Bidden om eenheid

Efeze 3,14-21

Ken jij ministeck? Allemaal losse pinnetjes in een bak zijn best mooi. Wat een kleuren. Maar het wordt pas echt mooi als iemand die er kijk op heeft er vol aandacht en liefde een mooi geheel van maakt. Zo werkt het ook met gelovigen in de kerk en tussen kerken.

Preek:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Jongens en meisjes, misschien kennen jullie ministeck. Dat zijn gekleurde pinnetjes. Je kunt die pinnetjes in een plaat steken met allemaal gaatjes er in. Dan kun je er mooie figuren mee maken. Bijvoorbeeld van dieren, auto’s of bloemen. Of een landschap.

Allemaal van die pinnetjes los in een bak, dat is best mooi. Heel kleurig en zo.
Maar om echt te zien hoe mooi ministeck is moet je natuurlijk die gekleurde pinnetjes niet los in een bakje laten zitten, maar er een figuur van maken.

Kijk eens: Ik heb een mooi figuur bij me dat gemaakt is van die ministeck.
Zie je: een poes. Nu zie je pas goed wat voor mooie dingen je met ministeck kunt doen. Daarvoor heb je aan één pinnetje niet genoeg. Daarvoor heb je ze sámen nodig. Samen maken ze dat ene mooie figuur.

Zo werkt het in de kerk ook. Eén gelovige alleen is best mooi. Hij of zij kan heel kleurrijk zijn. Maar wil je echt zien wat God met ons kan, dan heb je er meer nodig. Hoe meer gelovigen waar God iets moois van maakt, hoe meer je kunt zien wat God wel niet met ons kan!

God de Heer kan zoveel met ons. Dat kun je je niet voorstellen. Hij kan veel meer moois van ons maken dan wij ooit kunnen bedenken. Maar dan moeten we Hem wel vragen. En Hem wel toestemming geven dát Hij iets moois van ons mag maken. Daar gaat de preek over.

Thema: VADER, GEEF ONS, UW KINDEREN, HOE VERSCHILLEND OOK, ECHTE GEMEENSCHAP.

Vader, geef ons uw kinderen, hoe verschillend ook, echte gemeenschap.
1 GEEF ONS UW KRACHT EN LIEFDE. Vers 14-17

Hoe krijg je van ministeck een prachtig figuur? Dat gaat niet zomaar! Die pinnetjes rollen niet vanzelf naar elkaar toe en vormen niet vanzelf een prachtig figuur. Daar is iemand voor nodig. Iemand die die pinnetjes op de goede plek zet: jij hier en jij daar. Iemand die weet wat mooi is, om van al die verschillende pinnetjes samen een prachtig geheel te maken.

Zo werkt het ook met kerkmensen. Zij vormen niet vanzelf samen een prachtige kerkgemeenschap. Daar is iemand anders voor nodig. Iemand die weet wat mooi is. Iemand die alles weet van gemeenschap. Weet je wie dat is? Dat is God de Vader! Alle ware gemeenschap komt van Hem. Logisch: God de Vader leeft van eeuwigheid in gemeenschap met de Zoon en de Geest. In een volmaakte gemeenschap en harmonie.

Paulus schrijft zijn brief aan de gemeente van Efeze. Deze gemeente bestaat uit christenen van Joodse komaf én christenen van niet-Joodse of heidense komaf. Dat zijn twee van oorsprong heel verschillende groepen. Hoe kunnen die twee ooit samen één gemeente vormen? Dat is een thema waar we vandaag ook wat mee kunnen. Hoe kun je samen niet alleen in theorie maar ook in de praktijk één gemeente zijn? Ook als je als gemeente heel verschillend bent samengesteld? En wat voor boodschap hebben verschillende kerken aan elkaar?

Paulus wijst in hoofdstuk 2 op de feiten: Jezus Christus heeft de scheidings-muur afgebroken, de twee één gemaakt, de vijandschap weggebroken, vrede geschapen door zijn bloed, hen tot één nieuwe mens geschapen.
Paulus wijst in hoofdstuk 3 op Gods plan: de heidenen delen door Christus in de erfenis, ze horen bij de familie van Gods kerk en bij het lichaam van Christus, Gods beloften zijn ook voor hen.

