Matteus 05,38-42 onrecht de baas
Alle onrecht moet de wereld uit. Maar hoe zal dat waar worden? Jezus leert ons Gods bijzondere weg. En ook welke rol jij daar in kunt vervullen.
Preek over Matteus 5,38-42:
Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,
Hoe pak je onrecht aan? Op internet vind je allerlei manieren om met onrecht om te gaan. Nog beter zou het zijn als er helemaal geen onrecht zou zijn. Veel mensen verlangen naar een wereld zonder onrecht. Als je nuchter alles bekijkt, dan besef je ook dat dat voor deze huidige wereld een illusie is. Maar daarom kun je er nog wel naar streven. En vooral: je kunt zelf nog wel het goede voorbeeld geven.
Maar als onrecht ons allemaal in het bloed zit, wie zal ons dan leren het recht lief te hebben en recht te doen? Zijn er manieren om onrecht echt te tackelen? Dat de wereld echt een stukje minder onrechtvaardig wordt? Niet maar oppervlakkig, maar heel diep?
Onderwerp: JEZUS LEERT ONS ONRECHT TE BESTRIJDEN OP HET DIEPST!
–
Jezus houdt een lange toespraak op een berg in Galilea. Die toespraak is bekend geworden als de Bergrede. Jezus haalt geboden van God voor het voetlicht. Geboden die God vroeger via Mozes aan zijn volk had gegeven. Jezus schaft die geboden niet af. Hij gaat juist verder dan wat God oorspronkelijk vroeg. Daarmee laat Hij de diepte van Gods wet zien. Van het geluk dat God met ons voor ogen heeft.
Eerst kijken we naar Jezus’ aanhaling van Gods geboden uit de boeken van Mozes.
Misschien ken je de uitdrukking ‘oog om oog, tand om tand’. In mijn woordenboek staat daarbij als uitleg: “een misdaad moet gewroken worden”. Oog om oog, tand om tand heeft vaak de kleur van: ‘Dat zal ik je betaald zetten!’ Het is niet alleen dat onrecht bestráft moet worden. Wraak gaat verder. Wraak krijgt vaak ook de kleur van een persoonlijke vereffening.
In sommige culturen bestaat bloedwraak. Als er iemand gedood is dan mag de familie van de dode zijn dood wreken op degene die hem heeft gedood. Ook als er sprake was van een ongeluk. Bloedwraak kan een grote moordlust opwekken. Er kunnen hele vetes en moordpartijen uit ontstaan.
In de Bijbel vind je ook wel voorbeelden van moorddadigheid. Ik denk aan Lamech. Die gaat prat op zijn wraakzucht en zijn moordlust. Lamech heeft twee vrouwen. Hij zegt tegen hen: “Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt.” (Genesis 4,23)
God keurt wraakzucht en moorddadigheid niet goed. Toch komt de uitdrukking ‘oog voor oog en tand voor tand’ uit de Bijbel. Niet als wraak van mensen, maar als gebod van God. We gaan kijken wat dat betekent.
Jezus zegt: Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” Op meerdere plaatsen komen we die uitdrukking tegen in de boeken van Mozes. God zei in zijn wetten: “Eis een leven voor een leven, een oog voor een oog, een tand voor een tand, een hand voor een hand, een voet voor een voet.”
Bijvoorbeeld als iemand een vals getuigenis tegen een ander aflegde. Hij wilde die ander kwaad berokkenen. Als uitkwam dat het een vals getuigenis was, dan moest die man zelf de straf krijgen die hij de ander had toegedacht. Of als iemand opzettelijk een ander had verwond, dan moest de dader hetzelfde letsel worden toegebracht.
Misschien denk je: Dat gebod van God is wreed. Maar vergis je niet. De regels die God hier geeft zijn regels voor de rechter. God geeft in de Bijbel geen ruimte aan mensen om zelf voor rechter te gaan spelen. God houdt in de tijd van het oude testament wel rekening met vormen van bloedwraak. Maar in de Bijbel mag een verdachte naar een vrijstad vluchten. Dan komt de zaak alsnog voor de rechter. Dat is om persoonlijke wraakzucht aan banden te leggen.
