Mogen winkels op zondag nu wel of niet open? Die discussie is toch al lang achterhaald? Er zijn christenen die zeggen: “Het mag niet.” Er zijn christenen die zeggen: “Het mag wel.” Maar laten we allemaal opkomen voor de zondag als vrije dag.
Preek over het 4e gebod: sabbat en zondag (Heidelbergse Catechismus Zondag 38):
Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten en luisteraars,
Jongens en meisjes, stel dat je wat ouder wordt en je bent oud genoeg voor een bijbaantje. En jij kan een leuk baantje krijgen, waarbij je goed verdient. Alleen er is één nadeel aan: voor dat bijbaantje moet je ook regelmatig op zondag werken.
Wat doe je dan? Neem je dat baantje aan, omdat het leuk werk is en leuk verdient? Of ga je toch maar een ander baantje zoeken, omdat je op zondag ruimte wilt hebben om naar de kerkdiensten te gaan en omdat je op zondag niet wilt werken als het niet echt nodig is?
Werken op zondag wordt steeds gewoner. Ruimte nemen voor de viering van de zondag wordt steeds minder. De zondag lijkt voor veel mensen in wat ze doen en laten steeds meer op doordeweekse dagen. Hoe moeten wij daar nu in kiezen? Moeten we maar met de trend van de tijd meegaan, óf moeten we andere keuzes maken omdat en als God dat van ons vraagt?
In deze preek kijken we naar wat God ons geeft en van ons vraagt in het 4e gebod. Omdat we kerk zijn in de tijd van het nieuwe testament kijken we ook naar de zondag en de invulling daarvan. Omdat we kinderen van God zijn, willen we leren doen wat Hij van ons vraagt.
Het is belangrijk dat we als christenen royaal ruimte houden voor de erediensten. En dat we daarom ook opkomen voor de vrije zondag. Veel christenen zetten zich daar ook voor in. De eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat ze dat doen vanuit verschillende motieven. De één komt op voor de zondag als rustdag, omdat hij denkt dat hier een goddelijk gebod ligt. De ander doet het omdat hij ziet dat Gods gebod tot vieren en Gods gebod tot rusten samen het meest ideaal opgevolgd kunnen worden als er een vrije dag is voor die kerkdiensten.
In één preek kan ik alles wat bij deze vragen speelt niet tot in detail bespreken. Ik zal een aantal lijnen schetsen. Ik hoop u en jullie zo inzicht te geven in de vragen die rond dit onderwerp spelen en ik wil hulpmiddelen bieden voor verder onderling gesprek.
Thema van de preek is: KOM OP VOOR DE EREDIENSTEN EN DE VRIJE ZONDAG!
We kijken naar twee visies die er zijn:
1 De zondag als rustdag als goddelijk gebod.
2 De zondag als rustdag als meest ideale ruimte voor de erediensten.
–
Kom op voor de erediensten en de vrije zondag!
1 DE ZONDAG ALS RUSTDAG ALS GODDELIJK GEBOD.
In Genesis 2 lezen we dat God hemel en aarde schept in zes dagen. Hij rust op de 7e dag. Dat rusten van God is geen uitrusten in de zin dat Hij moe is. Het woord dat hier voor rusten staat betekent letterlijk ‘ophouden’. In dit geval ophouden met werken. Die 7e dag neemt God voor zichzelf. Hij heiligt die dag, oftewel Hij wijdt die dag aan zichzelf… God is niet moe. Tegelijk, volgens Exodus 31,13 gaat Hij wel rusten en adem scheppen: Hij geniet van zijn schepping.
In Genesis 2 staat niet letterlijk dat God bij de schepping de 7e dag instelt ook als heilige dag voor de méns. Dus als dag die de méns aan God moet wijden. Elders in de bijbel wordt wel een verband gelegd tussen de sabbat als opdracht voor Gods vólk en Góds rusten op de 7e dag. Als God de Heer aan zijn volk zijn geboden geeft op de Horeb dan klinkt het 4e gebod: Gedenk de sabbatdag. Exodus 20 vermeldt daarbij als motief dat God zelf gerust heeft op de 7e dag.