Maar in de praktijk ging het moeizaam. De christenen uit de Joden vonden het heel moeilijk om de christenen uit de heidenen te aanvaarden. Is dat gek? Nee, dat is helemaal niet vreemd. Samen één gemeente vormen dat kónden zij van zichzelf ook helemaal niet. Echte gemeenschap is alleen mogelijk in de kracht van God!

En nu heeft Paulus goed nieuws: God hééft alle macht en Hij wil die aan zijn kerk géven.
Daarover gaat Paulus in gebed. Hij aanbidt God en Hij bidt voor de eenheid van de gemeente.

Ken jij de kracht van God? In zijn kracht schittert zijn glorie.
Bij Gods kracht kun je aan allerlei dingen denken. *Bijvoorbeeld aan zijn verschijning in majesteit in het oude testament: de heerlijkheid van God. Als Hij kwam dan beefde de aarde. En de mensen daarop. *Denk ook aan Gods kracht in Jezus die vol is van Gods Geest. Jezus spreekt en ziekten wijken, de zee wordt kalm. Zijn stem klinkt en de dood moet Lazarus loslaten.

In zijn brief aan de gemeente van Efeze vertelt Paulus ook iets over die kracht van God. Luister maar naar wat Paulus zegt in hoofdstuk 1,19-21: “Moge uw hart verlicht worden zodat u zult zien … hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven. Die macht was ook werkzaam in Christus toen God hem opwekte uit de dood en hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand, hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige.”

De kracht van God! Dat is ook dit: *Jezus Christus is de dood de baas. De dood kon Hem niet houden. *Jezus is alle heersers in de zichtbare én de onzichtbare wereld de baas. Niemand kon verhinderen dat Hij plaats nam op zijn troon. Ongelooflijk is de kracht van Christus.

Maar wat hebben wij daaraan? Nou, die kracht wil God in ons leggen! Door zijn Geest diep binnen in ons. Denk je dat eens in: de overwinnende opstandings-kracht van Christus legt God door de heilige Geest in jou en ons. Vers 16.

Maar als het zó is, dan kunnen vijandschap en verdeeldheid het niet winnen. Dat zijn hele sterke krachten. Echte verwoesters zijn het, weet je wel. Wij weten toch alles van kerkelijke verdeeldheid in de gemeente en tussen kerken? Dat kan ons helemaal in beslag nemen. Maar zelfs de diepe afkeer van Joden naar heidenen is niet bestand tegen de opstandingskracht van Christus!

Parallel aan de kracht van God staat hier de liefde van God. Vers 17.
Ken jij de liefde van God? God heeft zijn liefde laten zien in Christus. Zijn liefde is een overwinnende liefde. Hij is sterker dan alle haat en nijd, sterker dan alle alleen gaan staan of alleen willen staan.
En nu geldt dit: Jezus staat aan de deur van jouw en ons hart en Hij klopt. Jouw en onze verantwoordelijkheid is: zet je hart open, doe de deur open, láát Christus binnen. Láát Hem in jou woning maken. Geef zijn liefde de ruimte.

Maar Jezus woont toch al in wie gelooft? Ja maar Hij wil maar niet daar even logeren, of ergens op een zolderkamertje ondergebracht worden, maar Hij wil in je hart komen en Hij wil zich daar helemáál vestigen. Hij wil van jouw hart zijn blijvende residentie maken. Hij wil maar niet af en toe even bij ons aanwaaien, maar Hij wil in ons wortelen. En als Hij in ons wortelt, dan zullen wij wortelen in Hem. Ja dan wortelt zijn liefde in ons en wij in zijn liefde.