In zijn gebod van ‘een oog voor een oog en een tand voor een tand’ geeft God regels voor de strafmaat die de rechter moet hanteren. Laat de rechter in zijn vonnis maat houden. Door zijn gebod grenst God de rechtspraak af tegen twee dingen: de rechter mag geen misdrijven wegmoffelen of door de vingers zien. De rechter mag ook geen buitensporige straffen opleggen of het kwaad door zijn straf aanwakkeren. Dat principe geldt vandaag nog.
Deze regels van God zijn een verademing in een wereld waarin mensen van zichzelf het liefst het recht in eigen hand nemen. Waar wij het liefst een ander om zijn kwaad dubbel zo hard terugpakken. God leert ons via de rechter maat houden. Je ziet daar Gods goede zorg voor zijn volk! Jullie mogen zaken niet lichter of zwaarder maken dan ze zijn. Jullie mogen geen plezier hebben in onrecht. Ook niet in onrecht wreken. Een oog voor een oog en een tand voor een tand. Dat betekent ook: Heb heilig ontzag voor God die ons lijf en leven heeft gegeven!
Als je goed luistert naar dit gebod van God, dan ga je niet op je strepen staan. Zo van: ik mag een oog voor een oog vragen. Hoera. Daar ga ik lekker van genieten. Nee, als je goed geluisterd hebt, dan heb je er geen plezier in als een ander gestraft wordt om zijn misdrijven tegen jou. Je denkt niet stiekem in je hart: de ergste straf is voor de man of vrouw die dat misdrijf tegen mij pleegde nog niet erg genoeg!! Je wilt juist niet kwaad op kwaad stapelen. Je wilt het liefst dat het kwaad helemáál uit de wereld verdwijnt. En dat voor iedereen alleen nog maar het goede over is.
–
Jezus zegt: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘Een oog voor een oog en een tand voor een tand.’ Maar Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet.”
Letterlijk zegt Jezus: “Bied geen weerstand aan de boze.” Bij ‘de boze’ kun je denken aan de duivel. In de Bijbel is ‘de boze’ vaak een omschrijving van de duivel. Tegelijk geeft Jezus hier voorbeelden van onrecht dat ménsen je aandoen. Bij ‘de boze’ kun je ook denken aan de slechte mens die jou kwaad berokkent. Ik denk dat je wel aan beide mag denken. Jezus geeft voorbeelden van mensen die anderen onrecht aandoen. Op de achtergrond werkt de duivel. Hij spoort mensen daartoe aan.
Hoe moet je omgaan met onrecht? Onrecht moet toch de wereld uit? Je zou zeggen: Bestrijd onrecht zoveel als dat kan. Maar Jezus zegt: Als iemand jou onrecht aandoet, bied dan géén weerstand!
Hoe kan dat? Jakobus zegt: “Bied wel weerstand aan de duivel!” Maar dat is als de duivel jou wil verleiden tot het doen van slechte dingen. Onrecht is iets anders. Onrecht moet je blijkbaar geduldig dragen.
Maar als ménsen je onrecht aandoen, dan moet je toch in verzet komen? Veel mensen worden woedend bij onrecht. Alles in hen kookt. Als ik woedend ben over onrecht dan kan ik rare dingen denken en zeggen en doen. In reactie op onrecht sla ik zomaar door. Dat ik zelf ook onrecht ga doen. Zou Jezus dáárom zeggen: “Bied geen weerstand”? Om mijn overreactie te voorkómen?
