Wanneer ben je een goede leider? (Matteus 20,20-28)

Wanneer ben je een goede leider? Als je kijkt naar welke leiders de meeste macht hebben, dan weet je nog niet wanneer je een goede leider bent. Macht corrumpeert, daar hebben wij als mensen allemaal last van. De vraag is hoe je leider bent. Goed leiderschap kunnen wij leren van Jezus, de allerhoogste Leider.

Preek over Matteus 20,20-28 (5e zondag van de Lijdenstijd)

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Jongens en meisjes, jullie hebben vast wel eens meegedaan met een wedstrijd.
Als er een wedstrijd gehouden wordt dan ben je winnaar als je bijvoorbeeld de meeste punten hebt gehaald. Bij een voetbalwedstrijd de meeste goals.

Maar je kunt ook een prijs winnen terwijl je niet de meeste punten hebt gehaald. Dat is bijvoorbeeld als je het meest sportief hebt gespeeld. Dan krijg je de sportiviteitsprijs.

Als in een voetbalteam alle spelers alleen zelf willen scoren en als ze de andere spelers het niet gunnen dat die een doelpunt maken, dan zullen ze nooit winnen Als ze zo spelen, dat gaat ten koste van het spel. Alleen als je samenwerkt en elkaar helpt, dat versterkt het team.

In de kerk werkt het net zo. In het team van de leiders van de kerk. In het team van de kerk als geheel. Jezus geeft een richtlijn voor hoe we kerk hebben te zijn. Hij leert zijn kerk elkaar te helpen en te dienen. Geen moordende concurrentie, maar eerder een soort van sportiviteitsprijs zeg maar. Daar gaat de preek over. Ga maar zitten en luister maar.

Onderwerp: LEEF IN DIENST VAN DE DIENENDE LEIDER!

Wanneer ben je een goede leider?
Veel wereldleiders leven ten koste van hun onderdanen. Ze onderdrukken hen. Ze houden zelf een duur feest, terwijl hun bevolking in armoede leeft. Of zelfs: ze laten hun onderdanen lijden, vallen ze aan en gooien bommen op hen, en zelf wonen ze in een luxe paleis en hebben ze stevige bunkers.
Jezus is een heel ander soort leider. Hij laat mensen niet lijden (met een lange ij), Hij komt zelf op aarde om te lijden! Jezus vertelt zijn leerlingen nu al voor de derde keer dat Hij zal moeten lijden.
Jezus is op weg naar Jeruzalem. Hij ging natuurlijk wel vaker met zijn leerlingen naar Jeruzalem. Maar dit wordt zijn laatste reis. Hij zal worden uitgeleverd aan de Joodse leiders, ze zullen Hem ter dood veroordelen, ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen, die zullen Hem bespotten, geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden.

Jezus vertelt dit aan zijn twaalf naaste leerlingen. Jezus heeft hen geroepen om straks de leiders te worden van zijn kerk. Twaalf apostelen. Hij zal zijn kerk op hen bouwen. Op hun getuigenis dat Jezus de Zoon van God en de Heer is. Wat Jezus aan hen als toekomstige leiders van zijn kerk leert, daar kunnen ook de leiders van Jezus’ kerk vandaag van leren.

We volgen de geschiedenis op de voet.
Nadat Jezus zijn twaalf leerlingen apart heeft genomen sluit Hij met hen weer aan bij de andere mensen die Hem volgen. Op dat moment komt de moeder van Jakobus en Johannes naar voren. Ze neemt haar zonen aan haar hand. Ze vraagt Jezus om een gunst. Uit de andere evangelieboeken weten we dat ze het vraagt namens haar beide zonen. Twee leerlingen van Jezus vragen om de belangrijkste plekken in Gods Koninkrijk als Jezus Koning is.

In de kleuterklas mogen kinderen om de beurt naast de juf zitten en helpend handje zijn. Veel kinderen zien daar naar uit. Ze zijn trots als ze aan de beurt zijn.
Als je een regering hebt dan zijn de belangrijkste plaatsen die naast de hoogste leider. Als zeg maar zijn vertrouwelingen naast hem.
Jezus’ leerlingen vertrouwen op Jezus als de Zoon van God. Jezus heeft steeds verteld dat God Koning is en dat Gods Koninkrijk dichtbij is. Jezus zal daarin namens God regeren. Jakobus en Johannes stellen zich beschikbaar voor een hoge functie als het zover is.