De 7e dag bij de schepping van hemel en aarde is voor God een dag dat Hij niet meer werkt, maar rust, adem schept en geniet van zijn volbrachte werk. Daar zit een diepe geestelijke betekenis in voor de mens: echt leven drijft voor ons niet op onze prestaties, maar op Góds werk! God doet een appèl op ons: begin dáár. Begin niet bij jullie prestaties, maar begin bij mijn werk! Als we dat doen als mensen, beginnen bij Gods werk en de rust die Hij geeft, daar worden we als mensen niet lui van. We leren dan wel om te leven vanuit wat God ons gééft. Dat is precies wat God ons wil leren: leven van wat Hij geeft, van zijn genade in Jezus Christus.
Bij die diepe strekking passen Jezus’ woorden uit Marcus 2. Jezus zegt daar: “De sabbat is gemaakt voor de mens, niet de mens voor de sabbat.” Daar zien we hetzelfde bevrijdende van de mens die mag beginnen bij Gods rust: De mens is niet gemaakt als slaaf van de sabbat. Om daardoor ingeperkt en afgemat te worden. Maar de sabbat is juist gemaakt ten dienste van de mens. De sabbat is er niet voor nieuwe slavernij, maar juist om tot rust komen en adem te scheppen. De sabbat is door God gegeven als iets positiefs, als geschenk van God die bevrijdt.
Over Marcus 2 valt nog iets te zeggen. Jezus zegt dat de sabbat is ‘gemaakt’ voor de mens. Dat woordje ‘maken’ dat er letterlijk staat, wijst dat niet terug op de schepping? Als dat zo is, dan staat het niet letterlijk in Genesis 2, maar mogen we dan uit Jezus’ woorden afleiden, dat de sabbat door God ingesteld is bij de schepping?
Uit het ritme dat God bij de schepping gebruikt kunnen we ook iets afleiden. Als je de bijbel leest, dan blijkt het ritme van zes gewone dagen en één bijzondere dag niet willekeurig. We zien dat ritme namelijk niet alleen bij de schepping, maar het komt steeds terug. Dat ritme, zeg maar dat sabbatsritme, geeft in het oude testament ook structuur aan de maanden en de jaren: de 7e maand is voor Gods volk de grootste feestmaand, en het 7e jaar heet sabbatsjaar. Na 7×7 jaar volgt dan nog een extra jubeljaar.
Tenslotte kijken we naar Hebreeën 4. De schrijver van het boek Hebreeën spreekt daar over God die op de 7e dag rustte van zijn werken. Hij zegt dat God opnieuw een dag vast stelt. Hij zegt ook: ‘Er wacht Gods volk nog steeds een sabbatsrust’. Die belofte van binnengaan in Gods rust is nog steeds geldig… Gaat dat rusten nu over rusten op de nieuwe aarde? Of ook over rusten op deze aarde?…
Er zijn uitleggers die zeggen dat de nieuwe dag die God vaststelt wijst op de zondag van de christelijke kerk die in plaats is gekomen van de oud-testamentische sabbat. En dat de blijvende sabbatsrust wijst op het blijvende gebod om te rusten (dus niet werken), en wel op de zondag dan. Wij kunnen de wekelijkse verplichte rust niet missen, op weg naar de eeuwige rust.
Als we dit alles op ons laten inwerken, dan zien we het volgende:
-God de Heer stopte met werken op de 7e dag. Hij rustte en ging adem scheppen. Die dag dat God dat doet is de eerste volle dag van de mens. Daarmee leert God de mens dat Hij de mens daaruit wil laten leven. Vanuit wie God de Here is en wat Hij ons geeft.