God zei via Mozes dat het straffen een taak van de rechter was. Jezus sluit daar bij aan. Wij mogen niet zelf voor rechter spelen. Het goede nieuws is dat dat ook niet hoeft. God geeft rechters die recht spreken. Zij moeten de juiste strafmaat bepalen. Rechters zijn wel mensen met fouten en gebreken. Maar God is de hoogste Rechter. Hij zal rechtvaardig vonnis spreken. God zal als Rechter alle onrecht wreken. Daarom kunnen wij het oordeel met een gerust hart aan God overlaten.
Denk aan Jezus. Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld en aan een kruis geslagen. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet. Hij leed en dreigde niet. Hij liet het oordeel over aan God die rechtvaardig oordeelt. Daarin gaat Jezus ons voor en wil Hij ons meenemen.
Maar wat is dan ónze taak? Dat is dit: God wil ons inzetten om Hem te laten zien. Jezus schakelt mensen in bij zijn werk. Hij wil het onrecht uit ons hart halen. De huidige aarde zal nooit zonder onrecht zijn. Maar Jezus wil door ons toch nu al iets van Gods recht en heelheid laten zien en groeien.
Jezus doet dat op een bijzondere manier. Een weg zonder weerstand tegen ondervonden onrecht tegen jou. Dat is de weg die Jezus zelf is gegaan. Die weg wil Hij ook ons leren om te gaan. Die manier van leven is een weg die heel diep gaat. Daardoor leren mensen niet alleen van buiten geen lelijke dingen meer te doen, maar dat ze het van binnen ook niet meer willen.
–
Bied geen weerstand aan wie je kwaad berokkent. Jezus geeft daar vier voorbeelden bij. Het zijn vier voorbeelden die gaan over onrecht dat je aangedaan wordt. We gaan nu kijken naar die voorbeelden.
1 Het eerste voorbeeld is: “Wie je ook maar op de rechterwang slaat; keer hem ook de andere toe.”
Iemand op de rechterwang slaan, dat doe je met de rug van je hand. Daar kun je niet veel kracht mee zetten. Iemand op de rechterwang slaan is in die tijd een vorm om iemand te beledigen. In het verband gaat het over onrecht. Jij hebt die belediging nergens aan verdiend. En anders nog: waar is het goed voor om anderen zo te beledigen? Als je iets op iemand tegen hebt dan kun je dat toch ook gewóón zeggen?
Je hebt niks gedaan. Iemand beledigt je door je op de rechterwang te slaan met de rug van zijn hand. Jezus zegt: “Keer hem ook je ander wang toe.” Als iemand je op de linkerwang slaat, dan slaat hij met de vlakke hand. Zo’n klap komt veel harder aan. Jezus zegt: Wees bereid het volle onrecht te dragen!
2 Het tweede voorbeeld is: “Als iemand jou voor de rechter wil brengen om jouw onderkleed te nemen, laat dan ook je bovenkleed bij hem achter.”
Bij een gang naar de rechter kon iemand een onderpand van je eisen. Als rechters corrupt waren konden rijke mensen armen in figuurlijke zin helemaal uitkleden. De rijken werden steeds rijker en de armen werden steeds armer. Dat is onrecht. De arme mensen konden daar weinig tegen in brengen. Ze waren in een positie gedrongen dat ze steeds minder over hadden. Ze moesten bijvoorbeeld steeds meer lenen. Jezus zegt: Als jouw schuldeiser dan het hemd van je lijf vraagt, geef hem dan ook je mantel. Wees bereid het onrecht tot het uiterste te dragen!
3 Het derde voorbeeld is: “Wie ook maar je dwingt hem de dienst van één mijl te verlenen, ga er twee met hem.”
Voor het woord dwingen staat een leenwoord uit een andere taal. Het gaat hier over een bezettende macht die dingen van jou en jouw volk eist. Alsof jullie hun slaven zijn en voor hen moeten lopen. Een Romeinse soldaat kon iemand die geen Romein was dwingen een last voor hem te dragen. Jezus zegt: Als hij je prest om één mijl met hem te gaan, ga er dan twee. Wees bereid het volle onrecht te dragen!
