Stel je voor dat jullie kerkgebouw in brand is gestoken. Alleen omdat je christen bent. Wat doe je dan? Of als jij op de televisie ziet hoe christenen gemarteld en vermoord worden. Wat gaat er dan door jou heen? Word jij dan ook woedend en wil je wraak? Ik begrijp dat heel goed. Maar laten we eerst eens kijken wat de Bijbel daarover zegt.
Preek over Jeremia 1,11-12
Gemeente waarvan Jezus zoveel houdt, gasten, luisteraars,
Jongens en meisjes, kijk eens naar het scherm van de beamer. Dat is een sneeuwklokje. Die heb je vast wel eens gezien. Alleen: het is nu nog zomer, sneeuwklokjes bloeien vaak in de winter. Toch wil ik het daar even over hebben.
Ik zal je vertellen waar ik aan denk als ik een sneeuwklokje zie. Dan denk ik aan de lente. Als ik een sneeuwklokje zie, dan weet ik dat de lente komt. Daar is ook een liedje van, van Elly en Rikkert: ‘Weet je dat de lente komt… alles loopt weer uit.’
Als mensen kunnen we genieten van de seizoenen die we in ons land kennen: de lente, de zomer, de herfst en de winter. De seizoenen wisselen elkaar af: na de een komt de ander. Het is nu prachtig nazomerweer. Daar genieten veel mensen van. Maar straks komt echt de herfst en dan de winter. Behalve als Jezus eerder terugkomt.
Misschien denk je als het een lange winter is: komt er ooit een eind aan? Maar als je een sneeuwklokje ziet, dan weet je dat de lente komt. Zeker weten.
Ik heb nog meer moois te vertellen. Dat gaat over God. Zo zeker als je bij het zien van een sneeuwklokje mag weten dat de lente komt, zo zeker, en nog meer zeker mag je weten dat als God iets zegt Hij het ook gaat doen. Wat God zegt dat doet Hij echt. Daar gaat de preek over.
–
Thema: WAT GOD ZEGT DOET HIJ ECHT.
Jezus komt terug. Geloof jij dat? Je ziet er toch niks van? Wie is nu de baas in deze wereld? Jezus of mensen die alles kapot maken?… Jezus heeft tegen zijn leerlingen gezegd: “Ik ben bij jullie als jullie Helper.” Maar wat merken we ervan? Jij zelf? En denk eens aan al die christenen die verjaagd zijn?… Hoezo doet God wat Hij zegt? Ziet Hij wel wat er op aarde gebeurt?
Dat zijn vragen waar kinderen van God mee kunnen worstelen. Die vragen zijn niet nieuw. In de tijd van Jeremia was er vanuit ons als mensen gezien ook heel wat te vragen. Het tienstammenrijk Israël was weggevoerd in ballingschap door de grootmacht Assyrië. Het tweestammenrijk Juda was alleen over. Maar hun voortbestaan stond ook op het spel. Nog even en ze zijn er niet meer. Ook in die tijd hoorde je vragen als: Waar is God? Slaapt Hij soms?
–
God roept Jeremia om zijn profeet te zijn voor Juda en de andere volken.
Nadat we van die roeping gelezen hebben lezen we van twee keer dat de Heer het woord tot Jeremia richt. Die dubbele boodschap heeft te maken met zijn roeping.
Op een dag ziet Jeremia een tak van een amandelboom. Hij is die tak aan het bekijken. Vanwege de les die God er aan gaat geven mogen we wel denken aan een amandeltak die in bloei staat. Terwijl Jeremia aan het kijken is hoort hij een stem: “Wat zie je, Jeremia?” -Het is de stem van God! God die hem geroepen heeft om zijn profeet te zijn richt nu weer het woord tot hem. En Jeremia antwoordt: “Ik zie een amandeltwijg.”
Een twijg is een tak. Deze tak is van een amandelboom. In de taal van de Bijbel zit in het woord amandelboom het woord waken. Eigenlijk heet die boom: de waker, of: de waakzame.
