Niet Gods Naam misbruiken. Ook niet door meineed. (Matteus 5,33-37)

Pasen betekent nieuw leven. Nieuw leven ook in hoe we Gods naam gebruiken in ons spreken. Niet alleen als we onder ede spreken (ik zweer bij God), maar altijd. Jezus legt al ons spreken onder het gezag van God.

Preek over Matteus 5,33-37:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Wie van u heeft allemaal whatsapp? […]
Bij wie van u mogen anderen meekijken bij de dingen die u daar op deelt? […]
Denk hier eens over na: zou je dingen anders schrijven of posten als iederéén mee kon kijken? (…)

Denk ook aan je praten. Denk hier maar eens over na:
Hoe je praat óver iemand? Zou je dingen anders zeggen als die ander er bij was? (…)
Hoe je praat mét iemand? Zou je dingen anders zeggen als er andere mensen bij waren? (…)

Als je onder ede spreekt dan mag je alleen de waarheid spreken.
De vraag is: Hoef je dat in andere gevallen niet te doen dan?

Jezus zegt: Bij alles wat je zegt is God er bij. Hij ziet jou en Hij hoort jou. En Hij wil jou betrouwbaarheid leren.

Onderwerp: JEZUS LEGT AL ONS SPREKEN ONDER HET GEZAG VAN GOD.

Jezus heeft het over een eed. Bij die eed gaat het over onder ede spreken of getuigen.

Denk eens aan Nederland vandaag. Wij krijgen niet zo vaak te maken met onder ede spreken. Onder ede spreken dat is als je als getuige moet optreden voor de rechtbank. Of als getuige in een parlementaire enquête bijvoorbeeld. Wie onder ede spreekt moet beloven dat hij de waarheid en niets dan de waarheid zal spreken.

Het spreken onder ede heeft een reden. Je doet het niet in alle gevallen. Het gaat over een belangrijk onderwerp. De waarheid moet boven tafel komen. Bijvoorbeeld als dingen helemaal in de soep zijn gelopen. Als men de onderste steen boven wil hebben. Hoe kon het zo gebeuren? Wat kunnen wij hiervan leren voor de toekomst?

Er is bijvoorbeeld een parlementaire enquête geweest over de gebeurtenissen rond de uitzending van Nederlandse soldaten naar Srebrenica en wat daar precies is gebeurd en misgegaan. Er is ook een parlementaire enquête geweest over de Fyra treinverbinding tussen Nederland en België. Dat is een fiasco geworden. De vraag was hoe dat allemaal had kunnen gebeuren.

Bij zo’n parlementair onderzoek moeten mensen getuigen onder ede. De eed is een drukmiddel om de waarheid te spreken. Meineed is strafbaar. Daar zit een sterke waarschuwing in: Als je foute dingen hebt gedaan of gezegd, kom daar nu dan eerlijk voor uit. Als je dingen verdoezelt en het wordt ontdekt, dan krijg je extra straf: om de fout die je vroeger maakte én om de meineed die je pleegde.

Vaak vinden zulke verhoren in het openbaar plaats. Er kunnen mensen op de publieke tribune zitten. Er zijn tv-ploegen die alles opnemen. En mensen kijken graag. Het is een soort reality soap. Dan denk je toch wel drie keer na voordat je gaat liegen? Voor mensen ga je extra af als je dubbel liegt: over je verleden én onder ede.

Tot nu toe heb ik het gehad over wat ménsen willen weten. De overheid wil de waarheid weten. Mensen willen dat de onderste steen boven komt. Onder ede spreken heeft als krachtige oproep: Houd geen mens voor de gek.

Nu gaan we naar de Bijbel toe. De Bijbel zegt: Er is meer. In Matteus 5,33 zegt Jezus dit: “Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: ‘Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost’.”

Jezus verwijst naar een oud gebod. God had dat vroeger al tegen zijn volk gezegd. In de Thora. Dat zijn de leefregels die God aan zijn volk had gegeven. Je kunt hier denken aan wat we vinden in Leviticus 19,12. Daar staat dit: “Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.”

Eerst kijk ik even met u naar Leviticus 19. Daarmee kunnen we beter begrijpen waar Jezus aan denkt in Matteus 5. Het is goed om dan ook Leviticus 19,11 er bij te pakken. Mozes haalt in vers 11 en 12 een aantal geboden uit de tien geboden aan. Kijk maar mee.