Is dat nu eerzuchtig of is dat iets goeds? Je mag toch verlangen naar een hoge functie? Als je daar de gaven voor hebt? Het is niet eerzuchtig dat zij zich beschikbaar stellen voor Jezus als Koning. Alleen dat ze de hóógste plek willen daar kan een stuk eerzucht in zitten.

Het feit op zich dat ze een hoge plek krijgen dat hebben Jakobus en Johannes niet zelf verzonnen. Kort hiervoor heeft Jezus tegen zijn leerlingen dit gezegd: “Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël.” (Matteus 19,28)
Het gaat hier om mensen aan wie Jezus de belangrijkste plek zal geven in zijn kerk. Blijkbaar dromen Jakobus en Johannes al over die troon.

Jezus geeft Jakobus en Johannes antwoord. Hij wordt niet kwaad en wijst hen niet terecht over hun verlangen naar die plek op de troon. Ambitie is niet zondig. In de kerk zijn er over het algemeen steeds minder mensen die trek hebben in bijvoorbeeld ambtsdrager worden of andere taken op zich nemen. Maar ook in de kerk mag je ook ernaar verlangen om taken op je te nemen. Alleen: als Jakobus en Johannes dromen van die toekomstige troon, dan vergeten ze een belangrijk punt: Jezus zal straks wel op de troon zitten, maar Jezus moet eerst lijden en sterven. Hij moet een beker drinken die zij niet kunnen drinken. Dat is de beker van Gods woede over de zonden van de mensen.

Jezus corrigeert hen wanneer ze over de troon praten zónder de weg van het lijden die daar aan vooraf gaat. Maar Jakobus en Johannes zijn bereid Jezus te volgen. Ook als ze om en met Jezus moeten lijden. Ze denken dat ze dat kunnen. Jezus zegt dan: “Jullie zullen inderdaad uit mijn beker drinken.” Er is geen eigen beker voor hen. De beker van Gods toorn is de beker voor Jézus. Maar blijkbaar zullen zijn leerlingen daar wel in delen. Als Jezus wordt aangevallen en verworpen dan ook zij. Een dienaar staat niet boven zijn Heer. Jakobus is later onthoofd. Johannes is verbannen naar Patmos. Maar in dat lijden kunnen zij alleen bij Jezus blijven door de kracht die Jézus hen geeft.

Alleen: de belangrijkste troonplekken daar heeft Jezus niet de bevoegdheid toe om die te verdelen, dat beslist zijn Vader.

De tien andere leerlingen worden kwaad als ze horen van dat verzoek van Jakobus en Johannes. Zij vatten hun verzoek op als eerzucht. Als ze kwaad worden laten ze zich in hun hart kijken: Denk maar niet dat jullie meer zijn dan wij. Wij hebben evenveel recht op de plekken naast Jezus. Wij willen zelf de belangrijkste plek.

De beste plek willen hebben, dat is heel menselijk. Tenminste, na de opstand van de mens tegen God, in het paradijs. Toen zette de satan de mens op om zelfs God van zijn plek te willen dringen. Ik wil als God zijn, als opstapje naar: Ik wil in plaats van God komen.

Niet alle rivaliteit is fout. In wedstrijden zit ook een element van competitie. Je traint als team om beter te worden. Je hebt de ambitie om de beste te worden. Je wilt winnen. Dat kan een heel sportief gebeuren zijn waar je samen van geniet.

Anders wordt het als rivaliteit iets in zich heeft van: ik ten koste van jou of wij ten koste van jullie. Als je gaat vals spelen. Als je verboden middelen gaat gebruiken. Als je expres de beste speler van je tegenpartij uitschakelt. Als je jouw eigen medespeler het winnende doelpunt misgunt, omdat jij per se zelf wilt scoren. Vaak geven mensen geld daarin ook een lelijke rol. Als er veel geld mee gemoeid is dat jij scoort, of dat je wint of verliest. Als wedstrijden gemanipuleerd worden.

In een goed en hecht team werk je samen. Je ziet elkaar niet als concurrenten, maar je gaat samen voor jouw ploeg. Dat dat móeilijk voor ons is zie je overal om je heen. En als je eerlijk bent toch ook in je eigen leven?

Dat geldt niet alleen in de sportwereld, dat geldt ook in de kerk. Er kunnen boeken vol geschreven worden over machtsmisbruik in de kerk. Dat de leiders gaan voor hun aanzien, hun invloed, of het geld.

Blijkbaar hebben wij als mensen iets in ons van dat we elkaar als concurrenten zien. Dat we denken dat we het alleen maar goed kunnen krijgen in ons leven ten koste van anderen. Dat als we gezag ontvangen we daar meteen onderdrukking van maken. Iedereen van ons kan een dictator worden.