Dat is bijzonder, een boom die de waker heet. Een boom die wakker is. Waarschijnlijk heeft die naam hiermee te maken: van alle bomen in Israël komt de amandelboom als eerste in bloei. Hij bloeit al eind januari, begin februari. Eerst komen de bloemen. Pas later volgen de bladeren. Er zijn meer bomen die die volgorde kennen: eerst de bloem, dan het blad. Het mooie is dat je als zo’n boom bloeit dat echt goed kunt zien: zo’n boom is een en al bloem als hij bloeit. Maar de amandelboom is dus de eerste. Alle andere bomen slapen nog, zeg maar. Maar dan is de amandelboom al wakker en staat te bloeien. Elk voorjaar kun je er zeker van zijn: wil je weten dat het voorjaar wordt: kijk dan naar de amandelboom die bloeit. Als die bloeit dan weet je dat het voorjaar wordt. Net als bij ons de sneeuwklokjes: Weet je dat de lente komt? Zeker weten!
Dat beeld van die amandelboom die bloeit gebruikt God om er een les aan te verbinden. Het gaat niet in de eerste plaats om snelheid, hoe snel die boom komt, of om vroeg, hoe vroeg die boom bloeit, maar vooral om zekerheid: als het tijd is wordt de waakboom wakker, en dan bloeit hij zeker weten.
God zegt: “Een amandeltak, dat heb je goed gezien, Jeremia, want Ik waak over mijn woord om dat ten uitvoer te brengen.” Zo wakker als deze waakboom is, zo wakker ben Ik altijd. Zo zeker als wat bij deze boom in de knop zat uitloopt, zo zeker laat ik uitkomen wat Ik zeg.”
God waakt. Hij slaapt niet. Wij kunnen denken dat hij slaapt: Ziet God de ellende in de wereld wel? Kijk eens naar de nood in de wereld. Waarom grijpt God niet in? Hij is toch sterker? Hij heeft toch gezegd dat Hij het kwaad zou bestraffen? Waarom doet Hij dat dan niet? Mensen gaan straffeloos hun gang. Kun je dan wel echt op Hem aan?… God is echt de baas. Hij heeft alle macht. Maar het kan een verleiding voor ons zijn te denken dat Hij slaapt als het onrecht op aarde lijkt te heersen.
Jeremia heeft ook perioden dat hij er zo in staat. God belooft in hfd.1,18-19 dat Hij Jeremia zal beschermen in zijn leven als profeet. “Ze zullen je bestrijden, maar je niet verslaan, want ik zal je terzijde staan en je redden – spreekt de Heer.” Maar Jeremia krijgt te maken met zoveel verzet dat hij het gevoel heeft dat hij er onder door gaat. Hij lijdt er echt onder. Waar is God nu dan met zijn belofte? Hij laat mij zijn profeet zijn, maar Hij laat mij gewoon kopje onder gaan. Straks is er geen Jeremia meer over. In hfd.15,18 zegt Jeremia: “U hebt mij teleurgesteld als een beek die drooggevallen is.” Dat waren van die beken in Israël waar je niet van op aan kon: elke keer als je water zocht, stonden ze droog. Ze waren onbetrouwbaar. Zo sterk twijfelt Jeremia aan God of Hij wel doet wat Hij zegt, dat hij God de Heer vergelijkt met zo’n beek.
Als jij aanvechtingen krijgt over hoe betrouwbaar God is, wees dan niet verbaasd. Ook koningen en profeten van God hebben met zulke vragen geworsteld: Doet God wel wat Hij zegt? Het antwoord op die vraag is van levensbelang voor ons. Zeker ook voor een profeet die Gods woorden aan de mensen moet doorgeven.
Maar meteen in het begin van Jeremia’s optreden als profeet bemoedigt de Heer hem: “Ik waak over mijn woord om dat ten uitvoer te brengen.”
