Wie of wat geef jij macht over jouw leven? (Exodus 4,22-23)

Wie of wat geef jij macht over jouw leven? Als ik daar eerlijk naar kijk, dan zijn er heel wat mensen en machten die ik zeggenschap geef over mijn leven. Ik denk nu even niet aan gezagsdragers die Gód over ons gesteld heeft. Die krijgen van Hem die plek. Ik denk hier aan wie of wat ik zeggenschap over mij geef tegen de wil van God in. Er zijn veel manieren waarop wij onszelf kunnen verkopen en slaaf kunnen maken. Maar God wil ons in de vrijheid zetten om Hem te dienen.

Preek over Exodus 4,22-23:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,

Jongens en meisjes, vandaag begin ik even met ons allemaal. Het gaat namelijk over internet. Dat is niet iets waar alleen kinderen zich mee bezig houden, maar ook tieners. Ook vaders en moeders. En ouderen. Internet. Als je naar ons leven vandaag kijkt, dan lijkt het wel of we er niet meer zonder kunnen.

*Internet heeft zijn mooie kanten. Het is superhandig voor school en werk. Zoek je iets? Je vindt het op internet. Informatie, foto’s, filmpjes. Alles kun je er vinden. *Internet heeft ook zijn schaduwkanten. Je kunt er zelfs aan verslaafd raken.

Weet je wat? Bij Jellinek hebben ze testvragen om te zien of je aan internet verslaafd bent. Ik noem een aantal van die vragen, en jullie gaan allemaal bij jezelf na welk antwoord voor jou persoonlijk geldt, oké? Let er op: Het gaat nu niet over internet dat je nodig hebt voor school of werk, maar over de tijd je daarnáást achter het internet zit!

1 Hoe vaak ben je langer op het net dan je van plan was?
Je kunt bij elke vraag kiezen uit de antwoorden: “nooit, zelden, af en toe, regelmatig, vaak altijd”. Je hoeft het antwoord niet op te schrijven. Kijk maar wat er bij elke vraag als eerste boven komt.

2 Hoe vaak verwaarloos je voorgenomen huishoudelijke karweitjes om maar langer op het net te kunnen zijn?
3 Hoe vaak kost internet je nachtrust?
4 Hoe vaak lijdt je school of studie onder de hoeveelheid tijd die je aan internet besteedt?
5 Hoe vaak jok je wanneer iemand je vraagt wat je op internet aan t doen bent?
6 Hoe vaak check je je e-mail terwijl je eigenlijk andere belangrijke dingen moet doen?
7 Hoe vaak ben je bang dat je leven zonder internet vervelend, leeg en onplezierig zal zijn?
8 Hoe vaak raak je geïrriteerd of begin je te snauwen wanneer iemand je stoort terwijl je op het net bent?
9 Hoe vaak geef je de voorkeur aan de spanning van internet boven een goed contact met je beste vrienden of partner?

Stel je voor dat je bij de meeste vragen het antwoord ‘vaak’ of ‘altijd’ invult. Dan adviseert Jellinek jou het volgende: “Ga eens kritisch na hoeveel invloed internet op jouw leven heeft en vraag je af of je dat eigenlijk wel wilt.” Je kunt bij hen ook terecht voor hulp. Ook voor andere verslavingen. Wil je meer weten? Kijk dan thuis maar eens op de site van Jellinek.

Als je ergens aan verslaafd bent, dan speelt datgene waar je verslaafd aan bent de baas over jou. Het onderwerp van de preek is: ALLEEN GOD DE HEER KAN AANSPRAAK OP ONS DOEN GELDEN.

Er zijn heel wat dingen in ons leven die doen alsof zij aanspraak op ons kunnen laten gelden. Bv alcohol, drugs, internet, gamen, tabak. Maar het kan net zo goed gaan over andersoortige dingen. Bv luxe, macht, eer van mensen, minderwaardigheid. Als zij zeggenschap over ons eisen en wij geven daar aan toe, dan zitten we in een vorm van slavernij. We zijn niet vrij, maar gebonden. We kunnen er zo ver in vast raken dat we geen kant meer op kunnen.