4 Het vierde voorbeeld is: “Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen.”
Het gaat hier niet over arme mensen die in nood verkeren en die jouw hulp nodig hebben. God is in de Bijbel duidelijk dat we hen moeten helpen. Hier gaat het over mensen die jou onrecht aandoen. Denk nog even aan dat voorbeeld van een bezettende macht. Als zij jouw auto vorderen, je gereedschap, of je huis. Jezus zegt: Als ze dat van jou eisen, geef het ze dan. Hebreeën 10,34 zegt: “Toen u van uw bezittingen beroofd werd, hebt u dat in vreugde aanvaard, in de wetenschap dat u iets beters bezit, een blijvend bezit voor uzelf.”
Jezus zegt: Wees bereid het onrecht tot het uiterste te dragen!
Jezus vraagt veel van ons! Hoe reageer jij op onrecht? Ben jij bereid het volle onrecht te dragen? Ik word vaak hard als anderen mij onrecht aandoen. Ik ontvlam snel. Ik wil meteen van binnen, of met woorden of met daden er op sláán. Dat Jezus dan dit soort dingen zegt, daarin voel ik me ontdekt. Ontdekt aan mijn gevoelens van wraak. Daardoor ervaar ik hoe hard ik Jezus nodig heb om mij zijn levenshouding te leren.
–
Wat maakt dat Jezus zegt: “Wees bereid het onrecht ten volle te dragen”?
*Stel dat je doet wat Jezus zegt! Iemand beledigt je door je met de rug van zijn hand op de rechterwang te slaan. Jij draait hem ook je linkerwang toe. Dan kan hij jou met de vlakke hand een klap er overheen geven. Zou die ander dan slaan of niet? Als hij een beetje geweten heeft, dan bindt hij in. Hij laat zijn woede wegvloeien. Als hij geen geweten heeft dan slaat hij door. Maar dat had hij dan ook wel gedaan als je hem niet de andere wang had toegekeerd.
*Stel dat je doet wat Jezus zegt! Er is iemand die jou onrechtvaardig behandelt. Hij buit je uit. Hij eist bij de rechter jouw hemd. Je geeft hem niet alleen je hemd, maar ook je mantel. Wat doet dat met die ander? Hij krijgt een spiegel voorgehouden: deze man, deze vrouw doet heel anders dan ik. Deze persoon leeft niet voor de heb en het graaien. Wat bezielt hem of haar?
*Stel dat je doet wat Jezus zegt! Een Romeinse soldaat dwingt je een ruim anderhalve kilometer een zwaar pakket voor hem te zeulen. Jij gaat ná die afstand door en doet drie kilometer. Lacht die soldaat je dan uit en verklaart hij jou voor gek? Of wordt hij aan het denken gezet? Wat is dit voor iemand? Waarom doet hij zo? Waar heeft hij dat vandaan? Wie of wat zit hier achter?
*Stel dat je doet wat Jezus zegt! Je land wordt bezet door vreemdelingen. Zij buiten jouw volk of jouw stam uit. Ze pakken al je kostbaarheden af. Jij geeft zonder mopperen en klagen. Je blijft er even blij en gelukkig om. Wat zal dat met die ander doen? Hij dacht jou te grazen te nemen. Maar blijkbaar kan hij jou niet raken! Jouw identiteit zit niet in jouw geld en jouw kostbaarheden. Dat zet hem aan het denken: Wat is dit voor iemand? Hoe kun je het roven van je bezit in vreugde aanvaarden? Welke diepere waarden kent deze mens van wie ik dingen roof?
Proef je iets van Jezus’ bedoeling? God haat onrecht. God wil nog veel sterker dan wij alle onrecht de wereld uit hebben. God heeft daar een speciale manier voor. God pakt het onrecht niet aan door zelf ook onrecht te gaan doen. Zo doen veel machthebbers. God is radicaal anders en Hij doet totaal anders. God wil het ónrecht dat wij doen de wereld uit hebben. Maar God wil óns niet de wereld uit hebben. God wil ons winnen voor zich. God wil ons leren om het recht lief te hebben en te doen. Dat doet God door Jezus.