-God geeft de sabbat met de opdracht ten eerste om deze dag te wijden aan God. Dat wijden aan God zie je in de samenkomsten, de eredienst. God geeft de sabbat ook met de opdracht ten tweede om te rusten, niet werken. Twee dingen dus: Stilstaan van werk en stilstaan bij God. De Heer wil dat wij daardoor ons concentreren op Hem die ons echte rust biedt.
-Wat is dan het onderscheid tussen oude testament en nieuwe testament? In het oude testament keek Gods gemeente vooruit naar Christus die komen zou om die rust te brengen. In het nieuwe testament kijkt de kerk terug op Christus die gekomen is. Wij kunnen door Christus nog dieper echt afstand doen van verslaving aan werken en maar doorhollen, omdat we Christus kennen!
-Daarbij moet gezegd worden dat de zondag is gekomen in plaats van de sabbat, vanwege Christus’ opstanding. Hij is de Heer van de sabbat. Echte sabbatsrust vinden we in Hem. Dat danken we aan zijn overwinning op de dood. Geleid door de heilige Geest heeft de kerk voor de dag van Christus’ opstanding gekozen om samen te komen.
-De zondag is vierdag én rustdag. Juist als vierdag én rustdag hebben we de eerste dag van de week nodig om afhankelijk van God en Christus te leren blijven leven, op weg naar de eeuwige rust in Hem.
Wat we tot nu toe gezien hebben zijn hele mooie lijnen vanuit de bijbel. We kunnen er ook belangrijke praktische lessen uit trekken voor ons leven vandaag: Verwachten wij alles van God?… Leven we onrustig en gejaagd alsof we zelf moeten overleven?… Zitten we met alle vezels vast aan de dingen die voorbijgaan, óf zijn we allereerst verbonden aan Christus onze Heer, om vanuit Hém met beide benen op de grond te staan?… Willen we ons laten gezeggen door Gód óf door onze steeds meer 24-uurs economie?… Nemen we nog de rust en ruimte voor het vieren van Gods bevrijding en het genieten van de ontmoeting met Hem?…
–
Kom op voor de erediensten en de vrije zondag!
2 DE ZONDAG ALS RUSTDAG ALS MEEST IDEALE RUIMTE VOOR DE EREDIENSTEN.
Hoe mooi de vorige uitleg ook is, toch blijven er vragen bij de uitleg van de zondag als rustdag als een goddelijk gebód. In de gereformeerde kerk is altijd wel overeenstemming geweest over de zóndag als dag waarop we willen sámenkomen in de eredienst om God en elkaar te ontmoeten. In het boek Openbaring heet de eerste dag van de week zelfs de Heer-lijke dag, of kortweg de Heer-lijke, in de betekenis dat die dag van de Heer is. Dan gaat het over Jezus Christus de opgestane Heer. Op die dag verscheen Jezus ook aan Johannes op Patmos.
Ook het feit dat het 4e gebod dat God op de Horeb gaf twee elementen bevat, namelijk vieren (wijden) én rusten (niet werken), is niet omstreden. Maar hóe die twee aspecten van het 4e gebod staan ten opzichte van elkaar en hóe ze verband houden met de dag van Christus’ opstanding, daar is altijd verschil van inzicht over geweest! Laten we dat eerlijk onder ogen zien.
Denk aan Genesis 2. God wijdt de 7e dag aan zichzelf. Er staat in Genesis 2 niet letterlijk dat God de 7e dag ook aan de mens voorschrijft als dag om aan God te wijden. Pas als God zijn geboden aan zijn volk geeft bij de Horeb (in Exodus 20), klinkt een goddelijk gebod voor zijn vólk om de 7e dag aan Hem te wijden en om te rusten van werk. Of Adam en Noach en Abraham de sabbat hebben gekend en onderhouden is uit de bijbel niet bekend. Pas bij de gave van het manna klinkt voor het eerst het woord sabbat. Israël moest ook in zijn ritme loskomen van Egypte, waar ze een tiendaagse werkweek kenden. Veel uitleggers denken dat de sabbat niet is ingesteld bij de schepping, maar op de Horeb.
