aan zijn eigen kwaad!
–
WAT ZEGT OORDELEN OVER JEZELF? (3)
Jezus gebruikt een bijzonder beeld als het gaat over zijn opdracht om niet te oordelen. Jezus komt met een voorbeeld van een balk en een splinter.
Het woord dat hier staat voor splinter wijst op een stukje gedroogd materiaal van een plant of een boom. Een plantenstengel, een kaneelstokje, een takje voor een vogelnest, een tandenstoker of een splinter van hout.
Een houtsplinter. Dat is veelzeggend… Een splinter kan ook van een steen komen. Maar Jezus noemt hier niet een steen en een houtsplinter… Een splinter kan ook van een bot komen. Maar Jezus heeft het niet over een bot en een houtsplinter… Jezus heeft het over een balk en een houtsplinter… Waar komt die splinter vandaan?… Uit die balk!…
Zie je dat? Die splinter heeft alles met die balk te maken! Waarom zie je die splinter in het oog van de ander? Waarom kun jij die zo goed zien? Omdat die jou zo bekend voorkomt! Die splinter herinnert jou aan je eigen gebreken! Als ik die splinter zie dan denk ik: o nee, hè, daar heb je weer dat akelige trekje ook van mijzelf!
Kijk, wij kunnen alles van anderen verdragen. Ook aan negatieve dingen. Behálve als die ander iets negatiefs heeft van wat we levensgroot in onszelf ontmoet hebben. En als dat andere iets is dat we in onszelf niet onder ogen willen zien, maar wegstoppen.
Ja, wegstoppen: die man over wie Jezus het heeft merkt de balk in zijn eigen oog niet eens. Waarom niet? Die wil hij niet zien. Die balk is veel te bedreigend. Die duwt hij zoveel mogelijk weg.
En dat lukt elke dag aardig… Totdat hij weer iemand tegen komt met een splinter in zijn oog. Iemand met eenzelfde soort gedrag. Een splinter uit zijn eigen balk. Dan wordt die man met één ruk weer herinnerd aan zijn eigen balk. Aan wat hij bij zichzelf niet wil zien.
En wat doet hij dan? Dan gaat zijn binnenste schreeuwen. Hij wil niet met zichzelf geconfronteerd worden. Maar waarom kan hij die splinter dan niet verwijderen? Omdat hij niet gedreven wordt door liefde en mildheid, maar door frustratie en ergernis. Hoe meer hij zijn eigen balk haat, hoe meer hij de splinter bij de ander zal haten. Hoe meer hij zichzelf haat om zijn balk, hoe meer hij de ander zal haten om zijn splinter!
Soms zijn mensen zo woedend op anderen. Ze stampvoeten, ze schelden, of ze lopen vloekend weg. En de mensen die er omheen staan die zeggen: “Nee maar, wat lijken ze op elkaar. Deze man hier die zo stampvoet, hij lijkt in zijn gedrag sprekend op de man die hij verwenst.”
Weet u wat een belangrijke les is uit dit gedeelte over die balk en de splinter? Schrijf het thuis maar op een briefje en hang het ergens op een zichtbare plaats op. Dat is déze les: De balk en de splinter zijn uit hetzelfde hout gesneden!…
Wat zegt oordelen over jezelf? Jezus zegt: “De balk en de splinter zijn uit hetzelfde hout gesneden.” Maar dan leren we dit: De mensen aan wie je jezelf het meest ergert, dat zijn de mensen die het meest op jou lijken!
We leren ook dit: Wil jij werkelijk andere mensen helpen bij wie je splinters ziet? Die splinters heb jij echt wel goed gezien. Juist jij kunt dat heel scherp zien. Omdat je er zoveel van herkent uit jezelf. Maar wil je de ander werkelijk helpen,
dan zul je eerst iets aan de ergernis in jou zelf moeten doen. Aan jouw eigen balk. Werk aan jouw ergernis. Zorg dat je die kwijtraakt. Dan kun je pas in liefde iets voor de ander betekenen. Alleen dan zal jouw houding en gedrag heel makend kunnen werken in plaats van beschadigend.
–
Maar wat is dat moeilijk voor ons. Die balk en die splinter. Weet je wat onze natuurlijke reactie is? Dat is dit: Als ik bij de ander zo’n splinter opmerk, dan doe ik er alles aan om die splinter weg te krijgen. Desnoods ruim ik die andere persoon helemaal uit de weg. Om maar niet aan mijn eigen balk herinnerd te worden!
Hóe kun je dan die ander uit de weg ruimen? *Dat kan door die persoon te gaan mijden. *De ander uit de weg ruimen, dat kan ook door lelijke dingen over de ander te gaan zeggen. Het is gemakkelijker voor mij om het kwaad in de ander aan te wijzen, dan om dat kwaad in mijzelf te erkennen.