Mozes zegt in Leviticus 19,11-12 dit: “Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.”

Eerst zegt Mozes: Steel niet. Dat is een aanhaling van het 8e gebod: U mag niet stelen.

Dan zegt Mozes: Lieg niet en bedrieg je naaste niet. Bij dat bedriegen gaat het over een vals getuigenis afleggen tegen je naaste voor de rechter. Dat is een aanhaling van het 9e gebod: U mag geen vals getuigenis afleggen tegen uw naaste.

Daarna komt vers 12. Daarin zegt Mozes: Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Dat is een aanhaling van het 3e gebod: U mag de Naam van de Heer, uw God, niet misbruiken.

Het gaat om het derde gebod. Ook in Matteus 5,33. Denk maar aan een eed. Je legt een eed af. Of je spreekt onder ede. Hoe ging dat toen? Je roept daarbij de Naam van God aan: Ik zweer bij God dat ik de waarheid spreek. God hoort mij, God ziet mij, God kent mij, God weet alles. Ik roep Hem aan als getuige. Hij weet dat wat ik nu tegen jullie zeg de waarheid en niets dan de waarheid is.

Als je onder ede spreekt, dan roep je de Naam van God aan. Als je dan toch liegt, dan speelt er meer dan liegen tegen mensen. Dan ontwijd je de Naam van God! Je roept Hem aan als getuige. Je zet zijn Naam in om aan mensen duidelijk te maken dat je de waarheid spreekt. Maar je misbruikt zijn Naam. Je gebruikt Gods Naam in het echt juist om jouw leugen te verdoezelen! God neemt dat op als een zeer ernstige zaak. Je hebt mijn Naam misbruikt. Je komt aan Mij zelf.

De conclusie is helder: Als je onder ede spreekt, dan kom je niet alleen aan mensen. Je komt ook aan God!

Wat moet je nu? In de tijd van het oude testament en in de tijd dat het nieuwe testament werd geschreven geloofden mensen allemaal in het bestaan van God. Je wilt God niet tegen je in het harnas jagen. Of positief gezegd: Je wilt Gods naam niet misbruiken. Hoe kun je misbruik van Gods Naam voorkómen?

Daar hadden mensen een oplossing voor bedacht. We zweren wel, maar we zweren niet bij de Naam van God. We kiezen iets anders. Niet God zelf. Wel iets dat groter is dan wij. Of iets dat voor ons erg kostbaar is. Zodat de mensen om ons heen weten dat we het toch echt menen.

Dat is anders dan bij ons vandaag. Als vandaag in ons land mensen niet meer de Naam van God erbij halen, dan is dat vaak omdat ze niet geloven dat God bestaat. Dan zeggen ze bij het aanvaarden van een publieke functie niet: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig”, maar “Dat beloof ik.” Maar daarmee haal je het bestaan van God niet onderuit natuurlijk.

Mensen toen dachten: God bestaat echt. Wij willen Gods Naam niet ontwijden. Dus gingen ze zweren bij de hemel, of bij de aarde. Dat ze dat doen is op zich helemaal niet vreemd. Mozes roept ook hemel en aarde als getuigen aan. In Deuteronomium 30 zegt hij bijvoorbeeld dit: “Ik roep vandaag hemel en aarde als getuigen op: u staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen, door de HEER, uw God, lief te hebben, hem te gehoorzamen en hem toegedaan te blijven. Dan zult u lang blijven wonen in het land dat hij uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob onder ede heeft beloofd’.” (Deuteronomium 30,19-20)

Of ze zwoeren bij Jeruzalem. De hoofdstad van het land. Met daarin de tempel van God. Die stad is mij heilig. Als ik daarbij zweer, dan weten jullie dat ik de waarheid spreek.

Of ze zwoeren bij hun eigen hoofd. Dat is bij hun eigen leven. Als ik lieg dan mag me dat mijn kop kosten. Nou, dan weet jij wel dat ik de waarheid spreek. Toch?

En als ik dan toch een keertje lieg? Dan is er één groot voordeel: Ik heb me niet bezeerd aan de Naam van God. Ik heb Hem er buiten gelaten. Dan kan Hij mij niet pakken om de meineed die ik heb gepleegd. Dat is een hele opluchting.

