Zuiver spreken (Jeremia 9,1-8 en 22-23)

Heb jij wel eens spijt van woorden die je hebt gebruikt? Van iets dat je tegen een ander hebt gezegd? Of over een ander? Alleen: die woorden kun je niet weer inslikken en maken dat ze niet geklonken hebben. Hoe moet dat dan? God is de enige die helemaal zuiver is in zijn spreken. Mensenwoorden maken veel kapot. Jezus’ woorden maken heel. Hij nodigt ons uit voor genezing en heling.

Preek over Jeremia 9,1-8 en 22-23:

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt, gasten, luisteraars,

Kindermoment groep 5 t/m 8 van de basisschool.

Jongens en meisjes, wat heb ik bij me? [een tube tandpasta]
Met die tandpasta gaan we iets doen. Het is een proefflesje en hij is over datum. Dus het is geen verspilling. We gaan hem uitknijpen. Wie wil dat doen? (uitknijpen in een schaaltje). […]
Nu wil ik jullie nog iets vragen: probeer nu die tandpasta weer in de tube te stoppen. Wie wil dat proberen? […]
Lukt het een beetje? [Nee, die tandpasta die krijg je nooit allemaal terug in de tube.] [handen schoonmaken]

Van dat voorbeeld van die tandpasta kunnen wij iets leren. Dan denk ik aan onze woorden. Aan wat de dingen die we zeggen.

Heb jij welk eens iets lelijks over iemand of tegen iemand gezegd? […]
Als dat woord er uit is kun je dat weer terug stoppen in je mond? [Nee, je kunt wel sorry zeggen, maar je kunt het niet overdoen. Als een woord uit je mond is, dan kun je dat niet terug stoppen.]
Misschien helpt dit voorbeeld van de tandpasta je om eerst even na te denken voordat je iets zegt.

Kunnen wij ook leren op een goede manier te spreken? […] Hoe dan? [Dat kan God ons leren.] Waarom kan God ons dat leren? [Hij spreekt altijd op een zuivere manier. Hij is de enige die dat van zichzelf heeft. Hij kan het ons leren.]
Daar gaat de preek over.

Onderwerp: JE KUNT PAS IN JE SPREKEN OP GOD LIJKEN ALS JE GOD KENT.

Woorden kunnen grote gevolgen hebben. Niet alleen wát je zegt, maar net zo goed hóe je het zegt.
Denk maar aan een bemoediging. Misschien heb je dat wel eens meegemaakt. Dat iemand een bemoedigend woord voor je heeft dat je nooit vergeet. Als er ruzies zijn en die dreigen uit de hand te lopen dan kan een wijs woord schade voorkómen. Met wijze woorden zijn wel oorlogen voorkómen.
De andere kant is er ook: Misschien herinner je je nog iets lelijks dat iemand van je zei. En je denkt: dat vergeet ik nooit weer. Woorden kunnen ook leiden tot enorme conflicten. Jakobus wijst op de tong waarmee je spreekt. Hij zegt dat je met je tong als klein vlammetje een grote brand kunt veroorzaken.

Vaak waarschuwt de Bijbel tegen ‘zonden van de tong’. Met onze woorden kunnen wij heel verkeerde dingen doen. Dwars tegen Gods bedoeling in. Wij kunnen ook prachtige dingen zeggen, dichten, zingen. Maar blijkbaar is het risico van misbruik groot.

Hoe kun je die tong nu goed leren gebruiken? Dat leert God ons via zijn profeet Jeremia. Jeremia woont in een samenleving vol leugen en bedrog. God wijst ons door zijn profeet de weg.

Eerst gaan we kijken wie God is en wat God wil. Dat is een belangrijk uitgangspunt.

De Bijbel is hier duidelijk over. Wie God is dat ontdek je in Gods geboden. We hebben uit het boek Leviticus gelezen. God wil dat wij het samen goed hebben. God zegt: “Lieg niet, bedrieg niet en zweer niet vals. Dan ontwijd je mijn naam!” Door zulke dingen te doen laat je zien wie God niet is. Maar God wil dat we juist laten zien wie Hij wel is. Hij néémt niet, maar Hij gééft. Hij deelt royaal en graag. Zo wil Hij bekend staan. Ook door hoe wij leven.