In zulk gedrag kunnen wij groeien. Dan groeit het kwaad. We maken elkaar meer en meer af. Paulus zegt in Galaten 5: “De hele wet is in één woord vervuld: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden.”
Aan die woorden moet ik denken bij wat Jezus zegt over de varkens en de honden.
“Geef wat heilig is niet aan de honden.” Dat heilige is Gods evangelie van genade. Dat we vrij zijn van het oordeel dankzij Jezus’ bloed.
“Gooi je parels niet voor de zwijnen.” Verderop vergelijkt Jezus ons als zijn kinderen met parels. Hij zet zich zelf neer als een koopman die een kostbare parel vond en er alles voor over had om die te kopen. Zo heeft Jezus ons gekocht. Hij had alles voor ons over. Hij betaalde met zijn leven.
Als wij dat wat goed, rein en heilig is te grabbel gooien, als we elkaar, elkaars persoon en naam en eer, oneer aandoen, dan maken wij dat wat heilig en schitterend is onrein en lelijk. Daarmee doen we de ander kwaad… Maar let er op: dat kwaad keert zich ook tegen onszelf! De varkens zullen de parels vertrappen en de honden zullen het heilige verscheuren… maar daarna ook óns!…
Er is een verstrengeling: mét dat wij het leven uit genade vergooien en elkáár als kostbare parels wegdoen, doen we datzelfde ook onszélf aan!… Als je leven uit genade doorstreept voor de ander, dan beschadig je ook jezelf…
Hoe meer je jezelf veroordeelt, hoe meer je anderen veroordeelt.
Hoe meer je anderen veroordeelt, hoe meer je jezelf veroordeelt.
Wat een pijn. Alleen maar diepe pijn.
–
Nu komen we bij het belangrijkste:
HOE KUN JE VRIJ VAN HET OORDEEL WORDEN? Terug naar het evangelie? (4)
Dat leren we uit het beeld van de balk en de splinter. Wil je echt vrij worden van het oordelen over anderen, het veroordelen van anderen, dan moet je eerst vrij worden van het oordeel over jezelf, het veroordelen van jezelf! Eerst moet de balk uit jouw oog, dan pas kun je de splinter uit het oog van je naaste halen zonder hem te beschadigen.
Maar help me dan, hóe word ik vrij van het oordeel?
Jezus zegt: dat kun je worden door naar mijn en jullie Váder te kijken!
Kijk eens wat Vader doet? Vader in de hemel is oneindig veel meer dan aardse vaders.
Jezus’ leerlingen zijn, voor zover ze gehuwd zijn en kinderen gekregen hebben, áárdse vaders. Zij zijn van zichzelf slecht. Geen mens is van zichzelf goed. God alleen is van zichzelf goed. Maar die vaders die zo slecht zijn van zichzelf zorgen wel voor hun aardse kinderen.
Jezus zegt: Nog veel meer zal mijn Vader in de hémel voor jullie zorgen.
Maar dan zorgt God de Vader voor mensen die van zichzelf slecht zijn! Dat is bijzonder. God zegt niet: Ik kijk eerst hoe jij bent, ik beoordeel dat precies, en als jij aan mijn maat voldoet, dan houd Ik van je en dan zal Ik voor je zorgen. Nee, God zorgt voor ons zonder dat wij dat verdiend hebben. Hij geeft goede gaven aan allen die hem daarom vragen.
Bedenk eens welke goede gaven God geeft. *God geeft zijn Zoon. Jezus. Hij is gekomen om ons door zijn dood van Gods oordeel te bevrijden. En van het elkaar veroordelen. *God geeft ook zijn Geest. Wij mogen leven van Gods onverdiende gaven dat Hij ons vrijspreekt én nieuw maakt om Jezus’ wil! Bid, zoek en klop daarom!!
Hoe word je vrij van het oordeel? Door je vertrouwen te stellen op Jezus en door God te vragen om zijn Geest. Want: Dan hoef je niet meer jezelf te veroordelen!
Ik denk aan wat Paulus zegt in Romeinen 8,33-34: “Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij! Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die opgewekt is en aan de rechterhand van God zit pleit voor ons.”
Ja maar mijn zonden dan? Ik struikel toch nog zo vaak? Ik heb nog zoveel fouten en gebreken. Dat klopt. Maar God zegt: Ik spreek je vrij.
Dus: Wanneer jij vertrouwt op Jezus dan ben je vrij van het oordeel. Van Gods oordeel! *Je bent nog zondig. Dat blijf je op deze aarde. Je valt nog in zonde. Maar elke dag mag je Gods vergeving en Jezus’ leven voor jou vragen.