–
De Bijbel vertelt ook dat God waakt over zijn volk, zijn kinderen. Denk aan Psalm 121,3-4: “Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël.”
Maar hier bij de amandeltak gaat het zoals we zagen over iets anders. Hier zegt God dat Hij waakt over zijn woorden om die ten uitvoer te brengen. Wat God zegt, dat doet Hij echt.
Wat voor woorden zijn dat dan? Dat zien we in het vervolg, in het tweede woord dat God tot Jeremia richt. Jeremia 1,13-16. Weer kijkt Jeremia ergens naar. Het is een alledaags tafereel: er wordt gekookt in de kookpot. Het vocht in de pot kookt en borrelt. De pot staat op een vuurtje. Maar de pot helt over vanuit het noorden. Er is nog maar een klein zetje nodig vanuit het noorden en de hele kokende massa stroomt uit de pot over de grond. Als God Jeremia aanspreekt en vraagt wat hij ziet, vertelt hij het precies.
Ook aan dat beeld verbindt God een les. Dat tweede beeld zegt iets over de boodschap die Jeremia zal moeten brengen. God zal Jeremia een zware opdracht meegeven. Hij moet Gods eigen volk het oordeel aanzeggen. Het oordeel staat dreigend voor de deur. Er is nog maar weinig nodig of het vonnis wordt over Gods volk uitgegoten. De dreiging komt uit het noorden…
In de loop van het boek Jeremia zal blijken dat God doelt op het Babylonische Rijk dat in opkomst is. Zij zullen als de inhoud van die kokende pot over Juda heen stromen en het verwoesten.
Wat is er mis met Gods volk? In dit beginhoofdstuk wordt de kern al aangegeven. God zegt in Jeremia 1,16: “Ze hebben Mij verlaten, wierook gebrand voor andere goden en geknield voor wat ze zelf gemaakt hebben.” We komen er in het vervolg van het boek Jeremia uitgebreider op terug.
–
Nu gaan we terug naar het eerste beeld, van de bloeiende tak van de waakboom, de amandelboom. God waakt over zijn woord om dat ten uitvoer te brengen. Leg dat eens naast het tweede beeld van de overhellende pot die driegt over te lopen van kokend vocht. Het woord waar God over waakt dat is zijn woord van oordeel! Dan wordt die bloeiende amandeltak heel dreigend. Als God onheil aanzegt, dan heb je echt te luisteren. Maak je borst maar nat. God de Heer laat niet met zich spotten. Als Hij dreigt, denk of zeg dan niet: “Ach, het is God maar. Je weet wel, Hij die toch niets doet. Reken er maar niet op dat Hij ingrijpt.”… Als je zo denkt, dan heb je je lelijk vergist. God is trouw aan zijn woord. Aan zijn woorden van heil. Maar ook aan zijn woorden van onheil. Als Gods volk hun God en Schepper en Vader verlaat, en daar willens en wetens bij blijft, dan zal Hij hen daaraan overlaten. Weigeren ze naar Hem terug te keren, dan zullen ze niet mét, maar zónder Hem leven.
–
Wat God zegt doet Hij echt. Op nog twee andere plaatsen komen we in de profetieën van Jeremia dat woord waken tegen. Daar kijken we nu naar.
Eerst Jeremia 44,26-27: “Hoort daarom het woord des HEREN, gij geheel Juda, dat in het land Egypte woont: Zie, Ik zweer bij mijn grote naam, zegt de HERE: mijn naam zal niet meer worden aangeroepen door de mond van een Judeeër, die zegt: zo waar de Here HERE leeft! in het gehele land Egypte. Zie, Ik waak over hen ten kwade en niet ten goede, en alle Judeeërs die in het land Egypte zijn, zullen te gronde gaan door het zwaard en de honger, totdat zij vernietigd zijn.” (vertaling NBG-1951)
Juda is in ballingschap weggevoerd. Een kleine groep bleef achter. Zij zijn tegen het woord van de Heer in naar Egypte gegaan om daar een schuilplaats te zoeken. Ze hebben Jeremia onder dwang meegenomen. God zegt dat ze niet veilig zullen leven in Egypte, maar dat Hij hen daar zal laten omkomen. Omdat ze willens en wetens tot het einde toe zich tegen God verzet hebben. God waakt, dat is hier: God waakt over zijn woord van oordeel om dat te doen.