In Marcus 2 zegt Jezus wel ‘de sabbat is gemáákt om de mens’, maar Jezus zegt niet: ‘God heeft toen Hij de aarde schiep de sabbat opgedragen aan de mens’. Is het niet geforceerd om uit dat ene woord ‘maken’ af te leiden dat God bij de schepping al de sabbat instelde?
Hebreeën 4 spreekt over een nieuwe dag die God vaststelde, en over een blijvende sabbatsrust. Is die dag de zondag die in plaats is gekomen van de sabbat?… Nee, in Hebreeën 4 wijst die dag ‘heden als u zijn stem hoort’ op élke dag! Elke dag moet je luisteren naar God en doen wat Hij zegt! Die dág is niet de zondag, maar de dag van de bekéring…
Dan is het wel waar dat we juist ook op de zondag in de eredienst Gods stem horen, namelijk via de prediking, maar Hebreeën 4 legt er de nadruk op dat we élke dag van ons leven wijden aan de Here. Die kant gaat ook zondag 38 op. Na de oproep om trouw de kerkdiensten op zondag te bezoeken, zegt de Heidelbergse Catechismus: “Dat ik al de dagen van mijn leven mijn slechte werken nalaat, de Here door zijn Geest in mij laten werken, en zó de eeuwige sabbat in dit leven begin.”
Bovendien: In het nieuwe testament wordt bij negen van de bekende tien geboden uit het oude testament een nadere toespitsing gegeven, maar alleen bij het 4e gebod niet. Dat staat er gewoon niet. Dat betekent niet dat we het 4e gebod mogen schrappen, maar wel dat de kerk onder leiding van de heilige Geest zelf een antwoord moet vinden wat God ons vandáág met het 4e gebod wil zeggen.
Er zijn ook teksten uit het nieuwe testament die wijzen op elementen uit het oude verbond die van voorbijgaande aard zijn.
In Galaten 4,10 zegt Paulus tegen de gemeente: “U bent geen slaven meer, u bent kinderen van God… Hoe is het dan mogelijk dat u, die door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan als slaven onderwerpen wilt? U houdt u werkelijk aan vaste feestdagen, maanden, seizoenen en jaren? Ik vrees dat al mijn inspanningen voor u volkomen zinloos zijn geweest.”
Paulus spreekt zich uit tegen binding aan dagen, maanden en jaren. Bij die ‘dagen’ gaat het over de sabbat. De sabbat was een blijde dag, maar die dag was ook ingebed in de wet als tuchtmeester in haar oudtestamentische kleur. In plaats daarvan is nu de vrijheid van Christus gekomen…
Stel dat we zouden zeggen: het enige verschil tussen sabbat en zondag is dat de dag is verschoven van de 7e naar de 1e dag van we week. Maar dan kunnen we Galaten 4,10 niet verklaren. Dan had Paulus hier in Galaten 4 niet zo over de sabbat gesproken als hij doet. Het vieren van de dag van de Heer werd gezien als iets ánders dan het vieren van de sabbat.
In Kolossenzen 2,16-17 noemt Paulus de sabbat een schaduw, terwijl de werkelijkheid in Christus is. Die schaduw waar Paulus het over heeft is hier niet de 7e dag. Alsof Paulus dan zegt dat alleen de 7e dag heeft afgedaan, maar de rest niet. Wat Paulus een schaduw noemt, dat gaat over een fase in de verbondsgeschiedenis. Juist niet over de 7e dag, want die gaat verder terug, namelijk op de schepping. Net zoals de 1e dag wijst op de herschepping in Christus. Wat betekent die schaduw in Kolossenzen 2 dan wel? Die schaduw is hier de verplichting om te rusten op die vaste dag, of hij wijst op de strikte voorschriften waarmee Mozes de rust afdwong.