Er bestaat ook gedwongen slavernij. Waar je niets aan kunt doen. Wat je dolgraag anders zou willen. Niet elke vorm van slavernij is een verslaving. Elke vorm van verslaving is wel slavernij. Verslaving maakt onvrij. Uit onszelf komen we er nooit van af. Hoe kunnen we ooit vrij worden?

In deze preek staan we stil bij God de Heer die zijn volk bevrijdt uit de slavernij van Egypte. In de Bijbel staat Egypte symbool voor alles dat ons gevangen houdt en bij het dienen van God vandaan houdt. En we kijken wat wij kunnen leren als het gaat over bevrijding die wij nodig hebben uit wat voor vormen ook maar van slavernij. Zo kom ik ook bij het onderwerp verslaving. Gods volk kan uit zichzelf nooit loskomen uit de greep van de farao. Net zo werkt het bij verslavingen. Alleen iemand die sterker is dan ons kan ons daar echt van bevrijden.

Eerst kijken we naar Gods volk Israël in Egypte. Er is een nieuwe farao aan de macht gekomen. Hij ziet in het volk Israël dat in Egypte woont een bedreiging. Ze groeien veel te hard. Hij wil economisch winst uit hen halen. Tegelijk wil hij hen stevig onder de duim houden. Dat doet hij door hen te laten werken als slaven. In dwangarbeid. Onder mishandeling. Die slavernij, daar hebben de Israëlieten niet zelf voor gekozen. Het is hen door anderen opgelegd. Onder dwang.

In de Bijbel lezen we ook van een vorm van slavernij in Egypte waar Israël wel zelf voor gekozen heeft. Jozua 24,14 zegt: “Nu dan, eerbiedig de HEER, dien hem met onvoorwaardelijke trouw en doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de Eufraat en in Egypte hebben gediend. Dien alleen de HEER.” De Israëlieten hebben in Egypte de goden van Egypte gediend. Daar maakten ze de Heer kwaad mee, want ze waren Hem ontrouw. Ezechiël zegt: “Al toen ze jong waren, waren ze ontrouw, in Egypte.”

Die beide vormen van slavernij, de dwangarbeid én de afgodendienst, daar kan Israël uit zichzelf nooit uit komen. Mozes moet van God tegen de farao zeggen: “Ik heb je bevolen mijn zoon te laten gaan om mij te dienen, maar dat heb je geweigerd.” De Israëlieten zitten vast. Farao houdt hen in een ijzeren greep. Hij weigert hen te laten gaan. De farao zegt: “Dit volk is van mij. Ik heb er recht op. Ik maak er gebruik van.” Israël zit ook vast aan de goden van Egypte. In de praktijk is Egypte een macht die kapot maakt. De farao en de afgoden van Egypte zijn net als een teek of een bloedzuiger: zij zuigen zich vol ten koste van jou.

Die ijzeren greep, dat zie je ook bij verslavingen. Wie daaraan vastgeketend zit, die kan zichzelf er niet uit redden. Er zijn diverse methoden om vrij te komen van verslaving en van dwangmatig gedrag. De goede methodes beginnen allemaal met een belangrijke basiserkenning. Dat is deze: “Ik erken dat ik vanuit mijzelf machteloos sta tegenover iedere vorm van dwangmatig gedrag.”…
En deze erkenning hoort daar bij: “Ik ben ervan overtuigd dat alleen een macht groter dan mijzelf mij weer heel kan maken.”…

Juist hier in Exodus 4 laat God de Heer die waarheid aan Mozes zien. En Mozes moet het aan de farao vertellen: “Jij houdt mijn volk in de greep. Zij kunnen nooit tegen jou op. Dat klopt helemaal. Ze hebben tegen jou geen schijn van kans. Maar Ik ben er ook nog. Ik ben de Heer, de Almachtige. Ik zal zorgen dat jij mijn volk wel móet laten gaan!”