Dan komt Jezus. Hij zegt: Zweer helemaal niet. Ook niet bij de hemel, bij de aarde, bij Jeruzalem of bij jouw hoofd.

Waarom niet?
Jezus zegt: De hemel is de troon van God. De aarde is de voetbank voor zijn voeten. Jeruzalem is de stad van de grote koning. Gods Gezalfde koning.
Denk ook aan jouw hoofd: Jij kunt nog niet één haar wit of zwart maken. Tegenwoordig wel. Door het te verven. Maar Jezus heeft het over het natúúrlijke verloop van de kleur van ons haar. Dat kunnen wij niet beïnvloeden. Daar gaat Gód over. Hij bepaalt de natuurlijke kleur van je haar. Dus ook je leeftijd. Maar dan kom je, ook als je zweert bij je hoofd, aan degene die jou je hoofd heeft gegeven.

De conclusie is duidelijk: Zweren bij de hemel, bij de aarde, bij Jeruzalem of bij jouw hoofd is gewoon net zo zwaar als zweren bij God. Ook dan kom je er niet onderuit oprecht te spreken.

Bij alle vier de voorbeelden lijkt het hier op: Mensen proberen er onder uit te komen om de waarheid te spreken. Als ik zweer of onder ede spreek in de Naam van Gód dan moet ik natuurlijk echt oprecht spreken. Maar als ik iets daar ónder ga zitten, dan pak ik het goed aan. Dan kan ik mijn woorden kracht bij zetten en indruk maken. Tegelijk kan ik dan intussen wel iets sjoemelen.

Maar Jezus zegt: In ál die gevallen kom je aan de Persoon, de Naam en de eer van God! In je zweren kun je niet ontsnappen aan God. Hij hoort al je eden. Ook al noem je niet letterlijk zijn Naam daarbij.

Jezus zegt: Zweer helemaal niet! Spreek nooit meer onder ede!

Op het eerste gezicht kan het lijken dat Jezus ruimte maakt voor leugen en bedrog. Als je niet meer mag zweren, dan bevorder je toch het liegen? De eed is toch nodig om mensen af te dwingen eerlijk te spreken? Als er echt belangrijke zaken zijn, dan moeten mensen getuigen onder ede. Dat is een stok achter de deur om hen in elk geval in deze zaak te dwingen de waarheid te spreken. Denk aan een parlementair onderzoek.

Wat maakt nu dat wij als mensen er behoefte aan hebben om níet in elke situatie de waarheid en niets dan de waarheid te spreken? Misschien spelen dit soort dingen mee: Mensen willen zichzelf niet verraden. Ze willen een ander niet verraden. Ze willen zichzelf niet tekort doen. Ze willen een familielid of vriend niet tekort doen. Of hopen mensen zo onder de straf uit te komen? Maar God weet alles al lang!

Wat moeten we dan wel? Jezus zegt: “Laat je ja ja zijn en je nee nee.”

Bij de rechtbank moet je verklaren dat je de waarheid en niets dan de waarheid spreekt. Of als je in een zaak of onderzoek onder ede moet getuigen. Als de overheid van je vraagt dat je onder ede getuigt, oké. Maar de clou is: Laat die eed voor jou niet nodig zijn als drukmiddel om de waarheid te spreken. Wees altijd (!) oprecht en betrouwbaar in jouw spreken. Niet alleen voor de rechter of een onderzoekscommissie, maar in je hele dagelijkse leven en omgang met mensen. Altijd.

Stel je voor dat je een mobiel hebt. Dat je die altijd bij je hebt. Dat je die altijd aan hebt staan. De microfoon staat ook aan. Alles wat jij zegt en hoort wordt direct uitgezonden via het internet. Zou jij dingen anders zeggen als je wist dat iedereen het kon horen?

Jezus zegt: Wees altijd oprecht en betrouwbaar in je spreken. Spreek altijd de waarheid en niets dan de waarheid. Alsof je bij elk woord dat je zegt spreekt onder ede, en staat voor het aangezicht van God!

En zo is het ook echt. Ons hele léven leven wij voor het aangezicht van God. Jezus roept ons op om ons daarvan bewust te worden. God en Jezus willen ons leren de waarheid lief te hebben.