Telkens laat de Bijbel zien dat God zuiver is en betrouwbaar in heel zijn doen en laten, ook in wat Hij zégt. Psalm 119 zegt: Uw woord geeft mij hoop. Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Psalm 12 zingt over de woorden van mensen en over de woorden van God de Heer. “De woorden van de Heer zijn zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, gelouterd tot zevenmaal toe.” Wat God zegt is helemaal puur.
Wil je weten hoe waar en zuiver God spreekt kijk dan vooral naar Jezus Christus. In Jezus heeft God zich ten volle uitgesproken. Jezus laat zien dat God waar is. Jezus noemt zichzelf de Waarheid in eigen persoon.

De Bijbel zegt ook dat God alle macht heeft. Hij is de Schepper van hemel en aarde. Hij is de allerhoogste. God heeft alle macht in de handen van Jezus gelegd. Laat alles en iedereen God de Vader en zijn Zoon Jezus erkennen.
God heeft alle macht, maar God gebruikt zijn macht niet ten koste van anderen. Juist dat zie je ook bij Jezus. Jezus kwam niet om te heersen, maar om te dienen. Hij gaf zijn leven voor ons.

Wat zal het goed zijn op aarde als iedereen vol is van God. Dan hebben we het goed als mensen samen. Dan kunnen we op elkaar aan. Dan zijn we veilig ook in wát we zeggen en hóe we dat doen. Dat wil God.

Nu gaan we kijken hoe Juda leeft.
God had zijn volk geroepen om volgens zijn goede geboden te leven. Om Hem te laten zien aan elkaar en aan de volken om hen heen. Als je Gods volk zag, dat je dan dacht: Hoe kan het dat zij zo leven? Dat ze het goede voor elkaar zoeken? Ook met hun woorden? Oh, dat komt van God. Hij heeft hen dat geleerd.

Maar Juda leeft precies andersom. Ze barsten van leugens en bedrog. Iedereen doet mee. De leiders en het hele volk. Zelfs wie bedrogen is doet op zijn beurt ook weer mee. Ze kúnnen alleen nog maar het kwade spreken. Daarin hebben ze zichzelf getraind. De eigen volksgenoten zijn niet meer veilig bij elkaar.

Als een stad toen werd aangevallen dan kon die een regen van pijlen over zich heen krijgen. Zo doen de mensen van Juda naar elkaar met hun wóórden. Dat zijn venijnige pijlen van leugens, laster en bedrog.

Hier zit iets achter. Dat is goed om te zien. Die leugens hebben een bedoeling. Waarom lieg je? In dit geval doen de mensen dat omdat ze hun macht willen vergroten. Jeremia zegt: “Hun macht in het land neemt almaar toe.” (vers 2) Jeremia zegt ook: “De wijze moet zich niet beroemen op zijn wijsheid, de sterke niet op zijn kracht, de rijke niet op zijn rijkdom.” (vers 22)

Dus omdat ze meer invloed en macht willen, dáárom liegen en bedriegen ze: Als ik lieg kan ik dingen naar mijn hand zetten. Nu krijg ik meer invloed, of meer aanzien, macht of rijkdom.

Blijkbaar denken de mensen dat ze die dingen te weinig hebben. Of in elk geval dat ze niet genoeg hebben. Ze lijken wel een put zonder bodem.

Ken jij dat ook? *Dat je graag aanzien wilt genieten onder de mensen? En dat je er alles aan doet om jouw aanzien groter te maken? *Heb jij ook graag dat jouw naam overal geëerd en onderschreven wordt? Dat is toch niet alleen een valkuil voor dominees neem ik aan. *Ben je trots, niet omdat je blij ergens mee bent, maar omdat je bang bent dat je anders niet gezien wordt?

Misschien kun je je voorstellen dat mensen daar leugens voor gebruiken. *Dat je liegt over een bepaalde opleiding die je zou hebben gevolgd, om meer kans te krijgen op een hoge functie. *Of dat je sterke verhalen vertelt aan jouw medeleerlingen over wat jij gedaan hebt, omdat je denkt dat jij dan meer aanzien krijgt in de groep. *Of dat je niet de status van iemand die arm is wilt hebben en daarom instanties die over geld gaan oplicht.

Blijkbaar vinden we aanzien, voor slim doorgaan, macht en rijkdom belangrijk. Zeker als je ziet hoeveel daarom gelogen wordt. Maar kunnen wij daar niet zonder dan? Blijkbaar kunnen wij als mensen denken dat we macht, aanzien, wijsheid of rijkdom nodig hebben om te zijn: Alleen als ik zulke dingen heb dan stel ik iets voor.
Zo kan een samenleving in elkaar zitten. Dat kunnen wij ervan maken. Je mag niet zijn wie je bent, maar je telt pas mee als je aanzien hebt, of geld of macht. Daar hangt je leven van af.