Je ziet in onze samenleving hoeveel daardoor kapot gaat. Er zijn heel wat organisaties die daardoor onderuit gegaan zijn of failliet.

En dan komt Jezus. Als er iemand is die gezag heeft dan is Hij dat. Hij heeft het hoogste gezag van alle mensen. Hij is de Zoon van God! Maar juist Hij die het hoogste gezag heeft misbruikt dat gezag niet. Hij vult dat niet in ten koste van anderen. Het is juist andersom: de hoogste gezagsdrager Jezus is gekomen als een dienaar.

Als Jezus tien van zijn leerlingen kwaad ziet worden op de andere twee, dan roept Hij hen bij zich. Hij zegt: Kijk eens hoe het er in de wereld aan toe gaat. Heersers onderdrukken hun volken. Mensen krijgen de macht. Of ze grijpen de macht. Meteen bouwen ze een netwerk om zich heen van mensen die hen steunen. Tegenstemmen wordt de pas afgesneden. Alle tijd en geld en energie gaat op in het veilig stellen van hun plek. Zo gaan ze met hun eigen volk om. Veel leiders leven ten koste van hun eigen onderdanen. Dat gebeurt niet alleen bij dictators en populistische partijen, dat zit álle mensen in het bloed.

Behalve die heersers noemt Jezus ook leiders. Hij bedoelt dat zo: Er zijn heersers die hun volken onderdrukken, en op hun beurt zijn er andere leiders die gezag over die heersers oefenen. Die laatsten zijn baas boven baas. Zo is er in de wereld een strijd die steeds doorgaat van wie de sterkste en de belangrijkste is. Iedereen wil elkaar de loef afsteken.

Zo gaat het ook vaak in de kerk. Maar Jezus zegt: Zo mag het in de kerk nu net niet gaan. Jullie zijn mijn twaalf apostelen. Ik ga jullie de leiding geven over heel mijn kerk. Bij jullie moet het anders gaan. Als mensen mijn kerk zien dan moeten ze niet denken: zie je wel, daar gaat het ook om mensen, de eerste willen zijn en de macht. Ik wil juist dat mijn kerk er uitspringt door anders te zijn. En daar hebben jullie als mijn apostelen een voorbeeldfunctie in.

Jullie willen graag de hoogste plek, naast Mij op de troon? Vader bepaalt wie die plek krijgt. Dat doet Vader op deze manier: Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de ander moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn.

Voert Jezus nu toch een wedstrijdelement in? Ja, maar dan een heel bijzondere. Net zoiets als: Welke ploeg speelt het meest sportief? Die krijgt de sportiviteitsprijs. Eigenlijk is die prijs nog veel mooier dan dat je in aantal punten hebt gewonnen. Want die sportiviteitsprijs gaat over hoe je als mens het beste uitkomt.

Jezus schrijft dus niet een wedstrijd tussen zijn leerlingen uit in de zin van elkaar beconcurreren en in de weg zitten en uit de weg willen ruimen. Van bang zijn voor elkaar en elkaar als sta in de weg zien. Maar als je aan een wedstrijd denkt dan is het eerder in de zin van een sport om elkaar te helpen en te ondersteunen. De grondtoon is niet angst, jaloezie en denken dat je tekort komt, maar liefde, vrede, blijdschap en elkaar het goede gunnen.

Als je die wedstrijd echt zuiver speelt, dan zul je straks als Vader de plaatsen verdeelt ook niet meer jaloers zijn wie welke plek krijgt toegewezen. Dan zul je dankbaar zijn dat je zelf überhaupt jouw eigen plekje krijgt. En je zult je mededienaar graag zijn plek gunnen!

Deze les geeft Jezus aan zijn twaalf apostelen. Zij worden het fundament van zijn kerk. Met Jezus zelf als Hoeksteen. God heeft ervoor gezorgd dat deze les van Jezus in de Bijbel staat, omdat Hij daarmee ook ons vandaag een wijze les wil leren. Wij hebben te gaan in het spoor van de apostelen en het spoor dat Jezus wijst.

Ook voor de leiders van de kerk vandaag geldt: Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de ander moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn.