Echte gemeenschap kunnen wij niet maken. Dat konden de christenen in Efeze niet die afkomstig waren uit de Joden en de heidenen. Maar dat kunnen wij ook niet. Christenen in één gemeente met heel verschillende achtergronden kunnen van zichzelf geen eenheid maken. Of christenen uit verschillende kerken. Of christenen uit heel verschillende culturen. Als het aan ons ligt blijven wij allemaal losse pinnetjes, net als bij die ministeck. Maar God is er ook nog. Hij heeft alle macht. God kan hen die door Christus elkaars broers en zussen zijn wel tot een eenheid smeden in de praktijk.

Vader, geef ons uw kinderen, hoe verschillend ook, echte gemeenschap.
2 GEEF DAT WE SAMEN UW GROOTHEID BEVATTEN EN ERVAREN. V18-19a

Misschien heb je wel eens gehoord van Reinier Sonneveld. Hij is theoloog en schrijver. Hij heeft acht jaar lang afstand genomen van de kerk. Maar daarna is hij toch weer terug gekomen. Waarom deed hij dat? Hij schreef er een boekje over. Dat heet: “De kerk. Waarom zou je meedoen?” Hij schijft onder andere dit: “Als ik een boek over God lees of met vrienden over Hem praat – die situaties kies ik zelf uit en dan weet ik redelijk hoe het zal verlopen. Maar wat een willekeurig kerklid zegt of doet, kan ik veel minder sturen, juist omdat ik diegene niet zelf heb uitgekozen… Ik heb mijn favoriete Bijbelverhalen en levenslessen, maar in de kerk ontmoet ik mensen met een heel andere top-zoveel. Juist omdat ik ze niet gekozen heb, bevrijden ze me van mijn vertrouwde denkpatronen en ingesleten gewoonten. Ze ontzadelen mijn stokpaardjes… De kerk is een van de laatste plekken in onze samenleving waar een bouwvakker en een hoogleraar naast elkaar zitten en elkaar spreken. Je komt er mensen tegen met heel andere karakters, heel andere beroepen, heel andere interesses. Die God dus ook heel verschillend ervaren.” Tot zover Reinier.

God is de Vader van alle gemeenschap. Hij roept ook ons tot gemeenschap.
Kun je als gelovige in je eentje de grootheid van God zien? Misschien iets ervan. Maar wil je er echt van onder de indruk raken, dat kan alleen samen!

Samen met alle heiligen. Alleen kun je als gelovige maar een klein stukje zien van Gods gemeenschap, zijn mysterie, zijn liefde. Pas als je samen bent dan kun je de enorme dimensie ervan zien. Maar ook dan geldt: voor zover het mogelijk is tenminste.
Pas samen met alle heiligen iets van Gods grootheid zien. Daarom hebben christenen elkaar nodig. Zonder elkaar zien ze veel minder van de grootheid van God!

Gods heerlijkheid en macht en liefde zijn zo groot, die kun je met geen pen beschrijven en in geen maat vatten. Denk eens aan Psalm 139: “Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar. Al zou ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij geleiden.”
Mensen zeggen wel eens: “Meten is weten.” Nou in die zin kunnen wij God nooit helemaal bevatten. Want Hij is onmeetbaar. En om iets van die grootheid van God te bevatten heb je als christenen elkaar nodig!

Hetzelfde geldt voor de liefde van Christus. Die liefde overtreft werkelijk alles.
Heb je zijn liefde geproefd voor jou? Dan ben je een gelukkig mens. Maar God wil je geluk nog veel groter maken. Hij wil dat je ook ziet hoe ánderen van zijn liefde geproefd hebben. En nog anderen. En nog weer anderen.
Zo dat het je gaat duizelen en je iets beseft van: Wow, die liefde van God in Christus die is echt een onuitputtelijke bron van het goede.

Een Bijbelvertaling zegt: “Strek je uit en ondervind de breedte! Test de lengte! Daal af in de diepte! Stijg op naar zijn hoogten!” Nooit zul je uitgekeken raken. Nooit uitgeleerd. Nooit uitgeproefd. Maar wil je nog meer God proeven? Dat kan alleen samen!