Nu gaan we kijken waar dat aan ligt. Liegen en bedriegen om je eigen leven veilig te stellen. Jeremia laat zien hoe het komt dat mensen zo leven. De oorzaak is deze: deze mensen kennen God niet! Als je God niet kent, dan ga je jouw leven ophangen aan dingen als aanzien, macht, slim zijn en geld. Dan heb je geen ankerpunt in jouw leven. Ieder mens zoekt een ankerpunt. Als het niet in God is, dan maar in zulke dingen. Lekker concreet en tastbaar.

Maar dan vergeet je Gód! Zo vergat Juda God de Heer. Hij had zich aan hen verbonden. Hij wilde hun God zijn. God zei: Ik houd van jullie. Ik wil jullie Vader zijn. Ik zorg voor jullie. Is geef jullie de status van kinderen: dat jullie mijn eigen kinderen zijn.

Maar Juda wijst Gods geboden af. Van Gods recht willen ze niet weten. Ze willen zelf uitmaken wat recht en krom is. Ze doen het kromme en ze noemen het recht. Om maar hun eigen recht te halen.

Ze gaan zelfs hun kinderen voor in het loslaten van God en bij Hem vandaan lopen. En die geven het weer door aan hun kinderen. Elke generatie leert het volgende geslacht dat als je iets wilt zijn je niet bij God moet zijn, maar dan maar bij andere dingen als eigen wijsheid, macht, aanzien, rijkdom. Die dingen zelf zijn niet verkeerd, maar je gebruikt ze dan verkeerd. Je zoekt daar je houvast in plaats van in God.

Kijk, dat zit er allemaal achter. Als je God loslaat dan ben je je houvast en anker kwijt. Dan raak je als mensen op drift. Als je God en zijn waarheid loslaat, dan blijft alleen de leugen over.

Het gevolg is wel dat je daarmee alles kapot maakt. Door zulke dingen jagen wij onze samenleving de vernieling in. Steden worden verwoest. Kinderen en tieners gaan er aan. Dat is in Jeremia 9 Gods straf, maar die straf is eigenlijk alleen maar de consequentie van een beweging die zij zelf in gang gezet hebben. Als wij God loslaten, dan ontnemen we zélf onze kinderen de toekomst.

Nu gaan we kijken naar wat wij nodig hebben. Willen wij ook in ons spreken meer op God lijken en Hem uitstralen, dan hebben wij nodig dat wij God beter leren kennen. God zegt: Zorg dat je Mij kent. Laat daar je leven van afhangen. Vers 23: “Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich erop beroemen dat hij mij kent.”

De Bijbel laat zien: God laat zich kennen. God is vol liefde en Hij is trouw. God bepaalt als God wat recht en wat krom is. God houdt zichzelf ook aan zijn recht. (Jeremia 9,23)
Dat God zo is dat zie je in wat God doet. Als je de Bijbel leest dan ontdek je steeds dat God in zijn handelen trouw en vol liefde en rechtvaardig is.
Het duidelijkst zie je dat als God zijn Zoon Jezus naar de aarde stuurt. Hij laat helemaal zien wie God is. Hij is sprekend zijn Vader. Volmaakt.
Wil je God leren kennen, verdiep je dan in de Bijbel, verdiep je in Jezus Christus.

Maar dan komt de vraag of óns spreken daar anders van wordt. En, als je denkt aan wat er achter dat liegen zat, dat verlangen naar aanzien, macht, wijsheid, rijkdom, wordt dát er ook anders van?

*Ik begin met dat laatste. Dat is het diepst.
Jezus zegt in Johannes 17,3: “Dit is het eeuwige leven dat ze U kennen en Jezus Christus die U gezonden hebt.”
Denk nu nog eens aan de achtergrond van dat liegen en bedriegen in Jeremia 8. Mensen zoeken houvast. Wij willen leven, overleven. Als je dat zoekt in wijsheid, macht, geld en aanzien, dan vind je het niet. Al die dingen kunnen je uit handen vallen. Maar dan komt Jezus en Hij zegt: “Dat leven en dat houvast dat jullie zoeken, dat geef Ik jullie.” Ons leven hangt niet af van macht, rijkdom, aanzien. Ons leven hangt af van God en Jezus!