Jezus zegt: Laat jullie ja ja zijn en jullie nee nee. Wat daar bovenuit gaat dat is uit de Boze. Jezus denkt daar niet aan het kwaad. Maar aan de Boze in de persoon van de duivel. Jezus is de waarheid in eigen persoon. De duivel is een gevallen engel. Hij verzet zich tegen God. Hij is de vader van de leugen. Zo noemt Jezus hem in Johannes 8. Er is een persoonlijke strijd. Jezus zegt: Laat je niet leiden door je tegenstander in wat je zegt of verbloemt.

Denk nu nog eens aan liegen onder ede. Valse eden zijn extra erg. Je doet alsof je de waarheid spreekt. Maar dat doe je om de leugen die je spreekt te verbergen. Dus je gebruikt een krachtig middel dat er is om de waarheid te bevorderen juist als middel om de leugen te bevorderen! Dat is precies de omgekeerde wereld! Zo is God niet! Je laat niet zien wie Hij is en hoe Hij is. Je bent gemaakt om zijn evenbeeld te zijn, maar zo geef je juist een vertekend beeld van Hem. als je dat doet, dan weerspiegel je God niet, maar de duivel!

Dat moet een les zijn voor ons héle leven. Daarom maakt Jezus wat Hij zegt zo breed. Zo breed als ons hele leven. Wij moet áltijd de waarheid liefhebben en betrouwbaar zijn. In al ons spreken.

Maar wij struikelen zo vaak! Wij allemaal! Hoe kunnen wij ooit de waarheid leren liefhebben en spreken? Daar vertelt Jezus ook over in Johannes 8. Jezus zegt daar dit: “Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.” (8,31b-32)

Jezus is de Zoon van God. Van God die volmaakt betrouwbaar is in al zijn spreken. Jezus laat God zien. Hij is net zo betrouwbaar als zijn Vader. Die betrouwbaarheid wil Jezus ook aan ons leren.
Wil jij steeds meer betrouwbaar worden? Vertrouw dan op Jezus de Zoon van God. Drink altijd zijn woorden in. Neem ze in je op. Laat de Geest van God door het Woord van God zijn werk in jou doen. Dan zul je de waarheid kennen. Dan zul je Jezus kennen. Jezus is de Waarheid in eigen persoon.

Jezus belooft: “U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.”
De waarheid van God in Jezus is bevrijdend. Je hoeft niet langer in de schijn van de leugen te leven! Er drukt geen last meer op je van misschien jarenlang verzwegen zaken. (Psalm 32)
Je mag voor de dag komen met alles wat er in je zit en wat speelt. Je hoeft je niet te blijven schamen voor jouw vallen en struikelen. Bij God vindt je genade en waarheid samen! In Jezus vind je dat. Bij Jezus mag je eerlijk zijn én vind je vergeving en herstel.

Bij mensen durven wij vaak niet de waarheid te zeggen uit angst voor straf of vergelding. Bij Jezus hoeven we daar niet bang voor te zijn. Hij is juist gekomen om zelf die vergelding voor ons te dragen. Maar dan duurt eerlijkheid echt het langst. Hij maakt ons niet kapot met de waarheid van ons leven, maar Hij is gekomen om ons heel te maken. Zo diep als de waarheid gaat. Zo diep als wij nodig hebben. Dan kun je echt adem halen en weer opleven.

Zie je de ruimte die God ons geeft in Jezus? Dan ben je meteen ook beschermd tegen de valkuil van iemand zónder genade de waarheid zeggen, of dat zo van iemand te horen krijgen.

Als je Jezus als de Waarheid zelf liefhebt, dan ontstaat er veiligheid. Op God kun je 100% aan. God wil ons ook steeds meer gebruiken als mensen op wie je aan kunt. Om al struikelend te leren leven met een ja dat ja is en een nee dat nee is. Hoe vaker je naar God toe gaat, hoe meer je op Hem gaat lijken. Door Jezus en de heilige Geest.
Amen

Liturgie:
Votum en groet
Zingen: De Nieuwe Psalmberijming Ps.33: 1.2.3
Wet
Zingen: De Nieuwe Psalmberijming Ps.33: 4.5.6
Gebed
Lezen: Leviticus 19,1-4
Lezen: Leviticus 19,9-12
Lezen: Johannes 8,31-36
Lezen: Johannes 8,43-45
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.62: 1.2.3.4 [Ik ben de weg, zo zegt de Heer]
Tekst: Matteus 5,33-37
Preek
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.139: 1.2.11
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Sela: Ik zal er zijn
Zegen