In Romeinen 14,5-6 zegt Paulus dat sommige christenen hechten aan een bepaalde dag, terwijl andere ze gelijk stellen… En dan zegt hij: “Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen, doe het om de Heer te eren.” Hier gaat het waarschijnlijk niet over sabbat en zondag, maar over bepaalde vastendagen. In het verband gaat het namelijk over bepaalde dingen al dan niet eten. Maar toch kun je hier ook bredere lijnen trekken. Paulus maakt in het kader van het hechten aan bepaalde dagen zijn opmerking over ‘laat ieder zijn eigen overtuiging volgen’ zo algemeen, dat je moeilijk kunt verwachten dat er dan wel bijvoorbeeld een verplichte rustdag is in de stijl van de sabbat.
Al deze dingen hebben gemaakt dat er in de kerk ook altijd al andere geluiden zijn geweest dan de visie dat de zondag een verplichte rustdag is als goddelijk gebod.
Ook als er overeenstemming is over bepaalde zaken, er blijven vragen over waar wel verschil van mening over is. Bijvoorbeeld deze:
-De tien geboden zijn vandaag ook nog geldig. Maar wat hoort bij de schaduw van het oude testament, en wat hoort bij het blijvende, en wat is nieuw in Christus? Wij leven niet meer in de oudtestamentische bedeling. Elk van de 10 geboden vraagt een vertaalslag naar nu. De uitleiding uit Egypte, de gesneden beelden, het rund en de ezel, het valse getuigenis: bij elk gebod moet de kerk onder leiding van de heilige Geest zoeken wat de Heer ons vandaag de dag daarmee wil leren. In die zin zou het goed zijn als de tien geboden die elke zondag worden voorgelezen ook regelmatig worden voorgelezen in een parafrase waaruit duidelijk wordt hoe dicht die geboden ook bij óns leven komen. Juist omdat ze zo belangrijk zijn en niet over onze hoofden heen mogen gaan.
Andere vragen zijn:
-Er bestaat een verbinding tussen sabbat en schepping. Maar welke verbinding is dat dan?
-Hoe staat het 4e gebod, in rusten en vieren, precies in verband met de dag van Christus’ opstanding? Het nieuwe testament beschrijft dat niet.
-Hoe moet de kerk het rust-aspect invullen? Ook dat schrijft het nieuwe testament niet voor.
–
Over wat eerst zo duidelijk leek zijn blijkbaar toch nog veel vragen. En laten we eerlijk zijn: daar voelen wij ons vaak ongemakkelijk onder. Wij houden toch van vaste en omlijnde kaders en structuren? Het is toch veel gemakkelijker als iets zwart-wit vast ligt, dan dat daar vragen en meerdere uitlegmogelijkheden over zouden zijn? Maar niet alles is zwart-wit, en niet alles dat zwart-wit is, dat is goed.
Er bestaan gedurende de hele geschiedenis van de christelijke kerk tot op vandaag de dag toe verschillen van inzicht over de onderwerpen waar we in deze preek bij stilstaan. In de kerk is daar op dit punt ook altijd ruimte voor geweest, een bandbreedte waarbinnen dat kón. Maar als die ruimte er is, komen dan de zondag, de zondagsrust en ons leven vanuit het werk van God niet in gevaar? Dat is een belangrijke vraag. Het antwoord is ook belangrijk: dat dit in gevaar komt, dat kan, maar het hoeft niet… Het is net als wanneer we de zondag zien als verplichte rustdag. Dan bestaat het gevaar dat we daar vervolgens wettisch mee omgaan. Maar dat gaat niet per definitie zo… Net zo min werkt het per definitie zo dat we de zondag en het leven uit God die gééft op de tocht zetten bij een ruimere visie. Want ook al zie je rustdag op zondag niet als goddelijk gebod, dan nog geldt het volgende: willen we op de dag van Christus’ opstanding, de zondag, samenkomen als gemeente, dan is gewoon de mooiste en meest ideale oplossing om dit te doen op een vrije zondag. In de geschiedenis van de kerk én wereldwijd is zo’n vrije zondag een uitzondering. Besef dat goed. Maar laten wij, als we die vrije zondag van de Heer gekregen hebben in West-Europa, daarvoor blijven opkomen!