Als God zo machtig is dat Hij zijn volk kan bevrijden uit de slavernij en de dwangarbeid van Egypte, dan kan Hij ook ons bevrijden uit onze verslavingen en uit al ons dwangmatige gedrag.

Wat beweegt God om zijn volk uit Egypte te bevrijden? Dat maakt God helder via een statement. God zegt het Mozes. Mozes moet het de farao zeggen: “Mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon, Israël!”

In die woorden van God proef je Gods diepe liefde voor zijn volk. Zijn hartelijke keuze voor hen. Echt van binnen uit. Alleen omdat Hij dat wil. Dit volk is mijn eerstgeboren zoon. Daarmee is het ook mijn eigendom! Ik alleen ben hun Eigenaar. Daarom geldt: Ik alleen heb zeggenschap over hen. De koning van Egypte kan zeggen dat hij jullie heer en eigenaar is. Hij kan zich zo gedragen. En inderdaad, jullie dienen nu de farao en Egypte. Deels gedwongen, deels gekozen. Maar vergeet nooit: Ik heb jullie gemaakt om MIJ te dienen.

Wat God beweegt is zijn liefde, zijn Vaderhart, zijn recht op zijn volk. Door ons vertrouwen op Jezus te stellen mogen wij ook bij Gods volk horen. Delen we in de aanspraken die God zijn volk Israël gaf. Petrus verbindt de erenamen voor Gods uitgekozen volk ook aan de christenen uit de heidenen. Hij zegt: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht.” (1 Petrus 2,9) Ook wij zijn Gods eigendom. Door het bloed van Jezus zijn we Gods geliefde kinderen.

Eerst dient Gods volk Egypte en de goden van Egypte. God de Heer herstelt de orde. Hij maakt dat ze Hém weer gaan dienen. Er is een groot verschil tussen Egypte dienen of de Heer dienen.

Denk eens aan de slavernij en dwangarbeid in Egypte. De Israëlieten worden afgebeuld. De mannen die niet hard genoeg werken krijgen met de zweep. Hoeveel zullen er, als ze niet meer kúnnen, doodgeranseld zijn? De Israëlieten worden niet rijk van al hun arbeid voor Egypte. Ze worden alleen maar uitgebuit. Ook de afgoden van Egypte buiten hen alleen maar uit. Daar zijn het afgoden voor. Het hele volk gaat er aan kapot. Er blijft geen volk over. Wat voor menselijks is er nog aan hen?

Denk nu ook eens aan het dienen van God. Psalm 19 zegt: “God dienen maakt je hart blij.” God de Heer is geen nieuwe tiran, alsof ze bij Hem van de regen in de drup komen. Bij God worden ze niet kapot gemaakt, maar worden ze juist heel. Niet minder mens, maar meer mens. God is de bron van leven. Bij Hem bloeit het leven pas echt op. Als iedereen op aarde zich aan Gods geboden zou houden, wat zou het dan goed zijn op aarde.

God gaat zijn volk bevrijden. God gaat dat doen op twee manieren.

In de eerste plek: God stuurt Mozes. Via de woorden van Mozes gaat God zelf rechtstreeks tegenover de farao staan. Eerst stond het volk tegenover de farao. Maar nu gaat God zelf tegenover de koning van Egypte staan. God zegt tegen Mozes: “Farao zal niet willen luisteren. Ik ga zijn hart keihard maken. Hij zal mijn volk alleen laten gaan als hij met harde hand wordt aangepakt. Dáár werk Ik naar toe. Ik zal de farao mijn sterke hand laten zien. Mijn almacht. Jullie zijn geen partij voor de farao. Hij houdt jullie er makkelijk onder. Maar voor Mij moet hij buigen. Niet maar voor één keer of voor even, maar voorgoed. Ik zal zijn eerstgeboren zoon doden. Voor de farao en zijn koningshuis is er geen toekomst meer.”