Als wij weigeren naar God te luisteren en willens en wetens tegen Hem kiezen, dan zal God ons daar aan overgeven. Dan zullen we het ook zonder Hem doen. God heeft daar geen plezier in, Hij doet het met pijn in zijn hart, maar het is onze keuze.
–
Wat God zegt doet Hij echt. Hij is trouw ook als Hij onheil aankondigt. Wat kunnen wij daarvan leren? Is dat goed nieuws of slecht nieuws?
Weet je nog van het begin van deze preek? Wij kunnen denken dat God de Heer slaapt: Ziet God de ellende in de wereld wel? Kijk eens naar de nood in de wereld. Waarom grijpt God niet in? Hij heeft toch gezegd dat Hij het kwaad zou bestraffen? Maar de mensen gaan straffeloos hun gang. Kun je dan wel echt op Hem aan?
Maar denk dan aan die amandeltak. De tak van de waakboom die bloeit. Zo zeker als die boom in het voorjaar als eerste bloeit, zo zeker doet God wat Hij heeft gezegd! God heeft beloofd dat Hij het onrecht aan zou pakken. Dat Hij alle slechtheid en opstandigheid van de mens tot in de wortel aan zou pakken en uit zou roeien. God zal als Rechter alle onrecht wreken.
Wat gebeurt er veel onrecht op deze aarde. Mensen worden verjaagd, of ontvoerd, verkracht en vermoord. Het is te afschuwelijk voor woorden. In de tijd van Jeremia maakt Gods eigen volk zich schuldig aan groot onrecht. Jeremia moet er dwars tegen in profeteren. En God zegt: Het onrecht heeft niet het laatste woord, Ik heb het laatste woord. Al het onschuldige bloed dat vergoten wordt, alle verkrachtingen en mishandelingen van mensen die door Mij gemaakt zijn, Ik zal het wreken.
Als je om je heen kijkt op deze aarde dan kan het lijken alsof God er niet is. Alsof alle onrecht en ellende in de wereld Hem niets kan schelen. Het lijkt of vernietigende legers alle macht hebben. Denk aan het brute geweld van Isis of IS, Al Qaida en Boko Haram, en zoveel anderen. Wat een gruweldaden plegen zij. Maar vergis je niet: ook zij zullen eens voor Jezus staan en verantwoording moeten afleggen voor hun leven hier op aarde. En God zal alle onrecht wreken.
Als God zich zo wreekt, dan hoeven wij ons niet te wreken! Christenen hoeven de vijanden die hen bedreigen niet met gelijke munt terug te betalen. God doet echt wat Hij zegt. De wraak en het oordeel kunnen ze met een gerust hart aan Hem overlaten. De overheid heeft wel de opdracht gekregen om het kwaad tegen te gaan als het moet met gepast geweld, maar wij persoonlijk niet.
–
Het woord waken komt nog een keer voor in het boek Jeremia. Daar gaan we nu naar kijken. Jeremia 31,27-28: “Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik het huis van Israël en het huis van Juda bezaai met zaad van mensen en zaad van dieren; en het zal gebeuren, zoals Ik wakker ben geweest om hen uit te rukken en af te breken, te verwoesten en te verdelgen en rampen over hen te brengen, zo zal Ik wakker zijn om hen te bouwen en te planten, luidt het woord des HEREN.” (vertaling NBG-1951)
Wat God in Jeremia 31 zegt herinnert aan wat Hij zei in Jeremia 1. Weet je nog van Jeremia 1,10? Daar zegt God tegen Jeremia: “Nu op deze dag, geef ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, om ze te vernietigen en af te breken, op te bouwen en te planten.”