In de tijd van de Reformatie al was er ruimte voor verschil in visie, zonder elkaar te verketteren: Calvijn en Luther zeiden: het rusten op de zondag is niet een goddelijke plicht. Zwingli en Bucer zeiden het iets strikter: een wekelijkse rustdag is wel verplicht, de dag waarop dat moet, die is vrij. De Engelse puriteinen en de Westminster Confessie gaan nog stap verder: de rustdag is een goddelijke instelling, de zondag is een verplichte rustdag.
We komen er op uit dat er in de kerk steeds verschillende motieven zijn geweest om op te komen voor ruimte voor de erediensten op de zondag en voor de zondag als vrije dag.
Kom je op voor de vrije zondag omdat je de overtuiging hebt dat dit een goddelijk gebod is, of omdat je de overtuiging hebt dat je zo het meest ideaal Gods gebod tot samenkomen en rusten kunt uitvoeren? Daar is de hele geschiedenis van de christelijke kerk verschil van mening over geweest. En daar was ruimte voor. Laten wij daar deze les van leren, dat we oppassen voor grote woorden! Paulus zegt: “Wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden!”… En laten we oppassen voor het oordelen over en veroordelen van elkaar. De Here Jezus zegt: “Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt!”
Laten we, ook al verschillen we in motief, vooral dit doen, dat we samen opkomen voor de erediensten op een vrije zondag! Dat doel is toch waar we voor mogen bidden en wat we gezamenlijk mogen nastreven?
Als we dat doen, daar hoort ook iets bij, als belangrijke praktische les: Als die zondagse erediensten dan zo belangrijk zijn, het liefst op een vrije zondag, laten we dan zelf niet de zondag uithollen, maar bij onszelf beginnen en zelf trouw onze eigen kerkdiensten op zondag bezoeken… En laten we zelf de zondag bewaken als rustdag. Een rustdag in hoe we zelf in eigen persoon en als gezin deze dag invullen… Een rustdag ook in hoe we op ons werk over de zondag spreken en hiermee omgaan… En wat dat bijbaantje op zondag betreft waar ik mee begon: Dan laat je, of je nu wel of niet spreekt van de zondag als rustdag als goddelijk gebod, dat bijbaantje op zondag met een blijmoedig hart schieten. De zaak van de zondag en de kerkdiensten is je daarvoor te kostbaar… En laten we elkaar helpen als we praktisch knel komen te zitten op ons werk als het gaat om de zondagsrust en de ruimte om de kerkdiensten te bezoeken.
Amen
Liturgie middagdienst:
Votum en groet
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.92: 1.2.7 We loven onze Heer op zijn dag.
Gebed
Lezen: Genesis 1,26 – 2,4 Over Gods scheppingswerk en zijn rusten op de 7e dag.
Lezen: Marcus 2,23-28 De sabbat is gemaakt voor de mens, niet de mens voor de sabbat. En: Jezus is Heer over de sabbat.
Lezen: Hebreeën 4,1-11 Over een blijvende sabbatsrust.
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Psalm 4: 2.3 Over rust vinden bij God.
Tekst: Heidelbergse Catechismus zondag 38
Preek
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.95: 1.3.4 Wij willen juichend God ontmoeten.
Geloof: lezen Apostolische Geloofsbelijdenis + zingen: Gereformeerd Kerkboek Gez.134: 6
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Gereformeerd Kerkboek Ps.23: 1.2.3 We eren de Heer Jezus onze goede Herder die
ons echte rust geeft en ons kind aan huis maakt bij zijn Vader, ons leven lang.
Zegen