De tweede manier waarop God zijn volk bevrijdt is deze: God de Heer gaat zijn volk leren om Hém te dienen. Niet Egypte en de goden van Egypte, maar God de Heer. God wil niet dat ze Hem gedwongen dienen. God wil hen leren om Hem graag te dienen. Ván het gedwongen dienen van Egypte leidt God zijn volk náár het vrijwillig en graag dienen van Hem.

Kijk, dienen doen wij als mensen altijd. De vraag is niet: “Dien jij wel of dien jij niet?” De vraag is wel: “Wie dien jij?” Dien jij kwade machten die jou en jouw leven en dat van anderen kapot maken? Of dien jij de almachtige God die als enige jou heel kan maken?

God de Heer heeft recht op zijn volk. Ze zijn van Hem. Hij alleen heeft het over hen te zeggen. Eigenlijk geldt dat voor alle mensen. Gods volk is daarin bedoeld als een spiegel voor allen. God heeft alle mensen gemaakt. Alleen Hij heeft de zeggenschap over hen. Dus ook over jou. Aan alle dingen in de schepping kunnen we vastzitten. Die kunnen we dienen. Maar God wil ons daarvan bevrijden om Hém te dienen.

Maar juist als de Bijbel zegt dat je bij God alleen goed af bent, dan haken veel mensen af. Hoe weet je of je bij God goed af bent? Oké, mishandeling en dwangarbeid zien we vaak nog wel als iets slechts, maar als je verslaafd bent dan denk je vaak dat alleen jouw verslaving jou redt en bevrijdt. Als je er diep in zit, dan kún je er niet eens over heen kijken. Los van God leven is ook een soort verslaving. Het kan voelen alsof je daarin het beste af bent. Ik dénk toch dat het goed is? Zovéél mensen denken dat toch? Het vóelt toch goed?

Als God dan komt met zijn boodschap dat Hij je wil bevrijden van al je dwangmatige gedrag, ook van je leven los van Hem, dat is confronterend voor ons.

Maar bij God ben je echt goed af. Alleen bij Hem. Hij heeft jou gemaakt. Hij weet wanneer je vrij bent en wanneer je gebonden bent. Hij gaf zijn Zoon. Kijk eens naar Jezus. Hij diende God graag. Hij zegt zelfs ergens: “Gods wil doen, dat is voor Mij mijn eten en drinken.” Jezus genoot ervan om God te dienen. Juist in Hem zie je hoe God ons als mensen bedoeld heeft: vrij om God te dienen.

Ik begon deze preek met een onderzoekje naar verslaving aan internet. Er kunnen heel wat dingen in ons leven zijn die hun aanspraak op ons laten gelden. Alsof zij de baas over zijn. Maar uit Exodus 4 leren we: de enige die echt zeggenschap over jou heeft is God de Heer. Hij wil je bevrijden van alle anderen die jouw claimen. Die tegen zijn wil zeggenschap over jou nemen. Kwade krachten die jou kapot willen maken.

Slavernij daar heb je niet altijd zelf voor gekozen. God houdt ons wél verantwoordelijk voor verslaving en dwangmatig gedrag. Als je daar eenmaal gevangen in zit dan kun je daar zelf helemaal niet uit komen.
Dat vraagt van ons een moeilijke erkenning. Deze erkenning: 1) Ik ben verantwoordelijk voor alles waar ik mezelf aan heb laten vastketenen. Ik ben er zelf verantwoordelijk voor. En tegelijk: 2) Ik kan uit mijzelf er niets tegen in brengen. Ik sta machteloos tegenover verslaving en dwangmatig gedrag.