En daarom: bedenk eens: Hoe werkt God in jouw leven? Waar heb jij Hem en zijn goedheid geproefd (Ps.34)? Maak van God zien en ervaren nooit iets voor jou privé alleen. Daarvoor geeft God zich niet aan jou. Maar deel Hem met elkaar! Dan wordt nog meer zijn grootheid zichtbaar.

Vader, geef ons uw kinderen, hoe verschillend ook, echte gemeenschap.
3 GEEF DAT WE HELEMAAL VOL WORDEN VAN U. Vers 19b

God wil ons helemaal vol maken. Met zichzelf. Met Jezus Christus. Met de heilige Geest.
Dat we vol worden van Hem is een proces. Het gaat niet in één keer.
Efeze 3,17 zegt: “Laat Christus wonen in uw hart.” Als je tot geloof komt, dan komt Christus in je hart wonen. Maar Hij wil zich daar steeds meer vestigen, zagen we al.
Efeze 5,18 zegt: “Laat de Geest u vervullen.” Hij woont al in je , maar laat Hem je dan vervolgens ook helemáál vervullen.
2 Korinte 3,18 zegt: “Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.”
En in Efeze 3,19b bidt Paulus dat de gelovigen helemaal zullen volstromen met Gods volkomenheid.

Paulus bidt voor de gelovigen en voor de gemeente dat zij steeds meer worden wie ze zijn. Ze zijn gevuld én ze moeten vervolgens helemaal vol worden. Het is een proces waarin de volheid geleidelijk alles opvult.

Als jij helemaal vol bent van God, dan kom je helemaal uit zoals God je bedoeld heeft. Hij doortrekt van binnen uit al de vezels van je bestaan. Je leven krijgt meer en meer kleur vanuit Hem. Dat geldt voor de gelovigen persoonlijk én voor de gelovigen samen in de gemeente.

Dat vol worden gebeurt niet in één keer. Daar zitten twee kanten aan.
*De ene kant is: Heb geduld. Geduld met jezelf. Geduld met elkaar.
*De andere kant is: Stel je open en beschikbaar. Bid met Paulus mee: o God, mag uw evangelie mijn leven steeds meer vervullen.

Vol leven staat tegenover leeg leven. God wil geen mensen met lege levens, maar God wil ons een vol leven geven. Vol van Hem.
Ook hier geldt: Dat volle leven wil Hij geven aan ons samen. Als we samen zijn proeven we ontzaglijk veel meer van de enorme volheid van God dan wanneer we alleen zijn.
Er kwam hier een mooi beeld bij me boven. Denk eens aan zeecontainers. Als je een containeroverslagbedrijf hebt, hoe komt dan het beste uit dat je een bedrijf van wereldformaat bent?… Nou, in één container kun je één containerlading kwijt. Maar in tien containers kun je veel meer kwijt: tien containerladingen. En als je duizenden gevulde containers klaar ziet staan, dan besef je nog meer van hoe groot dat bedrijf is.
Zo kan God in ons allemaal sámen veel meer van zichzelf kwijt, dan in één van ons. Onthoud dat: als God zo ons samen mag vullen, dan komt zijn grootheid nog meer uit. Blijf dan niet apart staan!…

Vader, geef ons uw kinderen, hoe verschillend ook, echte gemeenschap.
4 GEEF DAT WE VEEL MEER VAN U VERWACHTEN. Vers 20-21

Raakt God nooit uitgeput?
Misschien heb je wel eens een erfenis gedeeld. Als je enig kind bent dan krijg je veel meer dan wanneer je met z’n tienen bent.
Gods volk had de belofte van de erfenis gekregen. In de weg van geloof mogen ze daar in delen. Maar als die erfenis nu ook voor de heidenen is? Daar ging het in het verband van dit hoofdstuk over. Krijgen de christenen uit Joden dan niet veel minder?