In de eerste plaats stuurt God Jezus om voor ons onrecht te betalen. God zal als Rechter alle onrecht wreken. Hij straft zijn eigen Zóón om óns weer bij zich thuis te kunnen halen.
In de tweede plaats vraagt God ons om ons vertrouwen op Jezus te stellen. Om Hem toe te laten in ons leven. Om ons van binnenuit nieuwe mensen te laten maken. Door Jezus en door de heilige Geest van God.
Andere mensen terugpakken om hun onrecht tegen jou, dat kan ieder mens wel van zichzelf. Bereid zijn het kwaad te verdragen en daarin getuige van Christus zijn, dat kan alleen als je Jezus in je laat wonen.
Praat je onrecht daarmee echt niet goed? Nee, ook God haat het onrecht.
Maar jij laat het oordeel daarover in zijn handen. God zal rechtvaardig vonnis spreken. Over de ander… En ook over jou… En jij hebt de handen vrij om recht te doen en om heelheid te zoeken.
De voorbeelden die Jezus geeft zijn vier voorbeelden van missionair leven. Als je Jezus door je laat leven, dan kun je mensen winnen voor Jezus. Zodat zij Hem ook ontvangen en door hen heen laten werken. Zodat op deze gebroken aarde er een begin is dat het onrecht op het diepst wordt aangepakt en wordt veranderd in recht.
–
Waarom mogen wij anderen om het onrecht dat zij ons aandoen niet terug pakken? Stel dat de uitdrukking ‘de boze’ wijst op de duivel. Jezus zegt dan: geef de duivel geen kans doordat jij net zo slecht gaat doen als die ander die jou onrecht heeft aangedaan!
Stel dat de uitdrukking ‘de boze’ wijst op mensen die jou onrecht aandoen. Jezus zegt dan: Laat jij aan die mensen zien dat het ook anders kan. Geef Jezus de ruimte om zichzelf door jou heen aan hen te laten zien!
Wat wil jij? Laat je je leiden door de duivel of laat je je leiden door Jezus?
Let op het grote verschil tussen deze beide houdingen:
-Wil je wraak, en de ergste straf is nog niet erg genoeg voor degene die jou onrecht deed? Dan maak je jezelf afhankelijk van de maat waarin de ander gestraft wordt. Dan zal zijn onrecht jou je leven lang blijven achtervolgen.
-Of wil je dat hij het nooit weer doet doordat hij van binnen uit nieuw wordt en voortaan het góede gaat doen?
Anders gezegd: Moet de ander die iets of iemand van jou heeft vernield zelf ook de vernieling in? Of wil je dat niemand dat erge wat jou is aangedaan ooit meemaakt? Zelfs de dader niet?! Wil je dat mensen weer heel worden?
Die beide keuzes, daar zitten diepe verlangens achter. Óf je verlangt ernaar dat alles kapot gaat. Óf je verlangt ernaar dat alles heel wordt.
-Als alles van jou kapot moet, dan doe je net als de dader die jou onrecht aandeed. Dan doe je ook net als Gods tegenstander, de duivel.
-Als jij heelheid in alles zoekt, dan laat je Jezus zien en God de Vader. Dat laatste is wat Jezus ons wil leren. Dan ben je voor die ander een spiegel van wat God met mensen wil!
Amen
Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.99: 1.2.3.4
Wet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.37: 1.2
Gebed
Lezen: Leviticus 24,19-22
Lezen: Deuteronomium 19,16-21
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.9: 5.6.7
Tekst: Matteus 5,38-42
Preek
Zingen: Liedboek voor de Kerken Gez.177: 1.2.3.5.7 [Leer mij o Heer uw lijden recht betrachten]
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.28: 1.2.3 [Eens zal er vrede zijn]
Zegen