Weet je wat er gebeurt als je die beide toegeeft? Ik ben verantwoordelijk én ik kan er zelf niet uit komen? Als je dat erkent, dan word je rijp om ergens ánders hulp te zoeken. Precies daar wil God jou hebben. Hij wil jou leiden naar Hem. Naar Jahwe. De God die er is en die redt. In Jezus.

Pas als je erkent dat je zelf machteloos bent, dan kan er licht dagen.
Stop met zelf proberen. *Erken: “Ik heb hulp van buiten nodig. Van God en van mensen die met God leven en die mij helpen.” *Zoek hulp bij anderen. Ga naar een ondersteuningsgroep die je erbij helpt. Door je steeds terug te brengen naar God de Heer en zijn liefde en macht. *Denk aan Gods liefde als Hij zegt: jij bent van Mij. *Denk aan Gods macht: Jij staat machteloos tegenover de macht van alcohol, internet, gokken, minderwaardigheid, mensen naar de mond praten, en wat ook maar. Maar God kan ze wel de baas.
Die weg leert God zijn volk via Mozes. Die weg leert Hij ook ons.

Dat is het traject dat wij in al onze mogelijke vormen van verslaving steeds weer hebben te gaan. Met alle vallen en opstaan. Dat we elke keer weer gaan staan op Jezus Christus! God stuurde Hem. Hij heeft de ijzeren greep van zonde, duivel en kwade machten verbroken! Wat wij niet kunnen, dat geeft God ons door Hem. En door zijn heilige Geest die Jezus voor ons verdiende.

Neem dan geen genoegen met bevrijding van alles wat je in de greep houdt. Bedenk dat God zijn volk niet alleen redde UIT Egypte, maar ook redde TOT het weer dienen van Hem.

Leef in Gods vrijheid. Om Hem te dienen. God bevrijd mensen niet om hen daarna in een vacuüm te zetten. Of om voortaan zelf de baas te zijn en te kiezen wat ze zelf maar willen. Zelf de baas zijn of spelen is een nieuwe vorm van slavernij. Kijk maar om je heen naar mensen die zelf de baas spelen. Kijk ook maar naar waar je dat zelf doet. Daar gaan wij als mensen ook kapot aan.

Laat je echt bevrijden. Echte bevrijding is niet alleen bevrijding VAN, maar ook bevrijding TOT. Het is bevrijd worden tot het dienen van God de Heer. Dat je graag zijn geboden doet.

En weet je wat echt goed nieuws is? Niet alleen bij het loskomen uit de greep van verslaving en dwangmatig gedrag hebben wij de erkenning nodig: dit kan ik nooit uit mijzelf. Maar ook bij het graag doen van wat God de Heer wil hebben wij die erkenning nodig.

Als jij christenen tegenkomt die zeggen dat jij beter je best moet doen in het doen van Gods wil, dan moet je niet naar ze luisteren. Zulke christenen brengen jou alleen maar in nieuwe vormen van slavernij.

Wat wij nodig hebben dat is dit. Dat we ook voor het nieuwe leven, zoals God dat wil, erkennen: “Heer, ik kan het niet uit mijzelf. Ik erken dat ik helemaal onmachtig ben om uw wil te doen. Ik heb daarvoor de hulp nodig van iemand die groter is dan ik zelf. Ik heb uw hulp nodig!”

Ga naar Jezus. Juist voor die hulp gaf God Jezus. Vraag God om de heilige Geest. De Geest die maakte dat Jézus graag Gods wil deed, die Geest heeft Jezus ook voor jóu verdiend. Je hoeft Hem alleen maar aan te nemen.
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.97: 1.3.5
Schuldbelijdenis en Genadeverkondiging
Gebed
Lezen: Exodus 4,18-23
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.135: 5.11
Tekst: Exodus 4,22-23
Preek
Zingen: Liedboek van de kerken Gez.296: 1.2.3 [Ik kom met haast roept Jezus’ stem]
Wet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.19:5.6
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Liedboek van de kerken Gez.426: 1.3.5 [Zou ik niet van harte zingen]
Zegen