Ik kijk even naar de kerkenraad en de diakenen. Broeders ouderling en diaken, wat de Heer Jezus ons hier vandaag leert is geweldig bevrijdend voor ons. Wij mogen samen in dienst van Jezus staan. Hij zet ons helemaal in de ruimte. Vrij van elk eigenbelang, geldingsdrang en heerszuchtig optreden. Jezus is de Heer en wij mogen dienen. Dat is echt fantastisch nieuws, want dan valt er heel veel van ons af. Wij hoeven ons niet druk te maken om ons plekje en of wij wel in aanzien staan en hoe hoog mensen tegen ons opkijken. Stel je voor dat wij ons daar druk over zouden maken. Dan krijg je een opgejaagd leven vol angst en zorg en onzekerheid. Maar nu mogen we dat allemaal van ons afschudden en gewoon trouw Jezus volgen.

Vandaag de dag verlangen steeds minder mensen ernaar om ambtsdrager te zijn. Maar ambtsdrager zijn is eigenlijk een heerlijke functie. Je hoeft jezelf niet te behagen, je hoeft mensen niet te behagen, je hoeft niet te vechten om de hoogste plek, je hoeft alleen maar elke dag bij Jezus te komen en Jezus te volgen. Je collega ambtsdragers zijn niet je concurrenten, maar je mededienaren. Dienaren en slaven noemt Jezus hen. Dat klinkt misschien als gevangenschap. Maar het is vrijheid, omdat je daarmee al het menselijke streven, dat eigenlijk onmenselijk is, los kunt laten.

Als wij zo leven als leiders van de gemeente van Christus, dan geven wij de gemeente het goede voorbeeld. Wij volgen Jezus na en als de gemeente dan ons gaat volgen, dan treden zij ook in het spoor van onze Heer. Dan komen we als gemeente steeds meer in Gods vrijheid te staan. De gemeente wordt minder een plek van haat en nijd, grote monden en geldingsdrang. De gemeente wordt juist meer een plek waar het veilig is en waar mensen, groot en klein, als prachtige bloemen kunnen bloeien.

Als we zo samen als gemeente van Christus leven dan zijn we ook een levende illustratie in onze samenleving. Je weet wel, te midden van alle strijd om de macht en de eer die wij ook zo goed kennen. Dan mogen wij wegwijzers naar Jezus zijn. Om mensen te laten zien dat er een plek voor hen is waar ze mogen opbloeien zonder dat een ander daar meteen met een grasmaaier overheen gaat.

De opdracht van Jezus om elkaar te helpen en te dienen is bevrijdend en genezend. Als we naar de praktijk kijken, dan blijkt dat de praktijk toch vaak hard is. Voor we het weten steekt dat strebertje in ons weer de kop op. van baas boven baas willen zijn. Een goede vraag is hoe wij ooit kunnen leren om te helpen en te dienen. Gelukkig geeft Jezus daar het antwoord op. Hij leert zijn leerlingen welke weg ze moeten gaan. En daarbij wijst Hij op zichzelf.

Jezus zegt: “De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.” Jezus zijn taak van dienen was zelfs dienen tot in de dood. Filippenzen 2 zegt: “Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan en mens. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.” (Filippenzen 2,7-9)

Leef in dienst van de dienende Leider. Wat wij niet kunnen dat wil Jézus aan ons geven. Met zijn dienst tot in de dood verdiende Hij voor ons de gave om ook te leren dienen.

Ik kijk weer even naar de ambtsdragers: Als wij elke dag naar Jezus gaan om die gaven van Hem te vragen, zodat wij dienen in ZIJN kracht, dan geven we ook daarin het goede voorbeeld aan de gemeente. Zodat we allen samen achter Jezus aan gaan en van Hem het leven verwachten. Samen in zijn heerlijke dienst.
Amen

Liturgie morgendienst (met bevestiging van een ambtsdrager):
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.135: 1.3.8.11
Wet:
Zingen: Levensliederen Ps.116: 6.7.8 [berijming van David Heek en René Barkema]
Gebed
Lezen: Matteus 19,23-30 Jezus belooft zijn twaalf apostelen een troonplaats later.
Lezen: Matteus 20,17-19 Jezus’ weg naar de troon gaat via het lijden.
Lezen: Filippenzen 2,1-11 Jezus kwam om te dienen, tot in de dood aan het kruis
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.67: 1.2.3 [Jezus heeft het hemelleven opgegeven]
Tekst: Matteus 20,20-28
Preek
Zingen: Opw.378 [Ik wil jou van harte dienen]
Dankgebed en voorbede
Bevestiging ouderling
Lezen formulier voor de bevestiging: inleiding, onderwijs over ouderlingen
Bevestiging, Zegen
Opdracht
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.134: 1.2.3
Gebed
Collecte
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.69 [U heilig Godslam loven wij]
Zegen