Weet je wat het mooie is? Ik ken God betekent: Ik weet dat God mij kent. Hij kent mij in liefde. Hij is mijn Vader door Jezus. Hij waakt over mijn naam en mijn leven.

Wat een ruimte geeft dat. Dan hoeft liegen en bedriegen helemaal niet!
Denk eens aan al die redenen waarom mensen vaak liegen:
-Wie zal mijn goede naam beschermen? Dat doet God wel.
-Hoe krijg ik eer en aanzien krijgen? Als ik bij God in aanzien sta, dat is toch het hoogste dat er is?
-Hoe kan ik mijn positie verstevigen? Als ik aan Jezus verbonden ben kan niemand mij van die plek duwen. Dan heb ik alle stevigheid al.

*En dan nu het eerste, hoe zit het met ons spreken? Wat dat daar beter van?
Maar natuurlijk: Ken God. Erken dat Hij jou kent door Jezus. Als je dat weet en erkent, dan heb je het nergens voor nodig om te liegen, te bedriegen, te vloeken of te lasteren. Dan ga je juist God aanbidden. Hoog opgeven van Jezus. Als Jezus in je leven komt, en God dus, dan begin je van Hem over te stromen. In wát je zegt en doet, en hóe je het zegt en doet. Ook naar elkaar.

Maar nu de praktijk. Als ik in mijn leven kijk dan zie ik nog steeds veel leugen, laster en bedrog. Terwijl ik echt op Jezus vertrouw. Ik wil het goede spreken, maar ik zeg nog vaak het verkeerde. Ik val vaak terug in dat ik nog vastzit aan aanzien, macht, eigen wijsheid, of geld. Heb jij dat ook?

Jakobus zegt: “Wie nooit struikelt in zijn spreken kan zich een volmaakt mens noemen die in staat is om zelfs het hele lichaam in toom te houden.” (Jak.3,2)
Hij bedoelt dat iedereen struikelt. Iedereen van ons heeft wel woorden die hij graag weer in zou slikken, maar net als bij die tube tandpasta: dat kan dan helaas niet meer. Gelukkig wijst Jakobus ook de uitweg: dat we steeds weer teruggaan naar God voor vergeving en herstel.
Psalm 12 zegt: “Alleen Gods mond spreekt woorden die niet falen.” Dat is vandaag nog steeds waar!

God wil dat we in ons spreken Hem laten zien, maar wij struikelen in ons spreken nog zo vaak. Hoe moet dat dan?

Als je wilt weten hoe we daarmee kunnen leren leven, kijk dan naar Jezus. Jezus kwam namens God met genade en waarheid samen. (Johannes 1,18). Hij sprak de waarheid. Dat deed Hij niet om kapot te maken, maar om te vergeven en te genezen. Als wij door geloof aan Jezus verbonden zijn, dan zal Jezus ons dat ook leren. Dat zal te merken zijn in onze woorden en hóe we dingen zeggen. *Struikel je in je woorden? Veroordeel jezelf niet, maar geef jezelf met dat struikelen aan Jezus. *Struikelt iemand anders in zijn woorden? Als je mild leert zijn naar jezelf kun je ook mild leren worden naar de ander. Als je jezelf kunt vergeven, leer je ook hem vergeven.

Gods vergeving houdt ons op de been als wij weer struikelen. Langzaam aan wordt ons spreken minder hard en meer zacht. Omdat we in de harde waarheid van ons leven Gods genade leren proeven.
Amen

Liturgie morgendienst:
Votum en groet
Zingen: Gelukkig wie dicht bij God leeft. Ps.1: 1.2.3 (berijming David Heek en René
Barkema: levensliederen.net)
Wet Deut.5,6-21 + Deut.6,4-7
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.78: 1.2
Gebed
Lezen: Jeremia 9,1-23 Gods volk Juda heeft zich vastgebeten in leugens en bedrog.
Zingen: Gereformeerd kerkboek Ps.12: 1.2.3.4.5 Gods mond alleen spreekt woorden
die niet falen.
Lezen: Leviticus 19,11-18 God gebiedt zijn volk zuiver te spreken.
Zingen: Gereformeerd kerkboek Gez.9: 1.2.3 Wees eerlijk, doe de mensen recht.
Tekst: Jeremia 9,1-8 en 22-23
Preek
Zingen: Opw.27: 1.2.3 Voed mij met uw Woord en Geest.
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Liedboek Gez.326: 1.2.4.5 Leven uit Gods woorden brengt vrucht op.
Zegen