God heeft het tienstammenrijk Israël uit het beloofde land gerukt en laten deporteren. Omdat Juda daar niks van geleerd heeft en het Israël achterna gaat in zijn ontrouw aan God zal God dat ook met Juda doen. Dat hebben ze allebei verdiend. God waakt over zijn woord om dat te doen.
Maar kijk daarna eens. Daarna zal God weer waken over zijn woord. Maar nu waakt Hij over zijn woorden van heil: Hij zal hen weer opbouwen en planten. Er komt voor Gods volk een tijd van herstel.
Hoe kan dat dat er toch herstel komt? Toen de mensen slecht geworden waren liet God de zondvloed komen, maar daar werden mensen niet opeens beter van. Toen Gods volk niet naar Hem luisterde stuurde Hij hen de ballingschap in, maar daar werden ze opeens niet welwillende gelovigen van. Wij kunnen ons opwinden over de gruwelijke dingen die mensen elkaar in deze wereld aandoen, en we kunnen wijzen naar IS en aanverwante groepen, maar kijk nu eens naar jezelf? Ben jij echt zoveel beter? Zij verkrachten en vermoorden of verjagen mensen letterlijk. Maar hoe vaak heb jij je aan een medemens vergrepen, of kon je hem wel wegkijken of wou je haar wel dood hebben in je gedachten? Jezus zegt in zijn Bergrede dat het denken even erg is als het doen.
Maar dan wordt het heel spannend. Want dan komen die dreigende woorden van God die waakt over zijn woord, inclusief zijn woord van onheil, ook heel dichtbij óns. Als God hen die niet naar God luisterden, maar gruweldaden pleegden op deze aarde, en zich niet bekeerden (!), wegvaagt in zijn oordeel, waarom dan niet ons? Hoe bestaat het dat er überhaupt een woord van heil en hoop is voor mensen zoals wij? Hoe kan het dat God zich over zijn volk ontfermt en hen na de ballingschap terugbrengt naar hun land?
Ook dat zal de Heer door zijn profeet Jeremia laten zien. Van zichzelf staan mensen elkaar naar het leven. Als God ons niet afremde zouden we op aarde allang elkaar allemaal vermoord hebben. Al het goede wat God met ons voor ogen had zouden wij de nek omdraaien. Maar God kan maken dat er mensen zijn die wel naar Hem luisteren. Die teruggaan naar hun Schepper en hun Vader en die zeggen: “U hebt mij gemaakt, ik ben van U, wilt U mij leren leven als mens zoals U mij bedoeld hebt?” Door al deze mensen wil God weer hoop geven op aarde. Dat er steeds weer iets te zien is van hoe God ons werkelijk heeft bedoeld. Daar wil Hij ook jou en mij voor gebruiken.
Waar hebben wij dat aan verdiend? God geeft het ons onverdiend. Dat heeft God na de oer-opstand van de mens tegen Hem in het paradijs al beloofd. Ook wat Hij daar beloofde komt Hij na. Het oordeel dat wij verdiend hebben en waarover God waakt om het te doen, dat heeft Hij op zijn eigen Zoon gelegd. Op Jezus Christus. Hij heeft dat voor jou en mij in de plaats gedragen. Door Hem maakt God ons van het oordeel vrij. En Gods Zoon Jezus heeft wel trouw gedaan wat God van Hem vroeg. Die trouw wil Hij ook jou en mij leren.
Maar dan zie je meteen wat God eigenlijk met ons wil. Hij oordeelt echt. Maar de Bijbel zegt: God heeft geen plezier aan de dood van de zondaar, maar hieraan dat die zich bekeert en leeft. God wil dat zo graag, dat Hij liever zijn eigen Zoon dood laat gaan om mensen te redden, dat dat Hij ons allemaal onder het oordeel laat.