Dat is een begrijpelijke vraag. Maar als je zo denkt bij de erfenis van God, dan ken je God niet. Bij Hem is er nooit te weinig, bij Hem kom je nooit tekort. Jakobus aanbidt de Heer als een overvloedige bron van al het goede. (Jakobus 1) De erfenis van God in Jezus is niet als een mand met eten die steeds meer leeg raakt. Nee, Gods erfenis is als de meel en de olie van de weduwe die nooit opraakt. Als de vijf broden en de twee vissen in de handen van Jezus. Meer dan overvloedig om de honger van de mensen te stillen! Als God uitdeelt van zichzelf daar wordt Hij niet minder van. Hij raakt nooit op. De aarde en de bodemschatten van de aarde raken uitgeput, maar God de Heer nooit.

Dus hebben wij helemaal geen reden om bij de erfenis die God geeft bang te zijn dat wij minder krijgen als er meer gelovigen komen. Het is juist andersom! Hoe meer zielen, hoe meer de overweldigende rijkdom van Gods erfenis kan uitkomen!…
Als bij de Nationale Postcodeloterij een miljoenenprijs valt dan is dat maar voor één of voor een paar mensen. Maar als iedereen in Nederland 50 miljoen krijgt, dat is indrukwekkend… In de erfenis van God gaat het over veel kostbaarder schatten. Niet te vergelijken. Schatten die een eeuwigheid meegaan. Voor alle gelovigen. Als dat uitgekeerd wordt, dan zullen we des te meer beseffen hoe onmetelijk groot de goedheid en de gaven van God zijn!! Veel groter dan wij ooit kunnen bedenken en beseffen.

Paulus denkt hier ook al aan de jongste dag. Alle gelovigen samen bij God. Dan zul je helemaal Gods grootheid zien.

Geloof je dat ook? Daar is wel iets voor nodig. Dan hebben we nodig dat we niet smal kijken, met oogkleppen op. Dat we niet bang zijn minder te krijgen als er meer bij komen. Dat we bereid zijn te ontdekken dat Gods koninkrijk groter is dan onze kerk. Dat we blij zijn met elke nieuwkomer. Dat we niet beperkt van God denken, van zijn liefde, zijn rijkdom en zijn macht. Wat wij nodig hebben is dat wij onze ogen open doen en steeds meer willen zien van de indrukwekkende onmetelijke grootheid van God in de gemeente en in de gelovigen samen! Buig aarde, beef en buig voor Hem!

Dat heeft consequenties voor de gemeente in Efeze die bestaat uit christenen afkomstig uit Joden en heidenen. Zij kunnen elkaar maar moeilijk aanvaarden. Maar wat zij nodig hebben dat is, dat ze net als Paulus hun knieën buigen voor God en alles verwachten van Hém. Wat wij niet kunnen, dat kan Hij wel!

God kan oneindig veel meer dan wij wensen en beseffen.
Ook om zijn kinderen tot één gemeenschap te smeden.
God kan meer, en nog meer, en nog veel en veel meer.
Wat blijven wij in onze gebeden vaak onder de maat.
Stop met dat beperkte denken over God. Vráág God dan ook!
“Vader, geef ons uw kinderen, hoe verschillend ook, echte gemeenschap.”

En in hoofdstuk 4 zal Paulus zeggen: Werk er aan. Dus bid én werk. “Wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft.”

Amen

De preek gaat over een gebed van Paulus in Efeze 3. Thema: Vader, geef ons uw kinderen, hoe verschillend ook, echte gemeenschap.

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: God wil ons allen een thuis geven bij Hem. Ps.84: 1.2
Wet
Zingen: Uit onszelf kunnen wij niet doen wat God ons vraagt, maar als we Hem vragen dan zal Hij ons dat geven. Ps.81: 6.7.8
Gebed
Lezen: Efeze 3,1-13 De heidenen horen in de weg van geloof bij het lichaam van Christus.
Zingen: Ps.87: 1.2.3.4.5
Tekst: Efeze 3,14-21
Preek
Zingen: LvK 95: 1.2.3 een berijming bij het Bijbelgedeelte waar de preek over gaat.
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: GKB 115: 1.2 Nooit kan ’t geloof teveel verwachten.
Zegen