*Je bent een zondaar. Je hebt het oordeel verdiend. Maar tegelijk ben je werkelijk vrij van het oordeel, want Jezus heeft zijn bloed ook voor jou uitgegoten op Golgota.
Zo kun je eerlijk zijn! Jouw zonden hoef je niet weg te poetsen. Je mag eerlijk je fouten onder ogen zien. Dat kun je zonder er onder verpletterd te worden. Dat kun je omdat je daarmee naar Jézus gaat.
–
WAT BETEKENT DAT VOOR JEZELF? (5)
Wat geeft dat een ruimte! Denk eens na: Nu hoef je je zelf niet meer te verstoppen voor alles in jou en buiten jou dat jou aanklaagt. Je kunt er echt eerlijk over zijn. Je kunt rustig alle oordelen filteren en dat wat van waarde erin is erkennen: “Je hebt gelijk.” “Het is waar.” “Dat was niet goed van mij wat ik deed.” “Ik had dat niet mogen zeggen.” “Ik ben vaak nog zo driftig.” “Ik denk vaak zo lelijk over anderen.”
Nu kun je eindelijk eerlijk zijn. Waarom? Omdat God groter is dan jouw zonden. Omdat Hij voor al die zonden zijn Zoon heeft gestuurd die voor jou in de plaats wilde boeten.
Maar als je op die manier eerlijk kunt zijn over jouw zonden en gebreken, bedenk dan eens wat dat betekent voor jouw kijk op jezelf? Nu hoef je je zelf niet steeds maar verwijten te blijven maken. Je hoeft niet te blijven hangen in angst, schaamte en schuld. Je mag werkelijk vrij zijn! Jij mag jou zelf aanvaarden. Als God jou aanvaardt, jou, zondaar, tot vergeving en genezing, wie ben jij dan om jouzelf niet te aanvaarden?!
Aanvaard jezelf: ja, ik ben een zondaar, maar ik ben ook geliefd. Ik ben zondaar en tegelijk sta ik recht voor God. Door Jezus. Wat een onverdiende goedheid.
Maar als je zo met jezelf leert omgaan, dan word je milder…
Ja het is waar. Op deze aarde zul je steeds weer je fouten onder ogen moeten zien. En erkennen: “Je hebt gelijk. Zo erg is het met mij.” Maar hoe vaker je daarmee naar Jezus gaat en gaat staan in zijn vrijspraak en in Gods vergevende liefde, hoe meer je mag beseffen dat je echt tot in je diepste wezen geliefd bent. Hoe meer je ziet dat God je toch aanvaardt, om het bloed van Jezus, hoe meer je, kleine stukjes bij kleine beetjes, ook leert om jezelf te aanvaarden.
En dan word je milder. Heel langzaam word je dan milder naar jezelf.
–
WAT BETEKENT DAT VOOR JE HOUDING NAAR ANDEREN? (6)
Weet je wat er dan gebeurt? Dan, in die beweging, van langzaam milder worden naar jezelf, kun je ook milder worden naar je naaste! Je weet wel, die ander met die splinter, die jou zo pijnlijk herinnerde aan jouw eigen balk.
*Als je jezelf hebt vergeven, en telkens weer vergeeft, dan kun je ook die ander vergeven, en telkens weer vergeven! *Als je milder wordt naar jezelf, dan gaan ook de scherpe kantjes naar de ander er van af.
Hoe minder jouw balk jou in de weg zit, hoe beter jij heelmeester kunt zijn voor de splinter bij de ander. Hoe minder jij je ergert aan jezelf, hoe minder je vol ergernis zult uitbarsten naar die ander.
De mensen aan wie je je het meest ergert, dat zijn de mensen die het meest op je lijken. De balk is uit hetzelfde hout gesneden als de splinter.
Hoe meer jij jezelf aanvaardt en vergeeft in de ruimte van Gods vergeving in Jezus, en hoe milder je bent naar jezelf, des te meer ben je in staat ook in geduld en vrede, liefdevol en mild met je naaste om te gaan, die gebukt gaat onder dezelfde gebreken als jij!
Amen
Liturgie middagdienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.103: 1.3.4
Gebed
Lezen: Matteus 7,1-12
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.39 (Als je bidt zal Hij je geven.)
Tekst: Matteus 7,1-12
Preek
Zingen: Opw.710 (Zegen mij op de weg die ik moet gaan.)
Geloof: Liedboek van de kerken Gez.258: 1.2.3.4 (Halleluja, lof zij de Heer)
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.85: 3.4
Zegen