Als God zijn Zoon Jezus laat boeten voor al ons onrecht, dan zullen wij ook niet plezier hebben in Gods oordeel over anderen. Wij zijn van onszelf geen haar beter. Wat wij onverdiend hebben geproefd van God en zijn goedheid, liefde en vergeving, dat willen we graag met anderen delen.
Zolang we op deze aarde leven kunnen wij als mensen steeds weer terugkeren naar God en leven. De weg bij God vandaan kan jaren duren, maar naar God terug is maar één stap!
Wat God zegt doet Hij echt. Als je amandelbloesem ziet, of jij hier in Nederland een sneeuwklokje, denk dan daar aan.
In Jeremia 1,11-12 gaat het vooral over dat God trouw is ook in de aankondiging van zijn oordeel. -Dat is een troost in een wereld vol onrecht en geweld. God slaapt niet. Wees niet bang. Hij zal als Rechter alle onrecht wreken.
Wat God zegt doet Hij echt ook in zijn woorden van heil. -Dat is een troost voor allen die hun vertrouwen op Jezus Christus stellen. Hij kreeg de klappen en God maakt ons vrij.
Bedenk dan ook waarvan en waartoe God ons vrijmaakt:
-Hij maakt ons vrij van oordeel en wraak. Die kunnen wij aan Hem over laten.
-Hij maakt ons vrij om als zijn geliefde kinderen ook onze medemensen lief te hebben. Jezus leert ons recht doen en goed doen. Zelfs voor onze vijanden.
-Hij leert ons Gods goede nieuws ook aan anderen te gunnen en door te geven, zonder dwang.
-God maakt ons eerlijk in de erkenning dat wij daar nog vaak naast zitten. Hij leert ons vergeving vragen en de heilige Geest.
-God laat zichzelf in zijn Zoon Jezus zien. Hij wil zichzelf ook door jou laten zien. Dat belooft Hij aan jou als je je aan Jezus toevertrouwt. Houd God daar aan.
Amen
Liturgie morgendienst (Berkel):
Votum en groet
Zingen: Geref.kerkboek Ps.121: 1.2.3.4 God is betrouwbaar en wij vertrouwen ons toe aan Hem.
Schuldbelijdenis Geref.kerkboek Gez.157: 1.2.3.4
Genadeverkondiging lezen
Gebed
Zingen: Geref.kerkboek Gez.23
Lezen: Jeremia 1
Zingen: Wat wij als mensen nodig hebben is Góds Rijk. Liedboek Gez.294: 1.2.4.6.7.8
Beurtzang: 1A 2V 4M 6A 7V 8M
Tekst: Jeremia 1,11-12
Preek
Zingen: Geref.kerkboek Ps.9: 5.6.7.8.9 Beurtzang: 5A 6V 7M 8A 9A
Wet: Ex.20
Zingen: Wij vragen God of Hij ons wil leren doen wat Hij wil. Geref.kerkboek Ps.139: 11
Dankgebed en voorbede
Collecte
Tijdens en na de collecte: https://www.opendoors.nl/ons-werk/videos/
En dan deze video uit de lijst: Egyptische jongeren zingen op de puinhopen van hun in brand gestoken kerk in Al-Minya. 20 september 2013
[Voorbeeld inleiding: Jullie kerkgebouw zal maar in brand gestoken zijn door een woedende menigte. Alleen omdat jullie christen zijn. Wat denk je dan? Wat ga je dan doen? Kruip je weg en durf je nooit meer je gezicht te laten zien? Ga je wraak nemen en steek je gebouwen van een ander in brand? Of toch anders? Kijk mee wat jongeren in Egypte deden nadat hun kerk in brand was gestoken.]
Zingen: Jezus is Heer. Geref.kerkboek Gez.101: 1.2.3.4.5
Zegen